De luchthaven, een veilige plek voor alleenreizende minderjarigen?

De luchthaven, een veilige plek voor alleenreizende minderjarigen? De luchthaven, een veilige plek voor alleenreizende minderjarigen?

vluchtelingenwerk.be
from vluchtelingenwerk.be More from this publisher
03.09.2013 Views

INLEIDING EN METHODOLOGIE ligde opvangstructuur, hoewel de betrokken minderjarige dit zelf niet wenst, maar in deze beslissing geen inspraak krijgt (participatierechten). In bepaalde situaties is het bijzonder moeilijk deze twee elementen af te wegen, maar hoe dan ook is het van essentieel belang te weten dat bij het vooropstellen van “protectie” de rechten op participatie van het betrokken kind of jongere met de voeten kunnen worden getreden. Een tweede manier om het IVRK te lezen, vertrekt van het onderscheid tussen bepalingen die kinderen in het algemeen viseren en bepalingen met betrekking tot specifi eke groepen. De eerste groep bepalingen omvat onder meer recht op onderwijs, inspraak, gezondheidszorg, respect voor het gezinsleven, bescherming van de integriteit, verbod op discriminatie,... De specifi eke bepalingen in het IVRK focussen voornamelijk op ‘zwakkere’ groepen van minderjarigen die extra bescherming verdienen, zoals kinderen die gescheiden zijn van hun gezin, kinderen met een handicap en minderjarige vluchtelingen. De bedoeling van deze specifi eke bepalingen is extra bescherming te voorzien voor die categorieën die dit nodig hebben. Deze bepalingen doen uiteraard geen afbreuk aan de rechten die minderjarigen in het algemeen toekomen. We vermelden hier nog enkele specifi eke artikels uit het IVRK die verwijzen naar bepaalde doelgroepen. In eerste instantie is er artikel 22, verwijzend naar de doelgroep van minderjarige vluchtelingen: “De Staten nemen passende maatregelen om te waarborgen dat een kind dat de vluchtelingenstatus wil verkrijgen of dat in overeenstemming met het toepasselijke internationale recht en de toepasselijke procedures als vluchteling wordt beschouwd, ongeacht of het al dan niet door zijn of haar ouders of door iemand anders wordt begeleid, passende bescherming en humanitaire bijstand krijgt bij het genot van de van toepassing zijnde rechten beschreven in dit Verdrag en in andere internationale akten inzake de rechten van de mens of humanitaire akten waarbij de bedoelde Staten partij zijn. Hiertoe verlenen de Staten, naar zij passend achten, hun medewerking aan alle inspanningen van de Verenigde Naties en andere bevoegde intergouvernementele organisaties of niet-gouvernementele organisaties die met de Verenigde Naties samenwerken, om dat kind te beschermen en bij te staan en de ouders of andere gezinsleden op te sporen van een kind dat vluchteling is, teneinde de nodige inlichtingen te verkrijgen voor hereniging van het kind met het gezin waartoe het behoort. In gevallen waarin geen ouders of andere familieleden kunnen worden gevonden, wordt aan het kind dezelfde bescherming verleend als aan ieder ander kind dat om welke reden ook, blijvend of tijdelijk het leven in een gezin moet ontberen, zoals beschreven in dit Verdrag”. Twee elementen zijn in dit artikel bijzonder belangrijk: vooreerst wordt erop gewezen dat ook kinderen – al dan niet begeleid door hun ouders – recht hebben op het verkrijgen van een vluchtelingenstatus en in die zin passende bescherming en humanitaire bijstand moeten krijgen. Bovendien wordt duidelijk aangegeven dat aan alle kinderen en jongeren dezelfde bescherming moet worden verleend, dus ook aan kinderen die om welke reden dan ook blijvend of tijdelijk een gezinsleven dienen te missen. 21

DEEL I: INLEIDING EN METHODOLOGIE Ten tweede wordt in dit artikel het recht op gezinshereniging benadrukt, wat betekent dat overheden inspanningen moeten leveren om gezinsleden op te sporen om zo te streven naar een hereniging van het kind met zijn gezin. Uiteraard is dit een bijzonder belangrijk gegeven, maar we wijzen erop dat dit in het geval van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen soms volledig tegenover de mening van de jongere zelf kan staan. Een gezinshereniging betekent immers meestal een terugkeer naar het land van herkomst, wat de betrokken jongeren heel vaak zelf niet wensen 12 . Het is dan ook van groot belang om dit element uit artikel 22 niet op zichzelf te beschouwen, maar te koppelen aan het hoger vermelde artikel 3 van het Internationale Verdrag, met name “het belang van het kind” en in tweede instantie ook aan de vermelde “participatierechten” van het kind. Daarnaast willen we nog volgende artikels vermelden die relevant zijn in het kader van dit onderzoek: Artikel 34: bescherming tegen seksuele exploitatie: “De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe het kind te beschermen tegen alle vormen van seksuele exploitatie en seksueel misbruik. Hiertoe nemen de Staten die partij zijn met name alle passende nationale, bilaterale en multilaterale maatregelen om te voorkomen dat: a) een kind ertoe wordt aangespoord of gedwongen deel te nemen aan onwettige seksuele activiteiten; b) kinderen worden geëxploiteerd in de prostitutie of andere onwettige seksuele praktijken; c) kinderen worden geëxploiteerd in pornografi sche voorstellingen en pornografi sch materiaal”. Artikel 35: bescherming tegen ontvoering of kinderhandel: “De Staten die partij zijn, nemen alle passende nationale, bilaterale en multilaterale maatregelen ter voorkoming van de ontvoering of de verkoop van of de handel in kinderen voor welk doel ook of in welke vorm ook”. Artikel 37: recht op menswaardige behandeling en bescherming tegen vrijheidsberoving: “De Staten die partij zijn, waarborgen dat: a) geen enkel kind wordt onderworpen aan foltering of aan een andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffi ng. Doodstraf noch levenslange gevangenis straf zonder de mogelijkheid van vervroegde invrijheidstelling wordt opgelegd voor strafbare feiten gepleegd door personen jonger dan achttien jaar; b) geen enkel kind op onwettige of willekeurige wijze van zijn of haar vrijheid wordt beroofd. De aanhouding, inhechtenisneming of gevangenneming van een kind geschiedt overeenkomstig de wet en wordt slechts gehanteerd als uiterste maatregel en voor de kortst mogelijke duur; 12 I. DERLUYN EN E. BROEKAERT, “Niet-begeleide buitenlandse minderjarigen”, Tijdschrift voor Jeugdrecht en Kinderrechten 2005, 6 (1), 12-21; I. DERLUYN EN E. BROEKAERT, ”Niet-begeleide buitenlandse minderjarigen” in K. VAN BUYTEN (ed.), Participatierechten van kinderen. Verzamelde Commentaren, Gent, Universiteit Gent: Centrum voor de Rechten van het Kind, cahier 25, 2005, 311-336. 22

INLEIDING EN METHODOLOGIE<br />

ligde opvangstructuur, hoewel de betrokken minderjarige dit zelf niet wenst, maar in<br />

deze beslissing g<strong>een</strong> inspraak krijgt (participatierechten). In bepaalde situaties is het<br />

bijzonder moeilijk deze twee elementen af te wegen, maar hoe dan ook is het van essentieel<br />

belang te weten dat bij het <strong>voor</strong>opstellen van “protectie” de rechten op participatie<br />

van het betrokken kind of jongere met de voeten kunnen worden getreden.<br />

Een tweede manier om het IVRK te lezen, vertrekt van het onderscheid tussen bepalingen<br />

die kinderen in het algem<strong>een</strong> viseren en bepalingen met betrekking tot specifi eke<br />

groepen. <strong>De</strong> eerste groep bepalingen omvat onder meer recht op onderwijs, inspraak,<br />

gezondheidszorg, respect <strong>voor</strong> het gezinsleven, bescherming van de integriteit, verbod<br />

op discriminatie,... <strong>De</strong> specifi eke bepalingen in het IVRK focussen <strong>voor</strong>namelijk op<br />

‘zwakkere’ groepen van <strong>minderjarigen</strong> die extra bescherming verdienen, zoals kinderen<br />

die gescheiden zijn van hun gezin, kinderen met <strong>een</strong> handicap en minderjarige vluchtelingen.<br />

<strong>De</strong> bedoeling van deze specifi eke bepalingen is extra bescherming te <strong>voor</strong>zien<br />

<strong>voor</strong> die categorieën die dit nodig hebben. <strong>De</strong>ze bepalingen doen uiteraard g<strong>een</strong><br />

afbreuk aan de rechten die <strong>minderjarigen</strong> in het algem<strong>een</strong> toekomen.<br />

We vermelden hier nog enkele specifi eke artikels uit het IVRK die verwijzen naar<br />

bepaalde doelgroepen. In eerste instantie is er artikel 22, verwijzend naar de doelgroep<br />

van minderjarige vluchtelingen: “<strong>De</strong> Staten nemen passende maatregelen om<br />

te waarborgen dat <strong>een</strong> kind dat de vluchtelingenstatus wil verkrijgen of dat in over<strong>een</strong>stemming<br />

met het toepasselijke internationale recht en de toepasselijke procedures<br />

als vluchteling wordt beschouwd, ongeacht of het al dan niet door zijn of haar<br />

ouders of door iemand anders wordt begeleid, passende bescherming en humanitaire<br />

bijstand krijgt bij het genot van de van toepassing zijnde rechten beschreven in dit<br />

Verdrag en in andere internationale akten inzake de rechten van de mens of humanitaire<br />

akten waarbij de bedoelde Staten partij zijn. Hiertoe verlenen de Staten, naar zij<br />

passend achten, hun medewerking aan alle inspanningen van de Verenigde Naties en<br />

andere bevoegde intergouvernementele organisaties of niet-gouvernementele organisaties<br />

die met de Verenigde Naties samenwerken, om dat kind te beschermen en bij<br />

te staan en de ouders of andere gezinsleden op te sporen van <strong>een</strong> kind dat vluchteling<br />

is, teneinde de nodige inlichtingen te verkrijgen <strong>voor</strong> hereniging van het kind met<br />

het gezin waartoe het behoort. In gevallen waarin g<strong>een</strong> ouders of andere familieleden<br />

kunnen worden gevonden, wordt aan het kind dezelfde bescherming verl<strong>een</strong>d als aan<br />

ieder ander kind dat om welke reden ook, blijvend of tijdelijk het leven in <strong>een</strong> gezin<br />

moet ontberen, zoals beschreven in dit Verdrag”.<br />

Twee elementen zijn in dit artikel bijzonder belangrijk: <strong>voor</strong>eerst wordt erop gewezen dat<br />

ook kinderen – al dan niet begeleid door hun ouders – recht hebben op het verkrijgen<br />

van <strong>een</strong> vluchtelingenstatus en in die zin passende bescherming en humanitaire<br />

bijstand moeten krijgen. Bovendien wordt duidelijk aangegeven dat aan alle kinderen<br />

en jongeren dezelfde bescherming moet worden verl<strong>een</strong>d, dus ook aan kinderen die om<br />

welke reden dan ook blijvend of tijdelijk <strong>een</strong> gezinsleven dienen te missen.<br />

21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!