Surinaamsche almanak voor het jaar 1902 - Manioc
Surinaamsche almanak voor het jaar 1902 - Manioc
Surinaamsche almanak voor het jaar 1902 - Manioc
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
153 —<br />
Publicatie van 1 Aug. 1863 (G. B. 1863 No. 23) regelende<br />
de <strong>voor</strong>waarden, waarop de vestiging<br />
van personen of gezinnen als landbouwers in de kolonie<br />
in de kolonie Suriname zal kunnen plaats<br />
hebben.<br />
f. Aan Euroneesche landverhuizers, <strong>voor</strong>zien van goede getuigschriifen,<br />
komende met <strong>het</strong> doel om zich <strong>voor</strong> eigen rekeping<br />
als landbouwers in de koionie te vestigen en met den<br />
landhouw onledig te houden, zullen tôt dat einde vereischte<br />
gronden uit 's landsdomein worden aangewezen, naar gelang<br />
der middelen waarover zij ter bereiking vap dat doel beschicken<br />
kunnen.<br />
2. De aldus aangewezen gronden worden aan de in art. 1<br />
genoeinde landverhuizers in gebruik afgestaan en gedurende<br />
zes jaren zullen zij ze kunnen bebouwen, met vrijstelling van<br />
grondlasten en personeele belansting.<br />
Na <strong>het</strong> verstrijken van twee jaren <strong>het</strong> bewijs leveren, de, dat<br />
zij <strong>het</strong> land geregeld bebouw.d hebben, zullen hun gratis worden<br />
uitgereikt de titeis van eisendom, alsmede hun burgerbrief,<br />
bijaldien zij vroeger <strong>het</strong> burgerregt niet verkregen mogten<br />
hebben.<br />
Voor dien tijd, ten gunste van derden, over die gronden<br />
willende beschikken, zullen zij daartoe eerst de toestemming<br />
van <strong>het</strong> Bestuur moeten vragen, en deze verkregen hebbende,<br />
zal de nieuwe bezitter in de <strong>voor</strong>regten treden, welke bij dit<br />
artikel aan zijnen <strong>voor</strong>ganger verzekerd waren.<br />
Indien <strong>het</strong> echter overtuigend blijken mogt, dat zij binnen<br />
twee jaren na hunne vestiging <strong>het</strong> land niet behoorlijk in cultuur<br />
hebben gebragt ol de weilanden woest hebben laten liggen,<br />
zal <strong>het</strong> bestuur geregtigd zijn daarover naar goedvinden<br />
te besckikken.<br />
3. Emigranten welke hun contract getrouw vervuld hebben<br />
en van een bewijs yan goed gedrag <strong>voor</strong>zien zijn, alsmede<br />
vrij gegevenen, welke om hunne goede hoedanigheden, ingevol'ge<br />
art. 20 der wet van S Augustus 1862 (Staatsblad No. 161<br />
G. B. No. 6) van <strong>het</strong> staatstoezigt ontheven zijn, worden ten<br />
deze gelijk gesteld met de landverhuizers bij art. 1 bedoeld.<br />
4. Het Koloniaal Bestuur is bevoegd dezelfde <strong>voor</strong>regten toe<br />
te kennen aan andere Europeesche landverhuizers, welke met<br />
een gelijk doel verlangen zich in de koionie te vestigen en<br />
<strong>voor</strong>zien zijn van goede aanbevelingen afgpgeven of gwaarmeikt<br />
door Nederlandsche Consuls.<br />
5. De in de artt. 1 en 3 genoemde landverhuizers zullen zich<br />
ter verkrijging der door hen verlang de gronden vervoegen tot<br />
den inspecteur der domeinen, van de nijverheid en den landbouw,<br />
die een atzenderlijk register houdt van de hier bedoelde landbouwe.rs,<br />
ten einde op den behoorlijken tijd de <strong>voor</strong>stelien te<br />
doen, <strong>voor</strong>tvloeiende uit de bepaliugen vervat in art. 2.