OVERZICHT - Acehbooks.org
OVERZICHT - Acehbooks.org OVERZICHT - Acehbooks.org
- 126 - 1916 een onzer marschbivaks, waarbij wij 3 lichtgewonden kregen terwijl de bende een verlies van 3 man leed. Daarna werd de bende geleidelijk onschadelijk gemaakt. Na den dood van Tng. di Mata lë, alias di Paja Bakong sloten zijn volgelingen zich aaneen en vormden de z. g. ,-Samarkilangbende", die thans nog wordt gezocht en uit 5 man bestaat. De bivaks Blang Rakal, Djamat en Bintang werden in 1923 opgeheven en de geheele 3e divisie marechaussee, sterk 9 brigades, werd in Takingeun gelegerd. B. De onderafdeeling Gajo-Loeös. De colonne VAN DAALEN had in 1904 de verzets- A partij in de Gajo-Loeös een dusdanige afstraffing gegeven, ! dat haar in de eerstvolgende jaren geheel de lust was vergaan om zich.nog eens met de kompenie te meten. Toen dan ook kapitein COLIJN in het najaar van 1904 dit gebied bezocht, hoofdzakelijk ter regeling van bestuursaangelegenheden, stuitte zijn colonne practisch nergens meer op vijandelijkheden. Met een betrekkelijk kleine infanteriebezetting kon derhalve aanvankelijk worden volstaan om deze streek in toom te houden. Na verloop van tijd evenwel stak de verzetspartij in de Gajo-Loeös het hoofd weer op en gingen de toestanden in dit gebied geleidelijk aan achteruit totdat medio 1909 het verzet een .zoodanigen omvang had genomen, dat tot krachtiger maatregelen moest worden overgegaan. Niet minder dan 9 belangrijke, naast een aantal kleinere benden, maakten op dat tijdstip de Gajo Loeös onveilig en werden van dag tot dag driester in hun optreden. Daar de infanterie niet m staat bleek om den toestand meester te worden werd het noodig geoordeeld de hulp der marechaussees in te roepen om deze streek te zuiveren en het verzet den kop in te drukken. Op den 16en Augustus 1909 kwamen de eerste brigades
— 127 - van de le divisie marechaussee, toen nog in garnizoen te Seulimeum en Indrapoeri, onder den divisiecommandant, kapitein MUURLING, te Blang Kedjeren aan, eenigen tijd later door de overige brigades gevolgd, totdat in November van dat jaar de geheele divisie in de Gajo Loeös was vereenigd. Onmiddellijk werd een krachtige actie tegen de benden ingezet. De zuivering van het westelijk gedeelte der vallei was opgedragen aan een mobiele colonne onder commando van den onderluitenant KANIESS, die zich met zooveel beleid en energie van deze taak kweet, dat hij in het 2e halfjaar van 1900 25 kwaadwilligen wist neer te leggen en een 60-tal bendeleden tot onderwerping te dwingen. Hiermede waren de voornaamste benden in dit deel van het gebied vernietigd of in kleine groepjes opgelost. Middelerwijl was ook in de overige streken der Gajo Loeös met succes opgetreden en hadden de kapitein MUUR LING, de luitenants VAN ECK, SNELL, VOUTE en de Europeesche sergeanten TEESINK, DE SMET, WISSE en VAN DER POST aan de verzetspartij gevoelige klappen toegebracht. Zoo kon het nieuwe jaar met vertrouwen worden ingegaan. Ook in 1910 mocht de colonne KANIESS er in slagen een groot aantal bendeleden onschadelijk te maken, zoodat op het einde van dat jaar in de west-vallei nog slechts de restanten van een tweetal benden waren overgebleven. Daar ook in het verdere gebied de verzetspartij menige veer had moeten laten was de pacificatie van de Gajo Loeös een belangrijke schrede vooruit gebracht en liet het zich aanzien, dat het verzet binnen niet al te langen tijd geheel bedwongen zou zijn. In 1911 werd met de resten der benden in de westvallei afgerekend, waarbij zich o.m. de Europeesche sergeant VALK onderscheidde. Toen nu bovendien in het overige gebied tengevolge van onze actie een groot aantal kwaadwilligen
- Page 86 and 87: - 76 - — Januari 1909 — verande
- Page 88 and 89: - 78 ~ den in de onderafdeeling ges
- Page 90 and 91: - 80 - In den aanvang van het jaar
- Page 92 and 93: - 82 - uit gezonden om met dit verz
- Page 94 and 95: - 84 - HEK met 9 marechaussees uit
- Page 96 and 97: _ 86 ~ de 3e divisie marechaussee e
- Page 98 and 99: ~ 88 ~ bevolking op en wisten daard
- Page 100 and 101: - 90 - aanraking met de Pidiësche
- Page 102 and 103: ~ 92 - te Sigli van uit prauwen op
- Page 104 and 105: - 94 - in het optreden met kleine b
- Page 106 and 107: - 96 - commandant ter oore was geko
- Page 108 and 109: - 98 - Op den 6en Februari 1904 wer
- Page 110 and 111: - 100 - met spionnen, zorgvuldig en
- Page 112 and 113: - 102 •* wachthuizen, bruggen en
- Page 114 and 115: ~ 104 - Sedert is de 5e divisie op
- Page 116 and 117: — 106 — waarin mede eenige brig
- Page 118 and 119: - 108 - bijzonder onderscheidde. Z
- Page 120 and 121: - 110 _ gedeelte van de bevolking w
- Page 122 and 123: - 112 - Ook valboomen werden door d
- Page 124 and 125: - 114 - vrouwen en kinderen vermoor
- Page 126 and 127: - 116 - 'zij op alle mogelijke mani
- Page 128 and 129: ~ 118 — eert ondergeschoven jsind
- Page 130 and 131: - 120 - colonnes, infanterie zoowel
- Page 132 and 133: —-m - onmiddellijke nabijheid gek
- Page 134 and 135: 124 - Eind Augustus 1908 werd de be
- Page 138: - 128 - in onderwerping kwam, kon h
- 126 -<br />
1916 een onzer marschbivaks, waarbij wij 3 lichtgewonden<br />
kregen terwijl de bende een verlies van 3 man leed. Daarna<br />
werd de bende geleidelijk onschadelijk gemaakt.<br />
Na den dood van Tng. di Mata lë, alias di Paja Bakong<br />
sloten zijn volgelingen zich aaneen en vormden de z. g.<br />
,-Samarkilangbende", die thans nog wordt gezocht en uit 5<br />
man bestaat.<br />
De bivaks Blang Rakal, Djamat en Bintang werden in<br />
1923 opgeheven en de geheele 3e divisie marechaussee,<br />
sterk 9 brigades, werd in Takingeun gelegerd.<br />
B. De onderafdeeling Gajo-Loeös.<br />
De colonne VAN DAALEN had in 1904 de verzets-<br />
A partij in de Gajo-Loeös een dusdanige afstraffing gegeven,<br />
! dat haar in de eerstvolgende jaren geheel de lust was vergaan<br />
om zich.nog eens met de kompenie te meten. Toen<br />
dan ook kapitein COLIJN in het najaar van 1904 dit gebied<br />
bezocht, hoofdzakelijk ter regeling van bestuursaangelegenheden,<br />
stuitte zijn colonne practisch nergens meer op<br />
vijandelijkheden. Met een betrekkelijk kleine infanteriebezetting<br />
kon derhalve aanvankelijk worden volstaan om deze<br />
streek in toom te houden.<br />
Na verloop van tijd evenwel stak de verzetspartij in de<br />
Gajo-Loeös het hoofd weer op en gingen de toestanden in<br />
dit gebied geleidelijk aan achteruit totdat medio 1909 het<br />
verzet een .zoodanigen omvang had genomen, dat tot krachtiger<br />
maatregelen moest worden overgegaan. Niet minder<br />
dan 9 belangrijke, naast een aantal kleinere benden, maakten<br />
op dat tijdstip de Gajo Loeös onveilig en werden van dag<br />
tot dag driester in hun optreden. Daar de infanterie niet<br />
m staat bleek om den toestand meester te worden werd het<br />
noodig geoordeeld de hulp der marechaussees in te roepen<br />
om deze streek te zuiveren en het verzet den kop in te<br />
drukken.<br />
Op den 16en Augustus 1909 kwamen de eerste brigades