OVERZICHT - Acehbooks.org

OVERZICHT - Acehbooks.org OVERZICHT - Acehbooks.org

acehbooks.org
from acehbooks.org More from this publisher
03.09.2013 Views

- 20 - van hoogerhand ten aanzien van het gebruik der marechaussees ten duidelijkste neergelegd. In die bescheiden treffen wij achtereenvolgens aan : >-In verband met de taak, die op het Korps- Maréchaussée rust, moet het eene groote uitzondering zijn, dat brigadecommandanten zich buiten de linie begeven tot het doen van verkenningen of met welke bedoeling dan ook ! Het optreden buiten de linie is vooral af te keuren, omdat de brigadecommandanten in den regel onderofficieren zijn, wien het, de ondervinding heeft dat voldoende geleerd, in den regel te doen is om een of ander bravourstukje uit te halen, terwijl het succes gewoonlijk al zeer weinig te beteekenen heeft (')". In den brief van 26 October : „Ik heb de eer, UWeledelgestrenge mede te deelen, dat vooreerst geen sprake mag zijn van offensief optreden in het voorterrein door hinderlagen of patrouilles van Uw korps". En eindelijk in het schrijven van 21 December : „Ik heb de eer, UWeledelgestrenge mede te deelen, dat bij geheim schrijven van het Departement van Oorlog, Vilde Afdeeling dd. 9 dezer No. 814 werd bepaald, dat het optreden van tot Uw korps behoorende brigades buiten de geconcentreerde linie in geen geval meer mag plaats hebben". Dat alles lijkt al heel weinig op den contra- guerilla ! Trouwens, dat de noodzakelijkheid van die taak voor het korps in die dagen nog niet in wijden kring werd gevoeld, blijkt wel uit den door Notten gevoerden strijd met enkele bestuursambtenaren, die het niet goed konden zetten, dat zij over de marechaussee niets te zeggen hadden. Het (') Ongetwijfeld had de gouverneur gelijk, indien hij daarmede het materieele succes bedoelde. Maar sloeg hij het moreele effect op vriend' en vijand van die „bravourstukjes" niet te laag aan ?

- 21 - was toch een politiekorps en behoorde dus als zoodanig toch eigenlijk onder bunne bevelen te staan I In het vrij zonnige schilderij, zooals dat hierboven van het korps marechaussee in de eerste jaren van zijn bestaan is gegeven, komen echter bij nadere beschouwing ook wel meer sombere tinten voor. Het fraaie voorbeeld, door het nieuwe korps gegeven, was nog niet voldoende om het leger uit het moeras te halen, waarin het verzonken was. Het actieve optreden trok. de stoutmoedigen aan ; edoch, dit waren de uitzonderingen. De geest van het Indische leger „en masse" was nog onvoldoende ontwaakt en opgeheven om den roepstem te beantwoorden. Reeds spoedig vlotte het niet erg met de aanvulling. Zoo klaagt de korpscommandant in een brief van 19 September 1892 hevig over „de verflauwde lust, om bij het korps te dienen, mede in verband met de hevige gevechten, waaraan de brigades hebben blootgestaan". Bij een heel bataljon Infanterie bleek op zeker oogenblik geen enkel man kader lust te voelen om bij de marechaussee ovér te gaan. Zoo liep de geregelde aanvulling met geschikte elementen van dat zoo kleine troepje, slechts één divisie sterk, zelfs gevaar. Het zou wel anders worden 1 Maar, aan den anderen kant, ook in later jaren is dit geluid wel eens vernomen. Ups en downs te dien aanzien hebben elkaar afgewisseld, ten nauwste verband houdende met de militaire actie. Werd er zwaar, doch met succes gevochten, was er roem en eer te behalen, dan was de lust om bij het kops te dienen steeds groot; werd er echter alleen groote inspanning van de marechaussees gevergd zonder daaraan geëvenredigde kansen op succes, dan verslapte de animo. Als één van de middelen, om den lust tot dienen bij de maréchaussee op te wekken, gaf de kapitein Notten aan het houden van feesten na geslaagde ondernemingen,

- 20 -<br />

van hoogerhand ten aanzien van het gebruik der marechaussees<br />

ten duidelijkste neergelegd. In die bescheiden treffen<br />

wij achtereenvolgens aan :<br />

>-In verband met de taak, die op het Korps-<br />

Maréchaussée rust, moet het eene groote uitzondering zijn,<br />

dat brigadecommandanten zich buiten de linie begeven tot<br />

het doen van verkenningen of met welke bedoeling dan<br />

ook !<br />

Het optreden buiten de linie is vooral af te<br />

keuren, omdat de brigadecommandanten in den regel onderofficieren<br />

zijn, wien het, de ondervinding heeft dat voldoende<br />

geleerd, in den regel te doen is om een of ander bravourstukje<br />

uit te halen, terwijl het succes gewoonlijk al<br />

zeer weinig te beteekenen heeft (')".<br />

In den brief van 26 October :<br />

„Ik heb de eer, UWeledelgestrenge mede te deelen, dat<br />

vooreerst geen sprake mag zijn van offensief optreden in<br />

het voorterrein door hinderlagen of patrouilles van Uw<br />

korps".<br />

En eindelijk in het schrijven van 21 December :<br />

„Ik heb de eer, UWeledelgestrenge mede te deelen, dat<br />

bij geheim schrijven van het Departement van Oorlog, Vilde<br />

Afdeeling dd. 9 dezer No. 814 werd bepaald, dat het optreden<br />

van tot Uw korps behoorende brigades buiten de<br />

geconcentreerde linie in geen geval meer mag plaats<br />

hebben".<br />

Dat alles lijkt al heel weinig op den contra- guerilla !<br />

Trouwens, dat de noodzakelijkheid van die taak voor<br />

het korps in die dagen nog niet in wijden kring werd gevoeld,<br />

blijkt wel uit den door Notten gevoerden strijd met<br />

enkele bestuursambtenaren, die het niet goed konden zetten,<br />

dat zij over de marechaussee niets te zeggen hadden. Het<br />

(') Ongetwijfeld had de gouverneur gelijk, indien hij daarmede het<br />

materieele succes bedoelde. Maar sloeg hij het moreele effect<br />

op vriend' en vijand van die „bravourstukjes" niet te laag aan ?

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!