Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving Purmerend 2012

Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving Purmerend 2012 Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving Purmerend 2012

03.09.2013 Views

Bijzonderheden: Per 1 april 2012 wordt gedurende 2,5 jaar op projectbasis 2 fte aan extra toezichtcapaciteit ingezet voor de aanpak van overlast door hangjongeren. Deze toezichthouders (Team Buurt Toezichthouders) vallen hiërarchisch onder de afdeling VTH en worden aangestuurd door de teammanager handhaving. Op dit moment is de taakinvulling nog onvoldoende bekend. Uitwerking vindt op een later tijdstip in 2012 plaats. Toezicht en handhaving ten aanzien van omgevingsvergunningsvrije bouwwerken (kleine bouwwerken aan achterzijde woningen) vindt plaats naar aanleiding van meldingen. Deze meldingen krijgen evenals andere meldingen en klachten een hoge prioriteit. 3.3 Prioritering op basis van de risicoanalyse Naast de prioriteiten die volgen uit de probleemanalyse, komen ook uit de risicoanalyse 3 prioriteiten voort. Het gaat dan om onderwerpen die een hoog risico met zich meebrengen op de volgende typen ongewenste effecten: Gevaren zoals brandgevaar, instortingsgevaar en explosiegevaar. Verslechtering van de leefbaarheid, sociale veiligheid, aangezicht (verrommeling), privacy en hinder zoals geluidshinder en stankhinder. Schade aan milieu en natuurschoon, zoals bodemverontreiniging, luchtverontreiniging, waterverontreiniging en schade aan flora en fauna. Financieel-economische schade zoals kosten voor de gemeente en/of gemeenschap, maatschappelijke en financiële aansprakelijkheid van de gemeente. Volksgezondheidsproblemen en effecten op de langere termijn, zoals onvoldoende licht en frisse lucht, vochtigheid en schadelijke stoffen. Schade aan het imago van de gemeente wanneer voorgaande effecten zich voordoen en er onvoldoende is gecontroleerd op naleving van de regels. Denk aan het imago als wetshandhaver, als veiligheidsbewaarder of als goed voorbeeld. De kans dat dergelijke effecten in Purmerend kunnen optreden en de ernst van deze effecten zijn zo goed mogelijk ingeschat op basis van veldkennis en inhoudelijke kennis bij de verschillende toezichthouders. HOOG GEMIDDELD LAAG De hieruit volgende prioriteiten zijn afhankelijk van de risico s op de ongewenste effecten in drie klassen onderverdeeld: hoge, gemiddelde en lage prioriteit. Hoe hoger de prioriteit, hoe meer handhavingsaan- dacht. In onderstaande tabel is weergegeven hoe het toezicht op de verschillende prioriteiten in de basis plaatsvindt. In hoofdstuk 4 wordt deze basislijn voor de verschillende taakvelden verder uitgewerkt. Prioriteit Intensiteit van toezicht Hoog Het toezicht op naleving van de regels vindt proactief plaats op basis van (indien mogelijk) een vaste controlefrequentie. Verder wordt actief toezicht gehouden door het uitvoeren van surveillances, gevelcontroles, waarnemingen ter plaatse en bureaucontroles (advertenties, luchtfoto s). Gemiddeld Het toezicht vindt minder intensief (al dan niet met een lagere controlefrequentie) en vooral steekproefsgewijs plaats, dan wel door gebiedsgerichte controles of door surveillances. Laag Er is sprake van passief toezicht (al dan niet met een zeer lage controlefrequentie). In principe wordt alleen naar aanleiding van meldingen, klachten of handhavingverzoeken toegezien op naleving van de regels. 3 Opgenomen in bijlage 8 omgevingsanalyse 6 van 28

3.3.1 Taakveld milieu Op 1 januari 2010 waren er in Purmerend 3.405 bedrijven (inrichtingen) geregistreerd 4 . Hiervan vallen ongeveer 1.100 bedrijven onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer (in het inrichtingenbestand zijn ruim 1.600 bedrijven geregistreerd). Een deel hiervan valt niet onder de Wet milieubeheer en een deel hiervan is leegstaand. Leegstaande panden worden, totdat zij een invulling krijgen, eenmaal per jaar gecontroleerd. Bij de risicoanalyse is onderscheid gemaakt tussen inrichting- en niet-inrichtinggebonden activiteiten. De frequentie waarbij de inrichtinggebonden activiteiten worden gecontroleerd, is bepaald aan de hand van een risicoinschatting waarbij een gradering is gemaakt op een schaal van 1-5 (waarbij 1 gelijk staat aan een zeer groot risico en 5 gelijk staat aan een zeer klein risico). In onderstaande tabel wordt de controlefrequentie weergegeven per inrichtinggebonden activiteit. Hierbij is aangesloten bij de controlefrequentie systematiek voor milieuhandhaving dat in den lande bij gemeenten veel wordt toegepast. Er is echter wel voor gekozen om de controlefrequenties van klasse 4 en 5 gelijk te stellen. Dit betekent dat het gehele inrichtingbestand één keer in de 5 jaar wordt gecontroleerd. Uit ervaringsgegevens blijkt dat het verloop van de bedrijfsactiviteiten groot is en dat activiteiten en dus ook de risicoklassen vaak wijzigen. Om te voorkomen dat ongewenste situaties ontstaan, is de maximale controlefrequentie vastgesteld op 1 x per 5 jaar. Klasse Risico-inschatting Controlefrequentie Prioriteit 1 zeer groot 1x per jaar 2 groot 1x per 2 jaar HOOG 3 beperkt 1x per 3 jaar GEMIDDELD 4 klein 1x per 5 jaar 5 zeer klein 1x per 5 jaar LAAG De niet-inrichting gebonden en overige activiteiten met een hoge prioriteit worden naar aanleiding van klachten, meldingen en toezicht in de ruimtelijke omgeving (vrije veld) altijd opgepakt en binnen de daarvoor geldende termijnen afgehandeld. In paragraaf 4.2.2 is hiervoor capaciteit gereserveerd. 4 Bron: Purmerend in cijfers 2011 7 van 28

Bijzonderheden:<br />

Per 1 april <strong>2012</strong> wordt gedurende 2,5 jaar op projectbasis 2 fte aan extra toezichtcapaciteit<br />

ingezet voor de aanpak van overlast door hangjongeren. Deze toezichthouders (Team Buurt<br />

Toezichthouders) vallen hiërarchisch onder de afdeling VTH en worden aangestuurd door de<br />

teammanager handhaving. Op dit moment is de taakinvulling nog onvoldoende bekend.<br />

Uitwerking vindt op een later tijdstip in <strong>2012</strong> plaats.<br />

Toezicht en handhaving ten aanzien van omgevingsvergunningsvrije bouwwerken (kleine<br />

bouwwerken aan achterzijde woningen) vindt plaats naar aanleiding van meldingen. Deze<br />

meldingen krijgen evenals andere meldingen en klachten een hoge prioriteit.<br />

3.3 Prioritering op basis van de risicoanalyse<br />

Naast de prioriteiten die volgen uit de probleemanalyse, komen ook uit de risicoanalyse 3<br />

prioriteiten voort. Het gaat dan om onderwerpen die een hoog risico met zich meebrengen op de<br />

volgende typen ongewenste effecten:<br />

Gevaren zoals brandgevaar, instortingsgevaar en explosiegevaar.<br />

Verslechtering van de leefbaarheid, sociale veiligheid, aangezicht (verrommeling), privacy en<br />

hinder zoals geluidshinder en stankhinder.<br />

Schade aan milieu en natuurschoon, zoals bodemverontreiniging, luchtverontreiniging,<br />

waterverontreiniging en schade aan flora en fauna.<br />

Financieel-economische schade zoals kosten voor de gemeente en/of gemeenschap,<br />

maatschappelijke en financiële aansprakelijkheid van de gemeente.<br />

Volksgezondheidsproblemen en effecten op de langere termijn, zoals onvoldoende licht en<br />

frisse lucht, vochtigheid en schadelijke stoffen.<br />

Schade aan het imago van de gemeente wanneer voorgaande effecten zich voordoen en er<br />

onvoldoende is gecontroleerd op naleving van de regels. Denk aan het imago als<br />

wetshandhaver, als veiligheidsbewaarder of als goed voorbeeld.<br />

De kans dat dergelijke effecten in <strong>Purmerend</strong> kunnen optreden en de ernst van deze effecten zijn<br />

zo goed mogelijk ingeschat op basis van veldkennis en inhoudelijke kennis bij de verschillende<br />

toezichthouders.<br />

HOOG<br />

GEMIDDELD<br />

LAAG<br />

De hieruit volgende prioriteiten zijn afhankelijk van de<br />

risico s op de ongewenste effecten in drie klassen<br />

onderverdeeld: hoge, gemiddelde en lage prioriteit.<br />

Hoe hoger de prioriteit, hoe meer handhavingsaan-<br />

dacht.<br />

In onderstaande tabel is weergegeven hoe het toezicht op de verschillende prioriteiten in de basis<br />

plaatsvindt. In hoofdstuk 4 wordt deze basislijn voor de verschillende taakvelden verder uitgewerkt.<br />

Prioriteit Intensiteit van toezicht<br />

Hoog Het toezicht op naleving van de regels vindt proactief plaats op basis van (indien mogelijk) een<br />

vaste controlefrequentie. Verder wordt actief toezicht gehouden door het uitvoeren van<br />

surveillances, gevelcontroles, waarnemingen ter plaatse en bureaucontroles (advertenties,<br />

luchtfoto s).<br />

Gemiddeld Het toezicht vindt minder intensief (al dan niet met een lagere controlefrequentie) en vooral<br />

steekproefsgewijs plaats, dan wel door gebiedsgerichte controles of door surveillances.<br />

Laag Er is sprake van passief toezicht (al dan niet met een zeer lage controlefrequentie). In principe<br />

wordt alleen naar aanleiding van meldingen, klachten of handhavingverzoeken toegezien op<br />

naleving van de regels.<br />

3 Opgenomen in bijlage 8 omgevingsanalyse<br />

6 van 28

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!