OVERZICHT - Acehbooks.org

OVERZICHT - Acehbooks.org OVERZICHT - Acehbooks.org

acehbooks.org
from acehbooks.org More from this publisher
03.09.2013 Views

- 12 - rust, is de verzekering van de veiligheid des nachts binnen de linie, zoowel wat betreft beveiliging van de daarbinnen gelegen kunstwerken, waaronder de spoorbanen met bruggen alsmede de telefoonverbinderingen een eerste plaats innemen, als van de kampongs". Twee dingen vallen ons al dadelijk op bij de beschouwing van [bovenvermeld Gouvernementsbesluit, met het Reglement en de Instructie. In de eerste plaats dat de instelling van het korps slechts een tijdelijk karakter droeg : de machtiging strekte zich niet verder uit dan tot ultimo December 1891. Het was de eenige tijdelijke maatregel niet, waaraan een heel wat langer leven .beschoren zou blijken dan aan vele van zijn zusjes en broertjes, die in het leven werden geroepen met de bedoeling, onafzienbare tijden van kracht te blijven ! En als tweede merkwaardigheid valt ons in het oog, hoe volkomen elke offensieve gedachte in de omschrijving van de taak van het korps is vermeden. Had de geestelijke vader van de marechaussee, de djaksa van Koetaradja, offensief optreden ais eerste voorwaarde voor het nieuwe wapen gesteld, de aan de oprichting voorafgaande Nota gesproken van den contra-guerilla, hier werd alleen gerept over „politiediensten, beveiliging en bewaking" en daarmede de taak tot eene zuiver defensieve teruggebracht. Goddank echter, dat het korps desniettegenstaande in offensieven zin werd opgeleid en dat de opvolgende Commandanten van den aanvang af hebben gezorgd voor het kweeken van den energieken geest, die later, toen op de marechaussee zulk een dringend beroep zou worden gedaan, van het korps een offensief gevechtsinstrument bij uitnemendheid had gemaakt. Laten wij een oogenblik stilstaan bij het Reglement en de Instructie. Wij lezen daarin, dat het korps zou tellen: 1 kapitein, 3 le luitenants en 12 brigades a 18 karabijnen,

- 13 - elk onder commando van een Europeesch sergeant en bestaande uit een niet-Europeesch korporaal en 15 niet- Europeesche marechaussees; dat ter onderscheiding een belegsel van geel laken op de beide hoeken van den kraag en op de opslagen der mouwen zou worden aangebracht; — nog altijd de droom van de flinken en energieken onder onze jonge soldaten — dat het korps niet met den veldransel zou zijn uitgerust en dat de Inlandsche militairen op gelijken voet van schoenen zouden worden voorzien als de Europeesche, Afrikaansche en Amboneesche militairen van het korps. De bewapening voor kader en manschappen werd als volgt vastgesteld : een karabijn als bij de cavalerie in gebruik, voorzien van een geweerriem, doch zonder mondingband ; een kapmes met scheede, schoen en gordel als bij de infanterie; een klewang naar keuze; een kris naar keuze; een patroontasch, welke aan een smallen gordelriem wordt gedragen en dient tot berging van 20 scherpe patronen. Bepaald werd nog, dat de onderofficieren en minderen uit de verschillende wapens van het leger gerecruteerd en aangevuld zouden worden. In werkelijkheid hebben ook officieren van andere wapens dan de infanterie bij het korps gediend Met uitzondering van de officieren, het administratief kader en de brigadecommandanten was het korps Marechaussee dus een geheel Inheemsch korps. Aanvankelijk was het samengesteld uit Amboneezen en Javanen in de verhouding 1 op 2; later is deze verhouding gebracht tot 1 op ! r O (') De gemiddelde sterkte bedroeg in de jaren: 1890 8 Eur. 30 Amb. 54 tril; 1891 14 „ 71 „ 133 „ 1892 14 „ 99 „ 122 „

- 13 -<br />

elk onder commando van een Europeesch sergeant en<br />

bestaande uit een niet-Europeesch korporaal en 15 niet-<br />

Europeesche marechaussees; dat ter onderscheiding een<br />

belegsel van geel laken op de beide hoeken van den kraag<br />

en op de opslagen der mouwen zou worden aangebracht; —<br />

nog altijd de droom van de flinken en energieken onder<br />

onze jonge soldaten — dat het korps niet met den veldransel<br />

zou zijn uitgerust en dat de Inlandsche militairen op gelijken<br />

voet van schoenen zouden worden voorzien als de<br />

Europeesche, Afrikaansche en Amboneesche militairen van<br />

het korps.<br />

De bewapening voor kader en manschappen werd als<br />

volgt vastgesteld :<br />

een karabijn als bij de cavalerie in gebruik, voorzien van<br />

een geweerriem, doch zonder mondingband ;<br />

een kapmes met scheede, schoen en gordel als bij de infanterie;<br />

een klewang naar keuze;<br />

een kris naar keuze;<br />

een patroontasch, welke aan een smallen gordelriem wordt<br />

gedragen en dient tot berging van 20 scherpe patronen.<br />

Bepaald werd nog, dat de onderofficieren en minderen<br />

uit de verschillende wapens van het leger gerecruteerd<br />

en aangevuld zouden worden. In werkelijkheid hebben ook<br />

officieren van andere wapens dan de infanterie bij het korps<br />

gediend<br />

Met uitzondering van de officieren, het administratief<br />

kader en de brigadecommandanten was het korps Marechaussee<br />

dus een geheel Inheemsch korps. Aanvankelijk was<br />

het samengesteld uit Amboneezen en Javanen in de verhouding<br />

1 op 2; later is deze verhouding gebracht tot<br />

1 op ! r O<br />

(') De gemiddelde sterkte bedroeg in de jaren:<br />

1890 8 Eur. 30 Amb. 54 tril;<br />

1891 14 „ 71 „ 133 „<br />

1892 14 „ 99 „ 122 „

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!