OVERZICHT - Acehbooks.org
OVERZICHT - Acehbooks.org OVERZICHT - Acehbooks.org
- 94 - in het optreden met kleine benden, beschietingen op grooten afstand, trambaan- en telefoonvernielingen, enz. In December 1902 gelukte het den kapitein der marechaussee SGHNEIDER zijn bende een [verlies van 19 dooden toe te brengen, bij welk wapenfeit de patrouillecommandant zelf gewond raakte. In Januari 1903 sneuvelden wederom 19 bendeleden van den Teungkoe. In Maart 1903 boekte de luitenant WATRIN een nog grooter succes; niet minder dan 26 volgelingen van den Oelama wist deze officier neer te leggen in de Keumala - streek. (Zuid Pidië). Ook in de daarop volgende maanden van dit jaar ging het den Teungkoe met voor den wind; het waren vooral de patrouillecommandanten der marechaussee DARLANG, WATRIN, VAN GESSELER VERSCHUIR en VOGEL, die er in slaagden zijn benden gevoelige klappen toe te brengen. De luitenant VERSCHUIR wist daarbij bovendien de langgezochte groote wapen - en buskruitwerkplaats van de bende op te sporen en te vernietigen. Het verzetshoofd zelf bleef echter buiten schot. In 1904 werd de achtervolging naarstig voortgezet, waarbij v.n.1. de kapitein TOLHUYS, de luitenant VERSCHUIR en de Europeesche sergeant van DORSTEN successen wisten te behalen. Onder den indruk dezer verliezen ging de verzetspartij er meer en meer toe over onze patrouilles van grooten afstand te beschieten om dan snel de wijk te nemen voor wij haar aan het kleed konden komen, een strijdwijze, die zeer afmattend werkte op onze troepen. Toch gelukte het in 1905 de benden nog flinke klappen te bezorgen, waarbij o.a. de sergeant HEYBROEK zich onderscheidde. Eindelijk, in Maart 1906, was de beurt aan Tng. di Tjot Tjitjiëm zelf gekomen. Op den 29en van die maand gelukte het aan den Europeeschen sergeant GOTZ na zeer beleidvolle actie het verzetshoofd met 11 volgelingen neer te leggen. De „opvolger" van Tng. di Tjot Tjitjiëm was Tng. Lejman''. Onder zijn opperleiding had op den 20en Juni 1907 de beruchte overval plaats op het marschbivak te Keumala,
95 - waartoe verschillende benden waren samengetrokken. Bij deze gelegenheid hield de in het marschbivak voor den nacht ondergebrachte infanteriegroep onder den Europeeschen sergeant GERLA tegen een 10-voudige overmacht moedig stand en wist, zij het ten koste van 2 gesneuvelden en 8 gewonden, het bivak Lammeulo te bereiken na den vijand een verlies van 19 man te hebben bezorgd. Tng. Lejman werd 15 April 1908 met 33 volgelingen door een marechaussee patrouille onder den luitenant JENAE neergelegd, f') Zijn opvolger was Tng. Aron van Keumala, een ondernemend, fanatiek en stoutmoedig leider, die in het bijzonder het Keumala-gebied onveilig maakte. On tegen dit hoofd met kracht te kunnen optreden werd begin 1909 de infanteriebezetting te Lammeulo vervangen door 8 brigades marechaussee van de 4e divisie onder den divisie-commandant. Deze maatregel werd al spoedig met succes bekroond want reeds op den 30en Januari slaagde de luitenant JENAE er op handige wijze in de bende van dezen oelama verliezen toe te brengen terwijl in de daarop volgende maand twee zijner brigadecommandanten, de Europeesche sergeanten KAZEN en ROMIJN, eveneens verscheidene bendeleden wisten neer te leggen. Later was het vooral de commandant te Lammeulo, kapitein JHR. BOREEL, die de bende met goed gevolg achter de hielen zat. In den nacht van 7/8 December 1909 gaf Tng. Aron zoowel van zijn groote vindingrijkheid als van zijn overmoed en gevoel voor humor blijk. Hij kleedde n.1. een aantal zijner volgelingen als militairen en verscheen daarmede onverwachts op de keudé te Garot, alwaar de bende, Jvoorgevende een militaire patrouille van Padang Tidji te zijn, toegang eischte. Vervolgens werden 8 Beaumontgeweren van de bewakers, onderhoorigen van den Imeum van Garot, in beslag genomen, onder voorwendsel dat het den troepen- (')• Zie voor dit fraaie wapenfeit No. 14 van den tweeden bundel van de „Patrouilletochten in Atjeh en Onderhoorigheden".
- Page 54 and 55: - 44 - der vijandelijke benden voor
- Page 56 and 57: - 46 _ wederom in beroering gebrach
- Page 58 and 59: - 48 - colonne ter sterkte van 12 b
- Page 60 and 61: - 50 - GEERTSEMA BEGKERING en AUKES
- Page 62 and 63: - 52 - de marechaussee op hun spoor
- Page 64 and 65: - 54 - den opgetornd. En de Gajo's
- Page 66 and 67: 56 - VII. HET TIJDPERK VAN DE PATRO
- Page 68 and 69: «— 58 — omstandigheden door te
- Page 70 and 71: - 60 - toe te brengen, dan was dubb
- Page 72 and 73: - 62 - te leggen ter bereiking van
- Page 74 and 75: - 64 - 2. DE WESTKUST VAN ATJEH. Na
- Page 76 and 77: - 66 - toegepast, waren uiterst gev
- Page 78 and 79: - 68 - in waarheid met de verzetspa
- Page 80 and 81: - 70 - gingen niét geheel naar wen
- Page 82 and 83: ~. 72 - op het bendehoofd Keutji Tj
- Page 84 and 85: - 74 ~ handen te krijgen die er ten
- Page 86 and 87: - 76 - — Januari 1909 — verande
- Page 88 and 89: - 78 ~ den in de onderafdeeling ges
- Page 90 and 91: - 80 - In den aanvang van het jaar
- Page 92 and 93: - 82 - uit gezonden om met dit verz
- Page 94 and 95: - 84 - HEK met 9 marechaussees uit
- Page 96 and 97: _ 86 ~ de 3e divisie marechaussee e
- Page 98 and 99: ~ 88 ~ bevolking op en wisten daard
- Page 100 and 101: - 90 - aanraking met de Pidiësche
- Page 102 and 103: ~ 92 - te Sigli van uit prauwen op
- Page 106 and 107: - 96 - commandant ter oore was geko
- Page 108 and 109: - 98 - Op den 6en Februari 1904 wer
- Page 110 and 111: - 100 - met spionnen, zorgvuldig en
- Page 112 and 113: - 102 •* wachthuizen, bruggen en
- Page 114 and 115: ~ 104 - Sedert is de 5e divisie op
- Page 116 and 117: — 106 — waarin mede eenige brig
- Page 118 and 119: - 108 - bijzonder onderscheidde. Z
- Page 120 and 121: - 110 _ gedeelte van de bevolking w
- Page 122 and 123: - 112 - Ook valboomen werden door d
- Page 124 and 125: - 114 - vrouwen en kinderen vermoor
- Page 126 and 127: - 116 - 'zij op alle mogelijke mani
- Page 128 and 129: ~ 118 — eert ondergeschoven jsind
- Page 130 and 131: - 120 - colonnes, infanterie zoowel
- Page 132 and 133: —-m - onmiddellijke nabijheid gek
- Page 134 and 135: 124 - Eind Augustus 1908 werd de be
- Page 136 and 137: - 126 - 1916 een onzer marschbivaks
- Page 138: - 128 - in onderwerping kwam, kon h
95 -<br />
waartoe verschillende benden waren samengetrokken. Bij<br />
deze gelegenheid hield de in het marschbivak voor den<br />
nacht ondergebrachte infanteriegroep onder den Europeeschen<br />
sergeant GERLA tegen een 10-voudige overmacht moedig<br />
stand en wist, zij het ten koste van 2 gesneuvelden en 8<br />
gewonden, het bivak Lammeulo te bereiken na den vijand<br />
een verlies van 19 man te hebben bez<strong>org</strong>d.<br />
Tng. Lejman werd 15 April 1908 met 33 volgelingen<br />
door een marechaussee patrouille onder den luitenant JENAE<br />
neergelegd, f')<br />
Zijn opvolger was Tng. Aron van Keumala, een ondernemend,<br />
fanatiek en stoutmoedig leider, die in het bijzonder<br />
het Keumala-gebied onveilig maakte. On tegen dit hoofd met<br />
kracht te kunnen optreden werd begin 1909 de infanteriebezetting<br />
te Lammeulo vervangen door 8 brigades marechaussee<br />
van de 4e divisie onder den divisie-commandant.<br />
Deze maatregel werd al spoedig met succes bekroond want<br />
reeds op den 30en Januari slaagde de luitenant JENAE er<br />
op handige wijze in de bende van dezen oelama verliezen<br />
toe te brengen terwijl in de daarop volgende maand twee<br />
zijner brigadecommandanten, de Europeesche sergeanten<br />
KAZEN en ROMIJN, eveneens verscheidene bendeleden<br />
wisten neer te leggen. Later was het vooral de commandant<br />
te Lammeulo, kapitein JHR. BOREEL, die de bende met<br />
goed gevolg achter de hielen zat.<br />
In den nacht van 7/8 December 1909 gaf Tng. Aron<br />
zoowel van zijn groote vindingrijkheid als van zijn overmoed<br />
en gevoel voor humor blijk. Hij kleedde n.1. een aantal<br />
zijner volgelingen als militairen en verscheen daarmede<br />
onverwachts op de keudé te Garot, alwaar de bende, Jvo<strong>org</strong>evende<br />
een militaire patrouille van Padang Tidji te zijn,<br />
toegang eischte. Vervolgens werden 8 Beaumontgeweren<br />
van de bewakers, onderhoorigen van den Imeum van Garot,<br />
in beslag genomen, onder voorwendsel dat het den troepen-<br />
(')• Zie voor dit fraaie wapenfeit No. 14 van den tweeden bundel<br />
van de „Patrouilletochten in Atjeh en Onderhoorigheden".