03.09.2013 Views

MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht

MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht

MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

M o r e l e w e g w i j z e r s<br />

wezen of je hebt daar twijfels over, dan zal ik als hulpverlener [...]. Je kunt niet<br />

zeggen, dan hou je het en succes. Dat kan ik als mens niet, maar ook als hulpverlener<br />

niet.<br />

Respondent A: Dus het [de methodiek, Red.] is voor mij meer een houvast en<br />

om het menselijk te houden laat ik dat wel zo veel mogelijk ook weer los.<br />

Respondent G: Bijvoorbeeld bij een diloma-uitreiking ben ik ook geweest, dat<br />

meiske had geen netwerk, en ik heb tegen haar gezegd als er niemand is, dat<br />

vind ik. Je hebt je best gedaan, je hebt iets verdiend en ik vind dat daar iemand<br />

moet zijn voor jou. Ik vond dat ik moest gaan. Want dan denk ik, het is heel triest<br />

als er een klas vol familie zit en zij zit daar alleen. Dan denk ik ga ik dus als<br />

hulpverlener naar de diplomauitreiking en dan kom ik namens de organisatie<br />

wel, niet namens mezelf.<br />

Respondent D: Er is nog een moreel dilemma, want wat heeft zij gedaan, zij<br />

heeft mij ook rechtstreeks gevraagd. Kun jij dan niet eens wat in je eigen netwerk?<br />

Heb jij geen vrienden die dan... [...] Toen heeft ze gevraagd wil jij dat niet<br />

en mij op mijn eigen moederschap aangesproken en toen heb ik ook moeten<br />

zeggen: nee, dat kan ik echt niet. Ik ben hier 3,5 dag en dan zet ik me volledig in<br />

voor jou en voor andere moeders, maar als ik thuis ben moet ik me inzetten<br />

voor mijn eigen gezin en moet ik ook ontspannen, anders hou ik het ook niet<br />

vol. Dat heb ik ook tegen haar gezegd. Dat raakt me, daar heb ik last van, dat<br />

neem ik mee naar huis.<br />

Wat hoofdstuk 6 en bovenstaande fragmenten vooral duidelijk maken, is dat hulpverleners<br />

zich aangesproken voelen en betrokken voelen bij de noden van de cliënt, ook buiten<br />

de professionele grenzen van hun functie om: • niet alleen als hulpverlener, maar<br />

ook als mens voel je je verplicht om in te grijpen; • methodieken staan soms een persoonlijk<br />

contact in de weg; • hoewel je functieomschrijving het niet vraagt, ben je toch<br />

aanwezig op wezenlijke momenten; • je hebt er last van als je de grenzen van je functie<br />

– hoe gelegitimeerd ook – aangeeft en niet tot steun kunt zijn.<br />

Wij interpreteren dergelijke spanningen en de uitleg daarvan van de respondenten als<br />

een uitdrukking van zorgethiek, waarin de hulpverlener gevoelig is voor de nood van<br />

de cliënt en de noodzaak voelt om hier gehoor aan te geven (caring about en taking care<br />

of, Tronto, 1993). Dit staat haaks op de beginselethische principes die vaak gangbaar<br />

zijn in organisaties en onze samenleving. Deze vragen immers dat hulpverleners zich<br />

meer en meer aan richtlijnen en wetten houden, waarbij ook moreel handelen vaak<br />

wordt ingekaderd in protocollen en codes. Dit kan spanningen met zich meebrengen<br />

voor de sociale professional (zie bijvoorbeeld ook Kunneman, 2007; Gelauff, 1995).<br />

Eerder in deze rapportage hebben we daar voorbeelden van gegeven, zoals de situatie<br />

waarin wetten en regels een dilemma of spanning veroorzaken (zie §4.2.4) of ‘demoraliserend’<br />

lijken te werken (zie §5.2.5). Daarnaast valt op dat in bovenstaande fragmenten<br />

(en in bepaalde morele vragen, zie hoofdstuk 9) ook emotionele reacties gegeven<br />

worden door de hulpverleners, waardoor het vermoeden rijst dat ook instinctieve (onbewuste)<br />

moraal (Verplaetse, 2008) een rol speelt: het werk raakt de professionals 45.<br />

45 Overigens ligt het voor de hand te veronderstellen dat zorgethiek en de instinctieve hechtingsmoraal<br />

op enigerlei wijze met elkaar verbonden zijn. In het zorgethische denken vormt de<br />

ouder(moeder)-kindrelatie en het zorgen dat daarbinnen plaatsvindt immers een belangrijke<br />

inspiratiebron: zij is gebaseerd op ‘vrouwelijke’ vormen van moreel redeneren (zie bijvoorbeeld<br />

het werk van Carol Gilligan en Sara Ruddick).<br />

Samenvatting en conclusie<br />

121

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!