OVERZICHT - Acehbooks.org
OVERZICHT - Acehbooks.org OVERZICHT - Acehbooks.org
- 74 ~ handen te krijgen die er tenslotte toe werd overreed haar schuilplaats aan te wijzen, echter onder uitdrukkelijk beding dat haar geen leed zou geschieden. Op den 4en November 1905 slaagde de marechausseecolonne onder VELTMAN. waarbij de luitenants VAN VUUREN en DERSJANT, er in de langgezochte gevangen te nemen. De bijna uitgehongerde en zeer verzwakte vrouw, die in acht dagen geen rijst had gegeten, doch slechts had geleefd van geroosterde wilde pisangs en sajoer van pisangstam, trachtte bij haar arrestatie nog het Atjehsch hoofd, dat haar aan de Kompenie verraden had, met zijn eigen rentjong te doorsteken. Bittere tranen van woede en schaamte vloeiden haar over de wangen toen zij, die zich 6 jaren lang aan alle nasporingen had weten te onttrekken, zich ten slotte toch in handen der gehate ,,Kaphé's" zag. Wel zelden is in de geschiedenis gewag gemaakt van een vrouw met zulk een ontembare energie als deze weduwe van T. Oema ; hoe lastig zij het ons ook heeft gemaakt, zij heeft niettemin recht op onze bewondering. In het laatst van 1906 gelukte het aan den bivakcommandant te Koeala Bhee, den len luitenant DERSJANT, enkele belangrijke bendeleiders en panglima's in de beneden Wojla neer te leggen of tot onderwerping te dwingen. Bij deze actie onderscheidde zich o.a. de Eur. sergt. BOOM. Begin Februari 1906 werd het Infanterie-detachement te Lamië vervangen door 4 brigades marechaussee onder den voortvarenden len luitenant KUIPER. De bivaks te Djeuram, Babah Kroeëng Manggi en Koeala Bhèë bleven elk bezet door 4 brigades marechaussee, het laatstgenoemde bivak door brigades van de 5e Divisie te Poeloe Raja (onderafdeeling Tjalang). Inmiddels was nog altijd het gevaarlijke geestelijke verzetshoofd Teukoe Pediê op vrije voeten, de hoofdleider van het verzet in de Moego en Meuko landschappen, gelegen tusschen de boven Wojla en boven Meureubó. Reeds in 1904 was vanuit de bivaks Koeala Bhèë en Babah
- 75" Kroeêng Manggi een actie tegen dezen oelama ingezet en waren de patrouillecommandanten VASTENOU, HOOGERS en TEUNISSEN, benevens de Eur. serg. DE JONG en DUIJTS er in geslaagd zijn benden verliezen toe te brengen. Nadat hij in begin 1905, na de onderwerping van T. Keumangan, zijn invloed belangrijk had uitgebreid door een groot gedeelte van diens benden tot zich te trekken, werd de actie nog verscherpt. ïn Augustus 1905 legde een colonne onder VELTMAN, waarbij de luitenant BENNEWITZ, 20 van zijn bendeleden neer, ten koste van slechts één gewonde onzerzijds, doch het verzetshoofd zelf werd niet gevonden. Zoo ging het ook de volgende jaren; wel kregen onze patrouilles herhaaldelijk aanraking met zijn benden en konden de luitenants KUIPER, RUEMPOL, VAN DER VLERK en STENNEKES, de onderluitenant MEIJERS en de Eur. sergeanten de JONG, BOOM en van DALEN hun meer of minder ernstige verliezen toebrengen, doch de Teungkoe zelf bleek telkenmale den dans ontsprongen te zijn. In Juli 1908 werd het bivak te Babah Kroeêng Manggi, dat herhaaldelijk door de bandjirende rivier onder water werd gezet, verplaatst naar Kroeêng Beukah. Intusschen was het verzet in de Wojla en Boebonstreken nog steeds niet onderdrukt. In de boven Wojla was in het begin van 1908 de sedert eenige jaren uitgeweken geestelijke verzetsleider Tng. Imeum Si Adeuë teruggekeerd, hetgeen onmiddellijk een opleven van het verzet tengevolge had, vooral toen door weinig oordeelkundig patrouilleeren in den aanvang successen op zijn benden uitbleven. Nadat de bivakcommandant te Babah Kroeêng Manggi (later Kr. Beukah), de 1 e luitenant SCHEURLEER reeds enkele tochten naar de boven Wojla had ondernomen waarbij wel voordeelen werden behaald doch Tng. Si Adeuë niet werd aangetroffen, werd in November 1908 in Tanah Mirah een tijdelijk bivak door 4 brigades marechaussee betrokken om de boven Wojla grondig te zuiveren. Zoodra de luitenant Scheurleer als commandant van dit bivak was opgetreden
- Page 34 and 35: - 24 - ber van dat jaar een man wer
- Page 36 and 37: — 26 - hun gevolg zonder karabijn
- Page 38 and 39: - 28 - normaal denkend aanvoerder z
- Page 40 and 41: - 30 _ gedaan; de korpscommandant z
- Page 42 and 43: op welk een voorbeeldige wijze Graa
- Page 44 and 45: ~ 34 _ lonel STEMFOORT naar de IV m
- Page 46 and 47: - 36 - ver voeren van al deze onder
- Page 48 and 49: - 38 ~ bijzondere geschiktheid voor
- Page 50 and 51: - 40 - brengen. Niet langer mocht w
- Page 52 and 53: _ 42 ~ lige Keumala te bereiken, da
- Page 54 and 55: - 44 - der vijandelijke benden voor
- Page 56 and 57: - 46 _ wederom in beroering gebrach
- Page 58 and 59: - 48 - colonne ter sterkte van 12 b
- Page 60 and 61: - 50 - GEERTSEMA BEGKERING en AUKES
- Page 62 and 63: - 52 - de marechaussee op hun spoor
- Page 64 and 65: - 54 - den opgetornd. En de Gajo's
- Page 66 and 67: 56 - VII. HET TIJDPERK VAN DE PATRO
- Page 68 and 69: «— 58 — omstandigheden door te
- Page 70 and 71: - 60 - toe te brengen, dan was dubb
- Page 72 and 73: - 62 - te leggen ter bereiking van
- Page 74 and 75: - 64 - 2. DE WESTKUST VAN ATJEH. Na
- Page 76 and 77: - 66 - toegepast, waren uiterst gev
- Page 78 and 79: - 68 - in waarheid met de verzetspa
- Page 80 and 81: - 70 - gingen niét geheel naar wen
- Page 82 and 83: ~. 72 - op het bendehoofd Keutji Tj
- Page 86 and 87: - 76 - — Januari 1909 — verande
- Page 88 and 89: - 78 ~ den in de onderafdeeling ges
- Page 90 and 91: - 80 - In den aanvang van het jaar
- Page 92 and 93: - 82 - uit gezonden om met dit verz
- Page 94 and 95: - 84 - HEK met 9 marechaussees uit
- Page 96 and 97: _ 86 ~ de 3e divisie marechaussee e
- Page 98 and 99: ~ 88 ~ bevolking op en wisten daard
- Page 100 and 101: - 90 - aanraking met de Pidiësche
- Page 102 and 103: ~ 92 - te Sigli van uit prauwen op
- Page 104 and 105: - 94 - in het optreden met kleine b
- Page 106 and 107: - 96 - commandant ter oore was geko
- Page 108 and 109: - 98 - Op den 6en Februari 1904 wer
- Page 110 and 111: - 100 - met spionnen, zorgvuldig en
- Page 112 and 113: - 102 •* wachthuizen, bruggen en
- Page 114 and 115: ~ 104 - Sedert is de 5e divisie op
- Page 116 and 117: — 106 — waarin mede eenige brig
- Page 118 and 119: - 108 - bijzonder onderscheidde. Z
- Page 120 and 121: - 110 _ gedeelte van de bevolking w
- Page 122 and 123: - 112 - Ook valboomen werden door d
- Page 124 and 125: - 114 - vrouwen en kinderen vermoor
- Page 126 and 127: - 116 - 'zij op alle mogelijke mani
- Page 128 and 129: ~ 118 — eert ondergeschoven jsind
- Page 130 and 131: - 120 - colonnes, infanterie zoowel
- Page 132 and 133: —-m - onmiddellijke nabijheid gek
- 75"<br />
Kroeêng Manggi een actie tegen dezen oelama ingezet en<br />
waren de patrouillecommandanten VASTENOU, HOOGERS<br />
en TEUNISSEN, benevens de Eur. serg. DE JONG en<br />
DUIJTS er in geslaagd zijn benden verliezen toe te brengen.<br />
Nadat hij in begin 1905, na de onderwerping van T. Keumangan,<br />
zijn invloed belangrijk had uitgebreid door een groot<br />
gedeelte van diens benden tot zich te trekken, werd de actie<br />
nog verscherpt. ïn Augustus 1905 legde een colonne onder<br />
VELTMAN, waarbij de luitenant BENNEWITZ, 20 van<br />
zijn bendeleden neer, ten koste van slechts één gewonde<br />
onzerzijds, doch het verzetshoofd zelf werd niet gevonden.<br />
Zoo ging het ook de volgende jaren; wel kregen onze<br />
patrouilles herhaaldelijk aanraking met zijn benden en konden<br />
de luitenants KUIPER, RUEMPOL, VAN DER VLERK en<br />
STENNEKES, de onderluitenant MEIJERS en de Eur. sergeanten<br />
de JONG, BOOM en van DALEN hun meer of<br />
minder ernstige verliezen toebrengen, doch de Teungkoe<br />
zelf bleek telkenmale den dans ontsprongen te zijn.<br />
In Juli 1908 werd het bivak te Babah Kroeêng Manggi,<br />
dat herhaaldelijk door de bandjirende rivier onder water<br />
werd gezet, verplaatst naar Kroeêng Beukah.<br />
Intusschen was het verzet in de Wojla en Boebonstreken<br />
nog steeds niet onderdrukt. In de boven Wojla<br />
was in het begin van 1908 de sedert eenige jaren uitgeweken<br />
geestelijke verzetsleider Tng. Imeum Si Adeuë teruggekeerd,<br />
hetgeen onmiddellijk een opleven van het verzet tengevolge<br />
had, vooral toen door weinig oordeelkundig patrouilleeren<br />
in den aanvang successen op zijn benden uitbleven. Nadat<br />
de bivakcommandant te Babah Kroeêng Manggi (later Kr.<br />
Beukah), de 1 e luitenant SCHEURLEER reeds enkele tochten<br />
naar de boven Wojla had ondernomen waarbij wel voordeelen<br />
werden behaald doch Tng. Si Adeuë niet werd aangetroffen,<br />
werd in November 1908 in Tanah Mirah een<br />
tijdelijk bivak door 4 brigades marechaussee betrokken om<br />
de boven Wojla grondig te zuiveren. Zoodra de luitenant<br />
Scheurleer als commandant van dit bivak was opgetreden