Surinaamsche almanak voor het jaar 1902 - Manioc

— 223 —
Geschiedkundige Aanteekeningen.
1 Dec. 1676.
„ „ 1812.
Cayenne, in Ilaart. door de Hollanders genomen
wordt door een oorlogsvloot der Fransehen
Onder bevel van Graaf d'Estracs hernomen.
De Gouverneur-Generaal B. J. Elias maakt de
chefs der verschillende departementen des bestuurs
bekend, tot welk bedrag de uitgaven
volgens de raming van 1843 toegestaan kunnen
worden, en ingeval hunne uitgaven de bepaalde
som overschrijden mochten, zij het meerdere
dp eigen rekening stellen zouden.
2 „ 1726. De doodstraf op weggeloopen slaven vastgesteld
eu 7 Dec. 1742 op nieuw afgekoudigd, staat
in verband met andere gruwelijke straffen die
op gevangene weggeloopen slaven toegepast werden
: het afzetten van beenen eu het doorzagen
EN doorhakken van de Achilles pees, welke gruwelen
op last van Gouverneur Friderici in
1793 ten strengste verboden werden.
8 „ 1794. Friderici verbiedt bet houden van „be's" eu
bedreigt straf tegen alle zoodanige vereenigingen
of gezelschappen, die de rufst der burgerij
knifften storen of op welke wijze ook
deren aanstoot kunnen geven.
aan an-
12 „ 1801. Een in Suriname door een slavenschip aangebraeftte
pokkenepidemie sleept onder de inboorlinger,
vooral onder de negerslaven, duizenden
slachtoffers ten grave.
16 „ 1730. Gruweliike straf wordt op 11 gevargen genoinen
weggeloopen slaveh ten icrvoer gefegd.
Hun aanvoerder Joosje wordt, met een haak door
de ribben geslagen, opgehangen. De negers
Wiera en Mambotte worden verbrand, en de
negerinnen Lucretia, Amba, Aga, Gomba, Maria
en Victoria worden, nadat zij, op een kruis gespannen,
gerabraakt waren, met de negerinnen
Drana eu Christina onthootd.
19 „ 1803. Bij ontstentenis van predikauten der Hervormde
keik, worden de ouderlingen eu diakenen gelast
om bij beurten in de kerk als zoodanig op
te treden en te preeken.
30 „ 1713,
31 , 1791.
Het aantal Marions, later onder den naam van
bevredigde boschnegers in de geschiedenis behend,
wordt, met inbegrip van vrouwen en
kinderen, op ruim 16000 hoofden geschat.
Aantal plantages in Suriname: 591, w. o 139
houtvellingen : 350 behooren aan buitentandsche
timas, of stonden onder het beheer daarvan.