HOE DE FOETUS REAGEERT OP STRESS VAN DE MOEDER Hoe ...

HOE DE FOETUS REAGEERT OP STRESS VAN DE MOEDER Hoe ... HOE DE FOETUS REAGEERT OP STRESS VAN DE MOEDER Hoe ...

03.09.2013 Views

C voelt dat ze te snel is geïncarneerd. Ik ben in paniek gestorven en ik wilde zo snel mogelijk weer leven, leven, leven, doorgaan. Als handicap neemt ze haar eigen angst voor een te vroege dood mee, zodat ze niet kan doen waarvoor ze komt, namelijk leven en ervaren. C vertelt dat ze nu in een sterk lijf zit. Haar moeder is 97 en haar vader 80 jaar geworden. Doorwerking in het leven C heeft in dit leven een behoorlijke onberedeneerde angst: bang voor mensen in uniform en angst voor het onbekende. Was als kind niet gelukkig; ze voelde zich niet prettig binnenshuis, alleen buiten vond ze het prettig, terwijl ze toch normale, goede ouders had. Toch zegt C ook, dat er als kind een afstand was tussen haar en de moeder. Voor C was ze groot, statig en koud waardoor C bang voor haar was. Voor de moeder was het denken belangrijk (tijdens de sessie in de baarmoeder zegt C dat er geen gevoel is, geen verdriet, geen vreugde, niets). Tijdens het voorgesprek zegt ik voel me klein en ik gedraag me groot, ik laat het niet merken hoe ik mij voel, absoluut niet, want dat is niet veilig, te laten zien wie je bent. In sommige situaties ziet C de toekomst als een zwart gat, waar ze niet in wil, daardoor staat ze stil en is er geen toekomst. Haar hele leven draagt ze de twijfel mee of ze het wel goed doet, of ze het al dan niet kan. Op stressmomenten waarbij ze moet presteren reageert ze verlamd, met een black-out. Verder bij angst wat ook verlammend werkt, staat ze stokstijf en kan zich niet meer bewegen, veroorzaakt door woorden die gezegd zijn. C gaat hierbij ook iets achteruit. C heeft een soort overlevingsdrang en optimisme, wat ze van haar moeder ook kent. ‘Niet klagen maar dragen’ is een van vele typerende uitdrukkingen waar C mee is opgevoed, waardoor tevens haar emoties ondergesneeuwd zijn geraakt. Ik worstel en kom boven. Zo redeneerde haar moeder ook altijd. Conclusies C heeft veel angst gekend in haar leven. Wanneer C angstig wordt, reageert ze in het leven met achteruit gaan; in de baarmoeder drukte ze zich naar achteren. De postulaten: ‘ik zit vast, ik kan niet verder’; C stagneert in heftige situaties er is dan een zwart gat zonder toekomstvisie. Verder duikt ze in de baarmoeder omdat ze wil leven, maar gedurende de hele zwangerschap is er spanning en zonder levensplan bovendien, is er weinig toekomstvisie. Het levensplan: C ervaarde dat ze geen levensplan had gemaakt. Wel is duidelijk dat C komt om te leven en te ervaren. Haar moeder heeft een grote levensdrang en optimisme: duikt de baarmoeder in! Ze heeft in de baarmoeder al veel spanning meegemaakt en dat heeft zich doorgezet in dit leven, wat ook de nodige ervaringen voor haar heeft opgeleverd. Enkele weken na de sessie Deze sessies bevestigden wederom dat het goed is vanuit de andere dimensie, de wereld van het licht, met problemen te gaan, en niet vanuit dit aardse leven. Ze heeft het gevoel dat ze de eerste jaren overleefd heeft en nu leeft ze! Cliënt 8: vrouw, 61 jaar De moeder van cliënte 8 was gehuwd en samen met haar man had ze drie kinderen. In de Tweede Wereldoorlog waren er Duitsers in hun huis gestationeerd. De moeder vond dit wel gezellig, want ze sprak vloeiend Duits, omdat ze een periode in Duitsland had gewoond. C heeft ontdekt dat haar moeder verliefd is geworden op een Duitse offcier, die daar in huis was. Ze kreeg een kind van hem en vermoedelijk is haar vader hier achter gekomen. De moeder raakte daarna opnieuw zwanger van haar man, en het kind wat daaruit werd geboren is cliënte 8. Ze werd ruim een jaar na de Tweede Wereldoorlog geboren. Tijdens de prenatale fase Zowel haar vader als moeder zijn blij dat er een kind op komst is en dat voelt prettig voor C Bij drie maanden gaat C de foetus in: het voelt beperkt. Stressmoment 1: Bij vijf maanden: De moeder wil met deze zwangerschap iets recht zetten, waartoe ze zich enigszins 12

gedwongen voelt. Daar komt nog bij dat vader een jongetje wil en moeder gaat voelen dat het een meisje is. Ze loopt met schuldgevoelens en voelt zich machteloos, ook naar haar ongeboren kindje toe. Reactie foetus: lichtfits in haar linker hersenhelft. Voelt kleine spanning, maakt zich ruimer want wil die spanning niet voelen; wil eruit, maar dat lukt haar niet. Ze spant aan met haar spieren, waarbij ze gestrekt gaat liggen, zo wil ze die spanning van haar af zetten. Haar linkerkant voelt ongemakkelijk. Het hoort er niet bij. Ik mag er niet zijn, ik word afgewezen. Stressmoment 2: Bij zes maanden. De moeder denkt: waar ben ik aan begonnen? Er is verwarring, nog dat schuldgevoel en machteloosheid. Ook schuldgevoelens naar haar kindje, omdat ze dit niet wil. Ze is wel blij met de zwangerschap, maar het klopt niet, want het is geen jongetje. De moeder gedraagt zich naar buiten toe vrolijk, ze verdringt zo deze gevoelens. C voelt spanning in haar nek, maar dit is van de moeder en C zegt dat dit door die verwarring komt en meer een spanning is tussen hoofd en hart. Reactie foetus: ze voelt zich in de steek gelaten: ik mag er niet zijn, een gevoel van anders zijn en er niet bij te horen. Ze spant aan in haar armen, strekt zich nog steeds uit; spanning ook in de nek, voelt koude rilling. Voelt eenzaamheid en verwardheid, dit blijkt van de moeder te komen. Stressmoment 3: Bij zeven maanden. C Heeft het over accepteren en aanpassen, dat zij dat daar al doet. De vader luistert niet naar de moeder als zij vertelt hoe zij het leven en haar rol daarin ervaart. Vader is bezig met zich te profleren in de buitenwereld. Er is strijd en de moeder dreigt met weglopen. (C zegt, dat het een vrouw is die operette-zangeres had kunnen zijn, maar in plaats daarvan zit ze thuis bij haar kinderen.) C voelt zich ook machteloos, kan er niet uit; ze voelt zich afhankelijk van haar moeder en vindt dat lastig. Ze voelt zich angstig en verkrampt iets, kaken op elkaar; voelt zich niet veilig. Stressmoment 4: Bij acht maanden. De moeder zegt niet tegen de vader van C en haar zusjes en broertjes dat C een meisje is. Reactie foetus: ze wil het niet meer horen, al die verschillende verwachtingen, het resultaat is dat het niet meer hoeft voor haar, ze wil er niet uit, ze blijft in deze spanning zitten en wordt veertien dagen over tijd geboren. Doorknippen van de navelstreng geeft C zo’n verlichting! Ze voelt meer warmte en vrijheid. Ik mag er niet zijn, ik hoor er niet bij: In een vorig leven komen we bij een jongeman van twintig jaar, bij een herenhuis uit de zeventiende eeuw en een ongeluk met een koets. Het is een ruige rit en een wiel komt in de greppel terecht waardoor het wiel eraf gaat en de koets kantelt. VL wordt in de hoek gesmeten waarbij de linkerkant van zijn lichaam knel komt te zitten (C voelt bij vijf maanden of haar linkerkant er niet bij hoort). Hij klapt met zijn hoofd tegen een balk en raakt bewusteloos; hij sterft vrij snel daarna, maar blijft erboven hangen. Zijn moeder is kort na zijn geboorte gestorven en voor de rest van zijn leven werd hij verzorgd door een huishoudster die hem geen ‘moederliefde’ geeft. Zijn vader is voor zijn werk vaak op reis, wat tevens een vlucht is. Het herenhuis staat vrij geïsoleerd en hij heeft weinig contacten. Als VL twintig jaar is gaat de vader onverwacht op reis. C wil mee, maar dat mag niet. Hierna gaat hij met de koets een ritje maken. VL heeft stoer gedrag ontwikkeld om zo aandacht te krijgen en de pijn niet te hoeven voelen. Met de koetsier kan hij het goed vinden en deze is wel te porren voor een ruige rit. Dit betekent het einde van zijn leven. Levensplan C Het gaat over dat er ruimte is te communiceren. Dit is er weinig geweest in vorige levens. De oorzaak hiervan is dat ze emotioneel gekwetst is en daardoor afgesloten. De bedoeling is dat ze het leven werkelijk gaat proeven, niet zo uit boeken, maar door te ervaren. Ze kiest ouders, die er - net als in het vorig leven -, weer niet voor haar zijn. …zodat ik daardoor kan leren om dat op te lossen. Belangrijk thema is eenzaamheid. Haar voornaamste handicap is invoelingsvermogen en begrip voor eigen gevoelens. Haar voornaamste vermogen is invoelingsvermogen. C Wonderlijk is dat, want dat is ook mijn handicap. C Ziet dat haar invoelingsvermogen groot is. C De harmonie in invoelen, dus invoelen en mijzelf zijn, en niet invoelen en in die ander zitten. Dus het is tegelijkertijd mijn handicap en mijn vermogen. daar evenwicht in te vinden. Dit komt voort uit de ervaring dat ze niet naar zichzelf luistert en er ook niet naar haar wordt geluisterd. Verder heeft ze ook misbruik gemaakt van haar invoelingsvermogen. Klopt wat ze meemaakt in de baarmoeder met het levensplan? Het is om ervaringen op te doen, te leren en veel inzichten te krijgen. Volgens legt dat al de basis van de strijd in haar leven. In de baarmoeder is ze nog 13

gedwongen voelt. Daar komt nog bij dat vader een jongetje wil en moeder gaat voelen dat het een meisje is.<br />

Ze loopt met schuldgevoelens en voelt zich machteloos, ook naar haar ongeboren kindje toe.<br />

Reactie foetus: lichtfits in haar linker hersenhelft. Voelt kleine spanning, maakt zich ruimer want wil die<br />

spanning niet voelen; wil eruit, maar dat lukt haar niet. Ze spant aan met haar spieren, waarbij ze gestrekt<br />

gaat liggen, zo wil ze die spanning van haar af zetten.<br />

Haar linkerkant voelt ongemakkelijk. Het hoort er niet bij. Ik mag er niet zijn, ik word afgewezen.<br />

Stressmoment 2:<br />

Bij zes maanden. De moeder denkt: waar ben ik aan begonnen? Er is verwarring, nog dat schuldgevoel en<br />

machteloosheid. Ook schuldgevoelens naar haar kindje, omdat ze dit niet wil. Ze is wel blij met de<br />

zwangerschap, maar het klopt niet, want het is geen jongetje. De moeder gedraagt zich naar buiten toe<br />

vrolijk, ze verdringt zo deze gevoelens.<br />

C voelt spanning in haar nek, maar dit is van de moeder en C zegt dat dit door die verwarring komt en<br />

meer een spanning is tussen hoofd en hart.<br />

Reactie foetus: ze voelt zich in de steek gelaten: ik mag er niet zijn, een gevoel van anders zijn en er niet bij<br />

te horen. Ze spant aan in haar armen, strekt zich nog steeds uit; spanning ook in de nek, voelt koude rilling.<br />

Voelt eenzaamheid en verwardheid, dit blijkt van de moeder te komen.<br />

Stressmoment 3:<br />

Bij zeven maanden. C Heeft het over accepteren en aanpassen, dat zij dat daar al doet. De vader luistert niet<br />

naar de moeder als zij vertelt hoe zij het leven en haar rol daarin ervaart. Vader is bezig met zich te<br />

profleren in de buitenwereld. Er is strijd en de moeder dreigt met weglopen. (C zegt, dat het een vrouw is<br />

die operette-zangeres had kunnen zijn, maar in plaats daarvan zit ze thuis bij haar kinderen.) C voelt zich<br />

ook machteloos, kan er niet uit; ze voelt zich afhankelijk van haar moeder en vindt dat lastig. Ze voelt zich<br />

angstig en verkrampt iets, kaken op elkaar; voelt zich niet veilig.<br />

Stressmoment 4:<br />

Bij acht maanden. De moeder zegt niet tegen de vader van C en haar zusjes en broertjes dat C een meisje<br />

is. Reactie foetus: ze wil het niet meer horen, al die verschillende verwachtingen, het resultaat is dat het niet<br />

meer hoeft voor haar, ze wil er niet uit, ze blijft in deze spanning zitten en wordt veertien dagen over tijd<br />

geboren.<br />

Doorknippen van de navelstreng geeft C zo’n verlichting! Ze voelt meer warmte en vrijheid.<br />

Ik mag er niet zijn, ik hoor er niet bij: In een vorig leven komen we bij een jongeman van twintig jaar, bij een<br />

herenhuis uit de zeventiende eeuw en een ongeluk met een koets. Het is een ruige rit en een wiel komt in<br />

de greppel terecht waardoor het wiel eraf gaat en de koets kantelt. VL wordt in de hoek gesmeten waarbij<br />

de linkerkant van zijn lichaam knel komt te zitten (C voelt bij vijf maanden of haar linkerkant er niet bij<br />

hoort). Hij klapt met zijn hoofd tegen een balk en raakt bewusteloos; hij sterft vrij snel daarna, maar blijft<br />

erboven hangen.<br />

Zijn moeder is kort na zijn geboorte gestorven en voor de rest van zijn leven werd hij verzorgd door een<br />

huishoudster die hem geen ‘moederliefde’ geeft. Zijn vader is voor zijn werk vaak op reis, wat tevens een<br />

vlucht is. Het herenhuis staat vrij geïsoleerd en hij heeft weinig contacten. Als VL twintig jaar is gaat de vader<br />

onverwacht op reis. C wil mee, maar dat mag niet. Hierna gaat hij met de koets een ritje maken. VL heeft<br />

stoer gedrag ontwikkeld om zo aandacht te krijgen en de pijn niet te hoeven voelen. Met de koetsier kan hij<br />

het goed vinden en deze is wel te porren voor een ruige rit. Dit betekent het einde van zijn leven.<br />

Levensplan<br />

C Het gaat over dat er ruimte is te communiceren. Dit is er weinig geweest in vorige levens. De oorzaak hiervan<br />

is dat ze emotioneel gekwetst is en daardoor afgesloten.<br />

De bedoeling is dat ze het leven werkelijk gaat proeven, niet zo uit boeken, maar door te ervaren. Ze kiest<br />

ouders, die er - net als in het vorig leven -, weer niet voor haar zijn.<br />

…zodat ik daardoor kan leren om dat op te lossen. Belangrijk thema is eenzaamheid.<br />

Haar voornaamste handicap is invoelingsvermogen en begrip voor eigen gevoelens.<br />

Haar voornaamste vermogen is invoelingsvermogen. C Wonderlijk is dat, want dat is ook mijn handicap. C Ziet<br />

dat haar invoelingsvermogen groot is. C De harmonie in invoelen, dus invoelen en mijzelf zijn, en niet invoelen en<br />

in die ander zitten. Dus het is tegelijkertijd mijn handicap en mijn vermogen. daar evenwicht in te vinden. Dit komt<br />

voort uit de ervaring dat ze niet naar zichzelf luistert en er ook niet naar haar wordt geluisterd. Verder heeft<br />

ze ook misbruik gemaakt van haar invoelingsvermogen.<br />

Klopt wat ze meemaakt in de baarmoeder met het levensplan? Het is om ervaringen op te doen, te leren en<br />

veel inzichten te krijgen. Volgens legt dat al de basis van de strijd in haar leven. In de baarmoeder is ze nog<br />

13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!