02.09.2013 Views

Lkol R. Brunsting - Nederlandse Officieren Vereniging

Lkol R. Brunsting - Nederlandse Officieren Vereniging

Lkol R. Brunsting - Nederlandse Officieren Vereniging

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

14 | Carré 7 | 2012<br />

vierkant beschouwd<br />

Beste Peer,<br />

Allereerst mijn complimenten voor jouw uitgebreide artikel “Het beste toestel voor de beste prijs”<br />

over de vervanging van de F-16. Als opiniërend artikel is het mijns inziens geslaagd in de zin dat het<br />

goed gebruik maakt van achtergrondinformatie om een bepaald beeld te schetsen en de lezer aan het<br />

denken te zetten zonder dat deze nu gedwongen wordt zich aan een standpunt te conformeren.<br />

Dat wil overigens niet zeggen dat ik het inhoudelijk met<br />

het artikel eens ben maar dat hoeft dan ook niet. Wel<br />

heb ik de behoefte, mede naar aanleiding van enkele<br />

reacties die wij als redactie van de Carré op het artikel<br />

hebben ontvangen, om op je artikel en de commotie die<br />

het kennelijk heeft veroorzaakt te reageren.<br />

Uit de ontvangen reacties kwam naar voren dat het<br />

schrijven en publiceren van een opiniërend artikel dat<br />

inhoudelijk lijkt in te druisen tegen de gevestigde opvattingen<br />

over dat onderwerp heel erg dapper wordt<br />

gevonden maar nog vaker grote woede en onbegrip<br />

opwekt en aanleiding geeft de scribent als persoon te<br />

verketteren en als niet loyaal aan de defensie organisatie<br />

te kwalificeren. Kennelijk gaan die gevoelens zover dat<br />

in plaats van de discussie aan te gaan en met een inhoudelijke<br />

tegenreactie te komen ervoor wordt gekozen<br />

om zich volledig af te sluiten van de bron van ergernis<br />

en te volstaan met de mededeling dat men naar aanleiding<br />

van het artikel geen exemplaren van de Carré meer<br />

wenst te ontvangen. Een enkele reactie riep zelfs op tot<br />

censuur van dergelijke artikelen. Nu is het ieders goed<br />

recht om te reageren op de wijze die men voorstaat<br />

maar het heeft ook iets merkwaardigs. Kennelijk moet je<br />

heel erg dapper zijn om binnen de krijgsmacht een afwijkende<br />

mening te ventileren omdat die afwijkende mening<br />

kennelijk niet wordt gezien als een mogelijkheid om<br />

eens stil te staan bij de ratio achter het eigen denken en<br />

doen, maar als een vorm van insubordinatie die zo snel<br />

mogelijk de kop moet worden ingedrukt. Ik chargeer nu,<br />

de handvol reacties die wij hebben ontvangen rechtvaardigen<br />

een dergelijke conclusie niet en zijn mogelijk niet<br />

representatief voor de reacties die het artikel bij anderen<br />

heeft opgeroepen maar niet met ons hebben gedeeld.<br />

Desalniettemin zetten die ontvangen reacties je toch aan<br />

het denken. Wat is hier nu aan de hand?<br />

Vanuit redactieperspectief is er een scribent die op persoonlijke<br />

titel een opiniestuk heeft geschreven over een<br />

voor de krijgmacht in het algemeen en de Koninklijke<br />

Luchtmacht in het bijzonder, relevant dossier en dat ter<br />

publicatie aan de Carré heeft aangeboden. Het artikel<br />

vertegenwoordigt noch de mening van de <strong>Nederlandse</strong><br />

<strong>Officieren</strong> <strong>Vereniging</strong> noch de mening van de redactie<br />

maar biedt een invalshoek die op zijn zachts gezegd<br />

controversieel is en ongetwijfeld aanleiding geeft tot<br />

discussie. Wellicht is het naïef te veronderstellen dat de<br />

lezer van Carré het verschil onderkent tussen een individu<br />

in de rol van redactielid en datzelfde individu in de<br />

rol van scribent. Zo is het in het verleden al gebleken dat<br />

het feit dat de Carré onafhankelijk opereert en derhalve<br />

niet de standpunten van de NOV verkondigt, ook maar<br />

moeizaam wordt begrepen. Gevolg van dit alles is dat<br />

de vermeende impact van het artikel veel groter wordt<br />

gemaakt dan het is. Die vermeende impact is wel een<br />

interessante want het is juist die vermeende impact die<br />

tot de steigerende reacties heeft geleid.<br />

De diverse reacties refereerden aan de gevoeligheid van<br />

het dossier vervanging F-16 in het licht van de coalitievorming<br />

die momenteel gaande is en aan het parlement<br />

waarvan de leden, toch al verdeeld over de vervanging<br />

van de F-16, door een dergelijk artikel op voor de krijgsmacht<br />

onwelgevallige ideeën zou kunnen komen. De<br />

NOV en/of de Carré redactie zou daarom, volgens de<br />

critici, een dergelijk artikel niet moeten willen publiceren.<br />

Ik zit er wel een beetje mee. De Carré is immers onafhankelijk<br />

maar niet onpartijdig. Een blad dat zich hard<br />

maakt voor een professionele krijgsmacht en een laagdrempelig<br />

platform wil bieden voor het professioneel<br />

discours tussen officieren en gelijkgestelde burger medewerkers<br />

over onderwerpen die de krijgsmacht betreffen<br />

is natuurlijk geen neutraal blad. De reactieleden zijn<br />

allemaal militairen en militairen BD die juist vanuit hun<br />

motivatie om een bijdrage te leveren aan de verdere<br />

ontwikkeling van de krijgsmacht tot de reactie zijn toegetreden<br />

en de krijgsmacht een warm hart toedragen.<br />

Geen van hen is er op uit om de krijgsmacht schade te<br />

berokkenen, ook jij niet, niet als reactielid en niet als scribent.<br />

De kritiek die jij hebt mogen ontvangen op jouw<br />

artikel en waarin jou gebrek aan loyaliteit wordt verweten<br />

is dan ook onterecht en onverdiend. Indien loyaliteit<br />

echter wordt verward met kritiekloze volgzaamheid dan<br />

zijn ze zoals ik jou ken bij jou, maar ook bij mij, verkeerd.<br />

Zou nu, zoals de reacties beweren, het artikel en het<br />

plaatsen ervan de krijgsmacht in het algemeen en de<br />

Koninklijke Luchtmacht in het bijzonder schade kunnen<br />

berokkenen? Omdat ik de vraag relevant vind heb ik<br />

het artikel er nog eens op nagelezen. Jij geeft daarin een<br />

beschrijving van de wijze waarop het vervangingsdossier<br />

F-16 is aangelopen en de uitdagingen, onzekerheden<br />

en risico’s die met de ontwikkeling van de beoogde<br />

opvolger , de F-35, gepaard gaan. Mijns inziens zit hier


niet de ‘angel’ van je betoog en is dit alles voor hen die<br />

beroepshalve dit dossier een beetje volgen, dus ook politici,<br />

niets nieuws. Natuurlijk zijn er uitdagingen, onzekerheden<br />

en risico’s maar deze zijn inherent aan ambitie<br />

en innovatie. Nee, de angel zit mijns inziens hier in dat je<br />

de uitdagingen, onzekerheden en risico’s van de ontwikkeling<br />

van de F-35 koppelt aan de vraag “Heeft Nederland<br />

zo’n vliegtuig wel nodig?” Hiermee impliceer je dat<br />

de beantwoording van die vraag afhankelijk is van de<br />

kosten en moeite die je moet doen om zo’n vliegtuig te<br />

krijgen. Politiek en militair-strategische ambitie zijn dan<br />

geen resultante van de internationale veiligheidssituatie<br />

en de rol die Nederland wil innemen in het Internationale<br />

politieke speelveld maar een uitvloeisel van opportuniteit.<br />

Je bevestigt dit idee met de zin “Uiteindelijk lijkt<br />

het ambitieniveau meer bepaald te worden door het beschikbare<br />

budget dan door de dreigingen in de wereld.”<br />

Vervolgens vormt die constatering de aanleiding om dan<br />

maar te gaan voor een minder alternatief. Een beetje in<br />

de trant van dat het beter is te weten wat je hebt dan<br />

wat je krijgt. Hiermee krijgt het artikel echter een politieke<br />

lading.<br />

Politiek opportunisme is natuurlijk een bekend fenomeen<br />

en de politieke lange termijn visie (20-30 jaar) lijkt steeds<br />

meer te lijden onder het korte termijn denken van politici<br />

(niet verder dan einde regeerperiode). De vraag “Heeft<br />

Nederland een vliegtuig als de F-35 nodig?” laat zich<br />

echter niet beantwoorden zonder naar die politiek- en<br />

militair strategische ontwikkelingen op de lange termijn<br />

te kijken. Mede op basis van die lange termijn beschouwing<br />

wordt de vervanging van de F-16 door een vliegtuig<br />

als de F-35 noodzakelijk geacht. Dat er aandacht<br />

moet zijn voor de uitdagingen, onzekerheden en risico’s<br />

die de ontwikkeling van dit vliegtuig met zich meebrengt<br />

staat buiten kijf, maar dat doet niets af en staat zelfs los<br />

van de noodzaak om in de toekomst over een dergelijk<br />

vliegtuig te kunnen beschikken. Ik meen echter dat jij in<br />

je artikel de relatie tussen de politiek- en militair strategisch<br />

doelstellingen en de vervanging van de F-16 niet<br />

alleen uit het zicht verliest maar ook vertroebelt en daar<br />

bewijs je het dossier vervanging F-16 geen dienst mee.<br />

Het primaat van de politiek rust op de inzet van militaire<br />

capaciteiten. Door in je artikel een verwachting uit te<br />

spreken omtrent de politieke ambities ten aanzien van de<br />

inzet van militaire capaciteiten ga je feitelijk op de stoel<br />

van de politiek zitten. Ik kan best begrijpen dat je zegt<br />

dat wanneer je als land toch niet van plan bent gebruik<br />

te maken van bepaalde capaciteiten dat je die capaciteiten<br />

dan ook niet hoeft te hebben. Hieruit spreekt natuurlijk<br />

ook de frustratie van de operator die weet wat<br />

hij allemaal kan met zijn wapensysteem maar omwille<br />

van politieke overwegingen geen toestemming krijgt om<br />

het volledig potentieel van zijn wapensysteem in te zetten.<br />

Het is echter de taak van de Krijgsmacht om haar<br />

militair vermogen maximaal te ontwikkelen en ten dienst<br />

te stellen van de politiek. Het is de taak van de politiek<br />

om dat militair vermogen instrumenteel te maken in haar<br />

beleid. De politiek moet er op kunnen vertrouwen dat<br />

het militair instrument de haar gegeven opdrachten kan<br />

waar maken. Het kan niet zo zijn dat wij als krijgsmacht<br />

nee moeten verkopen omdat we de capaciteit niet hebben<br />

ontwikkeld omdat we niet verwacht hadden dat de<br />

politiek ons een dergelijke opdracht zou kunnen of willen<br />

geven. In voorkomend geval hebben wij als krijgsmacht<br />

onze politieke leiding een inzetoptie ontnomen en daarmee<br />

gefaald. Jouw artikel lijkt daar echter op aan te sturen.<br />

De vraag is of je dat ook zo hebt bedoeld.<br />

Je toegenegen,<br />

Ron <strong>Brunsting</strong><br />

Beste Ron,<br />

Allereerst mijn dank voor je complimenteuze woorden ten aanzien van het door mij geschreven<br />

artikel “Het beste toestel voor de beste prijs” over de vervanging van de F-16 in Nederland.<br />

Graag wil ik van de mij door de redactie van Carré geboden gelegenheid gebruik maken om op<br />

een aantal door jou genoemde aspecten in te gaan.<br />

Wellicht is het voor de lezers verhelderend om eerst<br />

even de ontstaansgeschiedenis van het artikel te schetsen.<br />

Ik werd op 16 februari 2012 benaderd door de<br />

hoofdredacteur van een Nederlands militair tijdschrift<br />

(Armex) of ik in het kader van een uit te geven thema-<br />

nummer bereid was een artikel over de F-35 aan te leveren.<br />

In een telefoongesprek werd de opzet van het artikel<br />

nader doorgenomen en ik heb mij aan het schrijven gezet.<br />

Op 18 mei heb ik de tekst ingeleverd en het artikel werd<br />

geplaatst in het augustusnummer van Armex.<br />

15


16 | Carré 7 | 2012<br />

Op 23 augustus vond de redactievergadering plaats over<br />

de inhoud van Carré nr. 6 en daar werd, overwegende<br />

dat het een lezenswaardig artikel voor de lezersgroep<br />

van Carré betrof, besloten het artikel ook in Carré te<br />

plaatsen. De sluitingsdatum voor dit nummer was<br />

1 september.<br />

Bij het concipiëren en het besluit tot plaatsing in Carré<br />

hebben overwegingen om de politieke besluitvorming<br />

te beïnvloeden geen rol gespeeld: immers, in februari<br />

was nog geen sprake van de val van het kabinet en eind<br />

augustus was nog ruim voor de verkiezingen en van<br />

coalitiebesprekingen was nog geen sprake. Wat heeft<br />

mij dan wel bewogen bij het schrijven van dit artikel?<br />

Ik heb de ontwikkeling van de JSF vanaf het allereerste<br />

begin met beroepsmatige aandacht gevolgd en een van<br />

de dingen die mij daarbij opviel is hoe het toestel, niet<br />

alleen in Nederland maar over de hele wereld, enerzijds<br />

in bepaalde kringen werd opgehemeld en in andere<br />

kringen werd verguisd. Voorstanders waren te vinden bij<br />

de bij het project betrokken industrie, krijgsmachtdelen<br />

en lobbyisten, tegenstanders waren te vinden onder de<br />

vakpers zoals bijvoorbeeld Aviation Week, Air Forces<br />

Monthly en op defensieaangelegenheden gerichte internetfora,<br />

maar ook erkende internationale instituties als<br />

de Amerikaanse Rekenkamer (GAO) maakten zich grote<br />

zorgen over de almaar stijgende kosten en tegenvallers<br />

en vertragingen van en bij het JSF project. Ongetwijfeld<br />

hebben alle nationale en internationale belangengroepen<br />

hun eigen agenda bij het ophemelen dan wel neersabelen<br />

van de F-35, maar een ding stond voor mij vast:<br />

de ontwikkeling van het vliegtuig ging niet voorspoedig<br />

en de kosten bleven stijgen. Ik heb getracht voor de<br />

lezer daar duidelijkheid in te bieden zonder vooringenomen<br />

te zijn.<br />

Zoals je terecht constateert kom ik na een lang verhaal<br />

over de ontwikkelingsproblemen en stijgende kosten<br />

terecht bij de vraag of Nederland een vliegtuig met de<br />

eigenschappen van de F-35 wel nodig heeft en zo ja<br />

waarvoor. Al redenerend heb ik geprobeerd daar een<br />

antwoord op te geven: Nee, eigenlijk niet, want al die<br />

superieure eigenschappen (met name de verminderde<br />

waarneembaarheid, die overigens ook nadelen kent:<br />

een hogere prijs en minder payload, om maar eens wat<br />

te noemen) zijn bestemd voor een situatie waarin Nederland<br />

niet snel terecht zal komen. Door de stijgende<br />

kosten is het waarschijnlijk dat het aantal voor Nederland<br />

te bouwen F-35A toestellen minder zal worden<br />

dan de beoogde 85, zoals de minister van defensie zelf<br />

ook al toegaf. Er is voor elk wapensysteem een minimum<br />

aantal vereist, een kritische massa, om relevant te<br />

blijven en een verschil te kunnen maken. Met onze nog<br />

68 overblijvende F-16 toestellen zitten we daar al onder.<br />

Vervolgens probeerde ik, zoals ooit geleerd op de<br />

stafschool, een alternatief te schetsen waarbij de <strong>Nederlandse</strong><br />

luchtmacht door het verwerven van bestaande<br />

vliegtuigen met bewezen capaciteiten en een vaste prijs<br />

als de F-16 Block 52 in ieder geval weer geruime tijd<br />

verder kan. En zou tegen het einde van het tweede decennium<br />

gebleken zijn dat de F-35 zich heeft ontwikkeld<br />

tot een goed functionerend en betaalbaar wapensysteem,<br />

dan zou alsnog kunnen worden overgegaan tot<br />

de verwerving ervan. Dan is er hopelijk ook meer zekerheid<br />

omtrent nu nog onbekende factoren als valutaire<br />

ontwikkelingen, de positie van de Euro, de economische<br />

stand van het land en de uiteindelijke prijsstelling van de<br />

F-35.<br />

Tenslotte wil ik in nog een paar woorden wijden aan<br />

de door jou genoemde politiek- en militair strategische<br />

doelstellingen in relatie tot de F-16 vervanging en mogelijk<br />

scheiden zich daar onze wegen. Jij gaat uit van<br />

de taak van de krijgsmacht om haar militair vermogen<br />

maximaal te ontwikkelen en in dienst te stellen van de<br />

politiek. Ik ben uitgegaan van de <strong>Nederlandse</strong> grondwet:<br />

daar staat dat de krijgsmacht als taak heeft om het<br />

eigen en bondgenootschappelijk grondgebied te verdedigen,<br />

de bevordering van de internationale rechtsorde<br />

en stabiliteit en de ondersteuning van civiele autoriteiten<br />

bij rampenbestrijding en humanitaire hulpverlening. In<br />

mijn visie hebben we voor het uitvoeren van deze taken<br />

een goed uitgeruste krijgsmacht nodig, en niet alleen<br />

een krijgsmacht die met een beperkt aantal, weliswaar<br />

hypermoderne, maar desondanks toch maar voor een<br />

deel van de in de grondwet genoemde taken geschikte<br />

F-35’s is uitgerust. Lang niet alle dreigingen van de 21 e<br />

eeuw zijn met een JSF te bestrijden, denk aan piraterij,<br />

ballistische raketten afgevuurd vanuit een of andere<br />

‘schurkenstaat’, de ontregeling van onze ICT structuur<br />

vanuit een land aan de andere kant van de globe, terroristische<br />

acties van eenlingen of kleine geïsoleerd opererende<br />

groepen, rebellie en vluchtelingenstromen vanuit<br />

de periferie van Europa. Dat vereist een krijgsmacht die<br />

niet alleen beschikt over jachtvliegtuigen maar ook over<br />

een adequate verdediging tegen al die en andere, hier<br />

niet genoemde bedreigingen. Ik zal de laatste zijn om te<br />

verkondigen dat er op defensie bezuinigd kan worden,<br />

integendeel, maar wel zou ik de beschikbare middelen<br />

evenwichtiger besteed willen zien. En dan voldoen we<br />

ook nog aan onze eigen constitutionele verplichtingen.<br />

Zonder ook maar iemand in de politiek te willen beïnvloeden<br />

denk ik dat Carré een goed platform biedt voor<br />

officieren om hierover in debat te gaan.<br />

Met collegiale groet,<br />

Peer Dekkers

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!