De luchthaven, een veilige plek voor alleenreizende minderjarigen?
De luchthaven, een veilige plek voor alleenreizende minderjarigen? De luchthaven, een veilige plek voor alleenreizende minderjarigen?
HOOFDSTUK 4: PARTICIPERENDE OBSERVATIE “fi ngerspitzengefühl” en hun “goodwill” om potentieel verdachte situaties te melden aan de Federale Politie. Wat het gebruik van de UM-documenten aangaat, geldt eigenlijk dezelfde stelling als hoger vermeld bij de bespreking van de procedures. Deze documenten verschillen tussen luchtvaartmaatschappijen. Een aantal essentiële gegevens komt evenwel steeds terug, wat de vraag naar een uniform UM-document opwerpt, geldig voor alle luchtvaartmaatschappijen binnen een internationale context. De hoeveelheid aan formulieren en administratieve regelgeving binnen de diverse luchtvaartmaatschappijen maakt de begeleiding van Unaccompanied Minors er niet evidenter op, wat vooral opviel bij de observatie van jobstudenten werkzaam bij de handelingmaatschappij die bepaalde formulieren niet kenden of niet steeds wisten wat er concreet diende ingevuld te worden door crew en/of afhaler. De diversiteit maakt het tevens moeilijk inzicht te verkrijgen in deze administratieve procedures en regelgeving. Hetzelfde geldt voor de door sommige luchtvaartmaatschappijen vereiste toestemming van de ouders om alleen te mogen reizen. Het blijft onduidelijk bij welke maatschappij dergelijk document verplicht is en in welke mate deze verplichting afdwingbaar is. Met andere woorden stelt zich de vraag: is het voor de luchtvaartmaatschappij mogelijk om een Unaccompanied Minor te weigeren indien deze niet over een toestemming van beide ouders beschikt om te mogen reizen? In België is het niet bij wet verplicht om over dergelijke document te beschikken. Sommige luchtvaartmaatschappijen zijn evenwel conform hun nationale wetgeving verplicht om dergelijk document te eisen, maar door het ontbreken van nationale regelgeving hieromtrent kan deze verplichting in België niet worden afgedwongen. Vandaar dat wij een aanbeveling formuleren om dergelijk document verplicht en afdwingbaar te maken in België en zo mogelijk ook op internationaal vlak. In de praktijk gebeurt het ook wel eens dat er zich geen afhaler bevindt in de aankomsthal. Er wordt dan contact opgenomen met de Luchtvaartpolitie, die de situatie onderzoekt. De persoon die vermeld staat op het document “UM” wordt telefonisch gecontacteerd. Uitvoerige bevraging van diverse medewerkers van de handelingmaatschappijen heeft uitgewezen dat deze situatie zich in het verleden steeds uit zichzelf heeft opgelost doordat de afhaler alsnog kwam opdagen. Gesprekken met medewerkers met jarenlange ervaring leren ons dat deze situatie uiterst zeldzaam is: “Ik kan me zo geen situaties herinneren. Wel dat de afhaler te laat is, dat maken we af en toe mee en ik kan dat echt niet begrijpen. Je laat je kind hier toch niet alleen staan. Een paar jaar geleden hadden we een UM die hier alleen stond. Er was geen afhaler en we konden geen contact krijgen met die persoon. En wat doe je dan, je kan dat kind toch niet terugsturen. Wij zijn allemaal heel begaan met die UM’s dus heeft een medewerkster het kind meegenomen naar een hotel. De volgende dag kregen we van de Rijkswacht te horen dat de afhaler in alle staten in hun burelen stond. Maar op zo’n momenten is er geen vast scenario, dan moeten we zelf maar een oplossing zien te vinden. Gelukkig gebeurt er bijna 113
DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN 114 nooit iets met onze UM’s en, als we ook maar de minste twijfel hebben, halen we de politie erbij.” (Gesprek met een supervisor van Flightcare – 16 augustus 2006) Deze laatste stelling kan onderbouwd worden door de observaties: gedurende enkele weken werd het traject van Unaccompanied Minors meegevolgd van gate tot aankomsthall. Er werden geen probleemgevallen gerapporteerd, behoudens volgende situatie: Ik krijg telefoon van de dispatching van Flightcare: er bevinden zich twee Unaccompanied Minors bij de Federale Politie. Ze zijn in transit op Brussels Airport vanuit Kinshasa maar blijkbaar is er iets fout gelopen bij het boeken van de UM-procedure: de luchtvaartmaatschappij van hun connectievlucht weigert Unaccompanied Minors op haar vluchten, waardoor ze hun connectie gemist hebben. Er is al telefonisch contact geweest met de afhaler – de vader van de kinderen – die in de onmogelijkheid verkeert zijn kinderen te komen ophalen in Brussel. Uiteindelijk, na veel heenen-weer getelefoneer, wordt een oplossing gevonden: de vader zal zijn kinderen de volgende dag komen ophalen per trein, waardoor de minderjarigen in de wachtzaal van de Federale Politie zullen overnachten. (Observaties UM – 22 augustus 2006) Ook hier geen ideaal scenario: het vinden van een oplossing is casuïstisch en hangt dus af van de “goodwill” en samenwerking tussen de diverse actoren. Anderzijds is het natuurlijk onmogelijk om een vaststaand scenario te voorzien voor elke situatie, gezien de onvoorspelbaarheid ervan. Wel kon algemeen gezien een grote bekommernis vastgesteld worden omtrent het welzijn van de minderjarigen en dit bij de diverse actoren, zowel bij politiemensen als bij luchtvaartpersoneel. Binnen hun mogelijkheden trachten zij telkens tot een aanvaardbare oplossing te komen in het belang van het kind. 1.2 Analyse van observatiegegevens Voor de 37 Unaccompanied Minors die in de loop van de maand augustus 2006 geobserveerd werden, werd aan de hand van een registratieschema op systematische wijze een aantal gegevens verzameld, waaronder luchthaven van herkomst, leeftijd, geslacht, land van herkomst 87 , taal, duur van het verblijf, reismotief en afhaler. Voor drie Unaccompanied Minors beschikken we niet over deze gegevens, aangezien het een “no show” betrof, een situatie waarin een UM-procedure werd geboekt, maar de Unaccompanied Minor niet op de vlucht bleek te zitten. Om vertekening in de resultaten te vermijden, werden zij uit de analyses geweerd. Het is zeer belangrijk dat deze 87 Het betreft hier de zelfverklaarde afkomst, dus dit is niet noodzakelijk het geboorteland.
- Page 63 and 64: DEEL I: INLEIDING EN METHODOLOGIE G
- Page 66: DEEL II Onderzoeksresultaten
- Page 69 and 70: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN Het o
- Page 71 and 72: aantal begeleide UM's aantal begele
- Page 73 and 74: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN vaart
- Page 75 and 76: aantal alleenreizende minderjarigen
- Page 77 and 78: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN Afkom
- Page 79 and 80: aantal Young Passangers Een andere
- Page 81 and 82: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN 3.Tus
- Page 84 and 85: Hoofdstuk 3 Procedures betreffende
- Page 86 and 87: HOOFDSTUK 3: PROCEDURES BETREFFENDE
- Page 88 and 89: HOOFDSTUK 3: PROCEDURES BETREFFENDE
- Page 90 and 91: HOOFDSTUK 3: PROCEDURES BETREFFENDE
- Page 92 and 93: HOOFDSTUK 3: PROCEDURES BETREFFENDE
- Page 94 and 95: HOOFDSTUK 3: PROCEDURES BETREFFENDE
- Page 96 and 97: HOOFDSTUK 3: PROCEDURES BETREFFENDE
- Page 98 and 99: HOOFDSTUK 3: PROCEDURES BETREFFENDE
- Page 100 and 101: HOOFDSTUK 3: PROCEDURES BETREFFENDE
- Page 102 and 103: HOOFDSTUK 3: PROCEDURES BETREFFENDE
- Page 104 and 105: HOOFDSTUK 3: PROCEDURES BETREFFENDE
- Page 106: HOOFDSTUK 3: PROCEDURES BETREFFENDE
- Page 109 and 110: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN Van a
- Page 111 and 112: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN echte
- Page 113: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN Opste
- Page 117 and 118: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN Er is
- Page 119 and 120: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN Servi
- Page 121 and 122: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN reche
- Page 123 and 124: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN de re
- Page 125 and 126: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN Daarn
- Page 127 and 128: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN de mo
- Page 129 and 130: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN 128 C
- Page 131 and 132: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN Ook h
- Page 133 and 134: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN Ondan
- Page 135 and 136: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN 134 C
- Page 137 and 138: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN 3. Tu
- Page 139 and 140: DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN de ac
- Page 142 and 143: Hoofdstuk 5 Situatieschets van de p
- Page 144 and 145: HOOFDSTUK 5: SITUATIESCHETS VAN DE
- Page 146 and 147: HOOFDSTUK 5: SITUATIESCHETS VAN DE
- Page 148 and 149: HOOFDSTUK 5: SITUATIESCHETS VAN DE
- Page 150 and 151: HOOFDSTUK 5: SITUATIESCHETS VAN DE
- Page 152 and 153: HOOFDSTUK 5: SITUATIESCHETS VAN DE
- Page 154 and 155: HOOFDSTUK 5: SITUATIESCHETS VAN DE
- Page 156 and 157: HOOFDSTUK 5: SITUATIESCHETS VAN DE
- Page 158 and 159: HOOFDSTUK 5: SITUATIESCHETS VAN DE
- Page 160 and 161: HOOFDSTUK 5: SITUATIESCHETS VAN DE
- Page 162 and 163: HOOFDSTUK 5: SITUATIESCHETS VAN DE
DEEL II: ONDERZOEKSRESULTATEN<br />
114<br />
nooit iets met onze UM’s en, als we ook maar de minste twijfel hebben, halen<br />
we de politie erbij.”<br />
(Gesprek met <strong>een</strong> supervisor van Flightcare – 16 augustus 2006)<br />
<strong>De</strong>ze laatste stelling kan onderbouwd worden door de observaties: gedurende enkele<br />
weken werd het traject van Unaccompanied Minors meegevolgd van gate tot aankomsthall.<br />
Er werden g<strong>een</strong> probleemgevallen gerapporteerd, behoudens volgende situatie:<br />
Ik krijg telefoon van de dispatching van Flightcare: er bevinden zich twee Unaccompanied<br />
Minors bij de Federale Politie. Ze zijn in transit op Brussels Airport vanuit<br />
Kinshasa maar blijkbaar is er iets fout gelopen bij het boeken van de UM-procedure:<br />
de luchtvaartmaatschappij van hun connectievlucht weigert Unaccompanied Minors<br />
op haar vluchten, waardoor ze hun connectie gemist hebben. Er is al telefonisch<br />
contact geweest met de afhaler – de vader van de kinderen – die in de onmogelijkheid<br />
verkeert zijn kinderen te komen ophalen in Brussel. Uiteindelijk, na veel h<strong>een</strong>en-weer<br />
getelefoneer, wordt <strong>een</strong> oplossing gevonden: de vader zal zijn kinderen de<br />
volgende dag komen ophalen per trein, waardoor de <strong>minderjarigen</strong> in de wachtzaal<br />
van de Federale Politie zullen overnachten.<br />
(Observaties UM – 22 augustus 2006)<br />
Ook hier g<strong>een</strong> ideaal scenario: het vinden van <strong>een</strong> oplossing is casuïstisch en hangt<br />
dus af van de “goodwill” en samenwerking tussen de diverse actoren. Anderzijds is het<br />
natuurlijk onmogelijk om <strong>een</strong> vaststaand scenario te <strong>voor</strong>zien <strong>voor</strong> elke situatie, gezien<br />
de on<strong>voor</strong>spelbaarheid ervan. Wel kon algem<strong>een</strong> gezien <strong>een</strong> grote bekommernis vastgesteld<br />
worden omtrent het welzijn van de <strong>minderjarigen</strong> en dit bij de diverse actoren,<br />
zowel bij politiemensen als bij luchtvaartpersoneel. Binnen hun mogelijkheden trachten<br />
zij telkens tot <strong>een</strong> aanvaardbare oplossing te komen in het belang van het kind.<br />
1.2 Analyse van observatiegegevens<br />
Voor de 37 Unaccompanied Minors die in de loop van de maand augustus 2006<br />
geobserveerd werden, werd aan de hand van <strong>een</strong> registratieschema op systematische<br />
wijze <strong>een</strong> aantal gegevens verzameld, waaronder <strong>luchthaven</strong> van herkomst, leeftijd,<br />
geslacht, land van herkomst 87 , taal, duur van het verblijf, reismotief en afhaler. Voor<br />
drie Unaccompanied Minors beschikken we niet over deze gegevens, aangezien het<br />
<strong>een</strong> “no show” betrof, <strong>een</strong> situatie waarin <strong>een</strong> UM-procedure werd geboekt, maar de<br />
Unaccompanied Minor niet op de vlucht bleek te zitten. Om vertekening in de resultaten<br />
te vermijden, werden zij uit de analyses geweerd. Het is zeer belangrijk dat deze<br />
87 Het betreft hier de zelfverklaarde afkomst, dus dit is niet noodzakelijk het geboorteland.