03.09.2013 Views

Nieuwsbrief april 2009 - Historische Vereniging Haerlem

Nieuwsbrief april 2009 - Historische Vereniging Haerlem

Nieuwsbrief april 2009 - Historische Vereniging Haerlem

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Uitgave Hi S t ORi SCHe v e R eniging HaeR lem • apR il <strong>2009</strong> • JaaR gang 18 • n U mmeR 1 • O plage 1950<br />

Gebruik de schat aan<br />

kennis in onze vereniging<br />

Maandag 15 december<br />

werden er 20 boekjes<br />

van de Haarlemse Canon<br />

overhandigd door de<br />

vereniging aan de<br />

Bavinkschool in Haarlem<br />

Noord. Inmiddels zijn<br />

Haarlemse basisscholen<br />

voorzien van de Canonboekjes.<br />

We hopen van<br />

harte dat ze intensief<br />

gebruikt gaan worden.<br />

Al bijna 6 jaar bestaat er in onze<br />

vereniging een werkgroep jeugd.<br />

Met ingang van deze <strong>Nieuwsbrief</strong> is<br />

er nu ons eigen Jonge Muggen-hoekje!<br />

Hierin gaan wij u op de hoogte<br />

houden van de activiteiten, laten wij u<br />

meeleven met bezoeken van kinderen<br />

aan de Hoofdwacht en vertellen wij<br />

bij welke projecten wij ingeschakeld<br />

zijn. Maar dat is nog niet alles.<br />

Alle Haarlemse basisscholen krijgen<br />

vanaf nu de <strong>Nieuwsbrief</strong> toegezonden.<br />

Dit als follow-up van de bezoeken<br />

die wij rond de jaarwisseling aan die<br />

scholen brachten om er gratis (!)<br />

20 Haarlemse canonboekjes met<br />

bijbehorende lesbrief af te geven.<br />

De bedoeling is natuurlijk dat in<br />

de groepen waar geschiedenis wordt<br />

gegeven de canon ook gaat worden<br />

gebruikt.<br />

Oproep aan de leerkrachten<br />

Leerkrachten van Haarlemse<br />

basisscholen: besef dat er een schat<br />

aan historische kennis binnen onze<br />

vereniging beschikbaar is en maak daar<br />

gebruik van!<br />

Diverse scholen gingen u al voor. Kijk<br />

maar eens naar de verslagen en foto’s<br />

op de jeugdpagina van onze website<br />

www.haerlem.nl of sla de jaarverslagen<br />

in de Jaarboeken er op na.<br />

Kortom, aarzel niet en schakel ons<br />

in. Of het nu een project rond de<br />

Middeleeuwen is, rond het thema<br />

monumenten, water of wo 11, of<br />

de buurt waar de school staat, onze<br />

werkgroep staat voor u klaar.<br />

En dikwijls nog om niet ook!<br />

Nadere informatie:<br />

Marjorie Vroom, tel. 023 - 528 14 43<br />

email: bach7@xs4all.nl


Jonge Muggen<br />

2 In Haarlem hebben we twee voorstellingen die<br />

met de naam “dodendans” aangeduid worden.<br />

Schildwacht<br />

voor de<br />

Hoofdwacht<br />

Sinds kort heeft de Hoofdwacht er<br />

een blikvanger bij: een huzaar, die<br />

de oude functie van de hoofdwacht<br />

verbeeldt. Hij is vooral bedoeld<br />

voor de kinderen. Maar hij kan<br />

ook voor de deur als blikvanger<br />

dienst doen.<br />

De hoofdwacht rond<br />

1870 met echte<br />

huzaren op de trappen<br />

Haarlemse<br />

dodendansen<br />

zijn géén<br />

dodendansen<br />

Als eerste bij de gravenportretten in het stadhuis<br />

“de dodendans van de Hollandse graven”, zoals onder meer<br />

beschreven in het boek “De Haarlemse gravenportretten”van<br />

Wim van Anrooij uit 1997 en in het naar aanleiding van dit<br />

boek geschreven artikel in het Haarlems Dagblad van 26<br />

juli 1997 door Homme Siebenga.<br />

De tweede is de gevelsteen “de dodendans”, welke na<br />

restauratie geplaatst is in de gevel van de nieuwbouw in de<br />

Nieuwe Spaarnwouderstraat. Deze steen die oorspronkelijk<br />

in het daar gesloopte pand nr. 16 zat, werd bij de sloop<br />

door de Stichting Geveltekens <strong>Vereniging</strong> <strong>Haerlem</strong> van de<br />

toenmalige eigenaar van dat pand gekocht, gerestaureerd en<br />

herplaatst in de nieuwbouw. Deze steen staat onder meer<br />

beschreven in het boek “Gevelstenen van Haarlem”van Peter<br />

van Graafeiland en Theo Bottelier uit 1994.<br />

Waaraan moet een voorstelling<br />

voldoen om een dodendans te zijn?<br />

In het boek van D. Th. Enklaar, “De dodendans, een<br />

cultuurhistorische studie” uit 1950 wordt de dodendans<br />

als volgt gedefinieerd: “de dodendans is een zinnebeeldige<br />

voorstelling van de macht van de dood over het menselijk<br />

geslacht, waarbij een aantal personen, die alle standen, elke<br />

leeftijd en beide geslachten vertegenwoordigen, een reidans<br />

vormen met figuren, die de dood verbeelden”.<br />

Dat het hier zal gaan over drie standen, lijkt duidelijk.<br />

Het boek “De middeleeuwse ideeënwereld. 1000-1300”,van<br />

Manuel Stoffers (Hilversum 1994), pagina 281, geeft aan<br />

dat het toentertijd ging om drie standen. Dat zijn de<br />

geestelijkheid, de wereldlijke macht en de boeren en/of<br />

burgers. Een standaardwerk over deze ideologie is G. Duby,<br />

Les trois ordres ou L`imaginaire du féodalisme (Parijs 1978).<br />

Eén van de mooiste voorbeelden van een dodendans is wel<br />

de dodendans in de Marienkirche in Lübeck uit het jaar<br />

1643. Daarop zijn duidelijk de paus, de keizer en de burgers<br />

herkenbaar, de beiden geslachten zijn vertegenwoordigd<br />

en men danst hand in hand samen met de dood. De twee<br />

Haarlemse dodendansvoorstellingen voldoen niet aan<br />

de bovengenoemde voorwaarden. Er wordt niet gedanst,<br />

beiden geslachten zijn niet vertegenwoordigd en men heeft<br />

geen contact met elkaar.<br />

Hoe moeten we de Haarlemse<br />

voorstellingen dan wel benoemen?<br />

In het stadhuis is de dood het laatste paneel van de<br />

gravenstukken. De tekst op dit paneel luidt:<br />

“Die Doot seijt tot den Heeren;<br />

Ghij Hollandsche graven hier al ghemeene,<br />

Ghij gravinne, ghij voochden, die sijt voorleden,<br />

Daer en isser ghebleeven thants uwer geene<br />

Maer sijt an mijnnen dans getreden<br />

Nu ghij regeert hebt beij lant en steden.<br />

Men weet dit thans wel altemalen:<br />

Ist al gheschiet na recht en reden,<br />

Soo moochdij voor Godt u loon nu halen;<br />

Ist oock soo niet, soo salt falen.<br />

Want heeft gunst of haet dat recht verkeert,<br />

Soo moetij met pijnnen dat nu betalen;<br />

Ja, ghij had voor pelgrim veel bet gaen dwalen<br />

Dan ghij u landen hebt soo gheregeert”.<br />

Weliswaar wordt er in deze tekst gesproken over een dans,<br />

maar dan bedoeld als men moet nu naar de pijpen van de<br />

dood dansen of is ondergeschikt geworden aan de dood.<br />

Dit heeft niets te maken met de dodendans zoals hiervoor<br />

besproken. Het is ter afsluiting van de serie in feite het<br />

aangeven van de moraal, dat als je binnen je stand niet juist<br />

geleefd of gehandeld hebt dan wordt je daar na je dood op<br />

afgerekend. Dit in tegenstelling tot de heraut die de serie<br />

opent en lof spreekt ter ere van de graven (de wereldlijke<br />

macht).<br />

Het is naar onze mening dan ook beter dit paneel voortaan<br />

aan te duiden als “De afrekening”.<br />

De gevelsteen is gezien het voorgaande te gemakkelijk tot<br />

een dodendans bestempeld. Wanneer en hoe de steen aan<br />

voorstellingen als deze worden<br />

soms te snel ‘dodendans’ genoemd. maar<br />

past die aanduiding wel? thon Fikkerman<br />

en Henk michels houden het begrip en<br />

deze twee voorstellingen tegen het licht.<br />

De dodendans in de marienkirche<br />

in lübeck uit het jaar 1643<br />

zijn naam komt is niet bekend. Voor zover na te gaan is de<br />

eerste vermelding van deze steen te vinden in het boek van<br />

F. Allan in 1884. Het leuke is dat daar de steen genoemd<br />

wordt als de “zoogenaamden dodendans”.<br />

In het reeds genoemde boek van Bottelier en Van<br />

Graafeiland schrijven zij dat de dood vertegenwoordigers<br />

van alle rangen en standen met zich “voert”. Maar dat is niet<br />

juist. De figuren staan los van elkaar en er wordt ook niet<br />

gedanst. Alle vier de figuren hebben een statische houding.<br />

De conclusie is dan ook dat we hier niet te maken hebben<br />

met een dodendans maar met een gesprek tussen de<br />

standen, waarbij de boer aangeeft dat de wereldlijke en<br />

geestelijke macht wel bestuurt maar dat ze niet zonder<br />

hem kunnen, waarbij de dood aangeeft dat ze uiteindelijk<br />

alledrie gelijkelijk zullen worden afgerekend op hun daden.<br />

Zullen we deze steen voortaan dan maar benoemen als<br />

“De drie standen”.<br />

Dit zou betekenen dat ook de gevelsteen die zich in Tilburg<br />

bevindt en die eind 19e eeuw is gemaakt een andere naam<br />

moet krijgen. Deze steen, gemaakt door de Haarlemse<br />

beeldhouwer Jan Verdonk, is volledig gebaseerd op de<br />

Haarlemse steen. Hetzelfde geldt voor de in lindenhout<br />

gesneden voorstelling van de gevelsteen die in 2006 is<br />

gemaakt door de heer Mart Janssen uit Heelsum. Deze<br />

werd tentoongesteld in de Hoofdwacht tijdens de open<br />

monumentendagen in 2006 en is een exacte kopie van de<br />

Haarlemse steen.<br />

Aardig is nog om te vermelden dat in “De Haarlemse<br />

Bloempjes”, een bloemlezing uit een zeventiende-eeuwse<br />

liedboekreeks, het lied Doodendans voorkomt. Daarbij is<br />

een prent afgedrukt waarvan de oorsprong niet bekend is,<br />

maar wel kan worden aangeduid als een dodendans.<br />

Zo blijft er dus voor Haarlem toch nog wat over.<br />

Thon Fikkerman en Henk Michels<br />

Adviseur en bestuurslid van de Stichting Geveltekens<br />

<strong>Vereniging</strong> <strong>Haerlem</strong><br />

3


‘Lief en Leed in Haarlems Groen’ is een tentoonstelling<br />

over Bolwerken, Begraafplaatsen en Stadsparken in<br />

Haarlem. Vanaf 21 februari te zien in het Historisch<br />

Museum Haarlem.<br />

‘Lief en Leed in Haarlems Groen’ laat duidelijk zien dat<br />

de liefde voor groen in een stad van alle tijden is.<br />

Op een sfeervolle manier brengen de samenstellers van de<br />

tentoonstelling, Annelies Aerts en Laura van der Wijden,<br />

bijgestaan door Marianne Saakes en Lars van den Bosch,<br />

de opbouw, het gebruik en de toekomst van de Haarlemse<br />

stadsparken in beeld. De bezoeker beleeft mee hoe de<br />

Haarlemmer de laatste twee eeuwen in zijn vrije tijd de<br />

drukke vieze stad wil ontvluchten en op zoek gaat naar<br />

groen.<br />

‘Lief en Leed in Haarlems Groen’ maakt op boeiende<br />

wijze zichtbaar hoe de Kennemerpoort wordt afgebroken<br />

omdat de vele koetsjes er telkens in file staan en hoe de<br />

verpauperde bolwerken veranderen in stadsparken.<br />

De tentoonstelling laat zien hoe belangrijk het groen in de<br />

stad door de eeuwen heen voor de Haarlemmers geweest is<br />

en welke invulling daaraan onder andere door de beroemde<br />

landschapsarchitect J.D. Zocher (jr.) gegeven werd.<br />

De mede door hem ontworpen monumentale begraafplaats<br />

aan de Kleverlaan waar vele bekende Haarlemmers hun<br />

laatste rustplaats hebben gevonden speelt in de tentoonstelling<br />

een bijzondere rol.<br />

‘Lief en Leed in Haarlems Groen’ is niet alleen een<br />

aanrader voor de museumbezoeker die geïnteresseerd<br />

is in het verleden van Haarlem en Zuid-Kennemerland,<br />

ook de bezoeker die belangstelling heeft voor<br />

landschapsarchitectuur zal zich zeker tot de tentoonstelling<br />

aangetrokken voelen. De bezoeker stapt onder leiding<br />

van de samenstellers van de tentoonstelling in een verhaal<br />

over opbouw en afbraak, over romantiek en tragiek, over<br />

picknicks en grafzerken, over het ‘Lief en Leed in Haarlems<br />

Groen’.<br />

Over het Historisch Museum Haarlem<br />

Het museum geeft in de vaste tentoonstelling een<br />

overzicht van de boeiende geschiedenis van Haarlem en<br />

omgeving, zoals het beleg van Haarlem in 1572, de grote<br />

stadsbrand, de komst van Vlamingen als Frans Hals, de<br />

bouw van de vleeshal, de hofjes en het droogmalen van de<br />

Haarlemmermeer. De bestaande collectie wordt aangevuld<br />

met wisseltentoonstellingen zoals nu dus ‘Lief en Leed in<br />

Haarlems Groen’.<br />

In het kader van de tentoonstelling worden o.a. fietszwerftochten<br />

langs de sporen van landschapsarchitecten<br />

Springer en Zocher in het landschap van Kennemerland<br />

georganiseerd en stadswandelingen van de Bolwerken naar<br />

de begraafplaats aan de Kleverlaan.<br />

Voor verdere informatie:<br />

info@historischmuseumhaarlem.nl<br />

www.historischmuseumhaarlem.nl<br />

telefoon 023 542 24 27<br />

aanwinst voor de sgvh<br />

Het Geloof<br />

4<br />

‘Lief en Leed<br />

8 februari <strong>2009</strong> was een heugelijke dag voor de<br />

Stichting Geveltekens want de heer J.A.H.M. van<br />

Os eigenaar van de gevelsteen “’t Geloof ” droeg<br />

de steen over aan de sgvh . Zij waren overeen<br />

gekomen dat de Stichting er voor zou zorgdragen<br />

dat de steen weer herplaatst zal worden.<br />

(het liefst natuurlijk in het pand Ridderstraat 24).<br />

De heer van J.A.H.M. Os was vroeger eigenaar<br />

van de bekende drogisterij Van der Pigge.<br />

Deze is nu in handen Jan Willem van Os.<br />

De vader van de heer van Os was een verwoed<br />

verzamelaar van antiek en oude materialen<br />

als gevelstenen. Omdat het pakhuis op de<br />

5<br />

in Haarlems Groen’<br />

Botermarkt 26 met de gevelsteen de Hoop ook<br />

bij de heer van Os in het bezit was vond hij het<br />

wel leuk om ook ’t Geloof er bij te hebben. maar<br />

hij hoorde al gauw dat deze stenen niet tot de<br />

zelfde serie behoorden. In Ridderstraat 22 zit nog<br />

steeds de Liefde. De Stichting weet waar de derde<br />

steen momenteel is ingemetseld: in Overijssel.<br />

Aan ons nu de schone taak om te kijken of we ze<br />

alle drie weer kunnen verenigingen. Tot die tijd<br />

zal de steen te bezichtigen zijn in de Hoofdwacht.<br />

Over opbouw en afbraak,<br />

over romantiek en tragiek,<br />

over picknicks en grafzerken,<br />

over het ‘lief en leed in<br />

Haarlems groen’. in het<br />

volgende nummer leest u<br />

meer over deze expositie.<br />

Martin Busker voorzitter sgvh<br />

Van de Penningmeester<br />

Ruim 1100 leden hebben inmiddels hun contributie<br />

<strong>2009</strong> betaald. Dank daarvoor, evenals voor de<br />

vele extra bijdragen. Hierbij verzoek ik de overige<br />

400 leden, die hun contributie nog niet hebben<br />

voldaan, dat zo spoedig mogelijk te doen. Het<br />

scheelt uw vereniging veel kosten en het bespaart<br />

mij veel tijd en moeite. Bovendien ontvangt u dan<br />

tijdig het Jaarboek 2008, ongetwijfeld weer een<br />

zeer lezenswaardige uitgave.<br />

Bij voorbaat dank voor uw medewerking.<br />

<strong>Historische</strong> vereniging <strong>Haerlem</strong>,<br />

de penningmeester, W.D.Slik


6 7<br />

Dit jaar is het 150 jaar<br />

geleden dat Casper ten Boom<br />

werd geboren, een markante<br />

Haarlemmer. Daan<br />

Kerkvliet zet de belangrijkste<br />

wetenswaardigheden over<br />

Ten Boom op en rij.<br />

Voor velen die hem nodig hadden:<br />

Casper Ten Boom 1859 - 1944<br />

De familie Ten Boom is in de eerste<br />

helft van de vorige eeuw bekend<br />

geworden door haar hulp aan mensen<br />

die dit nodig hadden en haar inzet<br />

voor instellingen en verenigingen.<br />

Dit jaar is het 150 jaar geleden dat<br />

Casper ten Boom op 18 mei 1859<br />

geboren werd als zoon van Willem ten<br />

Boom en Elisabeth Bel. Vader Willem<br />

begon in 1837 een horlogewinkel in<br />

de Barteljorisstraat te Haarlem, waar<br />

Casper geboren en opgegroeid is.<br />

Op 18-jarige leeftijd is Casper een<br />

eigen horloge- en juwelierswinkel<br />

begonnen in Amsterdam, waar hij<br />

in 1884 trouwt met de uit Haarlem<br />

afkomstige Cornelia Johanna Arnolda<br />

Luitingh. Uit dit huwelijk zijn 3<br />

dochters en 2 zoons geboren, waarvan<br />

er één reeds na een paar maanden<br />

overlijdt. De jongste dochter Corrie is<br />

na de Tweede Wereldoorlog vooral in<br />

de Ver. Staten heel bekend geworden<br />

door haar evangelisatiewerk.<br />

Hulpbehoevenden<br />

In de jaren dat Casper in Amsterdam<br />

woonde zette hij zich, vanuit zijn zeer<br />

christelijke geloofsovertuiging, reeds in<br />

voor armen en anderen die hulp nodig<br />

hadden. In 1892 erft Casper de winkel<br />

van zijn vader en verhuist dan naar de<br />

Barteljorisstraat in Haarlem.<br />

Ook hier zet hij zich weer volledig<br />

in voor hulpbehoevenden. Naast<br />

deze hulp heeft hij veel andere taken<br />

op zich genomen, zo was hij onder<br />

andere:<br />

redacteur van het horlogemakersvakblad<br />

Christiaan Huygens, dat<br />

wekelijks uit kwam, van 1912 tot<br />

1942 voorzitter van de Union<br />

Horlogère Alpina, voorzitter van de<br />

horlogemakersvereniging, voorzitter<br />

van de <strong>Vereniging</strong> Koninginnedag,<br />

voorzitter van de Kamer van<br />

Koophandel Haarlem, oprichter van<br />

de Dreefschool, geopend 3 september<br />

1919, en is tot zijn dood voorzitter van<br />

het schoolbestuur geweest.<br />

Onderduikers<br />

Tijdens de Duitse bezetting van<br />

ons land heeft hij zich, met zijn 2<br />

ongetrouwde dochters Corrie en Betsie,<br />

ingezet voor mensen die vervolgd<br />

werden. In hun kleine huis was altijd<br />

ruimte om vervolgden op te nemen.<br />

Speciaal voor de onderduikers is in een<br />

slaapkamer een muur gemaakt, door<br />

uit een kast de achterwand weg te<br />

nemen kon men op die manier in de<br />

gemaakte schuilplaats van 2,50 m bij<br />

0,70 m komen.<br />

Op 28 februari 1944 is in het huis een<br />

inval gedaan door de Duitsers, waarna<br />

Casper, Corrie en Betsie en nog enkele<br />

mensen die toevallig in hun huis waren<br />

gearresteerd zijn. Deze laatsten zijn<br />

spoedig vrijgelaten.<br />

De onderduikers hebben ze niet<br />

kunnen vinden. Deze konden pas<br />

na enkele dagen bevrijd worden uit<br />

hun schuilplaats, daar het huis door<br />

Duitsers in de gaten werd gehouden.<br />

Caspar en zijn dochters werden<br />

vanuit Haarlem overgebracht naar<br />

de gevangenis in Scheveningen<br />

(Oranjehotel). Casper is enkele dagen<br />

later overgebracht naar een ziekenhuis<br />

in Loosduinen en is daar op 10 maart<br />

1944 overleden.<br />

Na de oorlog is hij herbegraven op het<br />

Ereveld te Loenen (gld).<br />

In het woongedeelte achter en boven<br />

de winkel aan de Barteljorisstraat is<br />

nu het Corrie ten Boom Museum<br />

gevestigd. Hier wordt getoond hoe<br />

de familie met de onderduikers in de<br />

Tweede Wereldoorlog leefde. Ook<br />

de schuilplaats in de slaapkamer van<br />

Corrie is te zien. De ingang van het<br />

museum is in de Schoutensteeg.<br />

Daan Kerkvliet<br />

nieuwjaarsreceptie<br />

Henk Ahles richtte een dankwoord<br />

aan Leny Wijnands, voorzitter van de<br />

<strong>Historische</strong> Werkgroep een van de grote<br />

krachten achter de Haarlemse canon.<br />

Terugblik op<br />

het canonjaar<br />

Tijdens de traditionele nieuwjaarsreceptie in de<br />

Hoofdwacht werd er nog eens uitgebreid teruggeblikt<br />

op het verschijnen van de Haarlemse Canon, een<br />

werk dat onze vereniging meer dan zichtbaar heeft<br />

gemaakt. Denk aan de boekuitgave en aan de wekelijkse<br />

publiciteit in het Haarlems Dagblad.<br />

piet de Rooij<br />

sprak over de<br />

totstandkoming<br />

van de canon.<br />

De nieuwjaarsreceptie<br />

betekende ook<br />

een van de laatste<br />

optredens van<br />

george moormann<br />

in zijn functie van<br />

stadsdichter.


8<br />

In 2002 verscheen van de classicus<br />

Hans van de Venne een magistraal<br />

boek (in drie delen) over de<br />

vermaarde Haarlemse geleerde,<br />

toneelschrijver en rector van de<br />

Latijnse school Cornelius Schonaeus<br />

(1540-1611).<br />

Het boek, dat in totaal ruim 1100<br />

pagina’s telde, kostte bij de uitgever/<br />

boekhandel € 150,-, maar werd toen<br />

tegen een speciale prijs van € 100,- aan<br />

de leden van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Haerlem</strong><br />

aangeboden. Zeer veel leden hebben<br />

daar toen gebruik van gemaakt. Van<br />

de Venne promoveerde op dit boek in<br />

Nijmegen en Leuven en won daarmee<br />

eerder de <strong>Haerlem</strong>-prijs.<br />

Van de Venne heeft nu een boek<br />

afgerond over de Haarlemse schrijver<br />

en historicus Theodorus Schrevelius,<br />

1572-1649), auteur van het beroemde<br />

Harlemias, een van de belangrijkste<br />

boeken over de geschiedenis van<br />

Haarlem. Over Schrevelius was heel<br />

weinig bekend. Op grond van een<br />

enorm archiefonderzoek (vooral in<br />

Haarlem) komt Van de Venne nu met<br />

een zeer bijzonder en belangrijk boek.<br />

Het telt zo’n 375 pagina’s, is rijk geïllustreerd<br />

en zal worden uitgegeven met<br />

een harde band.<br />

Schrevelius was leerling van<br />

Schonaeus op de Latijnse School in<br />

Haarlem, studeerde in Leiden en was<br />

daar verbonden aan de zgn. Triviale<br />

School (1590-1597), werd conrector en<br />

rector van de Grote Latijnse School in<br />

Haarlem (1597-1620) en werd op verdenking<br />

van onrechtzinnigheid door<br />

het stadsbestuur ontslagen. Hij werd<br />

Meer informatie over de <strong>Vereniging</strong> <strong>Haerlem</strong> op onze website: www.haerlem.nl<br />

Colofon: <strong>Haerlem</strong> nieuwsbrief is een uitgave van de vereniging <strong>Haerlem</strong><br />

verenigingszetel: de Hoofdwacht, grote markt 17 postadres: postbus 1105<br />

2001 BC Haarlem www.haerlem.nl. Secretaris: (023) 529 39 00<br />

gironr: 377882. Het blad verschijnt vier keer per jaar. iSSn: 1570-4785<br />

Bijzondere aanbieding voor leden<br />

Nieuw boek over Schrevelius<br />

particulier schoolhouder in Leiden<br />

(1620-1625), rector van de Latijnse<br />

School in Leiden (1625-1642) en keerde<br />

uiteindelijk naar zijn geboortestad<br />

Haarlem terug. Hier schreef hij zijn<br />

Harlemum (1647), over de geschiedenis<br />

van Haarlem, in 1648 gevolgd door<br />

een Nederlandse vertaling Harlemias.<br />

Schrevelius is als Haarlems geschiedschrijver<br />

veel minder bekend dan<br />

Ampzing, wiens boek over Haarlem uit<br />

1628 dateert. Van Ampzing verscheen<br />

is 1974 een reprint, zodat veel leden<br />

van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Haerlem</strong> hebben<br />

daarvan een exemplaar in de boekenkast<br />

staan.<br />

Het boek over Schrevelius zal, net<br />

als de delen over Schonaeus, in een<br />

beperkte oplage verschijnen bij uitgeverij<br />

Florivallis, van de neolatinistwetenschapper<br />

Jan Bloemendal, die dit<br />

overigens pro deo doet.<br />

Het boek Schrevelius zal niet via de<br />

gewone boekhandel worden verkocht.<br />

Bloemendal verkoopt en verzendt<br />

‘vanaf huis’. Vermoedelijk zal alleen<br />

Boekhandel Vernout in Haarlem<br />

exemplaren verkopen. De prijs bij<br />

de uitgever en bij Vernout bedraagt<br />

€ 37,50.<br />

In overleg met de auteur en de uit gever<br />

wordt het boek Schrevelius aan leden<br />

van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Haerlem</strong> aangebo den<br />

tegen een voorintekenprijs van<br />

€ 25, een korting dus van € 12,50.<br />

U kunt in het bezit van het boek<br />

komen door vóór 30 <strong>april</strong> € 25 over te<br />

maken op giro-rekening nr. 4037389<br />

ten name van Bloemendal/Florivallis,<br />

Amersfoort, met uw naam en adresgegevens.<br />

U kunt het boek dan vanaf<br />

15 juni ophalen bij boekhandel Vernout,<br />

Warmoesstraat 10, Haarlem.<br />

De uitgever doet leden van de<br />

<strong>Vereniging</strong> <strong>Haerlem</strong> nog een tweetal<br />

andere bijzondere aanbiedingen.<br />

Van het genoemde boek over<br />

Redactie: theo van der vlugt. vormgeving: Sinas, Haarlem<br />

Foto’s: maarten van Wamel<br />

Druk: drukkerij excelsior Haarlem (sponsor)<br />

verzending: paswerk<br />

Schonaeus (3 dln) heeft hij nog<br />

enkele exemplaren. De officiële prijs<br />

daarvan bedraagt € 150. Leden van de<br />

<strong>Vereniging</strong> <strong>Haerlem</strong> betalen nu slechts<br />

€ 40. U kunt dit boek op dezelfde<br />

wijze in bezit krijgen als het boek over<br />

Schrevelius (geld overmaken vóór 30<br />

<strong>april</strong> en ophalen boek na 15 juni).<br />

Tot slot: Schonaeus was een vermaard<br />

toneelschrijver met internationaal<br />

succes. Heel populair was de komedie<br />

Iosephus (1590), dat in Haarlem<br />

in de zestiende en zeventiende eeuw<br />

meerdere keren op de Grote markt<br />

moet zijn opgevoerd. Dit (Latijnse)<br />

toneelstuk is nu met een vlotte vertaling<br />

weer te genieten in een uitgave<br />

door Jan Bloemendal e.a. De uitgave,<br />

met uitgebreide inleiding, telt 245 pag.<br />

De winkelprijs bedraagt € 25, leden<br />

van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Haerlem</strong> betalen<br />

slechts € 12,50. U kunt het boek<br />

Iosephus op dezelfde wijze in bezit<br />

krijgen als de boeken over Schrevelius<br />

en Schonaeus.<br />

Indien u naast de Schrevelius, ook<br />

de Schonaeus en/of de Iosephus wilt<br />

bestellen, dan kunt u de bedragen<br />

optellen en ineen keer overmaken.<br />

Wie nog vragen heeft, kan zich<br />

wenden tot de uitgever:<br />

jan.bloemendal@florivallis.nl<br />

Ik kan de leden van de <strong>Vereniging</strong><br />

<strong>Haerlem</strong> aanraden het boek over<br />

Schrevelius aan te schaffen. Ik heb<br />

het hele manuscript gelezen en ervan<br />

gesmuld. Voor wie van de (zeventiende-eeuwse)<br />

geschiedenis van Haarlem<br />

houdt, is het werk over Schonaeus en<br />

zijn vriendenkring een must.<br />

De Iosephus tenslotte geeft een<br />

goed idee waarom Schonaeus kon<br />

uitgroeien tot de zeer veel gespeelde<br />

en herdrukte toneelschrijver.<br />

Wim Cerutti<br />

oud-bestuurslid/secretaris<br />

<strong>Vereniging</strong> <strong>Haerlem</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!