Dortmund II en Dortmund II

Gebruikershandleiding
Carflex Dortmund II
(De)montageapparaat
Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave
Carflex Dortmund II
1. Algemene informatie 3
2. Technische gegevens 3
3. Veiligheid 3
4. Transport en uitpakken 5
5. Structuur van het demontageapparaat 6
6. Installatie 7
7. Inspectie vooraf 7
8. Gebruik van het apparaat 8
8.1 Gebruik van de hieldrukker 8
8.2 Gebruik van de wielklemmen 8
8.3 Demontage van de band 9
8.4 Montage van de band 10
9. Routine onderhoud 11
10. Verplaatsen van de apparatuur 12
11. Opslag en demontage 12
12. Diagram van de voornaamste onderdelen 13
12.1 Kleine cilinder en rotatietafel 13
12.2 Hieldrukker 14
12.3 Grote cilinder 14
12.4 Zeshoekige arm en duckhead 15
12.5 Chassis 15
12.6 Turbo 16
12.7 Voetpedalen 17
12.8 Hulparm 18
13. Meest voorkomende vragen 20
- 2 -

1. Algemene informatie
Carflex Dortmund II
Het apparaat is ontwikkeld voor de demontage en montage van autobanden en kleine
truckbanden met een velgdiameter van 12-22” en een maximum diameter van 990 mm.
Het apparaat is uitgerust met een hulparm, welke uitermate geschikt is voor de
(de)montage van platte banden. Gebruik anders dan beschreven in deze handleiding
wordt aangemerkt als onjuist en is derhalve niet toegestaan. Alvorens te starten met het
gebruik van het demontage- apparaat dient de gebruikershandleiding zorgvuldig gelezen
te worden. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats, zodat deze ook in de toekomst
kan worden geraadpleegd. Raadpleeg eventueel deskundige personen om misverstanden
te voorkomen. Tot slot is het van belang dat deze machine niet wordt gebruikt in een
ruimte waar de temperatuur lager is dan 0 °C of in een ruimte die meer dan 1.000 meter
boven zeeniveau ligt.
2. Technische gegevens
Vermogenstoevoer 380V 50/60Hz
Wielklemmen buitenkant 10 – 20 inch
Wielklemmen binnenkant 12 – 22 inch
Diameter wiel (max) 990 mm
Aanbevolen werkdruk 8 – 10 bar
Kracht hieldrukker (10 bar) 2.700 kg
3. Veiligheid
Gewicht (standaard) 190 kg
Geluid bij gebruik < 70 dB
Het demontageapparaat mag alleen gebruikt worden door geautoriseerde gebruikers die
een professionele training hebben doorlopen. Werkzaamheden aan het apparaat mogen
slechts worden uitgevoerd door deskundig personeel. Raadpleeg bij twijfel altijd uw
dealer.
Het demontageapparaat is uitgerust met een pneumatische veiligheidsklep die ervoor
zorgt dat de druk in het luchtsysteem van het apparaat nooit de 3,5 bar overschrijdt.
Wanneer deze klep beschadigd is mag het apparaat niet gebruikt worden. Tevens is het
verboden de veiligheidsklep te demonteren.
- 3 -

Carflex Dortmund II
Het apparaat is voorzien van een aantal veiligheidstekens. Wanneer (één van) deze
tekens ontbreken, mag het apparaat niet gebruikt worden. Het is van groot belang dat de
tekens altijd zichtbaar en goed leesbaar zijn voor de gebruiker en omstanders.
Houdt uw handen
nooit tussen de
hieldrukker en het
apparaat
Blijf van de velgrand
af tijdens het
demonteren terwijl de
cilinder geopend is
Pas op bij het aan- en
afsluiten van de
luchttoevoer.
- 4 -
Houdt uw lichaam en
materialen weg bij de
hieldrukker tijdens de
demontage van de band
Gevaarlijk:
stroomtoevoer met een
hoog voltage!
Ga niet achter de paal
staan wanneer het
apparaat in gebruik is.

Houdt uw hoofd en
handen altijd weg bij
de rotatietafel.
Houdt uw hoofd en
handen altijd weg bij
de wielklemmen.
4. Transport en uitpakken
Carflex Dortmund II
Controleer voor montage
altijd of de velg en de band
bij elkaar passen. Controleer
tevens de luchtdruk
waarmee de band wordt
opgeblazen.
Zet nooit meer dan 16 bar op het
luchtsysteem.
Houdt uw handen altijd op de
toegestane plekken.
Het demontageapparaat kan op twee manieren vervoerd worden, namelijk niet
opgebouwd in een krat op een pallet of opgebouwd op een pallet. De pallet dient
verplaatst te worden met behulp van een heftruck.
Bij het gebruik van een heftruck dient altijd de positie
aangenomen te worden die is weergegeven in figuur A/2.
De machine weegt (exclusief hulparm) ingepakt circa 246
kilogram.
Na het uitpakken dient de machine geassembleerd te worden. Allereerst dient de kolom
vastgezet te worden op de box van het apparaat met behulp van een as (zie hoofdstuk
12). Vervolgens kunnen de overige accessoires op de box gemonteerd worden met een
schroevendraaier.
De houder van de emmer voor bandenvet dient vastgezet te worden in de daarvoor
bestemde gaten, zoals weergegeven in figuur B/2. Controleer na het uitpakken goed of
alle onderdelen aanwezig zijn en de apparatuur onbeschadigd is.
Bepaalde onderdelen zijn voorzien van een beschermlaag om
roest tegen te gaan. Indien nodig dient u voor gebruik deze laag
te verwijderen.
- 5 -

Carflex Dortmund II
De hulparm moet aan de rechterzijde van het chassis bevestigd
worden, boven de arm van de hieldrukker. Voor de
bevestigingsbouten zijn reeds vier gaten aangebracht in het chassis.
Aangeraden wordt de montage van de hulparm te laten uitvoeren
door een deskundig persoon.
5. Structuur van het demontageapparaat
1. Voetpedaal voor besturing rotatietafel
2. Rotatietafel
3. Voetpedaal voor besturing hieldrukker*
4. Arm hieldrukker
5. Voetpedaal voor besturing wielklemmen
6. Wielklemmen
7. Voetpedaal voor besturing kolom
8. Kolom
9. Vergrendelhendel voor paal
10. Zeshoekige paal
11. Bandijzer
12. Beschermzetel
13. Hieldrukrubber
14. Hieldrukker
15. Emmer voor bandenvet
16. Duckhead
* Bij het nieuwe type zit dit pedaal aan de zijkant voor het
hieldrukrubber
1) Controlepaneel hulparm
2) Hulprol
3) Arm hulprol
4) Hulpschijf
5) Glijplaat hulparm
6) Arm hielneerhouder
7) Bevestigingsplaat hulparm
8) Hielneerhouder
- 6 -

6. Installatie
Carflex Dortmund II
De benodigde werkruimte voor het demontageapparaat is 1.400 (breedte) bij 1.685
(diepte) mm. Bewaar altijd een afstand van 500 mm tot een muur teneinde een goede
luchtcirculatie te waarborgen. Installeer het apparaat op een stevige en egale ondergrond.
Het chassis is voorzien van een viertal verankeringsstrips en kan met (anker) schroeven
aan de vloer bevestigd worden.
Vervolgens dient het apparaat aangesloten te worden op de luchttoevoer. Hiertoe dient
allereerst het voetpedaal voor de besturing van
de wielklemmen naar beneden gedrukt te
worden om te voorkomen dat de klemmen per
ongeluk losschieten. Sluit daarna het
opblaaspistool aan (zie de figuur hiernaast) en
sluit het apparaat aan op de luchttoevoer
(aanbevolen werkdruk is 8-10 bar). Gebruik
daarbij een luchtslang met een binnendiameter van 7 of 8 mm.
Belangrijk: zet nooit meer dan 16 bar op het luchtsysteem!!!
Na de aansluiting op de luchttoevoer kan het apparaat worden aangesloten op de
stroomtoevoer. Controleer altijd eerst of de werkelijke stroomtoevoer overeenkomt met
het voor het apparaat benodigde voltage. Het is van groot belang dat de aansluiting op
de stroomtoevoer wordt verricht door een deskundig persoon. Raadpleeg bij twijfel altijd
uw dealer. Zorg er daarnaast altijd voor dat u uit de buurt blijft bij de operationele
onderdelen van het apparaat tijdens de aansluiting op de stroomtoevoer.
7. Inspectie vooraf
Wanneer de machine volledig geassembleerd is, dient stap voor stap geïnspecteerd te
worden of het apparaat correct werkt.
1. Druk het voetpedaal voor de besturing van de rotatietafel (1) naar beneden en de
tafel draait met de klok mee. Haal het voetpedaal naar boven en de tafel draait tegen
de klok in.
2. Trek de arm van de hieldrukker (4) handmatig open en druk vervolgens het
voetpedaal voor de besturing van de hieldrukker (3) naar beneden. De hieldrukker
sluit zich nu automatisch.
3. Druk het voetpedaal voor de besturing van de wielklemmen (5) naar benden en de
vier wielklemmen (6) gaan open. Druk het pedaal nogmaals naar benden en de
wielklemmen sluiten.
- 7 -

Carflex Dortmund II
4. Druk het voetpedaal voor de besturing van de kolom (7) naar beneden en de kolom
(8) kantelt naar achter in de niet werkende positie. Druk het voetpedaal nogmaals in
om de kolom in zijn oorspronkelijke positie terug te brengen.
5. Druk de vergrendelhendel (9) in en de zeshoekige paal (10) wordt in zijn positie
vastgezet. Tegelijkertijd wordt de duckhead omhoog gehaald tot 2 mm van de
velgrand. Druk de vergrendelhendel de andere kant op om de zeshoekige paal te
ontgrendelen.
6. Nadat de voetpedalen voor de besturing van de hieldrukker en de wielklemmen twee-
tot driemaal zijn ingedrukt, dient gecontroleerd te worden of de olieverdeler één
druppel olie opneemt. Inspecteer de olieverdeler regelmatig en stel deze indien nodig
bij.
8. Gebruik van het apparaat
8.1 Gebruik van de hieldrukker
Bij het gebruik van de hieldrukker komen grote krachten vrij. Oplettendheid van de
gebruiker is derhalve van groot belang! Wanneer het voetpedaal voor de besturing van
de hieldrukker gebruikt wordt, gaat de hieldrukker met grote snelheid en enorme kracht
op en neer. Elk object dat in de buurt van de hieldrukker komt loopt het risico zwaar
beschadigd te geraken.
Alvorens de machine te gebruiken, is het van groot belang dat alle objecten aan beide
zijden van de band of de velg worden verwijderd.
1) Laat de band volledig leeglopen en verwijder het ventiel
2) Sluit de wielklemmen volledig
3) Druk de arm van de hieldrukker handmatig naar buiten
en plaats het wiel tegen het hieldrukrubber. Plaats de
hieldrukker tegen het wiel circa 1 cm van de velgrand
(let op dat de velgrand niet geraakt wordt).
4) Houdt het voetpedaal voor de besturing van de hieldrukker naar benden gedrukt en
druk de hieldrukker naar binnen. Herhaal deze stap op diverse plaatsen zodat de
band en de velg van elkaar loskomen.
8.2 Gebruik van de wielklemmen
Alvorens het wiel vast te zetten met de wielklemmen, dienen alle balanceergewichten
van het wiel verwijderd te worden. Het vastzetten van het wiel kan zowel aan de
binnenkant als aan de buitenkant. Zorg er altijd voor dat uw handen uit de buurt van de
wielklemmen blijven en zorg ervoor dat het wiel altijd met alle vier de klemmen wordt
vastgezet.
- 8 -

Wielklemmen buitenkant (10 – 20 inch)
Carflex Dortmund II
Druk het voetpedaal voor de besturing van de wielklemmen
naar de middelste positie. Plaat het wiel te midden van de
vier wielklemmen en druk vervolgens het voetpedaal naar
beneden. Zorg ervoor dat het wiel wordt vastgezet door alle
vier de wielklemmen.
Wielklemmen binnenkant (12 – 22 inch)
Druk het voetpedaal voor de besturing van de wielklemmen
naar beneden totdat de vier wielklemmen volledig gesloten
zijn. Plaats het wiel op de tafel waarbij de velgrand over de
vier wielklemmen heen valt. Laat vervolgens het voetpedaal
weer naar boven komen zodat de wielklemmen naar buiten
komen en de het wiel op deze manier vanuit de binnenkant vastzet.
8.3 Demontage van de band
Demontage zonder de hulparm
Wanneer het wiel met behulp van de wielklemmen is vastgezet, kan de band van het wiel
gedemonteerd worden. Zorg er allereerst voor dat de kolom in de normale positie wordt
geplaatst. Positioneer de duckhead vervolgens handmatig en druk op de
vergrendelhendel het luchtventiel in zodat de zeshoekige arm vergrendeld worden en de
duckhead automatisch op 2mm van de velgrand wordt vastgezet. Demonteer vervolgens
de band met behulp van een bandijzer. Indien aanwezig dient de binnenband verwijderd
te worden. Wanneer de band volledig is losgemaakt van het wiel, dient het voetpedaal
voor de besturing van de kolom naar beneden gedrukt te worden zodat de kolom naar
achter kantelt. Verwijder nu de band van het wiel.
Demontage met de hulparm
Wanneer het wiel met behulp van de hielneerhouder en de
wielklemmen is vastgezet (zie figuur), kan de band van het
wiel gedemonteerd worden. Zorg er allereerst voor dat de
kolom in de normale positie wordt geplaatst. Positioneer de
duckhead vervolgens handmatig en druk op de
vergrendelhendel het luchtventiel in zodat de zeshoekige arm vergrendeld worden en de
duckhead automatisch op 2mm van de velgrand wordt vastgezet.
Demonteer vervolgens de band met behulp van een bandijzer. De
hulprol kan daarbij als hulpmiddel worden gebruikt door de band
omlaag te drukken. Indien aanwezig dient de binnenband
verwijderd te worden.
- 9 -

Carflex Dortmund II
Indien de binnenkant van de band klemt op de velg, kan gebruik
worden gemaakt van de hulpschijf. Wanneer de band volledig is
losgemaakt van het wiel, dient het voetpedaal voor de besturing
van de kolom naar beneden gedrukt te worden zodat de kolom
naar achter kantelt. Verwijder nu de band van het wiel.
Belangrijk: houdt uw hoofd en handen altijd op voldoende afstand van de
rotatietafel om ongelukken te voorkomen.
8.4 Montage van de band
Montage zonder de hulparm
Alvorens te starten met de montage van een band, is het van zeer groot belang dat het
wiel en de band goed gecontroleerd worden. Hierdoor wordt voorkomen dat de band
tijdens de montage ontploft. Zorg er in ieder geval voor dat:
- de band niet is beschadigd;
- het wiel niet beschadigd of vervormd is;
- de diameter van het wiel en de band gelijk zijn.
Wanneer één van bovenstaande punten zich voordoet, mag de band niet op de velg
gemonteerd worden. Doen geen van deze punten zich voor, dan dienen zowel het wiel als
de band ingevet te worden met daarvoor bestemd bandenvet. Voor zover dit niet het
geval is, dient het wiel met behulp van de wielklemmen vastgezet te worden en dient de
kolom met behulp van het voetpedaal voor de besturing van de kolom in de normale
werkpositie geplaatst te worden.
Belangrijk: zorg dat uw handen niet tussen de band en het wiel terecht kunnen
komen om ongelukken te voorkomen.
Positioneer de duckhead vervolgens handmatig en druk het luchtventiel op de
vergrendelhendel daarna in zodat de zeshoekige arm vergrendeld worden en de
duckhead automatisch op 2mm van de velgrand wordt vastgezet. Wanneer een band
gemonteerd wordt die net gedemonteerd is, dan is het niet nodig de zeshoekige paal
telkens opnieuw vast te zetten.
Houdt de band vervolgens vast zodat de rand van de band door
de duckhead onder de velgrand wordt geduwd (zie figuur). Druk
nu het voetpedaal voor de besturing van de rotatietafel naar
beneden, waardoor de tafel met de klok mee gaat draaien en de
rand van de band volledig binnen de velgrand wordt gedrukt.
Indien aanwezig dient de binnenband geplaatst te worden.
- 10 -

Carflex Dortmund II
Wanneer de band met een zijde volledig binnen de velgrand is gedrukt, dient de andere
zijde van de band op een gelijke manier binnen de velgrand gedrukt te worden. Wanneer
de band volledig op het wiel gemonteerd is, kan de kolom naar achter gekanteld worden.
Vervolgens kunnen de wielklemmen geopend worden, waarna het wiel van de tafel
gehaald kan worden.
Montage met de hulparm
Het monteren van een band met behulp van de hulparm verloopt op dezelfde wijze als
zonder hulparm, echter de montage wordt vereenvoudigd door
het gebruik van de hulprol en de hielneerhouder. Met behulp van
de hulprol kan de band onder de duckhead gehouden worden. De
hielneerhouder houdt de rand van de band in de montagegroef
van de velg. De hielneerhouder draait tijdens de montage met de
band mee.
9. Routine onderhoud
1. Sluit de vermogenstoevoer af.
2. Sluit de luchttoevoer af.
3. Inspecteer het oliepeil tweewekelijks en vul waar nodig als volgt bij:
A. Open het smeermiddel reservoir
B. Vul het reservoir met Rodac pneumatische olie RA8656N.
4. Controleer, nadat de voetpedalen voor de besturing van de hieldrukker en de
wielklemmen twee- tot driemaal zijn ingedrukt, elke drie dagen of de olieverdeler één
druppel olie opneemt. Stel indien nodig de olieverdeler bij.
5. Maak de machine elke dag schoon om te voorkomen dat de glijroute van de
wielklemmen verstopt raken met vuil.
6. Controleer of alle hulpmiddelen voor de veiligheid nog aanwezig en onbeschadigd zijn
(zie hoofdstuk 3).
7. Inspecteer het watervolume in de gas-water scheider (1). Het
watervolume mag niet boven het rode streepje (2) uitkomen.
Draai indien nodig het afvoerknopje (3) met de klok mee, zodat
het overtollige water kan worden afgevoerd.
8. Maak eenmaal per maand de luchtbehandelingsset (zie figuur)
schoon.
- 11 -

Carflex Dortmund II
10. Verplaatsen van de apparatuur
Wanneer u de machine wilt verplaatsen dienen de volgende stappen te worden
doorlopen:
1) Sluit de wielklemmen totdat deze geheeld in het midden gepositioneerd zijn;
2) Draai de tafel zodat deze in een rechte positie
boven het chassis staat (zie figuur L);
3) Sluit de stroom- en luchttoevoer af;
4) Beweeg de arm van de hieldrukker naar binnen;
5) Gebruik een riem of band met een minimale
wijdte van 60 mm om de machine op te beuren
conform figuur M;
6) Hang de eerste riem aan de arm waarin de
zeshoekige arm is bevestigd (zie figuur M);
L
M
7) Hang de tweede riem in de twee inkepingen aan de zijkant van de tafel (zie figuur M);
8) Bevestig de twee riemen aan een haak boven het midden van het apparaat (zie figuur
M);
9) Til het apparaat op aan de haak en verplaats het.
11. Opslag en demontage
Wanneer de machine voor langere tijd wordt opgeslagen, dient alle toevoer afgesloten te
worden. Tevens dienen alle vloeistoffen en oliën uit het apparaat verwijderd te worden en
dienen de reservoirs goed schoongemaakt te worden. Sluit alles vervolgens goed af om
te voorkomen dat stof of ander ongewenst materiaal binnen kan komen.
Als de levensduur van het apparaat verstreken is en de machine geen dienst meer doet,
dienen zowel de stroom- als de luchttoevoer afgesloten te worden. De onderdelen van de
machine dienen verwijderd en/of vernietigd te worden conform de geldende wetgeving.
- 12 -

Carflex Dortmund II
12. Diagram van de voornaamste onderdelen
12.1 Kleine cilinder en rotatietafel
- 13 -

12.2 Hieldrukker
12.3 Grote cilinder
Carflex Dortmund II
- 14 -

12.4 Zeshoekige arm en duckhead
12.5 Chassis
Carflex Dortmund II
- 15 -

12.6 Turbo
Carflex Dortmund II
- 16 -

12.7 Voetpedalen
Carflex Dortmund II
- 17 -

12.8 Hulparm
Carflex Dortmund II
- 18 -

Carflex Dortmund II
- 19 -

13. Meest voorkomende vragen
Carflex Dortmund II
Probleem: de tafel draait niet wanneer het voetpedaal voor de besturing van de
rotatietafel naar beneden wordt gedrukt.
Reden: de stekker is niet goed aangesloten of er is geen stroomtoevoer.
Oplossing: sluit de stekker goed aan en controleer de stroomtoevoer.
Probleem: het apparaat reageert niet wanneer één van de overige voetpedalen wordt
ingedrukt of de vergrendelhendel wordt gedraaid.
Reden: de luchtslang is ernstig geknikt of er is geen luchttoevoer.
Oplossing: controleer of vervang de luchtslang en controleer de luchttoevoer.
Indien deze oplossing niet het gewenste effect tot gevolg hebben, raadpleeg dan uw
dealer.
- 20 -