Islam-leerplan-Basisonderwijs

1 e leerjaar 

Leerplan basisonderwijs - 1 -

DE GELOOFSLEER 

* Allah leren kennen 

1) Belangrijke eigenschappen van Allah kunnen opsommen: Hij is één - Hij heeft alles 

geschapen 

* Mohammed is mijn Profeet 

1) Mohammed leren kennen 

2) Kenmerken van een profeet kunnen uitleggen 

* Qoran 

1) kunnen zeggen dat de Qoran ons Boek is en het laatste Boek van Allah is 

2) spontaan respect voor de koraan tonen 

* Islam: wie ben ik? 

1) met eigen woorden kunnen uitleggen wie een moslim is 

2) de ‘sjahâda’ uit het hoofd kennen 

3) kunnen zeggen dat de Islam onze godsdienst is 

* De Engelen 

1) weten dat Engelen uit licht (‘noêr’) zijn geschapen 

2) enkele kenmerken van ‘malaa'ïka’ kunnen opsommen 

3) een aantal namen van Engelen kunnen opsommen 

* DE 6 Geloofsartikelen 

1) de 6 geloofsartikelen uit het hoofd kennen 

2) de ‘arkaanoe-l-iemaan’ in het Arabisch kunnen zeggen 


DE AANBIDDINGEN 

* De vijf zuilen van de Islam 

1) een elementair overzicht inzake de zuilen van de Islam kunnen formuleren 

2) de vijf zuilen van de Islam kunnen opsommen 

* Geloofsgetuigenis (‘sjahâda’) 

1) de geloofsgetuigenis uit het hoofd kunnen zeggen 

2) met eigen woorden de ‘sjahâda’ kunnen uitleggen 

* De vijf dagelijkse gebeden 

1) de 5 dagelijkse gebeden uit het hoofd opsommen 

2) aantal ‘raka°aat’ van elke ‘salaat’ kunnen noemen 

* De Islamitische feestdagen 

- Ramadanfeest (‘°îedoe-l-fitri’) 

- Offerfeest (‘°îedoe-l-adhâ’) 

1) met eigen woorden de twee belangrijkste feesten kunnen uitleggen 

2) blij en spontaan aan de Islamitische feesten deelnemen 

* Vasten (Ramadaan) 

1) weten dat vasten niet voor minderjarigen verplicht is 

2) gedragshouding tijdens de Ramadaan verbeteren. 

* Kennismaking met de moskee 

1) kunnen uitleggen dat een moskee een gebedsplaats is 

2) respect voor de moskee tonen 


DE GEDRAGSVORMING 

* De begroeting in de Islam (‘aadaaboe ’s-Salaam’) 

1) spontaan beleefd zijn 

2) spontaan mekaar eerbiedigen 

3) de 'Salâm-formule' kennen 

* Eetgewoonten in de Islam en doe°aa (‘aadaaboe t-ta°aam’) 

1) dank aan Allah voor zijn gunsten (ni°ma) kunnen verwoorden 

2) alle negatieve invloeden bannen tijdens de maaltijd 

3) zich aan tafel spontaan goed gedragen 

* Liefde en gehoorzaamheid voor Allah en de ouders (‘taa°â en mahabba 

‘l-wâlidayn’ ) 

1) Allah spontaan bedanken voor alles wat Hij voor ons doet 

2) Allah gehoorzamen en zijn regels in praktijk brengen 

3) liefde voor ouders spontaan uitdrukken 

* Omgaan met milieu in de Islam 

1) spontaan het milieu eerbiedigen 

2) weten dat de Islam veel belang hecht aan het milieu en de natuur 

* properheid: plaats- lichaam- kleding 

(doe°aa voor en na het toilet) 

1) het belang van properheid kunnen verwoorden 

2) al wat vuil is verwerpen 

3) spontaan dagelijks proper zijn 

* beleefdheid in de moskee (‘aadaab ‘l-masjid’) 

1) ongewenste gedragshouding in de moskee kunnen omschrijven 

2) spontaan gewenst gedrag in de moskee aannemen 

- met respect en ingetogenheid de moskee betreden 

- Bezoek aan de moskee 


ASSIERA EN GESCHIEDENIS 

* De familie van onze Profeet (VZMH) 

* De geboorte van onze Profeet (VZMH) 

* Verhaaltje over de Profeet (VZMH) 

* Mohammed (VZMH) houdt van kinderen 

- liefde voor onze Profeet 

* Kaaba leren kennen 

* Adam als eerste mens en Profeet 


SMEEKBEDEN 

- Doe°aa bij het slapen gaan en bij het wakker worden 

- Doe°aa voor en na het eten 

- Doe°aa voor en na men naar het toilet gaat 


QORAN 

Minimum: 

- Van soera Al-Fâtiha tot soera Al Fiel 

- Soera Al-°Asr 

- Soera Al-Qadr 

- Aya Al-Koersie 

- Het einde van Baqara vanaf Amana ar-Rasoêl 

Maximum: 

- Van soera Al-Fâtiha tot soera Al-°Alâ 

(de leerkracht verdeelt de soera’s over de 6 leerjaren volgens het niveau van de leerlingen) 

Kennismaking met het Arabisch alfabet 

Leerdoelen : 

vertrouwen hebben in de woorden van Allah 

een aantal soera’s uit het hoofd kennen 

spontaan en zonder aarzelen de Qoran kunnen lezen 

asbaab an-noezoêl van een aantal soera’s kennen 

de Qoran als referentie kunnen gebruiken 

de Qoran in het dagelijkse leven religieus beleven 


2 e leerjaar 



* Het Geloof in de Islam 

1) de zes geloofspunten uit het hoofd kennen 

2) kenmerken van Allah kunnen opsommen 

* De schepselen van Allah 

1) weten dat er zichtbare en onzichtbare schepselen zijn 

2) kunnen verwoorden dat Allah de schepper van alles is 

* Het leven na de dood 

1) weten dat het Paradijs (‘djanna’) oneindig is 

2) en dat de goede moslims naar het Paradijs gaan 

* Kalimat At-tawhied 

1) de ‘sjahâdatâni’ in het Arabisch kunnen zeggen 

2) de betekenis van de ‘sjahâda’ (getuigenis) kunnen uitleggen 

3) kunnen zeggen wanneer men de ‘sjahâda’ moet of mag gebruiken 




1) de 5 ‘arkaan’ (zuilen) met eigen woorden kunnen uitleggen 

* Rituele wassing (‘al-woedoê'’) 

1) de onderdelen van de ‘woedoê'’ kunnen opsommen 

2) zaken die onze ‘woedoê'’ ongeldig maken kunnen opsommen 

3) de ‘woedoê'’ in praktijk kunnen toepassen 

* Het gebed in de Islam 

1) ‘Iqaama’ uit het hoofd kunnen zeggen 

2) ‘Adzaan’ kunnen vertalen 

3) de religieuze dimensie van ‘Iqaama’ en ‘Adzaan’ aanvoelen 

4) de dagelijkse gebeden kunnen opsommen met: tijd + aantal ‘raka°aat’ + de manier 

(luid of stil) 

* ‘At-tasjahhoed’ 

1) het 1ste deel van de ‘tasjahhoed’ uit het hoofd kennen 

2) deze tekst kunnen vertalen 

* Gebedsrichting (‘Qibla’ - Mekka) 

1) kunnen verwoorden dat de ‘Qibla’ het bewijs levert van de eenheid van de moslims 

2) kunnen verwoorden hoe we de ‘Qibla’ bepalen 

*De betekenis van de geloofsgetuigenis (‘sjahâda’) 

1) ‘Sjahâda’ kunnen vertalen 

2) de religieuze dimensie van de ‘Sjahâda’ aanvoelen 

* Feestdagen 

Zie 1ste leerjaar 



* Gedragshouding: thuis, op straat en op school 

1) zich op een Islamitische manier gedragen op de drie genoemde plaatsen 

* Properheid (herhaling) 

1) zie 1ste leerjaar 

* Liefde voor Allah , voor de Profeet en zijn familieleden 

1) liefde voor Allah 

2) weten dat Allah en zijn Profeet heel veel van kinderen houden 

3) het leven van familieleden van de Profeet kennen, en van hen houden (Hassan en 

Hoessayn) 

* Respect voor de buren en bloedverwanten 

1) verwoorden hoe men zich gedraagt op familiebezoek 

2) het belang van de familie verwoorden 

3) spontaan buren respecteren en helpen 

* Toegestaan en niet toegestaan gedrag 

- (leugens en diefstal) 

- (eerlijk en lief zijn) 

1) de leerlingen beseffen wanneer hun gedrag ongewenst is 

2) de leerlingen spannen zich in alleen toegestaan gedrag aan te nemen 

* Hoe omgaan met dieren 

1) dieren goed behandelen 

3) kunnen uitleggen dat Allah ons beloont wanneer we de dieren goed behandelen 

* Hoe bezoek ik een zieke vriend en hoe gedraag ik mij in het ziekenhuis 

1) gewenst en ongewenst gedrag bij het bezoeken van een zieke kunnen bepalen. 

* Hoe samen spelen? 

1) op een vriendelijke manier kunnen spelen 

2) vriendschap met anderen kunnen sluiten 

3) met anderen kunnen delen 



* De kindertijd van onze Profeet (VZMH) 

* De opvoeding van Mohammed (VZMH): 

- zoogmoeder 

- terugkeer bij zijn moeder, reis naar Medina 

- Mohammed bij Aboê Taalib 

- De reis naar Syrië (Bahiera) 

* Ibrahiem 

* Jezus in het kort 


SMEEKBEDEN 

- Doe°aa als men niest 

- Doe°aa bij het binnengaan van het huis en het verlaten van het huis 

- Doe°aa om kennis te verkrijgen. 


QORAN 

Minimum: 






Maximum: 




Leerdoelen : 








3 e leerjaar 



* Allah 

1) een aantal belangrijke kenmerken van A1lah kunnen opnoemen (in relatie met Soera 

Al-Ichlâs) 

2) weten dat Allah van ons houdt, 

3) liefde voor Allah voelen 

3) 10 namen van Allah kennen 

* Al Malaaïka 

1) enkele namen kunnen opnoemen 

2) enkele belangrijke eigenschappen kennen 

3) de taken van de 4 belangrijkste malaaïka kunnen opnoemen 

* De heilige Boeken van Allah 

1) 4 Boeken van Allah kunnen opnoemen 

2) de Qoran als laatste Boek van moslims kunnen aangeven 

* De Profeten van Allah 

1) enkele namen van Profeten kunnen noemen 

2) liefde voor profeten voelen (‘oeloel-a°zam’) 


1) kenmerken van ‘djanna’ kunnen opsommen 

2) spontaan goed handelen om de ‘djanna’ als beloning te krijgen 

3) in eigen woorden kunnen uitleggen wat ‘djahannam’ is 

4) kunnen uitleggen waarom ‘djahannam’ is geschapen 




1) iedere zuil apart kunnen uitleggen 

* Rituele wassing (‘al-woedoê'’) 

1) de waarde van de ‘woedoê'’ kunnen verwoorden 

2) verplichte onderdelen van ‘woedoê'’ kunnen opnoemen 

3) kunnen opsommen wat de ‘woedoê' ongeldig maakt 

4) verhaal van Hassan en Hoessein met eigen woorden kunnen uileggen 

5) de ‘woedoê'’ spontaan willen verrichten. 

6) ‘Istindjaa’ kunnen uitleggen 

* Het Gebed (‘salaat’) 

1) 2 ‘raka°aat’ kunnen verrichten 

2) ‘Adzaan’ kunnen opzeggen 

3) ‘Iqaama’ spontaan kunnen opzeggen 

4) de religieuze waarde van de ‘salaat’ aanvoelen 

* Het Vasten (Ramadan) 

1) weten wat ‘siyaam’ is (de begrippen 'iftaar' en 'imsaak' kunnen uitleggen) 

2) verwoorden voor welke mensen ‘siyaam’ verplicht is 

3) samen de Ramadaan religieus beleven 

* Herdenkingsdagen 

1) de geboorte van Mohammed als herdenkingsdag beleven en niet als feest 

2) de gebeurtenis met eigen woorden kunnen uitleggen 

* ‘Halaal’ en ‘haraam’ als begrip 

1) soorten vlees die niet toegestaan zijn in de Islam kunnen opsommen 

2) het ‘haraam’ voedsel spontaan vermijden 



* Samenwerking in de Islam: hulp aanbieden (‘atta°aawoen’) 

1) spontaan en zonder aarzelen hulp aan anderen aanbieden 

2) weten dat men hierdoor bij Allah meer beloning krijgt 

* Gewenst en ongewenst gedrag bij een moslimkind: 

- jaloersheid - belofte nakomen 

- gierigheid - betrouwbaarheid (‘al-amâna’) 

- onreine taal gebruiken - openhartigheid 

* Gehoorzaamheid aan Allah , de Profeet , ouders en leerkrachten 

1) weten dat 'Allah gehoorzamen' betekent Zijn regels te volgen 

2) weten dat de 'Profeet gehoorzamen' betekent zijn 'ahaadîs' na te volgen 

3) weten dat gehoorzaamheid aan Allah zit in de gehoorzaamheid aan de ouders 

4) het belang van de leerkrachten kunnen omschrijven 

* Liefde voor alle schepselen van Allah 

* Pesterijen vermijden 

1) soorten pesterijen kunnen opnoemen 

2) vermijden anderen te pesten 

- vermijden om zelf gepest te worden 

- nadelen van het pesten kunnen opnoemen 

* Gedragshouding bij het slapen gaan (‘aadaaboe n-nauwm’) 

- ‘Doe°aa an-nauwm’ en ‘yaqâza’ 



* De jeugd van de Profeet (VZMH) 

* Het karakter van onze Profeet 

* Het huwelijk van de Profeet met Chadiedja 

* De restauratie van de Ka°ba 

* De kinderen van onze Profeet 

* Ibrahiem 

Ismâ°îl 

* Mohammed wordt profeet 


SMEEKBEDEN 

- Doe°aa bij het instappen van een voertuig 

- Doe°aa bij het openen van het gebed (‘istiftâh’) soebhânaka….. 

- Doe°aa Rabbanna…… 


QORAN 

Minimum: 






Maximum: 




Leerdoelen : 








4 e leerjaar 



* Eigenschappen van Allah 

1) kenmerken van Allah kunnen opnoemen en uitleggen 

2) een aantal namen van Allah kennen en uitleggen 

* Al Malaaïka (Engelen) 

1) de belangrijkste Engelen kunnen opnoemen 

2) eigenschappen van malaaïka kunnen bepalen 

3) de beroemde malaaïka en hun taken kunnen opnoemen 

4) het verschil tussen mens – ‘djinn' - malaaïka kunnen bepalen 

* Het geloof 

1) kunnen uitleggen dat de mens het geloof nodig heeft 

2) verschil tussen moemin, kâfir, moesjrik en moenâfiq kunnen uitleggen 

3) het verschil tussen geloof en bijgeloof kunnen uitleggen 

* De Profeten van Allah 

1) wonderen van bekende Profeten in eigen woorden kunnen uitleggen 

2) alle profeten die in de Qoran genoemd zijn kunnen opnoemen 

* Kenmerken van de Qoran 

1) weten dat de Qoran het enige Boek is dat niet veranderd is 

2) eigenschappen van de Qoran kunnen bepalen 

3) spontaan met aandacht en eerbied luisteren naar de recitatie van de Qoran 


1) weten wat °alamoe ‘l-Barzach is, 

2) de straffen van Barzach kunnen verwoorden 

3) spontaan alles willen doen om deze straffen te ontlopen 




* Wie is een moslim 

1) kenmerken van een moslim kunnen uitleggen 

2) een aantal belangrijke verschillen tussen Islam, christendom en jodendom kunnen 

uitleggen: gebedsplaatsen, gebeden, aanbiddingspraktijken 

* Het Gebed (‘salaat’) 

1) de vijf dagelijkse gebeden kunnen verrichten 

2) de voorwaarden van het gebed (‘sjoeroêt’) kunnen opnoemen 

3) zaken die het gebed ongeldig maken kunnen verklaren 

4) samen het gebed verrichten en het belang ervan kunnen verklaren 

* ‘Zakaat’ 

1) verschil tussen ‘zakaat’ en ‘sadaqa’ kunnen bepalen 

2) het doel van ‘zakaat’ en ‘sadaqa’ kunnen omschrijven 

3) de acht soorten mensen die recht hebben op ‘zakaat’ kunnen opnoemen 

4) de personen die geen recht hebben op ‘zakaat’ kunnen opsommen 

5) de goederen waarop zakaat verplicht is kunnen aangeven, bepalen 

6) spontaan ‘sadaqa’ geven 

* Heilige dagen en nachten 

- de geboorte van de Profeet (‘al-maulid an-nabaoui’) 

- de Waardevolle Nacht (‘Laylatoe l-Qadri’) 

* De smeekbeden (‘Doe°aa’) 

1) op Allah rekenen in alle omstandigheden 

2) het nut van ‘doe°aa’ verwoorden (relatie met Allah versterken) 

5) de beste tijden voor ‘doe°aa’ kunnen opsommen 



* Onze plichten tegenover Allah en zijn Profeet 

1) onze plichten t.o.v. Allah kunnen opsommen 

2) onze plichten t.o.v. Profeten kunnen opnoemen (vredeswensen voor de profeet) 

* Bezoek aan de zieken - doe°aa voor genezing (‘as-sjifaa') 

1) ongewenst gedrag in het ziekenhuis spontaan vermijden 

2) de houding bij het bezoek van een zieke kunnen vermijden 

* Onze plichten tegenover onze buren 

1) onze plichten t.o.v. onze buren kunnen opsommen 

* Gedragshouding op school (‘aadaaboe-l-madrasa’) 

1) het belang van de school in ons dagelijks leven kunnen verwoorden 

2) de houding van het kind op school kennen 

* Hulpzaam zijn voor: 

- bejaarden 

- gehandicapten 

- zwakken 

- armen 

spontaan deze mensen helpen 

* Respect voor de anders gelovigen (te combineren met de les over de 

verschillen tussen christenen, joden, moslims en ongelovigen) 

* Genade in het algemeen (‘ar-rahma – marhamat’) 

1) spontaan met iedereen lief en vriendelijk zijn 



* De toestand van Mekka 

De eerste openbaring tot en met de emigratie naar Abbessinië 

* Jezus uitgebreid (°Issa) 

* Noêh 

* Ayyoêb 


SMEEKBEDEN 

- Doe°aa bij het verbreken van het vasten (‘al iftaar’) 

- Doe°aa bij de spiegel en kleding 

- Doe°aa bij ‘takbier’ en ‘tasbieh’ 


QORAN 

Minimum: 






Maximum: 




Leerdoelen : 








5 e leerjaar 



* De 99 Namen van Allah 

1) een aantal Schone Namen van Allah kunnen opnoemen 

2) de betekenis van die Namen kennen 

* Al Wahî (de openbaring) 

1) soorten ‘wahî’ kunnen opsommen 

2) weten dat ‘al-wahî’ met de dood van de Profeet is gestopt 

* Verschil tussen de Qoran en Hadîs 

1) verschil tussen Qoran en Hadîs kunnen bepalen 

* Verschil tussen Râsoêl en nabî 

1) verschil tussen ‘râsoêl’ en ‘nabî’ kennen 

2) eigenschappen van een Profeten kunnen opsommen 

* Al-Qadaa Wa'l-Qadar (het lot en voorbestemming) 

1) weten dat Allah alles voor ons heeft voorbestemd 

2) de lotsbestemming spontaan aanvaarden 

* De drie bekende godsdiensten 

( Islam - Jodendom - Christendom) 

1) kenmerken van de drie hemelgodsdiensten kunnen opsommen 



* Rituele reiniging (‘Tahâra’) 

1) grote rituele wassing (‘al-ghoesl’) kunnen verrichten 

2) rituele wassing (‘al-woedoê') spontaan in praktijk brengen 

3) reiniging met zuivere aarde (‘tayyammoem’) spontaan in praktijk brengen 

4) met eigen woorden het belang van reinheid uitleggen 

* Het gebed (‘salaat’) 

1) verplichte handelingen (‘farâid as-salaat’) kunnen opsommen 

2) ‘soenna’ handelingen (‘soenan as-salaat’) kunnen opsommen 

3) verschil tussen ‘farâid’ en ‘soenan’ bij ‘salaat’ kunnen uitleggen 

* Soorten gebeden 

1) verplichte gebeden (‘fard’) in Islam kunnen opsommen + spontaan in praktijk willen 

brengen 

2) aanbevelenswaardig (‘soenna’) ‘salawaat’ kunnen opsommen 

3) vrijwillige gebeden (‘naafila’) kunnen opnoemen 

4) verschil tussen deze 3 soorten gebeden kunnen uitleggen 

* Vrijdagsgebed (‘salâtoe-l-djoemoe°a’) 

1) handelingen van deze ‘salaat’ kennen 

2) deelnemen aan deze ‘salaat’ 

* Gebed voor de begrafenis (‘salâtoe-l-djanâza’) 

1) ‘salâtoe-l-djanâza’ samen met de gelovigen kunnen verrichten 

* Feestgebeden (‘salâtoe-l-°Iedayn) 

1) feestgebeden in de Islam kunnen uitleggen en meevieren 

* Het vasten (Ramadan) 

1) met eigen woorden het vasten kunnen uitleggen 

2) soorten vasten kunnen bepalen 

3) sociale aspecten van ‘siyaam’ kunnen verwoorden 

4) de extra aanbiddingpraktijken van de Ramadan kunnen uitleggen: vb. ‘Tarawih’ 

5) betekenis en waarde van ‘zakaatoe al-fitr’ kunnen uitleggen 

* Soorten aalmoezen 

1) ‘zakaat’: zie leerdoelen van het 4de leerjaar 

2) ‘sadaqa’: voordelen van ‘sadaqa’ en ‘zakaat’ 

3) goederen waarop ‘zakaat’ niet verplicht is 

* De Islamitische kalender 

1) verschil tussen Gregoriaanse en Islamitische kalender kunnen verwoorden 

2) de Islamitische maanden kunnen opsommen 

3) Islamitische kalender kunnen volgen 



* Broederschap in de Islam (‘al-oechoewwa wal-mawadda’) 

- rechten en plichten van een moslim tegen over zijn broeder 

1) het nut van broederschap kunnen bepalen 

2) rechten en plichten tussen moslims kunnen opnoemen 

* Het huwelijk in de Islam 

1) het doel van het huwelijk in de Islam kunnen uitleggen 

2) toegelaten en niet toegelaten relaties in de Islam 

* Diefstal 

1) diefstal verafschuwen 

2) de nadelen van diefstal kunnen benoemen 

3) soorten van diefstal kunnen benoemen 

* Berouw (voorwaarden van ‘at-tawba’) 

1) weten dat Allah alle ‘saïyaat’ kan vergeven behalve ‘sjirk’ 

2) voorwaarden van ‘tawba’ kennen 

* Roddelen en klikken 

1) Kunnen zeggen dat roddelen en klikken de oorzaak van ruzie tussen mensen is 

2) de straf en de ellende kennen voor degene die dat begaat 

3) weten op welke manier men roddelen en klikken kan vermijden 

* Schroom (‘hayaa') 

1) de voordelen van schroom kunnen opsommen 

2) het effect van schroom op ons gedrag kunnen verwoorde, 

3) weten dat men door schaamte veel grote zonden kan vermijden 

4) weten dat de Profeet zeer schroomvol was 

* De rechten en plichten van de familieleden, de anderen en zichzelf 

(herhaling) 



* Hemelvaart 

*Expedities (ghazawaat) 

- Badr 

- Oehoed 

- Al-Chandaq 

- Al-Hoedaybiyya 

- Moe°ta 

* De brieven van onze Profeet aan de koningen: 

- Heraclus 

- Kaysar 

- Moekaukies 

* Mozes (Moesâ) en Haroen 

* Sâlah 


SMEEKBEDEN 

- Doe°aa van eerbied en nederigheid (‘Qoenoêt’) 

- Doe°aa voor vergiffenis (‘al-istighfâr’) 

- Doe°aa bij het binnengaan en verlaten van de moskee 


QORAN 

Minimum: 






Maximum: 




Leerdoelen : 








6 e leerjaar 



* De 99 namen van Allah. 

-vervolg 

* De 6 geloofspunten 

-algemene herhaling 

* De 4 fasen van het leven kunnen opsommen en uitleggen: 

- ‘Al-°Azal’ 

- ‘ad-Doenyâ’ 

- ‘al-Barzach’ 

- ‘al-Aachira’ 

* De kleine en grote tekens die voor ‘Al-Qiyâma’ zullen verschijnen kunnen 

opsommen en uitleggen 

* Idem voor de begrippen: 

- ‘Qiyâma’ 

- ‘Hasjr’ 

- ‘Nasjr’ 

- ‘Hisâb’ 

- ‘Mizân’ 

- ‘Siraat’ 

- ‘Djazaa'’ 

* ‘As-sjirk’ 

1) soorten ‘sjirk’ kennen 

2) weten hoe we ‘sjirk’ kunnen vermijden 

* ‘As-sjaytaan’ en ‘Djinn’ 



* De vijf zuilen van de Islam grondig herhalen 

* De rol van de moskee en de imam 

1) de rol van ‘imam’ als geestelijke leider kunnen verwoorden 

2) de spirituele en de sociale rol van de moskee kunnen bepalen 

3) gewenste en ongewenste gedragshouding in de moskee kunnen uitleggen en zelf de 

gewenste volgen 

4) de geschiedenis van de belangrijkste moskeeën kunnen verwoorden 

* De taken van de ‘moekallaf’ 

1) het begrip 'moekallaf' kunnen bepalen 

2) soorten van 'taklief' kunnen opnoemen 

3) spontaan ‘taklief’ in praktijk brengen 

* Het belang van het gebed 

1) de voordelen van de ‘salaat’ kunnen opsommen 

2) ‘salaat’ zelf spontaan beleven 

* De straf voor degene die het gebed achterwege laat 

1) de gebeden spontaan willen verrichten 

2) weten waarom een moslim niet mag stoppen met het gebed 

* Kleding in de Islam 

1) toegestane en niet toegestane kleding in de Islam kunnen bepalen 

2) weten waarom Islamitische kleding vereist is 

*De grote zonden in de Islam (‘al-Kabaa'ir’) 

1) de 7 ‘moebieqaaat’ kunnen opnoemen 

2) de gruwelijke zonden die lijden naar Djahannam verafschuwen 

3) het begrip 'tawba' kunnen omschrijven 

* De Bedevaart (‘al-Haddj’) 

* Het offer (verhaal van Ibrahîm en Isma°îl ) 

1) het verhaal van het offer van Isma°îl kunnen uitleggen 

2) spontaan iets aan anderen kunnen geven 

3) spontaan de ouders gehoorzamen 

4) toegestane dieren voor het offer kunnen opnoemen 



* Ziekten van de ziel: 

- schijnheiligheid (‘nifâq’) 

- jaloersheid (‘hassad’) 

- hoogmoedigheid (‘takâboer’) 

- gierigheid (‘bohl’) 

- schaamteloosheid 

* deze ziekten kunnen onderdrukken en beheersen 

* handelingen bij het bezoeken van een begraafplaats 

1) handelingen bij het bezoek van een begraafplaats kunnen verwoorden 

2) ‘doe°aa' al-Mayyit’ uit het hoofd kunnen lezen 

3) ongewenst gedrag bij het bezoeken van een begraafplaats vermijden 

* Gezondheid beschermen 

- alcohol, drugs, tabak 

1) het gevaar van drugs ( tabak enz.) en alcohol beseffen 

2) weten dat ieder van ons verantwoordelijk is voor zijn gezondheid 

* Wijn, gokken, afgodsbeelden, geluksspelen (soerat 5 ayat 90) 

1) van alle soorten gok-en kansspel kunnen afblijven 

2) de nadelen van gokken (‘maysier’) kennen 

* Geduld hebben (‘sabroe’) 

1) verhaal van Ayyoeb als voorbeeld kunnen geven 

2) voordelen van geduld (‘sabr’) kennen 

3) het effect van geduld op ons leven kennen 

* Alle gewenste en ongewenste gedragshoudingen samenvatten (‘aadaab 

wal moe°âmalaat’) 



* Alle verhalen terug vertellen tot de islamisering van Mekka (fathoe – 

mekka) 

* Taboêk - Moenaim 

* Afscheidsbedevaart 

* Het overlijden van onze Profeet 

* De rechtgeleide kaliefen 

* De wonderen van onze Profeet 

* Yoêsoef 

* Yoênoes 

* Dawoêd en Soelaymaan 


SMEEKBEDEN 

- Doe°aa bij het ondernemen van een reis (‘safar’) 

- Doe°aa bij een begrafenis (‘al-djanâza’) 

- Doe°aa al-istichâra 


QORAN 

Minimum: 






Maximum: 




Leerdoelen :

Islam-leerplan-Basisonderwijs

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?