03.09.2013 Views

HOE DE FOETUS REAGEERT OP STRESS VAN DE MOEDER Hoe ...

HOE DE FOETUS REAGEERT OP STRESS VAN DE MOEDER Hoe ...

HOE DE FOETUS REAGEERT OP STRESS VAN DE MOEDER Hoe ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

C7: Heb ik zelf benaderd.<br />

C8: Was benieuwd hoe het zou gaan en hoopte weer verder te komen in haar proces.<br />

C9: Was altijd al geïnteresseerd in regressie. Wist gevoelsmatig dat dit iets was wat ze moest doen.<br />

Op de vraag in het voorgesprek: hoe vind je dat je zelf in het leven staat?<br />

C1: Altijd haast gehad, is door therapieën over, nu meer in balans.<br />

C2: Realistisch, ik heb sterke, maar ook zwakke punten.<br />

C3: Gevoel dat ik afgeremd word, of mijzelf afrem, waardoor ik niet tot ontplooiing kan komen.<br />

C4: Goed, in evenwicht.<br />

C5: Gaat steeds beter, begrijp mijzelf steeds beter.<br />

C6: Weet ik niet.<br />

C7: Goed; nuchter, realistisch en romantisch; kleur de dingen graag.<br />

C8: Ik ben trots op mijzelf omdat ik al zoveel overwonnen heb om op eigen benen te kunnen staan.<br />

C9: Nieuwsgierig en impulsief.<br />

Zeven hebben specifek aan problemen gewerkt die ze als last ervaarden: vier door er voornamelijk zelf aan<br />

te werken en drie mede door hulp van buitenaf.<br />

Zeven waren al vertrouwd met regressie- en reïncarnatietherapie. Twee niet; deze waren benieuwd hoe het<br />

zou gaan en daardoor wat meer gespannen.<br />

Cliënt 1: vrouw, 54 jaar<br />

Haar moeder heeft last van paniekaanvallen. Haar moeder werkte bij haar oma. Dit was niet bepaald een<br />

vrije keus, het werd min of meer van haar geëist. De kortste weg naar oma was via een roeibootje naar de<br />

overkant. Door weer en wind liet de moeder zich met twee kleine kinderen overroeien, terwijl ze bang was<br />

voor water.<br />

Tijdens de prenatale fase<br />

De moeder heeft voor deze zwangerschap een miskraam gehad en is blij als ze merkt dat ze weer zwanger<br />

is, maar er is ook angst het kind te verliezen. C is eerst om haar moeder heen, ze twijfelt, zou ik het wel doen.<br />

Daar komt bij dat de moeder denkt dat het wel móét lukken, waardoor C als eerste indruk bij haar moeder<br />

ervaart: ik móét wel lukken! C verbindt zich met de foetus met 3 á 4 maanden. Ze ervaart de baarmoeder<br />

als ruim en vrij, waar ze lekker kan koppeltje duikelen.<br />

Stressmoment 1, vijfenhalve maand. Moeder realiseert zich dat het veel werk zal zijn; ze heeft al twee kleintjes en<br />

dan nog een derde erbij. Dit geeft angst en druk; angst dat ze het niet zal redden, het móét wel goed gaan met het<br />

kindje. C ervaart krapte. Ze wil er weer uit, maar dat kan niet.<br />

Haar moeder ruziet met haar vader. Ze hebben ruzie; ze wil dat mijn vader meer geld vraagt bij de boer, want ze<br />

heeft nog een mond te voeden. Hij doet dat niet.<br />

Moeder heeft dan een paniekaanval, vindt vader slap. C voelt de angst en druk daarvan.<br />

De foetus bevriest, trekt zich terug, houdt zich stil, reageert niet. Ze prikt niet meer met haar elleboog of<br />

trapt tegen de buikwand aan. Je houdt je angstig teruggetrokken, wilt niet meer opvallen. C voelt zich de ene keer<br />

wel thuis en de andere keer niet. Dit heeft te maken met het wel of niet goed gaan tussen haar ouders.<br />

Stressmoment 2, acht maanden. Haar moeder maakt nog steeds schoon bij haar moeder, ze durft niet voor<br />

zichzelf op te komen. Ze stapt in het bootje met haar twee kleintjes en tuimelt naar voren. De moeder gilt<br />

angstig. Reactie foetus is hetzelfde als hierboven. Je gaat in je schulp. Zoiets van: ik wil hier niets mee te maken<br />

hebben. Bij beide reacties zegt C dat het haar reactie is en niet die van haar moeder.<br />

Bij de bevalling voelt C spanning, maar het verloopt verder goed. Als ze net geboren is, zegt moeder:<br />

Gelukkig, deze is goed gelukt. Dat zet meteen druk op C om te presteren.<br />

Via in je schulp gaan en ik wil er niets mee te maken hebben komt C bij een vorig leven, waar een man ligt<br />

vastgebonden op een vlot op zee. Hij droogt uit en grote meeuwen pikken het vlees uit zijn lijf. Hij trekt zich<br />

in zichzelf terug en sterft pijnlijk. Na tien jaar als matroos op een schip gewerkt te hebben voor een karig<br />

loon, biedt een andere kapitein hem het driedubbele. Als hij ontdekt dat het piraten zijn, is het te laat eruit te<br />

stappen. Als hij niet meedoet, wordt hij geliquideerd. Voor zijn maten trekt hij zich terug, houdt zich stil. We<br />

waren sowieso allemaal gewelddadig. Als iemand een grote mond heeft wordt die neergestoken en overboord gegooid.<br />

De piraten worden overmeesterd door een marineschip.<br />

Op ik moet wel lukken en het moet wel lukken zit geen lading meer, C heeft al eerder regressies gedaan.<br />

2

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!