KILIBU bladmuziekboekje - Ntkc
KILIBU bladmuziekboekje - Ntkc KILIBU bladmuziekboekje - Ntkc
D Drie oude ottertjes Annie M.G. Schmidt A7 D A7 Drie ou - de ot - ter - tjes wil - den gaan va - ren, o - ver de zim zom Drie ou - de ot - ter - tjes ston-den te schrei - en, daar bij de zim zom, Drie ou - de ot - ter - tjes ston-den te tu - ren, o - ver de zim zom D D A7 D o - ver de Zaan. Ei - gen-lijk wil - den ze dat al sinds ja - ren, maar om het daar bij de Zaan. Ston-den te schrei -en op't land en ze zei - en: "Dan gaan we o - ver de Zaan. Daar op een wei-land -je tus-sen twee schu - ren, daar was een G D A7 D feit dat ze ot - ter- tjes wa - ren, had-den ze't nooit ge - daan. Want maar met het spoor-trein -tje rij - en, dat zal wel be - ter gaan". Maar, man waar je fiet - sen kon hu - ren, fiet -sen met vaantjes er - aan. En, A7 D G A7 D daar hing een bord -je aan ie - de - re mast: Ot - ter- tjes op - ge - past. daar hing een bord -je op el - ke cou - pé: Ot - ter- tjes mo-gen niet mee. daar hing een bord -je aan ie - de - re fiets: Ot - ter- tjes mo-gen voor niets! D t'rug. 1.2. 3. A7 D A7 Nu rij -den die ot - ter- tjes o - ver de brug, o - ver de brug en weer
Tien kleine negertjes D A7 D A7 D A7 D D A7 Eén klei-ne, twee klei-ne, drie klei- ne, vier klei-ne, vijf klei- ne ne - ger - tjes, zes klei- ne, ze- ven klei- ne, D G A7 D A7 acht klei - ne, ne - gen klei - ne, tien klei - ne ne - ger - tjes. 10 9 klei - ne klei - ne ne - ger - tjes ne - ger - tjes 8 klei - ne ne - ger - tjes 7 klei - ne ne - ger - tjes 6 klei - ne ne - ger - tjes, 5 4 klei - ne klei - ne ne - gerj - tes ne - ger - tjes 3 klei - ne ne - ger - tjes 2 klei - ne ne - ger - tjes Dat/ene klei - ne ne - ger - tje, D G D E7 A7 dans- ten in de re - gen; een - tje viel er in een plas, toen wa- ren er nog ne -gen. die gin- gen die ston-den saam toen op jacht, te beven, een - tje een - tje trap - te op een leeuw, toen ging van't be - ven dood, toen wa- ren er wa- ren er nog acht nog ze - ven die dron-ken uit een fles, een - tje kroop er door de hals, toen wa- ren er nog zes die voch -ten met een wijf; 'twijf dat sloeg er een - tje dood, toen wa- ren er nog vijf dron-ken een glaasje bier, een - tje slik - te het glaas -je in, toen gin -gen naar O - ver-Schie, een ver- dronk er in de Schie, toen wa- ren er wa- ren er nog vier nog drie die gin- gen naar de zee, een - tje vond het wa - ter koud, toen wa- ren er nog twee die wa - ren dat had je zo al - leen, moe - ten zien, een - tje trouw -de ging van heim-wee dood, toen met een ne - ger - in, toen was er nog maar één wa- ren er zo weer tien
- Page 2 and 3: “KILIBU” Muziekbundel Opgezocht
- Page 4 and 5: Hatsjoeha Daar zit een zi - geu - n
- Page 6 and 7: In het bos D A7 D In het bos
- Page 8 and 9: 't Ventje C G C G7 C
- Page 10 and 11: In de maneschijn C G7 C In
- Page 12 and 13: G Op de brug D G Frankrijk Op
- Page 14 and 15: De stoker en de machinist F C7
- Page 16 and 17: Dm Fietsie Foetsie A7 Dm Dm A7
- Page 18 and 19: Am Spoken Onbekend Lan -
- Page 20 and 21: Little Ducky D Litt -
- Page 24 and 25: Kabouterland G On - der
- Page 26 and 27: Zeven kleine visjes C Am Dm
- Page 28 and 29: Zeurenikske Toon Hermans C G7
- Page 30 and 31: 'n Veldmuis D A7 D A7
- Page 32 and 33: Trepak Am Dm Am Dm
- Page 34 and 35: Een kleine kampeerster (Waltzing Ma
- Page 36 and 37: De kauwgomballenboom Elly Nieman/ R
- Page 38 and 39: Tu Tu Tu Tu Tuu G D7 G D
- Page 40 and 41: C Notte belle Not - te bel - le
- Page 42 and 43: Drie vrolijke muzikantjes G D7
- Page 44: 'n Hele grote vlo C G7
D<br />
<br />
Drie oude ottertjes<br />
Annie M.G. Schmidt<br />
A7<br />
D<br />
A7<br />
<br />
Drie ou - de ot - ter - tjes wil - den gaan va - ren, o - ver de zim zom<br />
Drie ou - de ot - ter - tjes ston-den te schrei - en, daar bij de zim zom,<br />
Drie ou - de ot - ter - tjes ston-den te tu - ren, o - ver de zim zom<br />
D<br />
D<br />
<br />
A7<br />
D<br />
<br />
o - ver de Zaan. Ei - gen-lijk<br />
wil - den ze dat al sinds ja - ren, maar om het<br />
daar bij de Zaan. Ston-den te schrei -en op't land en ze zei - en: "Dan gaan we<br />
o - ver de Zaan. Daar op een wei-land -je tus-sen twee schu - ren, daar was een<br />
G<br />
<br />
D<br />
A7<br />
D<br />
<br />
feit dat ze ot - ter-<br />
tjes wa - ren, had-den ze't nooit ge - daan. Want<br />
maar met het spoor-trein -tje rij - en, dat zal wel be - ter gaan". Maar,<br />
man waar je fiet - sen kon hu - ren, fiet -sen met vaantjes er - aan. En,<br />
A7<br />
D<br />
G<br />
A7<br />
<br />
D<br />
<br />
daar hing een bord -je aan ie - de - re mast: Ot - ter-<br />
tjes op - ge - past.<br />
daar hing een bord -je op el - ke cou - pé: Ot - ter-<br />
tjes mo-gen niet mee.<br />
daar hing een bord -je aan ie - de - re fiets: Ot - ter-<br />
tjes mo-gen voor niets!<br />
<br />
D<br />
<br />
t'rug.<br />
1.2. 3.<br />
A7<br />
<br />
D<br />
A7<br />
<br />
Nu rij -den die ot - ter-<br />
tjes o - ver de brug, o - ver de brug en weer