Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 - Pianoo
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 - Pianoo
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 - Pianoo
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1 <strong>Kamer</strong>stukken II 1999–2000, 26 883, nr. 3, blz.<br />
46.<br />
scherming is pas aan de orde als het bestuursorgaan op basis van een<br />
advies van het Bureau een beslissing heeft genomen.<br />
Administratieve lasten<br />
Vanuit MKB – VNO/NCW en KHN worden de bestuurlijke- en administratieve<br />
lasten die gepaard gaan met de toepassing van het Bibobinstrumentarium<br />
als hoog ervaren. Tevens twijfelt KHN aan de effecten die<br />
de aangekondigde maatregelen hebben op de vermin<strong>der</strong>ing van de<br />
administratieve lasten. KHN stelt dat de voorgerekende reductie op lucht<br />
is gebaseerd. Dat door de komst van een landelijk register de administratieve<br />
lasten dalen wordt door de G-4 in twijfel getrokken.<br />
Uitgangspunt van de wet is dat de uitvoering zo min mogelijk lasten met<br />
zich meebrengt. De berekening van de reductie is gebaseerd op een<br />
onafhankelijk extern advies en volgens het daarvoor bedoelde model<br />
(standaard kosten model). Gelet op de signalen vanuit het bedrijfsleven is<br />
periodiek overleg opgestart met het bedrijfsleven om de lasten die de Wet<br />
Bibob veroorzaakt te monitoren, gezamenlijk oplossingen te bieden om de<br />
lasten de reduceren en waar nodig te interveniëren. Een voorbeeld van<br />
een <strong>der</strong>gelijke interventie is het verzoek in 2008 aan gemeenten om de<br />
Wet Bibob niet onnodig toe te passen bij slijterijen.<br />
De VAN wijst op het risico van een dubbele administratieve last door<br />
toetsing van de exploitatievergunning en de lokale vergunning voor<br />
speelautomatenhallen en de aanwezigheidsvergunning in een hoogdrempelige<br />
inrichting. Dit risico is aanwezig als aanvrager van de vergunning<br />
dezelfde persoon of rechtspersoon is. In <strong>der</strong>gelijke gevallen kan het vooraf<br />
inwinnen van informatie bij het Bureau door het bestuur (artikel 11a) een<br />
onnodige dubbele last voorkomen.<br />
MKB en VNO/NCW en KHN geven aan dat Bibob selectiever zou moeten<br />
worden toegepast (inzet als ultimum remedium). Het kabinet benadrukt<br />
nogmaals het ultimum remedium karakter van de Wet Bibob: inzet is<br />
slechts gerechtvaardigd als geen an<strong>der</strong> min<strong>der</strong> zwaar middel tot hetzelfde<br />
doel leidt. In de voorlichting die Bureau Bibob geeft over de toepassing<br />
van het Bibob-instrumentarium wordt dit steeds naar voren gebracht. Om<br />
ook in de wet zelf te verduidelijken dat een besluit kan worden genomen<br />
zon<strong>der</strong> advies van het Bureau Bibob wordt artikel 30 van de Wet Bibob in<br />
dit wetsvoorstel zodanig aangepast dat duidelijk wordt dat de formulieren<br />
ook bedoeld zijn voor het on<strong>der</strong>zoek door het bestuursorgaan of de<br />
rechtspersoon met een overheidstaak zelf (artikel I, on<strong>der</strong>deel BB).<br />
Overig<br />
Door de Ne<strong>der</strong>landse Orde van Advocaten is verzocht om het on<strong>der</strong>havige<br />
voorstel te toetsen via een pilot «Bibob on trial» zoals dat ook in 1997 is<br />
uitgevoerd voor de inwerkingtreding van de Wet Bibob. 1 Gelet op de<br />
reeds bestaande ervaringen met de Wet Bibob wordt dit voor de uitbreidingen<br />
en de aanpassingen thans niet noodzakelijk geacht.<br />
Actal toets<br />
Actal heeft het wetsvoorstel getoetst op de consequenties voor de<br />
administratieve lasten. Actal bevestigt de gepresenteerde cijfers, geeft<br />
zeven adviezen en verzoekt hiermee rekening te houden in het<br />
wetsvoorstel:<br />
1. De gevolgen van de administratieve lasten toerekenen aan het<br />
ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.<br />
De administratieve lasten die gepaard gaan met de inzet van de Wet<br />
Bibob zijn in 2007 door het kabinet toegerekend aan de bestuursorganen<br />
die het Bibob instrumentarium inzetten. Ik zie geen aanleiding om<br />
van dat standpunt af te wijken.<br />
<strong>Tweede</strong> <strong>Kamer</strong>, verga<strong>der</strong>jaar 2010–2011, 32 676, nr. 3 24