Surinaamsche almanak voor het jaar 1902 - Manioc
Surinaamsche almanak voor het jaar 1902 - Manioc
Surinaamsche almanak voor het jaar 1902 - Manioc
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
— 135 —<br />
w. Planten en dekken van riettoppen, 2 roo of rei<br />
600 voet per hoofd, zonder dat de toppen op de dammen<br />
tusschen de gaten aangebracht zijn: naar gelang<br />
van weersgeteldlieid GO à f 0,80<br />
de toppen op de dammen tusschen de gaten aangebrauht<br />
zijnde, naar gelang als voren 40 à 0,00<br />
Tot <strong>het</strong> losmaken van den bodem der rietgaten afzouderlijk<br />
werkrolk te bezigen.<br />
x. Suppleeren van rietgaten, naar gelang van de<br />
meerdere of mindere hoeveelheid suppleisels vereischt,<br />
compagniewerk 1,—<br />
ij. Wieden van jong riet: naar gelang van omstandigheden,<br />
62/3 à keiting lengte, 11 voet breedte 0,60<br />
z. Wieden en grond aangeven, 5 ketting lengte,<br />
11 voet breedte 0,60<br />
aa. Trassen van riet: 10 ketting lengte, 11 voet<br />
breedte 0,60<br />
bb. Wieden en trassen van riet; 6 3 /s ketting lengte,<br />
11 voet breedte 0,60<br />
cc. Kappen en uitdragen van liet, de stokken van<br />
4 voet lengte; Wanneer de ponte-treuzen op omstreeks<br />
5 à 6 kettingen afstands van elkander zijn, de vaam<br />
vau 4 voet hoogte en 16 voet lengte 0,80<br />
wanneer de ponte-trenzen op grooteren afstand van<br />
elkander zijn, tôt omstreeks 10 ketfingen ; de vaam. van<br />
4 voet hoogte en 12 voet lengte 0,80<br />
dd. Transporteeren van riet, zoo noodig met laden<br />
en lossen. Bemaiming der ponten en getal vrachten<br />
naar gelang van afstand en water; <strong>voor</strong> mannen I,—<br />
<strong>voor</strong> jongens naar gelang van hunne grootte 32 à 0,50<br />
ee. Tras in roo halen en <strong>het</strong> ofdisselen van rietstoeleu;<br />
naar gelang er al dan niet gebrand is, 10 ketting<br />
lengte, 11 voet breedte, 5 ketting lengte, 11 voet breedte 0.60<br />
11*. Arbeid bij de malingen : suikerkokers, en vuurstokers,<br />
van 6 nur des morgens tôt 6 uur des avonds,<br />
per uur (gedurende dien tijd hon maal gebruikende) 0,08<br />
Voor 6 uur des morgens en na 6 uur des avonds, per<br />
uur, moetende de suikerkokers en vuurstokers elkander<br />
bij beurten afwisselen 0,l0<br />
Voor allen verderen arbeid bij de malingen : van 6<br />
uur des morgens tôt 6 uur des avonds (met l 1/2 uur<br />
rust tusschentijds) per uur werks : <strong>voor</strong> mannen 0,08<br />
<strong>voor</strong> vrouwen 0,06<br />
<strong>voor</strong> kinderen, naar gelang van hunne krachten 2 à 0,04<br />
Voor 6 nur des morgens en na 6 uur des avonds,<br />
<strong>voor</strong> mannen 0,10<br />
<strong>voor</strong> vrouwen 0,03