Meetverantwoording cliëntgebonden indicatoren ... - Zichtbare Zorg
Meetverantwoording cliëntgebonden indicatoren ... - Zichtbare Zorg Meetverantwoording cliëntgebonden indicatoren ... - Zichtbare Zorg
woonruimte)). Dit komt overeen met het validatierapport, maar de betekenis van deze variantie blijft vooralsnog onduidelijk. Hiernaar zou nader onderzoek moeten worden gedaan. Het effect van casemixadjustment was overigens doorgaans gering. − Een laatste punt voor toekomstig onderzoek betreft het gedrag van kleine organisatorische eenheden in vergelijkende multi-level analyses. Hoe kleiner de eenheid, hoe groter het betrouwbaarheidsinterval en hoe kleiner de kans op onderscheid met het algemene gemiddelde. Op zichzelf is dit volkomen legitiem: bij kleine aantallen is er minder zekerheid en dit dient te worden meegenomen in de interpretatie van de gegevens en dus ook in de sterindeling. Aan de andere kant is het ook van belang te achterhalen bij hoeveel waarnemingen onderscheid met het algemeen gemiddelde nog mogelijk is. Het CKZ zal op korte termijn een nadere analyse uitvoeren van de CQI uitkomsten bij kleine OE’s. Op grond hiervan kunnen zo nodig nadere richtlijnen worden gesteld over de absolute ondergrens die moet worden gesteld bij het bewerken van de gegevens en wanneer die ondergrens moet worden toegepast: voor het opschonen (zoals nu gebeurd is) of erna. 18
Literatuur Diez Roux, A. V. (2002). A glossary for multilevel analysis. J.Epidemiol.Community Health, 56, 588- 594. Sixma, H. & Delnoij, D. (2007). Handboek CQI meetinstrumenten: een handleiding voor de ontwikkeling en het gebruik van Consumer Quality Index (CQI) vragenlijsten. Utrecht: NIVEL. Veen, J. A. H. (2007). Kwaliteitskader verantwoorde zorg. Wiegers, T. A., Stubbe, J. H., & Triemstra, M. (2007). Ontwikkeling van een CQ-Index voor verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg: kwaliteit van zorg volgens bewoners. Utrecht: NIVEL. 19
- Page 1 and 2: Meetverantwoording cliëntgebonden
- Page 3 and 4: 1 Inleiding Op initiatief van de St
- Page 5 and 6: dan tien respondenten aanleverden z
- Page 7 and 8: mee te nemen. Hetzelfde geldt voor
- Page 9 and 10: Tabel 3.1 toont de resultaten van d
- Page 11 and 12: 4 Casemix adjustment Het CKZ heeft
- Page 13 and 14: Tabel 4.2 geeft de ICC’s weer voo
- Page 15 and 16: aadt meetbureaus echter af om dit t
- Page 17: ijvoorbeeld ervaren bejegening in e
- Page 21 and 22: 1 Inleiding 1.1 CQ-index Verpleging
- Page 23 and 24: het Jaardocument. In de Verpleging
- Page 25 and 26: Toewijzen van contactpersonen bij d
- Page 27 and 28: . Voorbereiding vertegenwoordigersr
- Page 29 and 30: c. Steekproeftrekking en voorbereid
- Page 31 and 32: Bijlage II Bijlagen Richtlijnen Cli
- Page 33 and 34: f. ernstige psychiatrische problema
- Page 35 and 36: Bijlage 1c Registratieformulier ste
- Page 37 and 38: Bijlage 1d Algemene instructie voor
- Page 39 and 40: ….”. Doe dit niet standaard, ma
- Page 41 and 42: De exclusiecriteria zijn: a. bewone
- Page 43 and 44: In de pilot Verantwoorde zorg (in 2
- Page 45 and 46: 4) Kenmerken van de selectielijst v
- Page 47 and 48: Vragen? Als u nog vragen heeft, dan
- Page 49 and 50: Bijlage 3b Richtlijn steekproeftrek
- Page 51 and 52: De code van het bureau (meetorganis
- Page 53 and 54: 4) Kenmerken van selectiebestand va
- Page 55 and 56: naar [contactpersoon], e-mailadres
- Page 57 and 58: Bijlage III Brief aan meetbureaus,
- Page 59 and 60: 3. Het Model Logboek zoals dat er n
- Page 61 and 62: 5. centrale database. Tot slot Tot
- Page 63: Tabel B1.2 Parameters voor sterinde
woonruimte)). Dit komt overeen met het validatierapport, maar de betekenis van deze variantie<br />
blijft vooralsnog onduidelijk. Hiernaar zou nader onderzoek moeten worden gedaan. Het effect van<br />
casemixadjustment was overigens doorgaans gering.<br />
− Een laatste punt voor toekomstig onderzoek betreft het gedrag van kleine organisatorische<br />
eenheden in vergelijkende multi-level analyses. Hoe kleiner de eenheid, hoe groter het<br />
betrouwbaarheidsinterval en hoe kleiner de kans op onderscheid met het algemene gemiddelde.<br />
Op zichzelf is dit volkomen legitiem: bij kleine aantallen is er minder zekerheid en dit dient te<br />
worden meegenomen in de interpretatie van de gegevens en dus ook in de sterindeling. Aan de<br />
andere kant is het ook van belang te achterhalen bij hoeveel waarnemingen onderscheid met het<br />
algemeen gemiddelde nog mogelijk is. Het CKZ zal op korte termijn een nadere analyse uitvoeren<br />
van de CQI uitkomsten bij kleine OE’s. Op grond hiervan kunnen zo nodig nadere richtlijnen<br />
worden gesteld over de absolute ondergrens die moet worden gesteld bij het bewerken van de<br />
gegevens en wanneer die ondergrens moet worden toegepast: voor het opschonen (zoals nu<br />
gebeurd is) of erna.<br />
18