De luchthaven, een veilige plek voor alleenreizende minderjarigen?

De luchthaven, een veilige plek voor alleenreizende minderjarigen? De luchthaven, een veilige plek voor alleenreizende minderjarigen?

vluchtelingenwerk.be
from vluchtelingenwerk.be More from this publisher
03.09.2013 Views

HOOFDSTUK 4: PARTICIPERENDE OBSERVATIE de minderjarige en diens afhaler, dat door alle luchtvaartmaatschappijen gedragen wordt. Op die manier kunnen fouten in de procedure verminderd worden en kunnen de praktijken nog beter op elkaar worden afgestemd, wat de duidelijkheid voor de actoren op het terrein vergroot. Daarnaast wordt ook aanbevolen dat de overheid de verplichting invoert om over een document van “ouderlijke toestemming” te beschikken, een verplichting die bovendien afdwingbaar dient te worden gemaakt. Momenteel vereisen niet alle landen deze machtiging, wat onduidelijkheden creëert op het terrein. Maar een nog doorslaggevender argument is dat op die manier alle ouders verplicht worden een document te tekenen waarin ze hun minderjarig kind de toestemming geven om alleen te reizen. Een laatste belangrijk gegeven met betrekking tot Unaccompanied Minors, is de vrees dat bij de actoren op het terrein een vals gevoel van veiligheid wordt gecreëerd door de procedure. Casus 1 toont aan dat men dient te vermijden dat een aantal actoren minder rigoureuze controles uitoefent, net omdat men ervan uitgaat dat de procedure veilig is. Hiertoe lijkt sensibilisatie van de actoren binnen de luchthavensetting aangewezen, om de bewustwording omtrent mogelijke risicosituaties waarin alleenreizende minderjarigen kunnen belanden, te doen groeien. De observaties van de overige twee categorieën minderjarigen bleken een moeilijke oefening. Zij kunnen enkel aan de hand van vrije observaties bestudeerd worden en hun onzichtbaarheid bemoeilijkt de detectie enorm. Toch werd in de loop van het onderzoek een aantal gevallen gedetecteerd waarbij Young Passengers of Minors Third Party slachtoffer werden van mensensmokkel of mensenhandel. De eerste categorie valt terug te brengen onder de noemer “humanitaire mensensmokkel” aangezien het in alle geobserveerde situaties de bedoeling was om de minderjarige sneller met de familie te herenigen via illegale kanalen. De gevallen mensenhandel die werden gerapporteerd, zijn beperkt gebleven. Er werden slechts vier dergelijke situaties gedetecteerd tijdens de observatieperiode, maar uiteraard is voorzichtigheid geboden: het is niet uitgesloten dat een aantal gevallen door de mazen van het net is geglipt, zoals in feite ook werd aangetoond door de bespreking van casus 3. Gezien de specifi eke rol van de voogden en hun vertrouwensband met de niet-begeleide minderjarige vreemdeling, dient bij de opleiding van de voogden voldoende aandacht te zijn voor de diverse aspecten verbonden met de problematiek van alleenreizende minderjarigen en voor het risico op mensensmokkel, mensenhandel of enig ander risico voor het kind in het bijzonder. Degelijke permanente vorming dient de bewustwording bij de voogden te doen groeien. De meest voorkomende modus operandi inzake onregelmatige binnenkomst werden op een rij gezet, waarna de misdrijven mensenhandel en –smokkel werden toegelicht met relevante casussen. Wat mensensmokkel aangaat, kunnen we uit de praktijk vooral onthouden dat men steeds op zijn hoede moet zijn voor potentiële risicosituaties. Hiertoe is een adequate risk assessment aangewezen, alsook sensibilisatie van 137

DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN de actoren op het terrein. Degelijke permanente vorming met oog voor deze potentiële risicosituaties kan de bewustwording op het terrein doen groeien. Daarnaast werd ook de opvang van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen besproken en werd de nieuwe wetgeving hieromtrent kort toegelicht. Een mogelijk alternatief voor de opvang werd aanbevolen vanuit de praktijkervaring en vanuit de vaststelling dat heel wat minderjarigen zeer snel uit de open opvangstructuren verdwijnen. Dit is erg verontrustend en dient zoveel mogelijk voorkomen te worden. Vandaar onze aanbeveling een beveiligde vorm van opvang te bieden indien het risk assessment uitwijst dat er bijzondere risico’s zijn op mensenhandel, mensensmokkel of enig ander risico voor de veiligheid van het kind. De vorm die deze opvang dient aan te nemen, kan ons inziens best aansluiten bij de opvang die voorzien wordt door de reeds bestaande opvangcentra in de Vlaamse en Frans Gemeenschap voor nietbegeleide minderjarige vreemdelingen, slachtoffers van mensenhandel, met name Juna, Minor N’dako en Esperanto, waar degelijke veiligheidswaarborgen in de werking werden ingebouwd, zowel door fysieke als door pedagogische maatregelen. Deze centra kunnen een inspiratiebron zijn voor de centra die instaan voor de eerste opvang van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, met name de Observatie- en Oriëntatiecentra te Steenokkerzeel en Neder-Over-Heembeek. In deze centra wordt reeds een aantal inspanningen geleverd (bijvoorbeeld de minderjarige mag in de eerste periode van zijn verblijf het centrum niet alleen verlaten, er vindt een screening plaats van de bezoekers…), maar we wensen toch het belang te benadrukken van een voldoende uitgebreid en opgeleid personeelskader en het werken in kleine leefgroepen, teneinde een intensere vertrouwensband op te bouwen. Het is hierbij niet zelden een moeilijke evenwichtsoefening om de gulden middenweg te zoeken tussen het scheppen van een veilig klimaat en de jongeren toch de nodige ruimte en privacy te geven, en dan in het bijzonder voor deze jongeren die vaak heel wat trauma’s en affectieve stoornissen hebben opgelopen. 138

HOOFDSTUK 4: PARTICIPERENDE OBSERVATIE<br />

de minderjarige en diens afhaler, dat door alle luchtvaartmaatschappijen gedragen<br />

wordt. Op die manier kunnen fouten in de procedure verminderd worden en kunnen<br />

de praktijken nog beter op elkaar worden afgestemd, wat de duidelijkheid <strong>voor</strong> de<br />

actoren op het terrein vergroot.<br />

Daarnaast wordt ook aanbevolen dat de overheid de verplichting invoert om over <strong>een</strong><br />

document van “ouderlijke toestemming” te beschikken, <strong>een</strong> verplichting die bovendien<br />

afdwingbaar dient te worden gemaakt. Momenteel vereisen niet alle landen deze<br />

machtiging, wat onduidelijkheden creëert op het terrein. Maar <strong>een</strong> nog doorslaggevender<br />

argument is dat op die manier alle ouders verplicht worden <strong>een</strong> document te<br />

tekenen waarin ze hun minderjarig kind de toestemming geven om all<strong>een</strong> te reizen.<br />

Een laatste belangrijk gegeven met betrekking tot Unaccompanied Minors, is de vrees<br />

dat bij de actoren op het terrein <strong>een</strong> vals gevoel van veiligheid wordt gecreëerd door<br />

de procedure. Casus 1 toont aan dat men dient te vermijden dat <strong>een</strong> aantal actoren<br />

minder rigoureuze controles uitoefent, net omdat men ervan uitgaat dat de procedure<br />

veilig is. Hiertoe lijkt sensibilisatie van de actoren binnen de <strong>luchthaven</strong>setting<br />

aangewezen, om de bewustwording omtrent mogelijke risicosituaties waarin all<strong>een</strong>reizende<br />

<strong>minderjarigen</strong> kunnen belanden, te doen groeien.<br />

<strong>De</strong> observaties van de overige twee categorieën <strong>minderjarigen</strong> bleken <strong>een</strong> moeilijke<br />

oefening. Zij kunnen enkel aan de hand van vrije observaties bestudeerd worden en<br />

hun onzichtbaarheid bemoeilijkt de detectie enorm. Toch werd in de loop van het<br />

onderzoek <strong>een</strong> aantal gevallen gedetecteerd waarbij Young Passengers of Minors Third<br />

Party slachtoffer werden van mensensmokkel of mensenhandel. <strong>De</strong> eerste categorie<br />

valt terug te brengen onder de noemer “humanitaire mensensmokkel” aangezien<br />

het in alle geobserveerde situaties de bedoeling was om de minderjarige sneller met<br />

de familie te herenigen via illegale kanalen. <strong>De</strong> gevallen mensenhandel die werden<br />

gerapporteerd, zijn beperkt gebleven. Er werden slechts vier dergelijke situaties gedetecteerd<br />

tijdens de observatieperiode, maar uiteraard is <strong>voor</strong>zichtigheid geboden: het<br />

is niet uitgesloten dat <strong>een</strong> aantal gevallen door de mazen van het net is geglipt, zoals<br />

in feite ook werd aangetoond door de bespreking van casus 3. Gezien de specifi eke rol<br />

van de voogden en hun vertrouwensband met de niet-begeleide minderjarige vreemdeling,<br />

dient bij de opleiding van de voogden voldoende aandacht te zijn <strong>voor</strong> de diverse<br />

aspecten verbonden met de problematiek van all<strong>een</strong>reizende <strong>minderjarigen</strong> en <strong>voor</strong><br />

het risico op mensensmokkel, mensenhandel of enig ander risico <strong>voor</strong> het kind in het<br />

bijzonder. <strong>De</strong>gelijke permanente vorming dient de bewustwording bij de voogden te<br />

doen groeien.<br />

<strong>De</strong> meest <strong>voor</strong>komende modus operandi inzake onregelmatige binnenkomst werden<br />

op <strong>een</strong> rij gezet, waarna de misdrijven mensenhandel en –smokkel werden toegelicht<br />

met relevante casussen. Wat mensensmokkel aangaat, kunnen we uit de praktijk<br />

<strong>voor</strong>al onthouden dat men steeds op zijn hoede moet zijn <strong>voor</strong> potentiële risicosituaties.<br />

Hiertoe is <strong>een</strong> adequate risk assessment aangewezen, alsook sensibilisatie van<br />

137

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!