Opmaak 1 - Melkveebedrijf
Opmaak 1 - Melkveebedrijf
Opmaak 1 - Melkveebedrijf
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Bedrijfsprofiel<br />
— Praktijkcentrum De Marke in Hengelo<br />
(Gelderland) is een proefboerderij waarvan<br />
de bedrijfsvoering gericht is op beperken<br />
van mineralenverliezen en een zo klein<br />
mogelijke belasting van bodem, water en<br />
lucht.<br />
— Bij het bedrijf hoort 55 ha lichte zandgrond.<br />
Hiervan is 11 ha blijvend grasland.<br />
44 ha is in gebruik voor vruchtwisseling:<br />
22 ha gras, 10 ha maïs, 6 ha MKS en 6 ha<br />
gerst/erwtensilage.<br />
De Marke heeft een melkquotum van<br />
658.000 kg. Het rollend jaargemiddelde<br />
van de melkproductie is 9.509 kg met<br />
4,43 % vet en 3,46 % eiwit. <<br />
Alwies Hermans<br />
standsgroep was de energieopname 12.000 tot<br />
13.000 VEM per dier per dag. “Nu mikken we<br />
op 9.500 tot 10.000 VEM”, vertelt Hermans.<br />
De Marke werkt met twee droogstandsgroepen.<br />
In de tweede groep komen de koeien ongeveer<br />
drie weken voor afkalven.<br />
Het ruwvoerrantsoen in de tweede droogstandsgroep<br />
bevat dezelfde ruwvoercomponenten als<br />
het rantsoen van de lacterende koeien: snijmaïs,<br />
GPS (gerst-erwten), graskuil en gedorst hooi.<br />
De verhouding is bij de droogstaande koeien<br />
wel anders dan bij de lacterende dieren. Bij de<br />
droogstaande koeien zit er met name minder<br />
graskuil in het rantsoen omdat graskuil veel<br />
kalium en natrium bevat. Deze twee elementen<br />
verstoren de gewenste kationen-anionenbalans<br />
bij droogstaande koeien. Gedorst hooi is aan het<br />
droogstandsrantsoen toegevoegd om te zorgen<br />
dat de totale energiedichtheid niet te hoog wordt.<br />
Ook zorgt gedorst hooi voor meer structuur. Bij<br />
het ‘oude’ droogstandsrantsoen namen de<br />
koeien 15 tot 16 kg droge stof per dag op. Bij het<br />
huidige rantsoen is dat ongeveer 12 kg droge<br />
Rantsoen<br />
droogstandsgroep I<br />
In kilogrammen droge stof:<br />
8,5 kg mengkuil (herfstgras+maïsstro)<br />
2 kg graskuil<br />
0,9 kg restvoer<br />
mineralenmengsel + magnesiumoxyde<br />
Dit rantsoen is goed voor ongeveer 8.800 VEM<br />
Rantsoen<br />
droogstandsgroep II<br />
In kilogrammen droge stof:<br />
3,5 kg graskuil<br />
3,0 kg snijmaïs<br />
1,0 kg GPS (gerst-erwten)<br />
4,0 kg gedorst hooi<br />
0,5 kg soja<br />
mineralenmengsel + magnesiumoxyde <<br />
stof per koe per dag.<br />
De Marke mikt op een ruw eiwitgehalte in het<br />
rantsoen voor de tweede droogstandsgroep<br />
van 14,5 %.<br />
Ondanks het advies van Dobbelaar kan<br />
bedrijfsleider Hermans het niet laten om de<br />
koeien voor afkalven toch een beetje krachtvoer<br />
te verstrekken. Vanaf een week voor afkalven<br />
kunnen de dieren ongeveer 0,5 kg krachtvoer per<br />
dag opnemen. “Dan weten ze na het afkalven<br />
ook dat ze af en toe naar de krachtvoerbox<br />
kunnen.”<br />
Minder<br />
Na anderhalf jaar met het nieuwe rantsoen<br />
gewerkt te hebben, durft bedrijfsleider Hermans<br />
zonder meer te stellen dat de aanpassing een<br />
goede zet geweest is. “Het aantal gevallen van<br />
melkziekte is sterk afgenomen. Ook lebmaagdraaiingen<br />
zien we vrijwel niet meer. En het<br />
probleem van traag opstarten na afkalven is<br />
uit de wereld.” Hermans concludeert dat het<br />
beter is om koeien voor afkalven niet te veel<br />
energie op te laten nemen. “Dan nemen ze na<br />
afkalven beter voer op.”<br />
Als een bijkomend positief effect van de<br />
rantsoenaanpassing bij de droogstaande koeien<br />
noemt Hermans de lagere biestproductie.<br />
“Koeien produceren nu meestal niet meer dan<br />
7 à 8 liter biest. Voordeel voor de koe is een<br />
kleinere aanslag op de energie- en<br />
calciumvoorraad, en voor het kalf betekent het<br />
meer geconcentreerde biest.”<br />
Ook de melkproductie komt na afkalven wat<br />
rustiger op gang dan in het verleden het geval<br />
was. “Dat is even wennen. Maar na 10, 14 dagen<br />
zie je de melkproductie snel toenemen. Een<br />
geleidelijke start zorgt er voor dat de koeien<br />
het makkelijker aan kunnen.”<br />
Recent is de afkalfstal op De Marke aangepast.<br />
De koeien kalven nu in een ruim strohok dat<br />
grenst aan de stal voor de droogstaande koeien.<br />
Voorheen stonden de koeien aangebonden als<br />
ze moesten kalven. “Ook die verandering pakt<br />
goed uit. Koeien lijken een stuk makkelijker te<br />
kalven nu ze vrij rond kunnen lopen. Ook stoppen<br />
ze niet meer met vreten rond het afkalven.”<br />
Na de geboorte van het kalf geven de medewerkers<br />
van De Marke iedere koe standaard 20 tot 40<br />
liter lauw water. Sinds kort combineren ze dit<br />
met de zogenoemde koekikker, een smakelijk<br />
drankje dat de koe voorziet van snelle energie<br />
en makkelijk opneembaar calcium. <<br />
Jan Willem Huetink, Bronkhorst:<br />
“Meer melk<br />
door beter droogstandsmanagement”<br />
Melkveehouder Jan Willem Huetink laat zijn koeien<br />
in de laatste weken van de droogstand niet meer<br />
tussen de melkkoeien lopen. Ze krijgen nu een<br />
rantsoen op maat zonder krachtvoer. Problemen<br />
met melkziekte heeft Huetink vrijwel niet meer.<br />
Ook zijn de koeien vruchtbaarder en zit de<br />
melkproductie flink in de lift.<br />
Het kan altijd beter, is het motto van<br />
melkveehouder Jan Willem Huetink in Bronkhorst<br />
(Gelderland). Het aanbod van de faculteit<br />
Diergeneeskunde vorig jaar om zijn bedrijf eens<br />
onder de loep te nemen, greep Huetink dan ook<br />
met beide handen aan. Onder leiding van Paul<br />
Dobbelaar, specialist voeding herkauwer bij de<br />
faculteit Diergeneeskunde, lichtte een groep<br />
studenten het melkveebedrijf van Huetink door.<br />
Op het moment van de bedrijfanalyse was<br />
Huetink niet ontevreden over de prestaties van<br />
zijn melkveestapel. “Maar ik wist dat er op ><br />
MELKVEEBEDRIJF / NR 8 / OKTOBER 2006 / REPORTAGE | 17