03.09.2013 Views

MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht

MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht

MORELE WEGWIJZERS - HU Onderzoek - Hogeschool Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Positiebepaling<br />

10<br />

M o r e l e w e g w i j z e r s<br />

mbo- of hbo-opleiding hebben genoten en werkzaam zijn in de welzijnssector 2. Meer<br />

precies gaat het in dit project om sociale professionals die werkzaam zijn in de ambulante<br />

dan wel residentiële hulp- en/of dienstverlening aan adolescente moeders. In het<br />

vervolg van dit verslag zullen ook de woorden ‘uitvoerende professional’ en ‘hulpverlener’<br />

worden gebruikt om de sociale professional aan te duiden. We zullen spreken over<br />

‘leidinggevenden’ en ‘managers’ om de personen die leiding geven aan sociale professionals<br />

aan te duiden. In bijlage A wordt beschreven welke opleiding elk van de respondenten<br />

heeft genoten, en wat hun precieze functie is.<br />

2.2 DE STAND VAN ZAKEN<br />

“Wie in de zorg werkt, wordt onvermijdelijk geconfronteerd met ethische kwesties”, zo<br />

stellen Bauduin en Kanne (2009, p. 9), een stelling die wat ons betreft gerust verbreed<br />

kan worden naar de zorg- en welzijnssector. Zorg kan in dit verband breder gedefinieerd<br />

worden, en heeft niet alleen betrekking op de paramedische sector die allerlei geneeskundige<br />

of verpleegkundige handelingen verricht, maar ook op diegenen die zorg<br />

dragen voor anderen in de breedste zin van het woord. Zorg dragen voor anderen heeft<br />

een expliciete morele dimensie (Van Heijst, 2005; Van der Arend & Gastmans, 1993), zo<br />

ook voor de professionals die in de welzijnssector hun hulp en diensten aan hulpbehoevenden<br />

aanbieden. Beroepsgroepen hebben een “centrale waarde” (Rothfusz, 2008,<br />

p. 103), een maatschappelijke opdracht waarin een waardeoriëntatie besloten ligt<br />

(Berghmans, 1998). Deze morele dimensie van het werk als professional komt expliciet<br />

tot uitdrukking in beroepsprofielen en beroepscodes. Net als in de zorgsector hebben<br />

professies in het sociaal en maatschappelijk werk deze in de afgelopen decennia ontwikkeld.<br />

In het Beroepsprofiel van de Maatschappelijk Werker (Jagt, 2009) wordt expliciet<br />

gewag gemaakt van het feit dat de interventies van maatschappelijk werkers altijd<br />

waardegebonden zijn en wordt onderstreept dat normatieve professionaliteit,<br />

naast technisch-instrumentele en persoonlijke professionaliteit, deel uitmaakt van de<br />

professionaliteit van de maatschappelijk werker. Maatschappelijk werkers hebben<br />

daarnaast een beroepscode, waarin de centrale waarde van het beroep wordt verwoord<br />

en een beroepsmoraal is vastgelegd 3. Ook voor pedagogen en de vakgebieden<br />

2 In de zorg- en welzijnssector doet ook de term ‘social work/ sociaal werk’ en ‘social worker/sociaal<br />

werker’ steeds vaker opgeldt. Social work kan daarbij verschillende betekenissen<br />

hebben, en kan een beroependomein (alle beroepen in de zorg- en welzijnssector), een sector<br />

(zorg en welzijn), een specifiek beroep (maatschappelijk werker) en een kennisdomein aanduiden<br />

(Van Ewijk, Spierings & Wijnen, 2007, p. 36/37). Hier gebruiken we dus een sectoraanduiding,<br />

welke zich echter enkel richt op de welzijnssector.<br />

3 In 2010 is de Code voor de Maatschappelijk Werker herzien. Op het moment van schrijven van<br />

deze rapportage, was deze nieuwe code echter nog niet gepubliceerd. In de code uit 1999 wordt<br />

de centrale waarde van het beroep echter als volgt geformuleerd: “De maatschappelijk werker<br />

bevordert primair het optimaal tot zijn recht komen van de persoon in wisselwerking met zijn<br />

omgeving. Hij waakt ervoor dat zijn deskundigheid niet wordt gebruikt voor belangen die in<br />

strijd zijn met de doelstellingen van het beroep”. In de nieuwe code wordt hieraan toegevoegd<br />

dat cliënten gestimuleerd worden om hun eigen verantwoordelijkheid op te pakken om tot hun<br />

recht te komen (empowerment) (www.buitinkbeleidsadvies.nl, geraadpleegd op 17 september<br />

2010). Bovendien is een geheel nieuw hoofdstuk “De verhouding tot de samenleving” met de<br />

signaleringsplicht toegevoegd, welke de maatschappelijke functie van het beroep als beroepswaarde<br />

bekrachtigt (www.buitinkbeleidsadvies.nl, geraadpleegd op 17 september 2010). In de<br />

relatie met de cliënt legt de code de nadruk op het belang van respect voor de cliënt en de erkenning<br />

van de verantwoordelijkheid voor het eigen handelen van de cliënt (Jansen, 2002 ). Autonomie<br />

en zelfredzaamheid zijn daarmee waarden die ten grondslag liggen aan de code.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!