OVERZICHT - Acehbooks.org
OVERZICHT - Acehbooks.org OVERZICHT - Acehbooks.org
- 48 - colonne ter sterkte van 12 brigades, waarbij ingedeeld de Luitenants SCHEEPENS, jhr. BOREEL, WATRIN, AUKES, KORNDÖRFFER en de onderluitenant CHRISTOFFELonder den Majoor van DAALEN van Panté-Lhong naar den Laoet Tawar (Gajolanden). Hoewel het geheele meergebied gedurende twee maanden onafgebroken werd doorkruist, was het tengevolge van de vijandige houding der bevolking bijna onmogelijk om berichten los te krijgen. Eindelijk gelukte het een Gajo op te vatten, die bereid bleek om de schuilplaats van den Pretendent-Sultan aan te wijzen. Op den 19en October werd deze overvallen, doch hoewel 18 verzetslieden konden worden neergelegd en vele wapens, preciosa e. d. werden buitgemaakt, gelukte het den vorstentelg zelf met zijn vrouwen en kinderen te ontkomen. Verdere aanraking met den Pretendent en zijn aanhang werd niet meer verkregen, zoodac de colonne medio November via Meulaboh naar huis terugkeerde. Eind 1901 werd een colonne van 4 brigades van de 3e divisie marechaussee onder den kapitein WEBB in Matang Koeli (Lho' Soekon) gelegerd, in het bijzonder bestemd voor de achtervolging van P. Polim. Korcen tijd daarna-21 januari 1902 - kwam echter de commandant door het neerstorten van een valboom om het leven Op 3 Maart 1902 rukte een colonne ter sterkte van 8 brigades marechaussee onder den Majoor v.d. MAATEN, waarbij ingedeeld de Luitenants van HETTINGA TROMP, BURGER en DRAAIJER vanuit Samalanga naar de Gajolanden op. Ook deze colonne vermocht de vluchtelingen niet te ontdekken en keerde op den 17en April onverrichterzake te Panté-Lhong terug, na de verzetspartij een verlies van 18 man te hebben toegebracht en 44 vuurwapens te hebben buitgemaakt. Korten tijd daarna — 28 Juni 1902 —- rukte een colonne ter sterkte van 4 brigades marechaussee (de luitenants STEIJN VAN HENSBROEK en VASTENOU) en een sectie infanterie
- 49 - (luitenant KORNDÖRFFER), onder bevel van den kapitein CO- LIJN, wnd. controleur van Lhokseumawe, van uit laatstgenoemde plaats er op uit ter opsporing van P. POLIM. Na tevergeefs een schuilplaats van dezen te hebben overvallen trok COLIJN, bericht hebbende ontvangen dat de panglima van den Pretendent naar de Gajolanden was uitgeweken en vermoedende, dat de Pretendent zelf wel niet ver zou zijn, eveneens daarheen, daarbij eigener initiatief van zijn opdracht afwijkende. Bij dezen tocht stootte de colonne op de hellingen van den Boer ni Intèm-Intèm, den toegang tot het Gajo-Loeös gebied, op een zeer zwaar versterkte stelling, die genomen werd ten koste van 4 dooden en 10 gewonden, waaronder de luitenants STEIJN van HENSBROEK en KORNDÖRFFER, waarvan de eerstgenoemde spoedig daarop overleed. De vijand liet 37 dooden in zijn stellingen achter. Door het grooce aantal dooden en gewonden moest de verdere actie worden gestaakt en keerde de colonne op den len September te Lhokseumawe terug, na in totaal 92 verzetslieden te hebben neergelegd. Inmiddels was den 19en Juli de luitenant SCHEEPENS met 5 brigades marechaussee van Meureudoe naar Pameuë gezonden ter opsporing van den Pretendent, die volgens berichten hierheen was uitgeweken. Na geruimen tijd in Pameuë gepatrouilleerd te hebben werd op bericht, dat de Pretendent-Sultan naar Geumpang was vertrokken, dwars over de bergen naar deze vallei opgerukt. Hier ging het spoor verloren. Toen deze colonne, door vele zieken daartoe genoodzaakt, medio September naar Lammeulo terugkeerde, vertrok twee weken later een nieuwe colonne onder den kapitein SCHNEIDERS van Peudada naar Pameuë, terwijl een patrouille van 2 brigades marechaussee en een sectie infanterie onder den luitenant WATRIN van Sigli naar Geumpang ging ter samenwerking met de colonne SCHNEIDERS. Terzelfdertijd ageerden twee mobiele marechaussee-colonnes uit Groot-Atjeh, onder de luitenants
- Page 8: ï. M. T. 1909 De verrassing van An
- Page 12 and 13: - 2 - symbool zijn van de eenheid d
- Page 14 and 15: - 4 - onderwerping van Atjeh, niet
- Page 16 and 17: In de eerste plaats hadden de groot
- Page 18 and 19: _ 8 - Lamkrak behoorende gampong An
- Page 20 and 21: - 16. - handig genoeg was om den st
- Page 22 and 23: - 12 - rust, is de verzekering van
- Page 24 and 25: -1$ - III. DE EERSTE JAREN. Zoo was
- Page 26 and 27: - 16 - loos. Een en ander verhoogde
- Page 28 and 29: - 18 - alle superieuren buiten geve
- Page 30 and 31: - 20 - van hoogerhand ten aanzien v
- Page 32 and 33: *» 22 - In het Reglement was de Ci
- Page 34 and 35: - 24 - ber van dat jaar een man wer
- Page 36 and 37: — 26 - hun gevolg zonder karabijn
- Page 38 and 39: - 28 - normaal denkend aanvoerder z
- Page 40 and 41: - 30 _ gedaan; de korpscommandant z
- Page 42 and 43: op welk een voorbeeldige wijze Graa
- Page 44 and 45: ~ 34 _ lonel STEMFOORT naar de IV m
- Page 46 and 47: - 36 - ver voeren van al deze onder
- Page 48 and 49: - 38 ~ bijzondere geschiktheid voor
- Page 50 and 51: - 40 - brengen. Niet langer mocht w
- Page 52 and 53: _ 42 ~ lige Keumala te bereiken, da
- Page 54 and 55: - 44 - der vijandelijke benden voor
- Page 56 and 57: - 46 _ wederom in beroering gebrach
- Page 60 and 61: - 50 - GEERTSEMA BEGKERING en AUKES
- Page 62 and 63: - 52 - de marechaussee op hun spoor
- Page 64 and 65: - 54 - den opgetornd. En de Gajo's
- Page 66 and 67: 56 - VII. HET TIJDPERK VAN DE PATRO
- Page 68 and 69: «— 58 — omstandigheden door te
- Page 70 and 71: - 60 - toe te brengen, dan was dubb
- Page 72 and 73: - 62 - te leggen ter bereiking van
- Page 74 and 75: - 64 - 2. DE WESTKUST VAN ATJEH. Na
- Page 76 and 77: - 66 - toegepast, waren uiterst gev
- Page 78 and 79: - 68 - in waarheid met de verzetspa
- Page 80 and 81: - 70 - gingen niét geheel naar wen
- Page 82 and 83: ~. 72 - op het bendehoofd Keutji Tj
- Page 84 and 85: - 74 ~ handen te krijgen die er ten
- Page 86 and 87: - 76 - — Januari 1909 — verande
- Page 88 and 89: - 78 ~ den in de onderafdeeling ges
- Page 90 and 91: - 80 - In den aanvang van het jaar
- Page 92 and 93: - 82 - uit gezonden om met dit verz
- Page 94 and 95: - 84 - HEK met 9 marechaussees uit
- Page 96 and 97: _ 86 ~ de 3e divisie marechaussee e
- Page 98 and 99: ~ 88 ~ bevolking op en wisten daard
- Page 100 and 101: - 90 - aanraking met de Pidiësche
- Page 102 and 103: ~ 92 - te Sigli van uit prauwen op
- Page 104 and 105: - 94 - in het optreden met kleine b
- Page 106 and 107: - 96 - commandant ter oore was geko
- 48 -<br />
colonne ter sterkte van 12 brigades, waarbij ingedeeld de<br />
Luitenants SCHEEPENS, jhr. BOREEL, WATRIN, AUKES,<br />
KORNDÖRFFER en de onderluitenant CHRISTOFFELonder<br />
den Majoor van DAALEN van Panté-Lhong naar den<br />
Laoet Tawar (Gajolanden). Hoewel het geheele meergebied<br />
gedurende twee maanden onafgebroken werd doorkruist, was<br />
het tengevolge van de vijandige houding der bevolking<br />
bijna onmogelijk om berichten los te krijgen. Eindelijk gelukte<br />
het een Gajo op te vatten, die bereid bleek om de schuilplaats<br />
van den Pretendent-Sultan aan te wijzen. Op den<br />
19en October werd deze overvallen, doch hoewel 18 verzetslieden<br />
konden worden neergelegd en vele wapens, preciosa<br />
e. d. werden buitgemaakt, gelukte het den vorstentelg zelf<br />
met zijn vrouwen en kinderen te ontkomen. Verdere aanraking<br />
met den Pretendent en zijn aanhang werd niet meer<br />
verkregen, zoodac de colonne medio November via Meulaboh<br />
naar huis terugkeerde.<br />
Eind 1901 werd een colonne van 4 brigades van de<br />
3e divisie marechaussee onder den kapitein WEBB in Matang<br />
Koeli (Lho' Soekon) gelegerd, in het bijzonder bestemd<br />
voor de achtervolging van P. Polim. Korcen tijd daarna-21<br />
januari 1902 - kwam echter de commandant door het neerstorten<br />
van een valboom om het leven<br />
Op 3 Maart 1902 rukte een colonne ter sterkte van 8<br />
brigades marechaussee onder den Majoor v.d. MAATEN,<br />
waarbij ingedeeld de Luitenants van HETTINGA TROMP,<br />
BURGER en DRAAIJER vanuit Samalanga naar de Gajolanden<br />
op. Ook deze colonne vermocht de vluchtelingen niet te<br />
ontdekken en keerde op den 17en April onverrichterzake te<br />
Panté-Lhong terug, na de verzetspartij een verlies van 18<br />
man te hebben toegebracht en 44 vuurwapens te hebben<br />
buitgemaakt.<br />
Korten tijd daarna — 28 Juni 1902 —- rukte een colonne<br />
ter sterkte van 4 brigades marechaussee (de luitenants STEIJN<br />
VAN HENSBROEK en VASTENOU) en een sectie infanterie