02.09.2013 Views

het eindrapport “Reductie van belasting verkeersemissies ... - HMVT

het eindrapport “Reductie van belasting verkeersemissies ... - HMVT

het eindrapport “Reductie van belasting verkeersemissies ... - HMVT

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

EINDRAPPORT<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte<br />

luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

22 november 2011


<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”


Beleidsregel 2010<br />

Innovaties luchtkwaliteit SRE Regio<br />

Regeling ter stimulering <strong>van</strong> innovatieve luchtkwaliteitsprojecten<br />

Auteurs<br />

R. Geertsma (<strong>HMVT</strong> B.V.)<br />

F.J.C.M. Beckers (TUe)<br />

R.W.J. Smulders (Oranjewoud B.V.)<br />

CORONA Team<br />

Technische Universiteit <strong>van</strong> Eindhoven<br />

F.J.C.M. Beckers<br />

B. <strong>van</strong> Heesch<br />

G. Pemen<br />

Oranjewoud B.V.<br />

R.W.J. Smulders<br />

Hannover Milieu‐ en Veiligheidstechniek B.V.<br />

M.L.J. <strong>van</strong> den Brand<br />

M. Hennink<br />

R. Geertsma<br />

22 november 2011<br />

Ten behoeve <strong>van</strong> de vertaling <strong>van</strong> de proefresultaten naar een verkeers ‘Hot Spot’ in Eindhoven hebben de<br />

volgende organisaties als lid <strong>van</strong> <strong>het</strong> HD Clean Tunnel consortium een belangrijke bijdrage geleverd:<br />

UC Technology (Ventilatiesystemen)<br />

IF Technology (Warmte Koude Opslagsystemen)<br />

NORIT (Deskundige en leverancier <strong>van</strong> Actief Kool)<br />

Oranjewoud Infra (tunnelbouw)<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”


Voorwoord<br />

De Nederlandse wetgeving kent strenge normen voor emissie <strong>van</strong> verkeerslucht. Uitstoot <strong>van</strong> o.a.<br />

roetdeeltjes, fijnstof en stikstofoxiden is bewezen schadelijk te zijn voor de volksgezondheid. Met<br />

name in stedelijke gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid zijn de risico’s groot. Met dit project<br />

hopen wij een steentje bij te kunnen dragen aan een schonere lucht voor iedereen.<br />

Het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) en de gemeente Eindhoven werken hard aan de<br />

verbetering <strong>van</strong> de luchtkwaliteit in Eindhoven en omgeving. Om bedrijven te stimuleren mee te<br />

denken over oplossingen is subsidie beschikbaar gesteld door de provincie Noord‐Brabant. Wij zijn<br />

zeer dankbaar dat de Provincie Noord Brabant de financiële middelen beschikbaar heeft gesteld om<br />

dit project mogelijk te maken. Naast de Provincie Noord Brabant willen we de volgende partijen<br />

bedanken voor hun inzet, steun en vertrouwen in <strong>het</strong> project:<br />

Samenwerkingsverband Regio Eindhoven<br />

Beter Bereikbaar Zuid‐Oost Brabant<br />

Gemeente Eindhoven<br />

Het Nederlands Spoor (NS)<br />

Prorail<br />

Namens Hannover Milieu‐ en Veiligheidstechniek B.V., Oranjewoud B.V. en de Technische<br />

Universiteit <strong>van</strong> Eindhoven, bedankt.<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”


Inhoud<br />

Voorwoord ................................................................................................. 3<br />

1 Inleiding ............................................................................................ 6<br />

2 Corona Pulsed Power Technologie ................................................................ 8<br />

3 Fase 1 labonderzoek met NOx .................................................................... 10<br />

3.1 Uitvoering proef ........................................................................... 10<br />

3.2 Samenvatting resultaten .................................................................. 11<br />

3.2.1 Labproef 1 ....................................................................... 11<br />

3.2.2 Labproef 2 ....................................................................... 11<br />

3.3 Conclusie labonderzoeken ................................................................ 12<br />

4 Fase 2 Proef in <strong>het</strong> Dommeltunneltje ............................................................ 14<br />

4.1 Voorbereiding en Communicatie ......................................................... 14<br />

4.2 Uitvoering proef ........................................................................... 15<br />

4.3 Samenvatting resultaten .................................................................. 16<br />

4.4 Conclusie proef in de Dommeltunnel .................................................... 18<br />

5 Fase 3 Vertaling naar full scale (Eindhovense Hot Spot) ........................................ 20<br />

5.1 Keuze Hot Spot ............................................................................ 20<br />

5.2 Ondertunneling/overkluizing Mauritsstraat ............................................. 20<br />

5.3 Emissies in een tunnel .................................................................... 24<br />

5.3.1 NOx ............................................................................... 24<br />

5.3.2 Fijnstof (PM10) .................................................................. 24<br />

5.4 Luchtbehandeling met de Corona Installatie ............................................. 25<br />

5.4.1 Corona Technologie ............................................................. 25<br />

5.4.2 Optimale toepassing Corona Pulsed Power Technologie: 10KW of 30KW .... 26<br />

5.5 Nabehandeling met Actief Kool........................................................... 27<br />

5.5.1 Praktische uitvoering met Actief Kool .......................................... 28<br />

5.5.2 Rendement op ozonverwijdering met Actief Kool ............................. 29<br />

5.6 Warmteberekening ....................................................................... 29<br />

5.7 Globale kosten aanpak Hot Spot in Eindhoven .......................................... 30<br />

5.7.1 Ondertunneling/overkluizing ................................................... 30<br />

5.7.2 Ventilatie ......................................................................... 30<br />

5.7.3 Corona Air Treatment ........................................................... 30<br />

5.7.4 Nafiltering met Actief Kool ...................................................... 31<br />

5.7.5 Warmte toepassing: WKO ....................................................... 32<br />

5.7.6 Samenvatting <strong>van</strong> de kostenindicatie .......................................... 32<br />

6 Conclusie toepassing Corona bij Eindhovense ‘Hot Spot’ ....................................... 34<br />

Bijlagen<br />

bijlage 1 Haalbaarheidsstudie verbetering luchtkwaliteit door TUe<br />

bijlage 2 HD Clean Tunnel Systeem<br />

bijlage 3 Uitwerking berekening productie en verwijdering NOx en fijnstof in een tunnel<br />

bijlage 4 Verspreidingsberekening NOx en PM10 Mauritsstraat te Eindhoven<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”


<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

5


1 Inleiding<br />

Ten behoeve <strong>van</strong> <strong>het</strong> subsidieproject “reductie <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte<br />

luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots” is in samenwerking met TU/e medio 2010 een voorstel<br />

ingediend bij SRE (Samenwerkingsverband Regio Eindhoven) om verkeerslucht in een overkluizing<br />

(bijvoorbeeld in tunnels) te reinigen met de Corona Pulsed Power Technologie. De focus hierbij is op<br />

de reductie <strong>van</strong> NOx (stikstofoxiden) en fijnstof, de twee stoffen die bij verkeersemissiemetingen<br />

getoetst worden aan de landelijke emissienormen.<br />

Het doel <strong>van</strong> dit project is om inzicht te krijgen in de mogelijkheid om met de Corona Pulsed Power<br />

Technologie verkeerslucht te reinigen.<br />

Het project kent drie fases. Tijdens fase 1 zijn testen op labschaal uitgevoerd met als subdoel meer<br />

inzicht te krijgen in <strong>het</strong> verwijderen <strong>van</strong> de relatief lage concentraties NOx met de Corona<br />

Technologie. Tijdens fase 2 is een proef op kleine schaal uitgevoerd in de Dommeltunnel. De<br />

resultaten <strong>van</strong> de labproeven samen met de resultaten <strong>van</strong> de uitgevoerde proef in de<br />

Dommeltunnel dienen als input voor de derde fase waarbij er een vertaalslag is gemaakt naar een<br />

werkelijke verkeersknooppunt (‘Hot Spot’) <strong>van</strong> Eindhoven.<br />

Naast deze inleiding kent <strong>het</strong> rapport nog 5 hoofdstukken. In hoofdstuk 2 wordt de Corona Pulsed<br />

Power Technologie geïntroduceerd. Hoofdstuk 3 gaat in op de uitgevoerde labonderzoeken. Om <strong>het</strong><br />

rapport leesbaar te houden zijn de technische rapporten <strong>van</strong> de onderzoeken, gerapporteerd door<br />

de Technische Universiteit <strong>van</strong> Eindhoven, als bijlage opgenomen. Enkel de samenvattingen en<br />

belangrijkste conclusies per onderzoek zijn opgenomen in <strong>het</strong> rapport. Hoofdstuk 4 omschrijft de<br />

getroffen voorbereidingen, werkzaamheden en belangrijkste resultaten <strong>van</strong> de proef in de<br />

Dommeltunnel en in hoofdstuk 5 wordt de vertaalslag gemaakt naar een werkelijke ‘Hot Spot’ <strong>van</strong><br />

Eindhoven. In hoofdstuk 6 wordt een samenvatting en algehele conclusie <strong>van</strong> <strong>het</strong> project<br />

gepresenteerd.<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

6


<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

7


2 Corona Pulsed Power Technologie<br />

In de corona reactor wordt een actief plasma gegenereerd. Dit plasma is een soort regen <strong>van</strong><br />

duizenden mini bliksempjes. Deze bliksempjes zijn in staat om de schadelijke delen <strong>van</strong><br />

<strong>verkeersemissies</strong> om te vormen tot niet schadelijke producten. Onderstaande schema geeft <strong>het</strong><br />

gehele proces <strong>van</strong> <strong>het</strong> opwekken <strong>van</strong> de pulsen tot de omzetting naar onschadelijke stoffen weer.<br />

Figuur 1: Corona Pulsed Power proces<br />

De techniek maakt gebruik <strong>van</strong> speciale hoogspanningsapparatuur (zie flowschema hieronder:<br />

pulsed power source) om deze mini bliksempjes op te wekken. Vandaar dat de ontwikkeling <strong>van</strong> de<br />

Corona Pulsed Power Technologie plaatsvindt bij de faculteit Electrical Engineering <strong>van</strong> de TU in<br />

Eindhoven.<br />

Figuur 2: Flowschema Corona Pulsed Power Technologie<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

8


<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

9


3 Fase 1 labonderzoek met NOx<br />

3.1 Uitvoering proef<br />

Om NOx (stilstofoxiden) uit een luchtstroom te verwijderen met de Corona zijn reeds zeer goede<br />

resultaten gehaald. Echter, de uitgevoerde onderzoeken tot nu toe waren gericht op uitstoot <strong>van</strong><br />

NOx binnen de industrie waar de voorkomende concentraties, gemeten in ppm (parts per million),<br />

vele malen hoger zijn dan bij verkeerslucht gemeten wordt. Om inzicht te krijgen in <strong>het</strong> verwijderen<br />

<strong>van</strong> zeer lage (


3.2 Samenvatting resultaten<br />

3.2.1 Labproef 1<br />

3.2.2 Labproef 2<br />

Uitkomst <strong>van</strong> de eerste labproef was dat <strong>het</strong> Corona Team met meer vragen kwam te zitten dan<br />

antwoorden. Tijdens deze proef is onderzoek gedaan naar de verwijdering <strong>van</strong> lage concentraties (


10ppm NOx<br />

Na uitvoering <strong>van</strong> de bovengenoemde onderzoeken is besloten om een test uit te voeren met<br />

hogere concentraties (10ppm) NOx. Dit onderzoek heeft tot redelijk goede resultaten geleid met een<br />

verwijderingsrendement <strong>van</strong> meer dan 60%. Verwachting is echter dat met nauwkeuriger<br />

meetapparatuur <strong>het</strong> rendement hoger ligt.<br />

Het technisch rapport <strong>van</strong> de uitgevoerde labonderzoeken is opgenomen in bijlage 1.<br />

3.3 Conclusie labonderzoeken<br />

De labonderzoeken hebben niet geleid tot <strong>het</strong> gewenste resultaat, namelijk <strong>het</strong> effectief verwijderen<br />

<strong>van</strong> zeer lage (


<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

13


4 Fase 2 Proef in <strong>het</strong> Dommeltunneltje<br />

Voor een ‘schaalmodel’ tunnel is de keuze gevallen op de Dommeltunnel als meest geschikte<br />

testlocatie voor ‘proof of principle’ omdat: (1) de afmetingen <strong>van</strong> deze tunnel een ideale<br />

downscaling zijn <strong>van</strong> <strong>het</strong> geplande ontwerp, (2) de tunnel gemakkelijk toegankelijk is, (3) deze<br />

gemakkelijk kan worden voorzien <strong>van</strong> <strong>verkeersemissies</strong> en (4) de tunnel dicht bij <strong>het</strong> TU/e terrein<br />

ligt. In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de voorbereidingen, de uitvoering en de resultaten <strong>van</strong><br />

de proef bij de Dommeltunnel.<br />

4.1 Voorbereiding en Communicatie<br />

Bij <strong>het</strong> uitvoeren <strong>van</strong> een proef op openbaar terrein komt heel veel bij kijken. Vooraf zijn in overleg<br />

met de Gemeente Eindhoven afspraken gemaakt voor <strong>het</strong> plaatsen <strong>van</strong> de installatie en gebruik <strong>van</strong><br />

de tunnel tijdens de proef. Aangezien de tunnel een belangrijke doorgangsroute is, werd besloten de<br />

tunnel open te houden voor passanten. In dit soort situaties waarbij omstanders geconfronteerd<br />

worden met een nieuwe situatie, is heldere communicatie <strong>van</strong> groot belang. Er is vooraf een<br />

communicatieplan opgesteld met als doel <strong>het</strong> publiek te informeren en zodoende mogelijke<br />

weerstand voor te zijn. Zo zijn er vooraf o.a. persberichten naar de regionale dagbladen gestuurd en<br />

is binnen de TUe bericht gedaan naar de voorgenomen activiteiten omtrent de proef in de<br />

Dommeltunnel. Ook is op de website <strong>van</strong> <strong>HMVT</strong> een vraag‐en‐antwoord‐board opgenomen. Tijdens<br />

de proef zijn er informatieborden op de hekken geplaatst en is een grote poster opgehangen met<br />

algemene informatie over de proef. Onderstaande foto geeft een overzicht weer <strong>van</strong> de opstelling bij<br />

de Dommeltunnel.<br />

Foto 2: opstelling Corona proef bij de Dommeltunnel<br />

Een belangrijk onderdeel <strong>van</strong> de voorbereiding is <strong>het</strong> aspect veiligheid. De proef wordt uitgevoerd op<br />

openbaar terrein: met vrachtwagens en kranen wordt de installatie geplaatst; brommers worden<br />

door de tunnel heen en weer geleid, gedurende drie weken is kostbare apparatuur aanwezig en er<br />

worden extra uitlaatgassen gedurende de proef in de tunnel geblazen. Om deze zaken te takelen is<br />

een taak risico analyse opgesteld. Hierin worden de belangrijkste punten opgenomen waar er een<br />

risico ontstaat voor de omgeving en hoe deze risico’s te minimaliseren. Met betrekking tot de extra<br />

uitlaatgassen in de tunnel is de GGD benaderd om een oordeel te geven voor de mogelijke gevolgen<br />

hier<strong>van</strong> voor de gezondheid <strong>van</strong> passanten.<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

14


4.2 Uitvoering proef<br />

De proef in de Dommeltunnel heeft in totaal drie weken in beslag genomen. In de 1 ste week (20 t/m<br />

24 juni) is de gehele opstelling inclusief ventilatiebuizen, Corona installatie en toebehoren, koolfilter,<br />

aggregaat en hekwerk geplaatst. Enkele foto’s <strong>van</strong> de aanleg zijn hieronder weergegeven.<br />

Foto’s 3 t/m 8: aanleg installatie bij de Dommeltunnel<br />

Tijdens de tweede week (27 juni t/m 1 juli) zijn de eerste testruns uitgevoerd met de installatie om<br />

eventuele ‘bugs’ te ontdekken en op te lossen. Het uitlaatgas <strong>van</strong> <strong>het</strong> dieselaggregaat is in de tunnel<br />

geblazen om vervolgens weer af te zuigen en te behandelen met de corona reactor. Ook is er<br />

gedurende deze tijd een nulmeting gedaan om de achtergrondwaardes <strong>van</strong> o.a. NOx dat <strong>van</strong> nature<br />

voorkomt rondom de tunnel te meten. Met een kleine weerstation konden actuele gegevens <strong>van</strong><br />

o.a. de wind snelheid en ‐richting, temperatuur en luchtvochtigheid opgenomen worden. Deze<br />

gegevens zijn <strong>van</strong> belang om eventuele verbanden te kunnen leggen tussen de onderzoeksresultaten<br />

en omgevingsfactoren.<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

15


Tijdens de laatste week (4 t/m 8 juli) zijn de werkelijke proeven met NOx, fijnstof en koolwaterstof<br />

uitgevoerd en gedocumenteerd. Op <strong>het</strong> laatste moment heeft de mogelijkheid zich geopenbaard om<br />

een meting uit te voeren <strong>van</strong> de extreem fijne stofdeeltjes (kleiner dan PM0.25) met een ander type<br />

meetapparaat. Hiermee kon inzicht verschaft worden in de aanwezigheid <strong>van</strong> deze zeer fijne<br />

stofdeeltjes in verkeerslucht en de mogelijke verwijdering hier<strong>van</strong> met de corona. Een unieke kans<br />

dat, gezien de aanwezige proefopstelling, niet gemist kon worden.<br />

Op de donderdag (7 juli) is tevens een extra dimensie toegevoegd aan de proef door old‐timer<br />

brommers door de tunnel te laten rijden (zie foto’s hieronder). De twee‐taks benzine motoren <strong>van</strong><br />

deze brommers kennen doorgaans een slechte verbranding waardoor er in de tunnel een mooi<br />

mengsel <strong>van</strong> zowel diesel als benzine uitlaatgassen ontstond. Reden om de brommers erbij te<br />

betrekken is om een zo representatief mogelijke omgeving te creëren, vergelijkbaar met een echte<br />

verkeerstunnel waar ook diesel‐ en benzine uitlaatgassen aanwezig zijn. Daarnaast stoten<br />

benzinemotoren meer koolwaterstoffen uit dan dieselmotoren, <strong>het</strong>geen tijdens deze dag<br />

meegenomen is in de meting.<br />

Foto’s 9 t/m 13: Old‐timer brommers in de Dommeltunnel<br />

4.3 Samenvatting resultaten<br />

Voor een uitvoerige rapportage <strong>van</strong> de behaalde resultaten tijdens de proef in de Dommeltunnel<br />

wordt verwezen naar bijlage 1. Hieronder wordt puntsgewijs een samenvatting gegeven <strong>van</strong> de<br />

belangrijkste resultaten.<br />

Met beginconcentraties <strong>van</strong> 10ppm aan NOx in de tunnel is een verwijderingsrendement<br />

gehaald <strong>van</strong> 80 ‐ 90% bij 10 J/l en circa 525 m 3 /uur.<br />

Bij 5 J/l (525m 3 /uur) wordt met een beginconcentraties <strong>van</strong> 10ppm NOx een rendement <strong>van</strong><br />

70 – 80% gehaald. Dit is opmerkelijk omdat <strong>het</strong> rendement nagenoeg <strong>het</strong>zelfde is als bij <strong>het</strong><br />

dubbele aan energiedichtheid (10 J/l).<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

16


Het gemiddelde verwijderingsrendement <strong>van</strong> koolwaterstoffen is vastgesteld op 50%. Een<br />

hogere verwijderingsrendement is gehaald bij lagere influent concentraties.<br />

Voor fijnstof zijn simultaan drie verschillende fractiegroottes gemeten: PM0.25 – PM1.0,<br />

PM1.0 – PM2.5 en PM2.5 – PM10. Er blijkt al een behoorlijke verwijdering (tot 60%) <strong>van</strong> de<br />

fractie aan fijnstof boven PM1.0 te zijn zonder dat de corona reactor actief is. Wanneer de<br />

corona actief wordt neemt de verwijdering verder toe:<br />

o PM0.25 – PM1.0: verwijderingsrendement <strong>van</strong> 60%<br />

o PM1.0 – PM2.5: verwijderingsrendement <strong>van</strong> 90%<br />

o PM2.5 – PM10: verwijderingsrendement <strong>van</strong> 95%<br />

Van <strong>het</strong> totaal aan gemeten fijnstof valt <strong>het</strong> overgrote deel binnen de kleinste fractie tussen<br />

PM0.25 en PM1.0 of lager (kleiner dan PM0.25).<br />

Er kon geen conclusie getrokken worden over de verwijdering <strong>van</strong> de aller kleinste deeltjes<br />

(kleiner dan PM0.25) met de Corona. De metingen vertoonden onverklaarbare storingen<br />

tijdens de proef.<br />

Foto’s 14, 15 en 16: Uitvoering metingen tijdens proef en meetapparatuur<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

17


4.4 Conclusie proef in de Dommeltunnel<br />

Eind juni / begin juli is de Dommeltunnel in Eindhoven omgetoverd tot een ware testlocatie voor <strong>het</strong><br />

behandelen <strong>van</strong> verkeerslucht. Omdat met name fietsers gebruik maken <strong>van</strong> deze tunnel was er<br />

aan<strong>van</strong>kelijk onvoldoende verkeerslucht aanwezig om een representatieve proef uit te voeren.<br />

Zodoende is artificieel verkeerslucht (uitlaatgassen) de tunnel ingeblazen. Naast dieseluitlaatgassen<br />

zijn tevens benzineuitlaatgassen gecreëerd in de tunnel door old‐timer twee‐taks brommer door de<br />

tunnel heen en weer te laten rijden. Al met al is een goed mengsel <strong>van</strong> uitlaatgassen ontstaan<br />

vergelijkbaar met een echte verkeerstunnel. Om de overlast voor passanten te minimaliseren zijn de<br />

proeven buiten <strong>het</strong> spitsuur uitgevoerd.<br />

Eenmaal op concentratie niveau is de lucht in de tunnel afgezogen en naar de Corona<br />

luchtbehandelingsinstallatie geleid. Hier zijn metingen verricht aan NOx en fijnstof, de twee stoffen<br />

die bij verkeersemissiemetingen getoetst worden aan de landelijke emissienormen. Daarnaast zijn<br />

ook metingen gedaan naar koolwaterstoffen. Door concentraties vóór en na de installatie te meten,<br />

kon <strong>het</strong> verwijderingsrendement bepaald worden.<br />

In de tunnel zijn NOx concentraties tussen de 4 en de 10 ppm gemeten. Na behandeling bij 5 J/l en<br />

10 J/l lagen de concentraties in beide situaties rond de 1 ppm <strong>het</strong>geen resulteert in een<br />

verwijderingsrendement <strong>van</strong> respectievelijk 75% en 90%. Hieruit kan geconcludeerd worden dat <strong>het</strong><br />

systeem een beter rendement haalt bij hogere concentraties en dat <strong>het</strong> verwijderingsrendement bij<br />

5 J/l vergelijkbaar is met 10 J/l. Overigens zijn er betere resultaten in de Dommeltunnel gehaald dan<br />

op labschaal. Uit <strong>het</strong> onderzoek is tevens naar voren gekomen dat <strong>het</strong> verwijderen <strong>van</strong> influent<br />

concentraties beneden de 3 ppm bij 10J/l energetisch minder interessant is omdat de<br />

verwijderingspercentages fors teruglopen beneden deze waarde.<br />

Wat betreft <strong>het</strong> af<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> fijnstof met de Corona dat als ‘bij<strong>van</strong>gst’ beschouwd werd zijn<br />

verbazingwekkend goede resultaten behaald. Landelijk wordt er een norm gehanteerd voor fijnstof<br />

met fractiegrootte PM10. Verwacht wordt dat er binnen enkele jaren de norm wordt aangescherpt<br />

waarbij een norm wordt gegeven voor de kleinere fractiedeeltjes PM2.5. Tijdens de proef in <strong>het</strong><br />

Dommeltunneltje zijn metingen verricht naar zowel de PM10 als de PM2.5 facties aan fijnstof.<br />

Daarnaast zijn ook metingen gedaan naar de nog fijnere stofdeeltjes onder de PM2.5.<br />

Voor de fractiegrootte tussen de PM2.5 en de PM10 is een verwijderingsrendement rond de 95%<br />

gehaald. Tussen PM1.0 en PM2.5 is 90% verwijderd en tussen PM0.25 en PM1.0 is een<br />

verwijderingsrendement <strong>van</strong> 60% gehaald. Er kon helaas geen conclusie worden getrokken<br />

betreffende de resultaten <strong>van</strong> de nano partikels (


<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

19


5 Fase 3 Vertaling naar full scale (Eindhovense Hot Spot)<br />

Tijdens fase 1 en 2 zijn respectievelijk op labschaal en op ‘schaalmodel’ in de Dommeltunnel proeven<br />

uitgevoerd met <strong>het</strong> verwijderen <strong>van</strong> schadelijke stoffen uit verkeerslucht. De resultaten bieden<br />

voldoende basis om een vertaalslag te kunnen maken naar een werkelijke verkeersknooppunt (Hot<br />

Spot) in Eindhoven. In dit hoofdstuk zal zowel op de mogelijkheden en onmogelijkheden worden<br />

ingegaan hiertoe. Tevens zal een globale kostenraming worden gepresenteerd waarin de<br />

verschillende componenten uiteen worden gezet.<br />

5.1 Keuze Hot Spot<br />

De keuze voor de hotspot in Eindhoven is in overleg met de Milieudienst gevallen op de kruising<br />

Mauritsstraat‐ Willem de Zwijgerstraat samen met de kruising Mauritsstaat‐ Hoogstraat. Het betreft<br />

een complex kruispunt in de binnenring <strong>van</strong> Eindhoven. Ter plaatse wordt op dit moment een<br />

luchtkwaliteitsonderzoek uitgevoerd. De eerste signalen wijzen erop dat de luchtkwaliteitsnorm voor<br />

buitenlucht op deze kruising wordt overschreden voor zowel fijn stof als NOx.<br />

Figuur 3: Overzicht <strong>van</strong> de hot spot Mauritsstraat Eindhoven (route <strong>van</strong> noord west naar zuid oost op de foto)<br />

5.2 Ondertunneling/overkluizing Mauritsstraat<br />

Om de verkeersemissie rondom bovengenoemde hot spot aan te pakken, zal een overkluizing of<br />

ondertunneling ontwikkeld moeten worden. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Ter plaatse is<br />

namelijk de bebouwing dermate kort op de weg aanwezig dat overkluizing een heel lastige, maar<br />

niet onmogelijke optie vormt. Daarentegen zal ondertunneling in verband met aanwezige<br />

ondergrondse infrastructuur ook een moeilijke operatie vormen. Voor deze case wordt uitgegaan<br />

<strong>van</strong> een fictieve overkluizing/ondertunneling. In figuur 4 wordt een voorbeeldsc<strong>het</strong>s gepresenteerd<br />

<strong>van</strong> een combinatie overkluizing/ondertunneling <strong>van</strong> de Hot Spot aan de Mauritsstraat. In bijlage 2<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

N<br />

20


wordt <strong>het</strong> HD Clean Tunnel systeem nader toegelicht waar ondertunneling/overkluizing <strong>van</strong> een<br />

weggedeelte & ventileren en reinigen <strong>van</strong> de tunnellucht centraal staat.<br />

Figuur 4: Voorbeeldsc<strong>het</strong>s overkluizing/ondertunneling Hot Spot Mauritsstraat<br />

Het gaat in de Mauritsstraat om een weglengte <strong>van</strong> 170 meter over de kruising met de Willem de<br />

Zwijgerlaan en de Mecklenburgstraat enerzijds en de kruising met de Hoogstraat anderzijds.<br />

In verband met de tunnelveiligheid en de beleving <strong>van</strong> de weggebruikers zal <strong>het</strong> noodzakelijk zijn<br />

om de kruisingen zelf te overkappen met een koepel, vergelijkbaar met de Duurzame Weg, terwijl<br />

de aan‐ en afvoer wegen wel gesloten getunneld kunnen worden evenals <strong>het</strong> gedeelte <strong>van</strong> de<br />

Mauritsstraat tussen de twee kruisingen in.<br />

De tunnel is dermate kort (


A 40<br />

Mecklenburgstraat<br />

B 30<br />

C 30 m<br />

Willem de<br />

Zwijgerstraat<br />

Figuur 5: Schematisch overzicht <strong>van</strong> de hot spot kruispunten met aantallen rijstroken en lengtes<br />

De aan‐ en afvoer wegen naar de twee kruisingen worden over een korte afstand <strong>van</strong> 30‐40 meter<br />

overkluisd/ ondertunnelt omdat daar juist <strong>het</strong> wachtend verkeer voor de stoplichten op de kruising<br />

veel emissie veroorzaakt. Het complex <strong>van</strong> aan‐ en afvoerwegen en de twee kruisingen worden<br />

volledig gesloten uitgevoerd om de verontreinigde lucht daar te lokaliseren, te concentreren en de<br />

mogelijkheid te realiseren deze af te zuigen en te filteren. Het tracé wordt daarmee autoluw en een<br />

waar eldorado voor voetgangers en fietsers. De busbanen kunnen ook vrij gebruik maken <strong>van</strong> de<br />

bovengrondse ruimte omdat deze (veelal) aardgasbussen en zeer beperkte uitstoot kennen. De<br />

consequentie <strong>van</strong> <strong>het</strong> verkeersluw maken betekent ook dat er niet meer geparkeerd kan worden in<br />

dit gebied, <strong>het</strong>geen nu ook al grotendeels <strong>het</strong> geval is.<br />

De omgeving kruising Hoogstraat wordt gedomineerd door een bankgebouw en enkele andere<br />

kantoorpanden. Langs de zijwegen naar de kruisingen toe is wel woningbouw en<br />

appartementenbouw aanwezig, zie figuren 6a en 6b. De kruising Willem de Zwijgerlaan, nabij <strong>het</strong><br />

meetpunt luchtkwaliteit wordt gedomineerd door woningbouw kort op de rijweg (zie figuren 6c, d<br />

en f).<br />

Figuur 6a: Kruising gezien <strong>van</strong>uit Mauritsstraat<br />

richting zuid‐oost (punt A figuur 3)<br />

Mauritsstraat<br />

Hoogstraat<br />

Figuur 6b: Kruising Mauritsstraat Hoogstraat<br />

richting noord‐west (punt G figuur 3)<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

D 90<br />

Bus<br />

E 30 m<br />

F 30<br />

G 40<br />

22


Figuur 6c: Mauritsstraat‐Willem de Zwijgerlaan<br />

richting noord met woningbouw direct op de kruising<br />

Figuur 6d: Mauritsstraat richting Willen de<br />

Zwijgerstraat met woningbouw kort op de rijweg<br />

Figuur 6e: Mauritsstraat richting<br />

Mecklenburgstraat met file verkeer<br />

De buslijnen blijven bovengronds en de rijstroken worden in <strong>het</strong> model 5 meter breed aangenomen.<br />

De tunnel wordt 5 meter hoog met relatief steile op‐ en afritten. Aanpassen <strong>van</strong> de verkeerssnelheid<br />

tot 30 km/uur in de tunnel is daarbij <strong>van</strong>uit veiligheidsoogpunt gewenst.<br />

In verband met de tunnelventilatie is de totale inhoud <strong>van</strong> de tunnel en <strong>het</strong> minimale ventilatievoud<br />

bepalend voor de ventilatiecapaciteit en de luchtbehandelingscapaciteit. Zonder in detail de<br />

tunnelconfiguratie te kennen wordt op basis <strong>van</strong> de ruwe lengte <strong>van</strong> de tunneldelen A t/m G (zie<br />

figuur 5) de tunnelinhoud ingeschat op 26.000 m3 (zie tabel 1).<br />

Tabel 1: Inhoud <strong>van</strong> de tunnel Mauritsstraat<br />

Berekening inhoud tunnel Mauritsstraat<br />

hoogte 5 m<br />

breedte rijstrook 5 m<br />

Tunneldeel lengte in m aantal rijstroken inhoud in m3<br />

A 40 3 3000<br />

B 30 2 1500<br />

C 30 3 2250<br />

D1 45 4 4500<br />

D2 45 6 6750<br />

E 30 1 750<br />

F 30 3 2250<br />

G 40 5 5000<br />

Totaal: 290 26000<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

23


5.3 Emissies in een tunnel<br />

De berekeningen en getallen die genoemd worden in deze paragraaf staan uitgewerkt in een<br />

rekensheet in bijlage 3. Met betrekking tot <strong>het</strong> aantal voertuigen dat per dagperiode op de<br />

Mauritsstraat rijdt wordt uitgegaan <strong>van</strong> de meetgegevens <strong>van</strong> Milieudienst. Voor de uitstoot <strong>van</strong><br />

NOx en fijnstof wordt gebruik gemaakt <strong>van</strong> kengetallen <strong>van</strong> <strong>het</strong> RIVM.<br />

Op basis <strong>van</strong> de meetgegevens <strong>van</strong> <strong>het</strong> luchtkwaliteit meetstation bij de Mauritsstraat rijden er<br />

gemiddeld 550 personenvoertuigen en 55 vrachtwagens per 30 minuten in de periode tussen 6.00<br />

en 18.00. Totaal 1.210 voertuigen/uur. In de avond‐ en de nachtperiode zijn deze aantallen<br />

aanzienlijk lager en zal <strong>het</strong> systeem niet in werking hoeven te zijn. Het is gebleken dat de aantallen<br />

voertuigen over de dag redelijk constant is met een dip rond 9.00 's morgens en een lichte piek rond<br />

17.00. In de berekeningen wordt daar geen rekening mee gehouden.<br />

5.3.1 NOx<br />

Indien geen centrale afzuigventilatie zou worden toegepast in de tunnel, stijgt de concentratie NOx<br />

bij de gemiddeld aangenomen verkeersdrukte in de tunnel met bijna 10 mg NOx/m 3 per uur (zie<br />

rekensheet in bijlage 3). Daarbij is geen rekening gehouden met de natuurlijke trek in de tunnel die<br />

ervoor zal zorgen dat (een deel <strong>van</strong>) de verontreiniging via de tunnelmonden naar buiten wordt<br />

afgevoerd. De verwachting is echter dat de lucht in de tunnel door de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

autoverkeer zonder centrale afzuiging een aanzienlijke verhoging <strong>van</strong> de NOx en fijnstof<br />

concentraties bij de tunnelmonden zal laten zien.<br />

Een eerste berekening <strong>van</strong> de NOx productie bij gemiddeld 1.210 personenvoertuigen en 110<br />

vrachtwagens per uur door de Mauritsstraat levert een NOx productie op <strong>van</strong> 257 g NOx /uur (op<br />

basis <strong>van</strong> kengetallen <strong>van</strong> <strong>het</strong> RIVM). Dit resulteert bij <strong>het</strong> ontwerp‐afzuigdebiet <strong>van</strong> 15 m 3 /sec in een<br />

concentratie in de tunnel <strong>van</strong> 4,75 mg NOx /m 3 (4.750 µg NOx /m 3 ). Bij een verlaging <strong>van</strong> de<br />

ventilatiecapaciteit neemt de concentratie in de tunnel, bij gelijk blijvende aantallen<br />

motorvoertuigen toe. Voor een optimale werking <strong>van</strong> de Corona reactor is in fase 1 en 2 <strong>van</strong> dit<br />

onderzoek gebleken dat een ingangsconcentratie tussen 4 en 10 ppm (ca. 8‐20 mg/m 3 ) NOx is aan te<br />

bevelen. Voor de berekening <strong>van</strong> de kosten en <strong>het</strong> ventilatievermogen gaan we<br />

voorzichtigheidshalve uit <strong>van</strong> de ontwerpdebiet‐capaciteit <strong>van</strong> de totale Corona installatie <strong>van</strong> 15<br />

m 3 /s.<br />

In de praktijk kan de totale ventilatie bij <strong>het</strong> aangenomen gemiddelde aantal voertuigen worden<br />

teruggebracht tot ca. 9 m 3 /sec met een NOx concentratie <strong>van</strong> ca. 8 mg NOx /m 3 in de tunnel. Bij<br />

toename <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal voertuigen op spitsmomenten kan de installatie dan moeiteloos naar 15<br />

m 3 /s worden opgevoerd zonder daarbij in te leveren op rendement .<br />

Deze concentraties NOx in de tunnel zijn weliswaar hoog, maar gezien de korte verblijftijd in de<br />

tunnel zal dit niet tot gezondheidsrisico’s leiden.<br />

5.3.2 Fijnstof (PM10)<br />

De productie <strong>van</strong> PM10 in de tunnel is aanzienlijk lager dan de productie <strong>van</strong> NOx (zie rekensheet in<br />

bijlage 3) en komt bij de gemiddeld aangenomen aantallen voertuigen uit op een hoeveelheid <strong>van</strong> 18<br />

g PM10/uur. Dit resulteert in een concentratie in de tunnel <strong>van</strong> 330 µg PM10/m 3 bij de aangenomen<br />

verversing <strong>van</strong> 15 m 3 /sec.<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

24


5.4 Luchtbehandeling met de Corona Installatie<br />

Er zijn nog maar weinig technieken beschikbaar die NOx of fijnstof te lijf kunnen gaan. Voor fijnstof<br />

wordt de techniek ‘EPS’ toegepast waarbij elektrostatische bolletjes <strong>het</strong> fijnstof aantrekken. Voor<br />

NOx verwijdering zijn er systemen bekend die gebruik maken <strong>van</strong> adsorptie aan chemische<br />

verbindingen of Aktief kool die ter plaatse wordt geresorbeerd. Dit zijn echter zeer kostbare en<br />

ingewikkelde processen. Technieken die tegelijk zowel NOx als fijnstof aanpakken zijn nog niet<br />

beschikbaar. De Corona Pulsed Power Technologie kan hier verandering in brengen.<br />

5.4.1 Corona Technologie<br />

Het pilotonderzoek in de Dommeltunnel heeft uitgewezen dat bij concentraties NOx <strong>van</strong> 4‐10 ppm<br />

(8‐20 mg/m 3 ) een verwijderingsrendement kan worden bereikt <strong>van</strong> >80%.<br />

Met de configuratie <strong>van</strong> de Mauritsstraat waarbij sprake is <strong>van</strong> 4 grote in‐ en uitgangen en 2 kleinere<br />

in‐ en uitgangen richting binnenstad, lijkt <strong>het</strong> logisch om de afzuiging centraal in <strong>het</strong> complexe<br />

tunnelsysteem te plaatsen, midden op de Mauritsstraat tussen de twee kruispunten. Daarmee wordt<br />

gelijkmatig via alle in‐ en uitgangen de lucht naar binnen gezogen en centraal afgevoerd. In dit kader<br />

is geen specifieke studie uitgevoerd naar de exacte luchtverplaatsingen rond de tunnelmonden en de<br />

invloed <strong>van</strong> de natuurlijke trek op <strong>het</strong> ventilatieregime. Naarmate de tunnelmonden smaller en<br />

kleiner zijn wordt de invloed <strong>van</strong> de natuurlijke trek verminderd en ontstaat een betere en<br />

efficiëntere centrale afzuiging. Een verdere vermindering <strong>van</strong> de uitstroom <strong>van</strong> verontreinigde lucht<br />

via tunnelmonden kan worden bereikt door luchtgordijnen (vergelijkbaar met de luchtgordijnen die<br />

warmte binnenhouden bij de ingangen <strong>van</strong> grote warenhuizen) bij de tunnelmonden te plaatsen. Deze zijn<br />

echter kostbaar en vergen veel energie.<br />

De behandeling <strong>van</strong> de lucht uit de tunnel heeft betrekking op zowel NOx als fijn stof.<br />

De proeven in <strong>het</strong> Dommeltunneltje hebben aangetoond dat op fijn stof (>PM0.25) een reductie <strong>van</strong><br />

>60% kan worden bereikt als "bij<strong>van</strong>gst" bij de af<strong>van</strong>g <strong>van</strong> NOx dus zonder additioneel<br />

voorzieningen. Ter voorkoming <strong>van</strong> emissie <strong>van</strong> ozon, dat bij de Corona toepassing word gevormd zal<br />

de lucht via een koolfilter worden nagereinigd. Ook daarin zal nog extra af<strong>van</strong>g <strong>van</strong> fijn stof deeltjes<br />

plaatsvinden. Door <strong>het</strong> AK filter na de Corona Technologie zal additioneel nog NOx worden<br />

afge<strong>van</strong>gen. Schattingen daarvoor gaan uit <strong>van</strong> minimaal 30% <strong>van</strong> de overgebleven restemissie <strong>van</strong><br />

Corona. Daarmee zou <strong>het</strong> rendement <strong>van</strong> de totale installatie komen op 87% NOx verwijdering.<br />

Wat betreft PM10 is de verwachting dat <strong>het</strong> verwijderingsrendement op >75 % uit zal komen in de<br />

combinatie Corona Technologie en Actief Kool. Dat resulteert in een concentratie <strong>van</strong> PM10 <strong>van</strong> 83<br />

µg PM10/m 3 in de gereinigde lucht.<br />

Door dat de gefilterde lucht midden op de autovrije Mauritsstraat kan worden geëmitteerd ontstaat<br />

er plaatselijk een licht verhoogde NOx en PM10 concentratie. De emissie op <strong>het</strong> emissie punt<br />

bedraagt 54.000 m 3 /uur met een concentratie <strong>van</strong>


estconcentratie ook wat hoger) dan is nog sprake <strong>van</strong> een verwaarloosbare bijdrage aan NOx in de<br />

buitenlucht door de Corona Unit. In figuur 8 hebben we die verhoogde emissie qua verspreiding in<br />

beeld gebracht. Zie ook de berekeningen <strong>van</strong> de verspreidingscontour in de bijlage 4.<br />

Stikstofdioxide (NO2) Fijn stof (PM10)<br />

Figuur 7: Bijdrage NOx en PM10 in µg /m 3 <strong>van</strong>uit de luchtbehandeling aan de buitenlucht bij een emissie <strong>van</strong> 0,6<br />

mg NOx/m 3<br />

Stikstofdioxide (NO2)<br />

Figuur 8: Bijdrage NOx in µg /m3 <strong>van</strong>uit<br />

de luchtbehandeling aan de buitenlucht<br />

bij een emissie <strong>van</strong> 1,5 mg NOx/m3<br />

5.4.2 Optimale toepassing Corona Pulsed Power Technologie: 10KW of 30KW<br />

Gebleken is dat met hogere influent concentraties aan NOx er een beter verwijderingsrendement<br />

gehaald kan worden met de huidige 10KW Corona Pulsed Power installatie. Hogere influent<br />

concentraties kunnen worden bereikt door <strong>het</strong> ventilatiedebiet te verlagen. Een tweede optie is om<br />

een installatie te bouwen met meer vermogen (30KW). Hiermee kunnen hogere luchtdebieten<br />

behandeld worden met vergelijkbare verwijderingsrendementen.<br />

Voor de 10 kW installatie bij een gewenste energieniveau in <strong>het</strong> plasma <strong>van</strong> minimaal 5 en optimaal<br />

10 J/l ligt de grens<strong>belasting</strong> in m 3 /uur op resp. 2 en 1 m 3 /sec. ofwel 7.200 en 3.600 m 3 /uur. Daarmee<br />

wordt <strong>het</strong> gewenste maximale debiet per straat <strong>van</strong> 18.000 m 3 /uur op dit moment niet gehaald.<br />

De consequentie hier<strong>van</strong> is dat de concentratie in de tunnel zal kunnen stijgen bij <strong>het</strong> gemiddeld<br />

aangenomen verkeersaanbod. Bij 3x2 m 3 /sec onttrekking is de ingangsconcentratie bij <strong>het</strong><br />

gemiddelde verkeersaanbod NOx 11,9 mg/m 3 . Voor de werking <strong>van</strong> de Corona Reactor is dit een hele<br />

gunstige waarde. Omdat bij deze luchtdebieten de energiedichtheid slechts 5 J/l bedraagt zal <strong>het</strong><br />

rendement <strong>van</strong> de reiniging wat lager liggen dan 80% en rond 75 % uitkomen.<br />

Het alternatief is om een extra luchtbehandelingsinstallatie <strong>van</strong> 10 kW (dus totaal 4x2 m 3 /sec.) te<br />

plaatsen zodat in totaal 40 kW beschikbaar is. Daarmee wordt dit probleem onder<strong>van</strong>gen en kan bij<br />

een totaal luchtdebiet <strong>van</strong> 8 m 3 /sec een gemiddeld niveau <strong>van</strong> ca. 9 mg NOx /m 3 in de tunnel<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

26


worden bereikt. Dit wordt dan bereikt met een gemiddeld verwijderingsrendement <strong>van</strong> 75 % + <strong>het</strong><br />

effect <strong>van</strong> ca. 30 % in <strong>het</strong> AK filter ofwel een totaal verwijderingsrendement <strong>van</strong>.ca. 83%.<br />

De tweede optie bij gebruik <strong>van</strong> 3 installaties <strong>van</strong> ieder 30 kW speelt de capaciteit geen beperkende<br />

rol meer. Met een 30 kW installatie kan bij een energiedichtheid <strong>van</strong> 6 J/l <strong>het</strong> maximale debiet <strong>van</strong> 5<br />

m 3 /sec, omgerekend 18.000 m 3 /uur worden bereikt. Omdat bij dit maximale debiet de<br />

ingangsconcentratie beperkt is tot 4,75 mg NOx/m 3 is <strong>het</strong> wenselijk om bij de gemiddelde intensiteit<br />

<strong>van</strong> de 1.210 voertuigen door de tunnel <strong>het</strong> luchtvolume te beperken zodat aan een minimale<br />

concentratie in de aanvoer <strong>van</strong> ca. 8 mg/m 3 wordt voldaan. Dit wordt bereikt bij <strong>het</strong> reeds<br />

genoemde debiet <strong>van</strong> ca. 3 m 3 /sec per straat. De 30 kW installatie kan deze luchtstroom bij de<br />

optimale energiedichtheid <strong>van</strong> 10 J/l verwerken bij <strong>het</strong> eerder berekende rendement <strong>van</strong> 87%.<br />

Samenvattend: voor de luchtbehandeling is sprake <strong>van</strong> twee opties: toepassing <strong>van</strong> 3 of 4 x 10 kW<br />

Corona Pulsed Power installaties met een NOx verwijderingsrendement <strong>van</strong> 83% (deze installatie is<br />

reeds beschikbaar), of 3 x 30 kW installaties met een rendement <strong>van</strong> 87% verwijdering. De laatste<br />

gaat echter gepaard met hogere elektrakosten.<br />

5.5 Nabehandeling met Actief Kool<br />

Achter de Corona reactor wordt een actief kool filter nageschakeld om de ozon productie in de<br />

Corona reactor te elimineren. De hoeveelheid ozon die wordt geproduceerd is beperkt maar<br />

aangezien ozon giftig is zal emissie naar de omgeving moeten worden voorkomen.<br />

Voor de dimensionering <strong>van</strong> dit filter en de berekening <strong>van</strong> de weerstand over <strong>het</strong> filter, wordt<br />

uitgegaan <strong>van</strong> een grove koolsoort <strong>van</strong> 3‐4 mm korrels. Deze z.g. RB4 korrel wordt universeel<br />

toegepast voor luchtfiltering <strong>van</strong> grote volumes lucht waarbij lage weerstand belangrijk is.<br />

Voor 18.000 m 3 /uur (5 m 3 /s) is bij een maximum snelheid over <strong>het</strong> filter <strong>van</strong> 50 cm/s (0,5 m 3 /m 2 .s)<br />

een oppervlak nodig <strong>van</strong> ca. 10 m 2 . Om de weerstand over <strong>het</strong> filter zo laag mogelijk te krijgen is een<br />

vergroting <strong>van</strong> <strong>het</strong> filterbed tot ca. 30 m 2 nodig, dat is ruwweg de oppervlakte <strong>van</strong> een 40 voets<br />

container (12 x 2,44 m) (Een TEU is 20 voet (ca. 6 meter) lang, 8 voet (2,44 meter) breed en 8 1/2 voet (2,60 meter)<br />

hoog.). De snelheid zakt dan naar 5m 3 /s/30m 2 =0,17 m ofwel 17 cm/s.<br />

Uitgaande <strong>van</strong> een noodzakelijke verblijftijd in <strong>het</strong> koolfilter <strong>van</strong> minimaal 0,5 seconde<br />

(ervaringscijfer <strong>van</strong> Norit) om volledige ozon verwijdering te bereiken, is een laagdikte <strong>van</strong> slechts 10<br />

cm nodig. Omdat <strong>van</strong>wege randverschijnselen de laagdikte <strong>van</strong> een koolfilter minimaal 25 cm moet<br />

zijn (aanbeveling <strong>van</strong> Norit), wordt dat <strong>het</strong> vertrekpunt. Dat betekent tevens dat <strong>het</strong> rendement <strong>van</strong><br />

de filtering en ook de filterbed standtijd met sprongen gaat stijgen. De weerstand is bij een snelheid<br />

<strong>van</strong> 25 cm/s ca. 1‐1,25 kPa/m laagdikte, zoals uit Tabel 2 blijkt.<br />

De weerstand over <strong>het</strong> koolfilter bedraagt daarmee bij 25 cm laagdikte slechts ca. 0,25‐ 0,31 kPa<br />

ofwel 250‐310 Pa. Met de berekende 17 cm /sec zal de weerstand nog wat lager uitvallen, <strong>het</strong>geen<br />

gunstig is voor <strong>het</strong> energiegebruik <strong>van</strong> de ventilatoren.<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

27


Tabel 2: Weerstandtabel <strong>van</strong> Norit actief kool korrels<br />

5.5.1 Praktische uitvoering met Actief Kool<br />

De filterunit kan als een 40 voet container worden uitgevoerd waarbij de lucht horizontaal <strong>van</strong>uit de<br />

Corona installatie naar <strong>het</strong> 2,4 meter brede filter wordt gevoerd. Het filterbed wordt schuin<br />

diagonaal in de container geplaatst met de 25 cm dikke koollaag. Met die schuine stand kan in de 40<br />

voet container toch 30 m 2 filteroppervlak worden bereikt. De lucht doorstroomt zodoende schuin<br />

door <strong>het</strong> filter heen en hierdoor ontstaan geen afwijkende stroombeelden en delen <strong>van</strong> <strong>het</strong> bed die<br />

slecht doorstroomd worden. Schematisch is dat in figuur 9 gevisualiseerd.<br />

Ook andere uitvoeringsvormen met behulp <strong>van</strong> AK cassettes in een verticaal doorstroomd filter zijn<br />

denkbaar.<br />

Zijaanzicht<br />

Bovenaanzicht<br />

Figuur 9: Schematische verticale en horizontale doorsnede <strong>van</strong> een AK filter<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

28


5.5.2 Rendement op ozonverwijdering met Actief Kool<br />

Het probleem <strong>van</strong> mogelijke condensatie in <strong>het</strong> koolfilter kan een vermindering <strong>van</strong> <strong>het</strong> rendement<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> filter veroorzaken. Bij een aangenomen ozon emissie <strong>van</strong> 10 mg/m 3 uit de Corona reactor en<br />

een rendement <strong>van</strong> 98% (ervaringscijfer <strong>van</strong> Norit dat dit rendement gemakkelijk wordt gehaald)<br />

ontstaat een emissie <strong>van</strong> 0,4 mg/m 3 uit de schoorsteen. Door verdunning in de buitenlucht (die al<br />

gauw een factor 100 bedraagt) zal de concentratie op leefniveau in de Mauritspassage heel ver<br />

beneden de 0,1 mg/m 3 grenswaarde voor ozon blijven. Zou de emissie uit de schoorsteen 1 mg<br />

ozon/m 3 bedragen, dan nog is bij een factor 100 verdunning een heel veilige situatie met betrekking<br />

tot blootstelling <strong>van</strong> 0,01 mg O3/m 3 op leefniveau aan de hand.<br />

5.6 Warmteberekening<br />

De warmte als gevolg <strong>van</strong> <strong>het</strong> autoverkeer door de tunnel kan in theorie worden teruggewonnen. Bij<br />

de schatting <strong>van</strong> <strong>het</strong> vermogen dat in de tunnel wordt opgewekt wordt uitgegaan <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

brandstofverbruik <strong>van</strong> de voertuigen. Aangenomen wordt dat <strong>het</strong> totale brandstofverbruik, op<br />

(in)directe wijze wordt omgezet in warmte. Zie tabel 3.<br />

De gemiddelde energie‐inhoud bij 50% benzine en 50% diesel bedraagt circa 35 MJ/liter brandstof<br />

(9,7 kWh/liter). Stel dat de auto's in de tunnel (<strong>van</strong> 290 m lengte) rijden met een gemiddeld verbruik<br />

<strong>van</strong> 1:12 dan bedraagt <strong>het</strong> brandstofverbruik in de tunnel 0,024 liter per auto. Dit is 29 liter per uur<br />

voor 1210 auto’s. De 29 liter vertegenwoordigd een energiehoeveelheid <strong>van</strong> circa 0,28 MWh in dat<br />

uur. Alle energie die in de brandstof zit wordt in feite in warmte omgezet (koeling, wrijving,<br />

luchtweerstand, etc.). De tunnel kan dus een energiebron worden beschouwd met een vermogen<br />

<strong>van</strong> maximaal circa 0,28 MW.<br />

Voor een snelwegtunnel <strong>van</strong> 1000 meter bedraagt dat vermogen echter ca. 100 keer zo veel.<br />

Tabel 3: Energie/warmteproductie in een tunnel<br />

Energieproductie in tunnels stadstunnel snelwegtunnel<br />

snelheid 30‐50 100 km/uur<br />

verbruik: 1 liter op 12 7 km<br />

lengte tunnel 290 1000 meter<br />

aantal auto's 1210 20000 auto's/uur<br />

afgelegde km's in een uur 351 20000 km<br />

verbruik per uur 29 2857 liter brandstof<br />

energieinhoud brandstof 9,7 9,7 kWh/l<br />

totale energie per uur 284 27714 kWh<br />

totaal vermogen 0,28 28 MW<br />

Naast de warmteproductie <strong>van</strong> auto’s wordt met de ventilatie natuurlijk ook verse buitenlucht met<br />

een bepaalde temperatuur in de tunnel gezogen, waar rekening mee moet worden gehouden. Bij<br />

een overkapping met glas, speelt ook de zoninstraling een grote rol.<br />

Voor <strong>het</strong> terugwinnen <strong>van</strong> warmte is dit vermogen in een tunnel, zoals die er zou komen bij <strong>het</strong><br />

kruispunt bij de Mautitsstraat, dermate laag dat terugwinnen geen reële optie vormt. Dit betekent<br />

dat <strong>het</strong> HD Clean Tunnel systeem <strong>het</strong> in dit geval zonder de opbrengsten <strong>van</strong> warmte toepassing<br />

moet doen. Bovengenoemde snelweg met 4 rijbanen en veel verkeer toont wel een interessant<br />

warmtebeeld en, toegepast op een andere hotspot in Eindhoven zou dit wel tot<br />

warmteterugwinning kunnen leiden (zie bijlage 2).<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

29


5.7 Globale kosten aanpak Hot Spot in Eindhoven<br />

Het HD Clean Tunnel Concept (HD CTC) wordt ondersteund door een aantal partner bedrijven in een<br />

nog op te richten consortium die dit concept naar de markt gaat brengen. Via deze partnerbedrijven<br />

(die allen op specifieke onderdelen kennis en ervaring hebben die in <strong>het</strong> HD CTC wordt ingebracht)<br />

zijn schattingen gemaakt welke kosten met <strong>het</strong> hotspot concept gemoeid zouden zijn.<br />

5.7.1 Ondertunneling/overkluizing<br />

Voor de globale kosten <strong>van</strong> ondertunneling <strong>van</strong> de Mauritsstraat is de situatie vergeleken met een<br />

andere stadstunnel <strong>van</strong>, in dit geval, 600 meter. Op basis <strong>van</strong> de globale kosten per m 3 tunnelinhoud<br />

is de vergelijking gemaakt. Voor een tunnel bij de Mauritsstraat (zie figuur 4) zouden de kosten bij<br />

een aangenomen kostprijs <strong>van</strong> € 600,‐‐/m 3 tunnelinhoud, indicatief uitkomen op ca. € 15,6 mln.<br />

Indien <strong>het</strong> tracé zou worden overkluisd met een transparante kapconstructie is de verwachting dat<br />

dit tegen vergelijkbare of iets lagere kosten kan plaatsvinden. (o.b.v. informatie <strong>van</strong> vakgroep infra <strong>van</strong><br />

Oranjewoud Ingenieursbureau)<br />

5.7.2 Ventilatie<br />

Bij de ventilatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> tunnelsysteem is er<strong>van</strong> uitgegaan dat er over alle tunnelopeningen een<br />

netto naar binnen gerichte luchtstroom zal ontstaan.<br />

In de praktijk kan door bovengrondse weersomstandigheden als wind, sprake zijn <strong>van</strong> beïnvloeding<br />

<strong>van</strong> de hoeveelheid netto naar binnen tredende lucht. Dit zal lokaal tot een verstoring <strong>van</strong> de<br />

stromingsomstandigheden leiden. Omdat we echter te maken hebben met een sterk verstedelijkte<br />

omgeving zal de netto windinvloed beperkt blijven. De verwachting is dat > 80‐90% <strong>van</strong> de<br />

verontreiniging in de tunnel inderdaad via <strong>het</strong> centraal afzuigsysteem wordt onttrokken.<br />

De ventilatie capaciteit <strong>van</strong> 54.000 m 3 /uur kan worden verzorgd door een 3‐tal ventilatoren <strong>van</strong><br />

ieder 3,5 kW, één per luchtbehandelingsstraat. De meeste weerstand op <strong>het</strong> systeem zal door de<br />

Actief Koolfilter (AK) nafiltering worden veroorzaakt. Deze weerstand over <strong>het</strong> AK filter bedraagt<br />

globaal 250‐310 Pa. De weerstand over de reactor is vergelijkbaar met de weerstand over de<br />

leidingen. Uitgegaan wordt <strong>van</strong> 15 meter leiding per straat. Deze leidingen kunnen zo kort zijn omdat<br />

de installatie direct op <strong>het</strong> dak <strong>van</strong> de tunnel wordt gebouwd en de lucht in <strong>het</strong> brede centrale deel<br />

tussen de twee kruispunten op de Mauritsstraat ongehinderd naar <strong>het</strong> centrale afzuigsysteem kan<br />

stromen. Het systeem krijgt standaard luchtkanalen met een diameter <strong>van</strong> 1,2 meter of een<br />

equivalent rechthoekig kanaal <strong>van</strong> 100 x 88 cm . Ook de reactor ruimte en de AK filtering wordt op<br />

dat niveau gedimensioneerd. Daarmee is de luchtweerstand als gevolg <strong>van</strong> de luchtsnelheid<br />

minimaal.<br />

De indicatieve kosten <strong>van</strong> ventilatie met 3 units bedragen qua investering ca. € 5.000,‐‐ per straat.<br />

De exploitatiekosten aan energie bedragen 3 x 3,5 kWh/uur ofwel € 1,90 /uur bij een kWh prijs <strong>van</strong><br />

0,18 ct/kWh incl. <strong>belasting</strong>. Per dag wordt de energierekening ca. € 20,‐‐/dag bij 13 draaiuren/dag op<br />

gemiddeld 80% vermogen. De exploitatiekosten per jaar bij 250 werkdagen bedragen alleen aan<br />

energiegebruik ca. € 5.000,‐‐/jaar. (o.b.v. informatie <strong>van</strong> UC Technologie)<br />

5.7.3 Corona Air Treatment<br />

Hoewel de Corona Pulsed Power Technologie (CPPT) nog in een doorontwikkeling stadium verkeert,<br />

kan wel een globaal investeringsplaatje voor een installatie geschikt voor een tunnel als die bij de<br />

Mauritsstaat worden gegeven. Uitgaande <strong>van</strong> een debiet <strong>van</strong> 15 m 3 /s ofwel 54.000 m 3 /uur moet<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

30


gedacht worden aan minimaal 4 systemen <strong>van</strong> 10 kW vermogen met ieder een reactorinhoud <strong>van</strong> ca.<br />

5 m 3 . Daarmee komt de verblijftijd voor de lucht in de maatgevende situatie op ca. 1 sec.<br />

Het proefonderzoek in <strong>het</strong> Dommeltunneltje heeft uitgewezen dat deze verblijftijd en<br />

energiedichtheid <strong>van</strong> minimaal 5 J/l voldoende is om een 75‐80% verwijdering <strong>van</strong> NOx mogelijk te<br />

maken. De verwijdering <strong>van</strong> fijn stof totaal (PM10) zal met Corona Technologie ca. 80% kunnen<br />

bedragen. Voor de heel kleine fractie PM0,1 ligt <strong>het</strong> verwijderingsrendement op ca. 50%. Door de AK<br />

filtering t.b.v. <strong>het</strong> verwijderen <strong>van</strong> ozon zal zeker nog additioneel de zeer fijn stof fractie verder<br />

worden tegengehouden op <strong>het</strong> actief kool. Uit recent onderzoek blijkt dat juist de kleinste fracties<br />

fijn stof <strong>het</strong> meest schadelijk voor de gezondheid zijn. De normen zijn echter gericht op de fracties<br />

PM10 en PM2,5.<br />

De investering in een 10 kW systeem vergt naar verwachting circa 150 k€ per unit. De investering in<br />

een 30 kW systeem waarmee ook grotere luchtdebieten kunnen worden behandeld liggen naar<br />

verwachting in dezelfde ordegrootte <strong>van</strong> 150‐200 k€.<br />

De kosten <strong>van</strong> exploitatie <strong>van</strong> de 4 CPPT units qua energiegebruik bedragen 4 x 10 kWh/uur<br />

ofwel € 7,20/uur bij een kWh prijs <strong>van</strong> 0,18 ct/kWh incl. <strong>belasting</strong>. Per dag betekent dit bij een<br />

draaitijd <strong>van</strong> 8.00 tot 19.00 op gemiddeld 80% <strong>van</strong> <strong>het</strong> vermogen € 75,‐‐/dag.<br />

De exploitatiekosten per jaar bij 250 werkdagen bedragen voor 4 x 10 kW ca. € 19.000,‐‐/jaar.<br />

Voor een 3 x 30 kW installatie zijn de exploitatiekosten per uur 3 x 30 kWh/uur ofwel € 16,‐‐/uur. Per<br />

dag wordt dat een rekening <strong>van</strong> € 168,‐‐/dag bij gemiddeld 80% vermogen.<br />

De exploitatiekosten per jaar bij 250 werkdagen bedragen dan ca. € 42.000,‐‐/jaar.<br />

Verder geldt nog dat er ook onderhoud gepleegd moet worden aan de installatie. Hierbij wordt<br />

uitgegaan <strong>van</strong> € 50.000,‐/jaar aan onderhoud voor zowel 4 X 10KW als 3 X 30KW installaties. Dit is<br />

inclusief regulier onderhoud, schoonmaken, renoveren plasma switch, jaarlijkse check en groot<br />

onderhoud, ver<strong>van</strong>gende onderdelen en projectleiding. (o.b.v. informatie <strong>van</strong> <strong>HMVT</strong>/TUe)<br />

5.7.4 Nafiltering met Actief Kool<br />

De kosten <strong>van</strong> AK filtering met een capaciteit <strong>van</strong> 3 x 18.000 m 3 /uur bedragen qua investering in de<br />

filterbehuizing indicatief € 25.000,‐‐ per straat. Daarvoor kan een 40 voets container omgebouwd<br />

worden, voorzien <strong>van</strong> luiken en condenswaterafvoer en voorzien <strong>van</strong> een rvs supportbed voor de<br />

koollaag.<br />

Voor <strong>het</strong> actief kool bed is 7,5 m 3 AK korrels nodig ofwel ca. 4.000 kg. Deze filtervulling kost per<br />

vulling ca. € 8.000,‐‐ per straat, inclusief <strong>het</strong> aanbrengen/wisselen.<br />

Hierbij zijn niet de kosten <strong>van</strong> regeneratie <strong>van</strong> <strong>het</strong> kool opgenomen. Het is op dit moment niet<br />

duidelijk of bij <strong>het</strong> verwijderen <strong>van</strong> ozon kool moet worden geregenereerd of dat <strong>het</strong> een kwestie is<br />

<strong>van</strong> bijvullen <strong>van</strong> kool <strong>van</strong>wege de afname <strong>van</strong> de dikte <strong>van</strong> <strong>het</strong> koolbed door verbranding door<br />

ozon.<br />

De jaarlijkse exploitatiekosten in de vorm <strong>van</strong> wisseling <strong>van</strong> <strong>het</strong> aktief kool bed is sterk afhankelijk<br />

<strong>van</strong> hoe <strong>het</strong> bed zich in de praktijk <strong>van</strong> de filtering houdt. Daarmee bestaat nog geen ervaring. (o.b.v.<br />

informatie <strong>van</strong> Norit)<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

31


5.7.5 Warmte toepassing: WKO<br />

Gezien de lage energie‐inhoud <strong>van</strong> de tunnel en <strong>het</strong> kleine opgebouwde bronvermogen in de tunnel<br />

is warmteterugwinning niet verder onderzocht. Voor snelwegtunnels is op andere projecten (o.a A2<br />

Maastricht) wel de haalbaarheid <strong>van</strong> warmte terugwinning en toepassing uit tunnelventilatielucht<br />

onderzocht. Hier blijkt dat in 4 jaar tijd de investeringen in tunnelventilatie via warmteterugwinning<br />

kunnen worden terugverdiend (dus exclusief de investering in de tunnel zelf). Dit is in lijn met <strong>het</strong> HD<br />

Clean Tunnel Systeem. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar bijlage 2.<br />

5.7.6 Samenvatting <strong>van</strong> de kostenindicatie<br />

In onderstaande tabel 4 zijn de indicatieve kosten zowel qua investering als qua exploitatiekosten<br />

samengevat.<br />

Tabel 4: Samenvatting investering‐ en exploitatiekosten luchtbehandeling in tunnel in Mauritsstraat<br />

Investering‐ en exploitatiekosten luchtbehandeling in tunnel<br />

Investering Exploitatie Opmerking bij exploitatie kosten<br />

Reële optie k€ k€/jr<br />

Tunnel 15.600 ‐<br />

Corona Unit 4x10kW 600 19 alleen energiekosten<br />

Onderhoud Corona unit ‐ 50<br />

AK filtering 75 24 bij jaarlijkse filterwisseling<br />

Ventilatie 15 5 alleen energiekosten<br />

Totaal 16.290 98<br />

Gewenste optie k€ k€/jr<br />

Tunnel 15.600 pm<br />

Corona Unit 3x30kW 600 42 alleen energiekosten<br />

Onderhoud Corona Unit ‐ 50<br />

AK filtering 75 24 bij jaarlijkse filterwisseling<br />

Ventilatie 15 5 alleen energiekosten<br />

Totaal 16.290 121<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

32


<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

33


6 Conclusie toepassing Corona bij Eindhovense ‘Hot Spot’<br />

De proef op labschaal, uitgevoerd eind 2010, begin 2011, heeft aangetoond dat met de huidige<br />

Corona Pulsed Power Technologie <strong>het</strong> nog niet mogelijk is om NOx concentraties onder de 1 ppm te<br />

verwijderen. Concentraties tussen 4 en 10 ppm zijn echter wel goed behandelbaar. De proeven bij de<br />

Dommeltunnel bevestigen deze bevinding. Voor NOx zijn verwijderingsrendementen rond de 90%<br />

gehaald en voor fijnstof tussen 80 en 90%. De vraag is echter of concentraties tot 10 ppm aan NOx in<br />

tunnels acceptabel zijn.<br />

Voor de vertaling naar een Eindhovense ‘Hot Spot’ is gekozen voor de verkeersknooppunt<br />

Mauritsstraat‐ Willem de Zwijgerstraat. Deze wordt gekenmerkt door hoge gehalten aan NOx en<br />

PM10 gedurende de dagperiode op werkdagen. De blootstelling aan deze luchtverontreiniging als<br />

gevolg <strong>van</strong> autoverkeer kan worden verminderd/opgeheven door op deze hotspot een scheiding <strong>van</strong><br />

autoverkeer en omgeving te realiseren. In deze rapportage is niet ingegaan op de praktische en<br />

economische mogelijkheden <strong>van</strong> deze scheiding. Daarvoor staan 2 wegen open: ondertunneling of<br />

overkluizing. In beide gevallen zal, indien geen aanvullende maatregelen worden genomen, de<br />

verontreiniging <strong>van</strong>wege <strong>het</strong> autoverkeer zich gaan concentreren rond de tunnelmonden. Door<br />

afzuiging <strong>van</strong> de tunnel/overkluizing en behandeling <strong>van</strong> de afgezogen lucht wordt feitelijk de<br />

emissie <strong>van</strong> <strong>het</strong> verkeer vergaand teruggedrongen.<br />

Corona Pulsed Power Technologie biedt de mogelijkheid om zowel fijn stof PM10 als NOx uit de<br />

afgezogen lucht te verwijderen. Het fase 3 onderzoek (vertaling naar een full scale situatie bij een<br />

Hot Spot in Eindhoven) laat zien dat met een beperkte afzuiging een weliswaar hoge, maar optimaal<br />

behandelbare NOx concentratie in de tunnel wordt verkregen en daarbij minimaal 80% en<br />

waarschijnlijk 87% verwijdering kan worden gerealiseerd. Fijn stof wordt naar verwachting tot 75%<br />

verwijderd zonder additionele handelingen. De verspreiding <strong>van</strong> de gereinigde lucht met<br />

restconcentraties NOx en fijn stof op leefniveau geeft geen significante bijdrage aan de<br />

omgevingsconcentraties in <strong>het</strong> gebied.<br />

De financiële haalbaarheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> luchtbehandelingssysteem ziet er in relatie tot de benodigde<br />

investering in een tunnel/overkluizing, gunstig uit. De investering in luchtbehandeling bedraagt ca.<br />

1% <strong>van</strong> de investering in ondertunneling/overkluizing. De exploitatiekosten komen uit tussen de<br />

circa 95 en 120 K€/jaar aan energiekosten en onderhoud. Het effectief terugwinnen <strong>van</strong> energie uit<br />

de warmte in de tunnel wordt in deze situatie niet mogelijk geacht omdat <strong>het</strong> rijdend verkeer niet<br />

genoeg (warmte)energie oplevert. Hierdoor liggen de baten enkel in <strong>het</strong> creëren <strong>van</strong> een schoner<br />

leefmilieu, autoluwe Mauritsstraat en ruimte met economische waarde..<br />

Indien wordt besloten tot een verhoogde afzuiging waarbij de concentraties in de tunnel worden<br />

beperkt tot


Hannover Milieu‐ en Veiligheidstechniek B.V.<br />

Maxwellstraat 31<br />

Postbus 174<br />

6710 BD EDE<br />

T (0318) 62 46 24<br />

F (0318) 62 49 13<br />

www.corona‐airtreatment.com<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

35


BIJLAGEN<br />

bijlage 1 Haalbaarheidsstudie verbetering luchtkwaliteit door TUe<br />

bijlage 2 HD Clean Tunnel Systeem<br />

bijlage 3 Uitwerking berekening productie en verwijdering NOx en fijnstof in een tunnel<br />

bijlage 4 Verspreidingsberekening NOx en PM10 Mauritsstraat te Eindhoven<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

36


<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”


ijlage 1 Haalbaarheidsstudie verbetering luchtkwaliteit door TUe<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”


<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”


Verwijdering <strong>van</strong> lage concentraties NOx m.b.v. corona technologie<br />

Haalbaarheidstudie verbetering luchtkwaliteit omgeving verkeerstunnels<br />

Datum: 30-09-2011<br />

Auteur: F.J.C.M. Beckers


Inhoud<br />

1. Inleiding...................................................................................................................................................... 5<br />

2. Corona technologie ..................................................................................................................................... 6<br />

3. Proces NOx verwijdering ............................................................................................................................ 8<br />

4. Opzet experimenten .................................................................................................................................... 9<br />

4.1 Lab opstelling ...................................................................................................................................... 9<br />

4.2 Tunnelproef ........................................................................................................................................10<br />

4.3 Diagnostiek .........................................................................................................................................11<br />

4.3.1 NOx ..............................................................................................................................................11<br />

4.3.2 Ozon ............................................................................................................................................14<br />

4.3.3 Fijnstof ........................................................................................................................................14<br />

4.3.4 Totaal C ......................................................................................................................................15<br />

4.3.5 Plasma energie ............................................................................................................................15<br />

4.3.6 Lucht flow ...................................................................................................................................15<br />

5. Resultaten ..................................................................................................................................................16<br />

5.1 Labproeven .........................................................................................................................................16<br />

5.1.1 NOx productie .............................................................................................................................16<br />

5.1.2 10ppm NOx verwijdering .............................................................................................................16<br />

5.2 Tunnel proef .......................................................................................................................................18<br />

5.2.1 NOx verwijdering ........................................................................................................................18<br />

5.2.2 Totaal C verwijdering .................................................................................................................21<br />

5.2.3 Fijnstof verwijdering ...................................................................................................................21<br />

6. Conclusies .................................................................................................................................................27<br />

3


1. Inleiding<br />

<strong>HMVT</strong> heeft in samenwerking met de EES (Electrical Energy Systems) groep <strong>van</strong> de Technische<br />

Universiteit Eindhoven in opdracht <strong>van</strong> Stichting Regio Eindhoven (SRE) een haalbaarheidsonderzoek<br />

uitgevoerd in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> verbetering <strong>van</strong> luchtkwaliteit in stedelijke gebieden met hoge<br />

<strong>verkeersemissies</strong>. Het onderzoek richt zich op <strong>het</strong> verwijderen <strong>van</strong> lage concentraties NOx met behulp <strong>van</strong><br />

de corona technologie. De techniek zou kunnen worden toegepast in o.a. verkeerstunnels en<br />

parkeergarages. De studie bestaat uit een vooronderzoek op labschaal om de verwijdering <strong>van</strong> lage<br />

concentraties NOx m.b.v. de corona ontladingen in kaart te brengen. Tijdens fase 2 <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek is een<br />

pilot installatie bij <strong>het</strong> Dommeltunneltje in Eindhoven opgebouwd om de technologie in de praktijk te<br />

testen. Naast verwijdering <strong>van</strong> NOx is ook <strong>het</strong> verwijderingrendement <strong>van</strong> fijnstof nader bekeken.<br />

In dit rapport zal NOx verwijderingproces worden toegelicht. Diagnostieken, meetproblematiek, en opzet<br />

<strong>van</strong> experimenten is beschreven in H4. Resultaten <strong>van</strong> lab- en veldwerk zijn te vinden in H5.<br />

5


2. Corona technologie<br />

De corona technologie is een elektrische procestechnologie die gebruik maakt <strong>van</strong> hoogspanningspulsen op<br />

een set elektroden binnen een reactor. Hierdoor ontstaat in de reactor een wolk <strong>van</strong> mini vonkjes, een<br />

zogenaamde corona-ontlading. Deze wolk <strong>van</strong> vonkjes produceert continu actieve deeltjes zoals elektronen,<br />

ionen en radicalen. De actieve deeltjes initiëren fysische en chemische processen die vervolgens leiden tot<br />

conversie <strong>van</strong> o.a. koolwaterstoffen, NOx, geurcomponenten of tot inactiveren <strong>van</strong> micro-organismen of tot<br />

filteren <strong>van</strong> fijnstof. Toepassingen <strong>van</strong> deze technologie liggen vooral op <strong>het</strong> terrein <strong>van</strong> <strong>verkeersemissies</strong>,<br />

de reductie <strong>van</strong> geur en ammoniak, fijnstof en vluchtige chemische componenten in luchtstromen, <strong>het</strong><br />

inactiveren <strong>van</strong> micro-organismen in lucht en water en afvalwaterreiniging, en meer in de toekomst,<br />

elektrisch-geactiveerde katalysatoren, biogas conditionering, plasmaconversie en plasma-assisted<br />

combustion. De techniek kan worden toegepast in diverse bedrijfstakken: verkeerstunnels, intensieve<br />

veehouderij, petrochemie, voedings- en genotmiddelenindustrie, composteerbedrijven,<br />

mestverwerkingsbedrijven, afvalverwerkingsbedrijven.<br />

Voor verwezenlijking <strong>van</strong> deze technologie is een systeem nodig dat bestaat uit een hoogspanningsvoeding<br />

en een reactor. De hoogspanningsvoeding is een apparaat dat continu elektrische pulsen maakt met een<br />

hoog piekvermogen, wel zo’n 100 MW maar met een extreem korte pulstijd in ordergrootte <strong>van</strong> enkele<br />

tientallen nanoseconden. De hoogspanningspulsen kunnen worden gesuperponeerd op een DC spanning tot<br />

30 kV. Dit verhoogt de inkoppeling <strong>van</strong> energie en verbeterd tevens <strong>het</strong> rendement op elektrostatisch stof<br />

af<strong>van</strong>gen. De pulsen worden continu herhaald, tot duizend keer per seconde. Via een<br />

hoogspanningsdoorvoer gaan de pulsen naar de reactor. De pilot corona reactor bestaat uit 16 metalen<br />

cilinders met in <strong>het</strong> hart <strong>van</strong> iedere cilinder een dunne metalen draad (figuur 1). De pulsen maken in <strong>het</strong><br />

aanwezige gas elektronen vrij die door de puls voldoende energie meekrijgen om de benodigde chemische<br />

reacties op gang te brengen. Dit is chemie met behulp <strong>van</strong> elektronen, zonder thermische verhitting <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

gas. Omdat <strong>het</strong> gas koud kan blijven kost coronachemie veel minder energie dan conventionele chemie. Het<br />

te behandelen gas stroomt door de reactor.<br />

Zijaanzicht Bovenaanzicht<br />

Figuur 1: Schematic weergave HPPS reactor. Figuur 1a: Bovenaanzicht reactor.<br />

6


Boven in de reactor zijn venturi sproeiers geplaatst waarmee water wordt verneveld. Het water heeft een<br />

gunstig effect op de chemische processen en vormt tevens <strong>het</strong> transportmechanisme voor de afvoer <strong>van</strong><br />

vaste deeltjes en gevormde zouten. Een groot deel <strong>van</strong> de waterdruppeltjes zal geladen worden in de corona<br />

ontladingen en onder invloed <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanwezige elektrische veld naar de wanden <strong>van</strong> de cilinders worden<br />

verplaatst. Doordat de gasstroom in <strong>het</strong> plasma zeer turbulent is worden de gevormde oplosbare moleculen<br />

langs de wand bewogen waar ze kunnen oplossen in de waterfilm.<br />

Nog nader ingaand op de chemie met behulp <strong>van</strong> een coronareactor kunnen we <strong>het</strong> volgende toevoegen:<br />

Het basismechanisme <strong>van</strong> deze chemie is <strong>het</strong> klieven <strong>van</strong> moleculen door botsingen met snelle elektronen.<br />

Dat zijn de door de puls vrijgemaakte elektronen. De snelheid die deze elektronen meekrijgen is een<br />

belangrijke parameter. De pulsvorm bepaalt in hoge mate deze parameter. Als snelheid <strong>van</strong> de elektronen<br />

een specifieke drempel overstijgt kunnen ze de zuurstofmoleculen splitsen in twee zuurstofradicalen (O) en<br />

water in een waterstofdeeltje en een hydroxylradicaal(OH). De reactieve O en OH radicalen zijn in staat om<br />

verontreinigingen oxidatief te degraderen. Het hydroxylradicaal is op Fluor na de meest reactieve<br />

chemische component.<br />

De pilot reactor is ingebouwd in een zeecontainer zodat testen op locatie mogelijk zijn (figuur 2).<br />

Figuur 2: Pilot container.<br />

7


3. Proces NOx verwijdering<br />

De meest elementaire reacties die plaatsvinden in <strong>het</strong> proces zijn hieronder weergegeven. Hoog<br />

energetische elektronen in <strong>het</strong> plasma zijn in staat om o.a. O en OH radicalen te maken.<br />

e + O2 → 2O + e<br />

e + H2O → OH + H + e<br />

De O radicalen oxideren NO tot NO2, en indirect via vorming <strong>van</strong> Ozon(O3). O3 en NO kunnen niet beide<br />

in de gasstroom achter de reactor aanwezig zijn doordat deze stoffen direct met elkaar reageren.<br />

O2 + O → O3<br />

NO + O → NO2<br />

NO + O3 → NO2 + O2<br />

Salpeterzuur wordt gevormd door reactie <strong>van</strong> NO2 met OH. Deze reactie vindt alleen in <strong>het</strong> plasma plaats<br />

omdat de OH radicalen zeer kortlevend zijn (typisch µs).<br />

NO2 + OH → HNO3<br />

Salpeterzuur is in tegenstelling tot NO en NO2 zeer goed oplosbaar in water. Een groot deel <strong>van</strong> de HNO3<br />

zal uit de processtroom worden verwijderd doordat <strong>het</strong> kleeft aan wanden <strong>van</strong> de reactor en oplost in <strong>het</strong><br />

sproeiwater.<br />

8


4. Opzet experimenten<br />

De uitgevoerde experimenten zijn onderverdeeld in lab- en veldproeven. Voor de labproef is een opstelling<br />

rondom de pilot container opgebouwd waarbij uitlaatgassen <strong>van</strong> een 35kVA dieselaggregaat zijn gebruikt<br />

als verontreinigingbron. Tijdens de veldproef is de pilot container bij <strong>het</strong> Dommeltunneltje geplaatst. Via<br />

een leiding is verontreinigde lucht uit de tunnel gezogen en behandeld. Naast NOx is tevens fijnstof<br />

gemeten bij de tunnelproef.<br />

4.1 Lab opstelling<br />

Voor de proeven met uitlaatgassen is een 35kVA dieselaggregaat naast de container geplaatst (figuur 4).<br />

Met behulp <strong>van</strong> twee kleppen kan een bepaalde hoeveelheid uitlaatgassen in de luchtstroom worden<br />

geïnjecteerd. Slechts een deel <strong>van</strong> de gassen worden gebruikt, <strong>het</strong> overige deel wordt direct in <strong>het</strong><br />

ventilatiekanaal geblazen.<br />

Sproeiwater wordt via vier venturi sproeiers boven in de reactor verneveld. De sproeiers worden gevoed<br />

met perslucht voor de verneveling. Het sproeisysteem kan in twee configuraties worden gebruikt: 1<br />

continue sproeien met leidingwater waarbij <strong>het</strong> afval water direct wordt afgevoerd naar <strong>het</strong> riool. 2<br />

recycleren <strong>van</strong> sproeiwater via een membraam pomp, waarbij de bodem <strong>van</strong> de reactor als reservoir wordt<br />

gebruikt. Deze optie kan worden gebruikt om additieven bij <strong>het</strong> sproeiwater te voegen.<br />

Bij deze proeven is gebruik gemaakt <strong>van</strong> twee NOx meetapparaten waardoor in- en effluent simultaan<br />

gemeten kon worden. Concentraties ozon (O3) zijn tevens gemeten in <strong>het</strong> effluent.<br />

Figuur 3: Proces schema lab proef.<br />

9


4.2 Tunnelproef<br />

Figure 4: Dak <strong>van</strong> container met vervuilingsbron.<br />

Tijdens de proef bij <strong>het</strong> Dommeltunneltje zijn tevens fijnstof concentraties gemeten. In de reactor wordt<br />

normaal water gesproeid voor de HNO3 verwijdering. Hierdoor ontstaat echter een nevel <strong>van</strong> minuscule<br />

waterdruppeltjes. De stof meetapparatuur telt deeltjes in verschillende groottes maar maakt geen<br />

onderscheid tussen de druppeltjes en fijnstof. Omdat <strong>het</strong> vernevelen de meting verstoord is er voor gekozen<br />

om tijdens de stofmetingen niet te sproeien. Nadeel hier<strong>van</strong> is dat HNO3 mogelijk minder goed wordt<br />

verwijderd uit de gasstroom, en tevens corrosie veroorzaakt in de reactor. Tijdens de proeven is gelijktijdig<br />

met afzonderlijke meetapparaten (NOx en stof) <strong>het</strong> in- en effluent bemonsterd. De ventilator is<br />

nageschakeld met een actief koolfilter om te voorkomen dat ozon zou worden geloosd in <strong>het</strong> werkveld. Het<br />

dieselaggregaat is gebruikt om alle apparatuur op locatie <strong>van</strong> energie te voorzien. Tijdens een aantal<br />

proeven zijn uitlaatgassen via een aluminium leiding de tunnel ingeblazen om de verontreiniginggraad in<br />

de tunnellucht omhoog te brengen.<br />

Figuur 5: Proces schema.<br />

Corona reaktor<br />

Mengpunt (lucht + uitlaatgassen)<br />

Uitlaat<br />

Diesel aggregaat<br />

10


4.3 Diagnostiek<br />

Figure 6: Pilot container bij <strong>het</strong> Dommeltunneltje.<br />

In deze paragraaf zullen de diverse diagnostieken en meetproblematiek worden beschreven die zijn<br />

gebruikt tijdens de lab- en veldexperimenten.<br />

4.3.1 NOx<br />

Pilot container<br />

De concentraties NO, NO2 zijn gemeten met meetapperatuur <strong>van</strong> Recordum, type Airpointer. Deze<br />

geaccrediteerde meetapparatuur wordt gebruikt voor <strong>het</strong> monitoren <strong>van</strong> <strong>verkeersemissies</strong>. Concentraties<br />

<strong>van</strong> 10 pbb tot 20 ppm NOx kunnen gemeten worden met deze apparaten.<br />

Het meetprincipe is gebaseerd op chemiluminescentie. Een mix <strong>van</strong> NO en NO2 wordt als volgt<br />

geanalyseerd: In een pad A wordt <strong>het</strong> sample gas direct de chemiluminescentie cel ingeleid waar een<br />

overmaat O3 aanwezig is die door een ozon generator wordt gemaakt. NO reageert direct met de O3 waarbij<br />

NO2* ontstaat. Dit geactiveerde NO2* valt terug naar NO2 onder emissie <strong>van</strong> een lichtquantum. Deze<br />

lichtquanta worden via een detector omgezet in een meetsignaal. NO2 in de <strong>het</strong> gasmengsel reageert niet en<br />

geeft dus geen bijdrage aan <strong>het</strong> meetsignaal.<br />

Parallel wordt <strong>het</strong> sample gas via een molybdeen katalysator geleid (pad B). Deze converter zet alle NO2 in<br />

<strong>het</strong> mengsel om in NO. In de chemoluminiscentie cel zal nu de som <strong>van</strong> NO+NO2 bijdragen aan <strong>het</strong><br />

meetsignaal doordat alle NO2 is geconverteerd naar NO.<br />

De concentratie NO2 volgt indirect uit <strong>het</strong> verschil <strong>van</strong> <strong>het</strong> meetsignaal <strong>van</strong> pad A minus <strong>het</strong> signaal <strong>van</strong><br />

pad B.<br />

Figuur 7: Schematische weergave chemoluminiscentie meetprincipe.<br />

Uitlaatgas + influent leidingen<br />

Tunnel<br />

Het terugvormen <strong>van</strong> NO2 met Molybdeen maakt <strong>het</strong> meetprincipe echter mogelijk kruisgevoelig voor<br />

ozon, N2O3, N2O4, N2O5 en HNO3, en N2O. Deze laatste vijf componenten kunnen mogelijk in de reactor<br />

worden gevormd en kunnen een bijdrage geven aan <strong>het</strong> NO2 meetsignaal, doordat deze stoffen mogelijk in<br />

de katalysator worden teruggevormd tot NO.<br />

11


De leverancier <strong>van</strong> de Airpointer heeft aangegeven dat <strong>het</strong> apparaat niet kruisgevoelig is voor O3. Men<br />

heeft dit echter nooit getest voor hoge concentraties (>5 ppm) om de simpele reden dat deze concentraties<br />

niet in de buitenlucht voorkomen. De corona reactor maakt concentraties tot 50ppm. Het was niet duidelijk<br />

of de molybdeen katalysator in staat zou zijn om alle ozon te verwijderen en dus indirect de NO2<br />

meetwaarde zou beïnvloeden.<br />

Op diverse manieren is geprobeerd om ozon uit <strong>het</strong> samplegas te verwijderen voordat dit de Airpointer in<br />

wordt geleid, om kruisgevoeligheid voor dit gas uit te sluiten. Het is zeer belangrijk dat dit op een manier<br />

gebeurt zodat de concentraties NO en NO2 niet worden beïnvloed. Men kan m.b.v. UV licht met een<br />

golflengte <strong>van</strong> 254 nm (kwik ontlading) ozon fotochemisch laten ontleden. NO en NO2 absorberen<br />

maximaal bij golflengtes die ver buiten deze golflengte liggen (respectievelijk 60 nm en 391 nm). Initiële<br />

testen hiermee hebben een ozon reductie laten zien <strong>van</strong> 10 tot 20%. Omdat dit niet voldoende was is<br />

gekozen voor een tweede methode. Door <strong>het</strong> sample gas enkele seconden te verwarmen tot enkele<br />

honderden graden kan ozon tevens ontleden. Een sample gas heater is gemaakt <strong>van</strong> een RVS buis waar een<br />

verwarmingslint omheen is gewikkeld. Een temperatuur regelaar is aangesloten op <strong>het</strong> verwarmingslint. De<br />

temperatuur wordt teruggekoppeld met een K-type thermokoppel die op de metalen buis is geplaatst. Een<br />

temperatuur <strong>van</strong> 250°C is voldoende om ozon (20 – 60 ppm) te reduceren tot een niveau <strong>van</strong> enkele<br />

honderden ppb’s. Bij <strong>het</strong> opstoken <strong>van</strong> de verwarmingsbuis (0 naar 250°C) in voorbereiding op<br />

experimenten viel <strong>het</strong> op dat gedurende enkele minuten concentraties NO tot 1 ppm vrij kwamen uit de<br />

buis. Ook na <strong>het</strong> beëindigen <strong>van</strong> de experimenten werden concentraties tot 200ppb NO nageleverd uit de<br />

buis. Het is dus duidelijk dat NOx wordt gebonden in de buis. Mogelijk reageert <strong>het</strong> in de reactor gevormde<br />

HNO3 met <strong>het</strong> metaal oppervlak <strong>van</strong> de buis. Onder invloed <strong>van</strong> hoge temperaturen komt dit op een zeker<br />

moment weer los in de vorm <strong>van</strong> NO.<br />

De uiteindelijke oplossing is gevonden in een op maat gemaakte boorsilicaat (laboratorium glas) buis die<br />

op identieke wijze is verwarmd. Het inerte glasoppervlak laat geen <strong>van</strong> de eerder genoemde problemen<br />

zien. Het glas heeft een temperatuur <strong>van</strong> 350°C nodig om de O3 te verwijderen. Deze hogere temperatuur is<br />

vereist omdat metaaloppervlakken katalytisch werken t.a.v. <strong>het</strong> ontleden <strong>van</strong> ozon. Een deel <strong>van</strong> de NO2<br />

kan mogelijk ook ontleden naar NO bij deze temperatuur. Alleen de totale som NOx mag dus aangenomen<br />

worden tijdens meetsessies. Een schematische weergave <strong>van</strong> de meetopstelling is weergegeven in figuur 8.<br />

Reactor exhaust<br />

Sample Heater<br />

Temperature<br />

Controller 350°C<br />

Figuur 8: Meetschema O3 verwijdering.<br />

Na <strong>het</strong> verwarmen <strong>van</strong> <strong>het</strong> sample wordt dit weer afgekoeld in een 2 meter lange leiding. Het gas koelt af<br />

naar minder dan 30°C voordat dit via de samplepomp in de samplepoort <strong>van</strong> de Airpointer wordt geblazen.<br />

Het volgende experiment laat zien dat <strong>het</strong> apparaat kruisgevoelig is voor ozon. In figuur 9 zijn de<br />

concentraties NO, NO2, NOx en O3 geplot als functie <strong>van</strong> de tijd tijdens een meetsessie waarbij de<br />

temperatuur <strong>van</strong> de samplebuis is gevarieerd. Op de volgende punten zijn enkele handelingen verricht:<br />

1 ~1000 ppb NO (cilinder) gedoseerd in de reactor luchtstroom<br />

2 Corona bron ingeschakeld, 3.7J/L<br />

3 Sample heater temperatuur op 100°C instellen.<br />

4 Sample heater temperatuur op 200°C instellen.<br />

5 Sample heater temperatuur op 300°C instellen.<br />

6 Sample heater temperatuur op 350°C instellen.<br />

Tabel 1: Handelingen t.b.v. testen effect verwarmingsbuis.<br />

Sample Cooler Membrane Pump<br />

Airpointer<br />

12


1 2 3<br />

4 5 6 7<br />

Figuur 9a: Effect ozon verwijdering op Airpointer meetwaarden (zoom).<br />

Figuur 9b: Effect ozon verwijdering op Airpointer meetwaarden.<br />

Er wordt een concentratie <strong>van</strong> ~1000 ppb NO gedoseerd. Nadat de coronabron is ingeschakeld (2) wordt<br />

alle NO omgezet in NO2 (=NOx) en lijkt <strong>het</strong> erop dat 10 a 15% wordt verwijderd. De ozon concentratie<br />

loopt op tot ~20ppm. De samplegas heater wordt vervolgens opgestookt <strong>van</strong> kamertemperatuur tot 100°C<br />

(3). De ozon concentratie blijft nagenoeg gelijk. Wanneer de temperatuur wordt verhoogd tot 300°C loopt<br />

de concentratie NOx terug (4→6). Dit effect is niet direct te verklaren. De ozon concentratie stort in (6)<br />

nadat de temperatuur is verhoogd tot 350°C. De concentratie NOx loopt nu tot een hoger niveau op dan de<br />

gedoseerde NO concentratie (1). Dit bevestigd <strong>het</strong> vermoeden dat een vorm <strong>van</strong> NOx wordt gemaakt door<br />

<strong>het</strong> plasma. Wanneer de temperatuur stabiliseert (7) loopt de ozon concentratie terug tot


de converter (ozon reageert direct met NO). Indien NO2 moleculen niet worden omgezet in NO zullen ze<br />

niet reageren met de ozon in de reactie cel en geen bijdrage geven aan <strong>het</strong> detector signaal. Grote<br />

hoeveelheden ozon in <strong>het</strong> sample gas zal dus in een verlaagde NO2 gevoeligheid resulteren. Door de ozon<br />

eerst grotendeels te verwijderen uit <strong>het</strong> gasmengsel is de molybdeen converter wel in staat de ozon te<br />

verwijderen.<br />

Naar verwachting zou alle NO2 in de reactor worden omgevormd tot HNO3 bij voldoende OH radicaal<br />

productie en energiedichtheid. Omdat de molybdeen converter ook HNO3 omzet in NO maakt de<br />

Airpointer geen onderscheid tussen deze stoffen. HNO3 plakt erg op oppervlakten dus is <strong>het</strong> moeilijk om<br />

deze stof überhaupt via de sample leiding in <strong>het</strong> meetapparaat te krijgen, echter kennen we <strong>het</strong> gedrag niet<br />

bij sub ppm concentraties. Met een serie wasflessen is geprobeerd om de <strong>het</strong> gas sample te wassen. HNO3<br />

lost veel beter op in water dan NO en NO2, <strong>het</strong> idee is dus dat de HNO3 oplost in <strong>het</strong> water zonder de<br />

concentraties NO en NO2 te beïnvloeden. Al snel werd duidelijk dat dit niet betrouwbaar is omdat NO al<br />

matig oplosbaar blijkt te zijn. De oplosbaarheid <strong>van</strong> NO2 was niet te controleren omdat dit gas niet<br />

aanwezig is in een cilinder. NO2 kon alleen worden gemaakt door de gedoseerde NO te oxideren in de<br />

reactor. Het NO2 signaal <strong>van</strong> de Airpointer kon tot 50% worden gereduceerd naargelang meer wasflessen<br />

met water in serie werden bijgezet in de sample leiding. Het probleem is echter dat er geen onderscheid is<br />

te maken tussen <strong>het</strong> oplossen <strong>van</strong> NO2, HNO3 en eventueel andere onbekende NOx varianten die een<br />

bijdrage leveren aan <strong>het</strong> meetsignaal. Aangezien NO2 in ieder geval beter oplosbaar is dan NO kan worden<br />

aangenomen dat een significant deel NO2 oplost. Er is besloten deze methodiek niet verder te gebruiken<br />

wegens de onzekerheden die worden geïntroduceerd.<br />

NaCl (keukenzout) in vaste vorm is in staat om HNO3 te binden. Een 500ml wasfles met ~300gr zout die in<br />

de sample leiding is geplaatst is tijdens een deel <strong>van</strong> de experimenten gebruikt als HNO3 scrubber. De<br />

scrubber bindt geen NO of NO2(gecontroleerd met uitlaatgassen <strong>van</strong> een diesel aggregaat), er is echter een<br />

significant afname <strong>van</strong> NO2 meetsignaal waar te nemen tijdens experimenten met de reactor. Het lijkt er<br />

dus sterk op dat HNO3 in de meetcellen terechtkomt en wordt gemeten als NO2. We weten echter niet of<br />

alle aanwezige HNO3 gebonden wordt door <strong>het</strong> zout. Een extra wasfles is voor de scrubber geplaatst om<br />

vocht dat in de sample leidingen terecht komt af te <strong>van</strong>gen.<br />

Reactor exhaust Demister NaCl Scrubber<br />

4.3.2 Ozon<br />

Figuur 10: Totale sampleconditionering.<br />

De ozon concentraties zijn voor een deel gemeten met de ozoncel die aanwezig is in de Recordum<br />

Airpointer. Het meetprincipe is gebaseerd op UV absorptie, <strong>het</strong> meetbereik loopt <strong>van</strong> enkele ppb’s tot 20<br />

ppm. Hoge concentraties (1-50 ppm) concentraties zijn gemeten met een aparte UV absorptiecel (150 mm<br />

weglengte) i.c.m. UV bron(Mikropack D-2000) en Spectrometer (Ocean Optics HR-2000).<br />

4.3.3 Fijnstof<br />

Sample Heater<br />

Temperature<br />

Controller 350°C<br />

Sample Cooler Membrane Pump<br />

Airpointer<br />

Fijn stof is gemeten met de Grimm EDM 365. Het meetprincipe is gebaseerd op verstrooiing <strong>van</strong> laser<br />

licht. Met deze apparatuur kunnen online stofconcentraties gemeten worden <strong>van</strong> drie partikel grootten:<br />

14


PM10 (deeltjesgrootte 0.25µm t/m 10µm), PM2.5(deeltjesgrootte 0.25µm t/m 2.5µm), PM1.0<br />

(deeltjesgrootte 0.25µm t/m 1µm). Het meetbereik loopt <strong>van</strong> 0.1 µgr/m 3 tot >6000 µgr/m 3 , en 1 tot 2e6<br />

partikels/liter.<br />

4.3.4 Totaal C<br />

Een ABB AO2000 FID (Flame Ionisation Detector) is tijdens enkele experimenten gebruikt om<br />

concentraties totaal C te meten in uitlaatgassen. Het apparaat meet koolwaterstoffen(CxHy) integraal. Het<br />

meetbereik loopt <strong>van</strong> 1 tot 1500 mgC/m 3 .<br />

4.3.5 Plasma energie<br />

De hoeveelheid energie die per puls in <strong>het</strong> plasma wordt gekoppeld is gemeten met behulp <strong>van</strong> een<br />

breedbandig D-I meet systeem. De signalen worden vastgelegd met een Lecroy Waverunner LT584L<br />

oscilloscoop. De pulsenergie kan vervolgens sofwarematig worden berekend. De energie wordt over een<br />

reeks pulsen gemiddeld en vermenigvuldigd met <strong>het</strong> aantal pulsen per seconde om nauwkeurig te bepalen<br />

hoeveel vermogen in <strong>het</strong> plasma wordt ingekoppeld. Bij meetresultaten zal altijd de hoeveelheid energie<br />

worden geschaald op de hoeveelheid behandelde lucht per tijdseenheid. Deze energiedichtheid wordt<br />

uitgedrukt in joules per liter.<br />

4.3.6 Lucht flow<br />

De luchtflow door de reactor is voor iedere meetsessie gemeten in de aanvoerleiding <strong>van</strong> de corona reactor<br />

met een Fluke 922 airflow meter. Het meetapparaat is gebruikt om flows te meten in <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> 300 tot<br />

600m 3 /h.<br />

15


5. Resultaten<br />

De bevindingen <strong>van</strong> de labexperimenten hebben als basis gediend voor de opzet <strong>van</strong> experimenten die later<br />

bij <strong>het</strong> Dommeltunneltje hebben plaatsgevonden.<br />

5.1 Labproeven<br />

5.1.1 NOx productie<br />

Uit eerder onderzoek is gebleken dat lage concentraties NOx in de corona ontladingen worden gemaakt.<br />

Lucht bestaat uit 78% stikstof (N2) en 21% zuurstof (O2). Mogelijk ontstaan er hotspots rondom de<br />

hoogspanningsdraden in de reactor waar de ontladingen ontstaan. Deze gebieden zijn mogelijk heet genoeg<br />

om stikstof thermisch te dissociëren. Door reactie met gevormde radicalen kan vervolgens NOx ontstaan.<br />

De intrinsieke NOx productie als functie <strong>van</strong> de energie dichtheid is weergegeven in figuur 11. Tijdens deze<br />

meting is HNO3 niet verwijderd met de NaCl scrubber en is geen NOx toegevoegd aan de luchtstroom. De<br />

productie kan als een absolute ondergrens worden beschouwd voor verwijdering <strong>van</strong> NOx uit een vervuilde<br />

luchtstroom. Er zal dus een evenwicht bestaan tussen de hoeveelheid energie die nodig is om een bepaalde<br />

concentratie NOx te verwijderen en de hoeveelheid NOx die wordt geproduceerd bij deze energie dichtheid.<br />

NOx [ppb]<br />

2500<br />

2000<br />

1500<br />

1000<br />

500<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30<br />

Energie Dichtheid [J/L]<br />

Figuur 11: NOx productie <strong>van</strong> <strong>het</strong> plasma in droge condities (22,5°C, 33,4% RH, 414m 3 /h).<br />

5.1.2 10ppm NOx verwijdering<br />

Uit verkennende metingen is gebleken dat <strong>het</strong> verwijderen <strong>van</strong> >10 ppm NOx in ieder geval gunstig<br />

verloopt i.v.m. met de productie <strong>van</strong> NOx. Een beperkte hoeveelheid uitlaatgassen is bijgemengd in de<br />

luchtstroom <strong>van</strong> de reactor om een concentratie <strong>van</strong> ~10 ppm in te stellen. Er zijn verschillende metingen<br />

verricht onder verschillende condities:<br />

Meting NaCl scrubber Sproeien Flow [m 3 /h] Temp[°C] Hum[%]<br />

1<br />

2<br />

-<br />

x<br />

-<br />

-<br />

506 25,9 68<br />

3<br />

4<br />

-<br />

x<br />

~20L/min<br />

~20L/min<br />

536 22,8 100<br />

Tabel 2: Instellingen tijdens proeven.<br />

16


Omdat vorming en af<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> HNO3 moeilijk in kaart te brengen is omdat <strong>het</strong> niet direct in de<br />

gasstroom gemeten kan worden is de effluent NOx concentratie met en zonder NaCl scrubber gemeten.<br />

Tevens is <strong>het</strong> effect <strong>van</strong> sproeien nader bekeken. Een minimaal effect <strong>van</strong> <strong>het</strong> sproeien is zichtbaar. Tijdens<br />

natte condities is de verwijdering iets beter. Omdat dit effect met en zonder NaCl scrubber optreedt, is <strong>het</strong><br />

onwaarschijnlijk dat <strong>het</strong> verschil ontstaat door <strong>het</strong> uitwassen <strong>van</strong> HNO3 tijdens sproeien. De verhoogde<br />

luchtvochtigheid resulteert mogelijk in een hogere OH radicaal productie waardoor <strong>het</strong> proces gunstiger<br />

verloopt. Het verschil tussen met en zonder NaCl scrubber is wel significant te noemen. Vanaf ~7 J/L is er<br />

een verschil <strong>van</strong> ~2 ppm tussen de NOx concentraties. Het verschil is toe te rekenen aan HNO3 wat niet op<br />

de reactor wand of in <strong>het</strong> sproeiwater achterblijft. Verwijdering <strong>van</strong> NO/NO2 is mogelijk tot 500 ppb,<br />

echter lukt <strong>het</strong> vooralsnog niet om de laatste 2 ppm HNO3 te verwijderen.<br />

NOx Removal [%]<br />

NOx [ppb]<br />

100<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

12000<br />

10000<br />

8000<br />

6000<br />

4000<br />

2000<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30<br />

Figuur 12: Labproef 10ppm NOx verwijdering.<br />

Ed [J/L]<br />

Droog<br />

Droog, NaCl scrubber<br />

Nat<br />

Nat, NaCl scrubber<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30<br />

Figuur 13: Labproef 10ppm NOx verwijdering.<br />

Ed [J/L]<br />

Droog<br />

Droog, NaCl<br />

Nat<br />

Nat, NaCl<br />

Bij meting 1 en 3 is tevens de Ozon concentratie gemeten. De geproduceerde hoeveelheid ozon is in beide<br />

situaties vergelijkbaar en verloopt in <strong>het</strong> onderzochte gebied lineair als functie <strong>van</strong> de energie dichtheid ( ~<br />

4.5ppm/(J/L) ).<br />

17


O3 [ppm]<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30<br />

5.2 Tunnel proef<br />

Ed [J/L]<br />

Figuur 14: Labproef O3 productie bij 10ppm NOx verwijdering.<br />

Er zijn initieel enkele meetsessies uitgevoerd om de concentraties NOx in de tunnel in kaart te brengen.<br />

Omdat er weinig tot geen gemotoriseerd verkeer (alleen brommers) gebruik maakt <strong>van</strong> de tunnel is de<br />

verontreiniginggraad erg laag (


NOx [ppb]<br />

18000<br />

16000<br />

14000<br />

12000<br />

10000<br />

8000<br />

6000<br />

4000<br />

2000<br />

0<br />

Start: 05-Jul-2011 11:49:00 GMT<br />

13:12:00 14:24:00<br />

Time<br />

15:36:00<br />

Airpointer 174 out<br />

Airpointer 175 in<br />

Corona enabled<br />

Removal [%]<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

-20<br />

-40<br />

-60<br />

-80<br />

Start: 05-Jul-2011 11:49:00 GMT<br />

-100<br />

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000 16000 18000<br />

NOx [ppb]<br />

Figuur 15a: In- en effluent NOx concentraties tijdens meetsessie (10J/L). Figuur 15b: Totale verwijdering als functie <strong>van</strong> de influent NOx concentratie.<br />

NOx [ppb]<br />

2<br />

1.5<br />

1<br />

0.5<br />

0<br />

x 10 4<br />

Start: 06-Jul-2011 09:59:00 GMT<br />

Airpointer 174 out<br />

Airpointer 175 in<br />

Corona enabled<br />

10:48:00 12:00:00 13:12:00<br />

Time<br />

14:24:00 15:36:00<br />

Removal [%]<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

-20<br />

-40<br />

-60<br />

-80<br />

Start: 06-Jul-2011 09:59:00 GMT<br />

-100<br />

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000 16000 18000<br />

NOx [ppb]<br />

Figuur 16a: In- en effluent NOx concentraties tijdens meetsessie (10.8J/L). Figuur 16b: Totale verwijdering als functie <strong>van</strong> de influent NOx concentratie.<br />

NOx [ppb]<br />

10000<br />

8000<br />

6000<br />

4000<br />

2000<br />

NOx productie<br />

Start: 07-Jul-2011 06:19:00 GMT<br />

Airpointer 174 out<br />

Airpointer 175 in<br />

Corona enabled<br />

0<br />

08:24:00 09:36:00 10:48:00 12:00:00<br />

Time<br />

13:12:00 14:24:00<br />

Removal [%]<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

-20<br />

-40<br />

-60<br />

-80<br />

Negatieve conversie (NOx productie)<br />

Start: 07-Jul-2011 06:19:00 GMT<br />

-100<br />

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000 16000 18000<br />

NOx [ppb]<br />

Figuur 17a: In- en effluent NOx concentraties tijdens meetsessie (10.6J/L). Figuur 17b: Totale verwijdering als functie <strong>van</strong> de influent NOx concentratie.<br />

19


NOx [ppb]<br />

9000<br />

8000<br />

7000<br />

6000<br />

5000<br />

4000<br />

3000<br />

2000<br />

1000<br />

0<br />

Start: 08-Jul-2011 10:39:00 GMT<br />

Airpointer 174 out<br />

Airpointer 175 in<br />

Corona enabled<br />

12:00:00 13:12:00<br />

Time<br />

14:24:00 15:36:00<br />

Removal [%]<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

-20<br />

-40<br />

-60<br />

-80<br />

Start: 08-Jul-2011 10:39:00 GMT<br />

-100<br />

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000 16000 18000<br />

NOx [ppb]<br />

Figuur 18a: In- en effluent NOx concentraties tijdens meetsessie (5.2J/L). Figuur 18b: Totale verwijdering als functie <strong>van</strong> de influent NOx concentratie.<br />

Behandeling <strong>van</strong> de lucht met ~10 J/L geeft bij de drie sessies vergelijkbare resultaten. Concentraties onder<br />

3 ppm NOx behandelen zijn energetisch minder interessant. Tussen de 3 en 10 ppm zijn de<br />

verwijderingrendementen nagenoeg gelijk (70 tot 90%). Boven de 10 ppm lijkt <strong>het</strong> rendement weer af te<br />

nemen. Het verloop <strong>van</strong> de curve is te verklaren door <strong>het</strong> evenwicht wat bestaat tussen influent NOx<br />

aanvoer, verwijdering en productie <strong>van</strong> NOx. Het optimum zit bij deze instelling bij 10 ppm influent NOx<br />

concentratie omdat de grootste vracht NOx kan worden verwijderd.<br />

De behandeling met 5.2 J/L geeft tevens goede resultaten. In figuur 19 zijn de eerste drie datasets<br />

samengevoegd tot een plot (meetsessies bij ~10 J/L). Tevens is de laatste dataset geplot (meetsessie bij 5<br />

J/L). Bij de energie dichtheid <strong>van</strong> 5.2 J/L is prestatie voor lage concentraties minder. Echter is bij 9 ppm<br />

een minimaal verschil in verwijderingrendement zichtbaar. Opmerkelijk is dus dat 10 ppm NOx in de<br />

energie range <strong>van</strong> 5 tot 10 J/L met <strong>het</strong>zelfde rendement wordt verwijderd.<br />

Removal [%]<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

-20<br />

-40<br />

-60<br />

-80<br />

-100<br />

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000 16000 18000<br />

NOx[ppb]<br />

Figuur 19: Totale verwijdering als functie <strong>van</strong> de influent NOx concentratie.<br />

10 J/L<br />

10 J/L<br />

5 J/L<br />

5 J/L<br />

20


TotalC [mg/m3]<br />

5.2.2 Totaal C verwijdering<br />

Tijdens de meetsessie <strong>van</strong> 07-07-2011 is tevens de concentratie koolwaterstoffen in de tunnellucht<br />

gemeten. De koolwaterstofemissie <strong>van</strong> <strong>het</strong> dieselaggregaat bleek erg laag te zijn. Om toch goed meetbare<br />

concentraties in de tunnellucht aan te leggen is gebruik gemaakt <strong>van</strong> bromfietsen. Benzinemotoren hebben<br />

door de brandstofsamenstelling en lagere ontbrandingstemperatuur een hogere emissie <strong>van</strong><br />

koolwaterstoffen dan dieselmotoren. Tijdens een 1 uur durende meetsessie hebben koppels <strong>van</strong> twee<br />

bromfietsen op en neer door de tunnel gereden. Met een resolutie <strong>van</strong> 1 minuut is wisselend de in- en<br />

effluent totaalC concentratie gemeten met een FID. Het resultaat <strong>van</strong> in- en effluent metingen is<br />

weergegeven in figuur 20. De conversie ligt gemiddeld op 50%. Het rendement is hoger voor de lage<br />

influent concentraties.<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

Start:<br />

2011-07-07 14:06:00<br />

In<br />

Out<br />

0<br />

14:00:00 14:30:00 15:00:00 15:30:00<br />

Time<br />

Removal [%]<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

Start:<br />

2011-07-07 14:06:00<br />

-20<br />

14:00:00 14:30:00 15:00:00 15:30:00<br />

Time<br />

Figuur 20: In- en effluent concentratie TotaalC (10.6 J/L) Figuur 20b: Verwijdering TotaalC (10.6 J/L)<br />

5.2.3 Fijnstof verwijdering<br />

Tijdens de meetsessies <strong>van</strong> 5, 7 en 8 juli zijn naast NOx fijnstof metingen uitgevoerd. Voor <strong>het</strong> af<strong>van</strong>gen<br />

<strong>van</strong> stof is DC spanning op de draden in de reactor vereist. Bij deze experimenten is een spanning <strong>van</strong> ca.<br />

21kV gebruikt. De resultaten zijn weergegeven in figuur 21 tot 32. De influent concentraties <strong>van</strong> de<br />

verschillende deeltjesgrootte zijn weergegeven in figuren 21a, 25a en 29a. De metingen laten zien dat<br />

vooral kleine deeltjes PM 0.25-PM1.0 aanwezig zijn in de luchtstroom. De verwijdering <strong>van</strong> de<br />

verschillende deeltjesgrootte is weergegeven in figuren 21b, 25b en 29b. Er blijkt al een behoorlijke<br />

verwijdering <strong>van</strong> stof te zijn zonder dat de corona reactor actief is. Dit is mogelijk te verklaren door <strong>het</strong><br />

grote volume <strong>van</strong> de reactor. Doordat de luchtsnelheid in reactor vele male lager is dan in de aanvoer<br />

leiding en de opwaartse verticale doorstroming blijft <strong>het</strong> stof achter in de reactor. Wanneer de reactor actief<br />

wordt neemt de verwijdering nog verder toe. De lage concentraties PM1.0-PM10 worden 90 tot 95%<br />

verwijderd. Het verwijderingrendement op de kleinste deeltjes is ca. 60%.<br />

Voor de drie categorieën deeltjes is <strong>van</strong> iedere meetsessie apart de in- en effluent stof concentratie<br />

weergegeven in figuren 22a t/m 24a, 26a t/m 28a en 30a t/m 32a. Net als bij de NOx metingen is tevens de<br />

verwijdering als functie <strong>van</strong> de influent concentratie weergegeven (b figuren). De meetpunten bij in- en uit<br />

geschakeld coronaplasma zijn apart weergegeven.<br />

De grootste deeltjes worden in ieder geval tot een concentratie <strong>van</strong> 30µg/m 3 voor 95% verwijderd. PM1.0-<br />

PM2.5 wordt tot ca 90% verwijderd, getest tot 10 µg/m 3 . Van beide categorieën is <strong>het</strong><br />

verwijderingrendement onafhankelijk <strong>van</strong> influent stof concentratie. Dit is niet <strong>het</strong> geval bij de kleinste<br />

categorie deeltjes. Omdat de influent concentraties oplopen tot ca. 300µg/m 3 is afname <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

verwijderingrendement mogelijk wel zichtbaar. De deeltjes worden bij lage concentraties voor ca. 70%<br />

verwijderd, hoge concentraties voor ca. 50%. Verschil in verwijderingrendement bij 10 J/L of 5 J/L is<br />

21


Dust [µgr/m3]<br />

alleen minimaal zichtbaar bij de kleinste deeltjes categorie. Bij een energiedichtheid <strong>van</strong> 5 J/L is de<br />

verwijdering bij hoge concentraties ca. 40%.<br />

Het af<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> stof is vooral een effect <strong>van</strong> de DC spanning op de draden in de reactor. De gepulste<br />

corona ontladingen zijn nodig om de stofdeeltjes op te laden, vervolgens worden de deeltjes door <strong>het</strong><br />

elektrostatische veld naar de wand <strong>van</strong> de cilinders in de reactor verplaatst. Voor <strong>het</strong> opladen <strong>van</strong> de<br />

deeltjes zijn blijkbaar in beide situaties (5 en 10J/L) voldoende ontladingen aanwezig. Effect <strong>van</strong><br />

verblijftijd in de reactor is in deze studie niet meegenomen.<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

Date: 05-Jul-2011 11:41:00 GMT<br />

12:00:00 15:00:00<br />

Time<br />

PM0.25-PM10<br />

PM2.5-PM10<br />

PM1.0-PM2.5<br />

PM0.25-PM1.0<br />

Removal [%]<br />

100<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

Date: 05-Jul-2011 11:41:00 GMT<br />

12:00:00 15:00:00<br />

Time<br />

Figuur 21a: Influent stof concentraties <strong>van</strong> verschillende particle sizes. Figuur 21b: Totale verwijdering verschillende particle sizes.<br />

PM2.5-PM10 [µgr/m3]<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

Date: 05-Jul-2011 11:41:00 GMT<br />

0<br />

12:00:00 15:00:00<br />

Time<br />

Grimm1 in<br />

Grimm2 out<br />

Corona enabled<br />

Removal [%]<br />

100<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

Date: 05-Jul-2011 11:41:00 GMT<br />

Corona enabled<br />

Corona disabled<br />

22<br />

PM0.25-PM10<br />

PM2.5-PM10<br />

PM1.0-PM2.5<br />

PM0.25-PM1.0<br />

Corona enabled<br />

10<br />

0 5 10 15 20 25 30 35<br />

Input PM2.5-PM10 [µgr/m3]<br />

Figuur 22a: In- en effluent concentratie PM2.5-10 Figuur 22b: Verwijdering als functie <strong>van</strong> influent concentratie PM2.5-10


PM1.0-PM2.5 [µgr/m3]<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

Date: 05-Jul-2011 11:41:00 GMT<br />

0<br />

12:00:00 15:00:00<br />

Time<br />

Grimm1 in<br />

Grimm2 out<br />

Corona enabled<br />

Removal [%]<br />

100<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

Date: 05-Jul-2011 11:41:00 GMT<br />

Corona enabled<br />

Corona disabled<br />

0<br />

0 2 4 6 8 10 12<br />

Input PM1.0-PM2.5 [µgr/m3]<br />

Figuur 23a: In- en effluent concentratie PM1.0-2.5 Figuur 23b: Verwijdering als functie <strong>van</strong> influent concentratie PM1.0-2.5<br />

PM0.25-PM1.0 [µgr/m3]<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

Date: 05-Jul-2011 11:41:00 GMT<br />

0<br />

12:00:00 15:00:00<br />

Time<br />

Grimm1 in<br />

Grimm2 out<br />

Corona enabled<br />

Removal [%]<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

Date: 05-Jul-2011 11:41:00 GMT<br />

Corona enabled<br />

Corona disabled<br />

-10<br />

0 50 100 150 200 250 300<br />

Input PM0.25-PM1.0 [µgr/m3]<br />

Figuur 24a: In- en effluent concentratie PM0.25-1.0 Figuur 24b: Verwijdering als functie <strong>van</strong> influent concentratie PM0.25-1.0<br />

Dust [µgr/m3]<br />

350<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

Date: 07-Jul-2011 08:00:00 GMT<br />

PM0.25-PM10<br />

PM2.5-PM10<br />

PM1.0-PM2.5<br />

PM0.25-PM1.0<br />

09:00:00 12:00:00<br />

Time<br />

Removal [%]<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

Date: 07-Jul-2011 08:00:00 GMT<br />

09:00:00 12:00:00<br />

Time<br />

PM0.25-PM10<br />

PM2.5-PM10<br />

PM1.0-PM2.5<br />

PM0.25-PM1.0<br />

Corona enabled<br />

Figuur 25a: Influent stof concentraties <strong>van</strong> verschillende particle sizes. Figuur 25b: Totale verwijdering verschillende particle sizes.<br />

23


PM2.5-PM10 [µgr/m3]<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

Date: 07-Jul-2011 08:00:00 GMT<br />

09:00:00 12:00:00<br />

Time<br />

Grimm1 in<br />

Grimm2 out<br />

Corona enabled<br />

Removal [%]<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

Date: 07-Jul-2011 08:00:00 GMT<br />

Corona enabled<br />

Corona disabled<br />

-20<br />

0 1 2 3 4 5 6 7 8<br />

Input PM2.5-PM10 [µgr/m3]<br />

Figuur 26a: In- en effluent concentratie PM2.5-10 Figuur 26b: Verwijdering als functie <strong>van</strong> influent concentratie PM2.5-10<br />

PM1.0-PM2.5 [µgr/m3]<br />

1.4<br />

1.2<br />

1<br />

0.8<br />

0.6<br />

0.4<br />

0.2<br />

0<br />

Date: 07-Jul-2011 08:00:00 GMT<br />

09:00:00 12:00:00<br />

Time<br />

Grimm1 in<br />

Grimm2 out<br />

Corona enabled<br />

Removal [%]<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

Date: 07-Jul-2011 08:00:00 GMT<br />

Corona enabled<br />

Corona disabled<br />

-20<br />

0 0.5 1 1.5<br />

Input PM1.0-PM2.5 [µgr/m3]<br />

Figuur 27a: In- en effluent concentratie PM1.0-2.5 Figuur 27b: Verwijdering als functie <strong>van</strong> influent concentratie PM1.0-2.5<br />

PM0.25-PM1.0 [µgr/m3]<br />

350<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

Date: 07-Jul-2011 08:00:00 GMT<br />

09:00:00 12:00:00<br />

Time<br />

Grimm1 in<br />

Grimm2 out<br />

Corona enabled<br />

Removal [%]<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

-10<br />

Date: 07-Jul-2011 08:00:00 GMT<br />

-20<br />

0 50 100 150 200 250 300 350 400<br />

Input PM0.25-PM1.0 [µgr/m3]<br />

24<br />

Corona enabled<br />

Corona disabled<br />

Figuur 28a: In- en effluent concentratie PM0.25-1.0 Figuur 28b: Verwijdering als functie <strong>van</strong> influent concentratie PM0.25-1.0


Dust [µgr/m3]<br />

400<br />

350<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

Date: 08-Jul-2011 11:13:00 GMT<br />

PM0.25-PM10<br />

PM2.5-PM10<br />

PM1.0-PM2.5<br />

PM0.25-PM1.0<br />

0<br />

11:00:00 12:00:00 13:00:00 14:00:00 15:00:00 16:00:00<br />

Time<br />

Removal [%]<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

-20<br />

Date: 08-Jul-2011 11:13:00 GMT<br />

12:00:00 13:00:00 14:00:00<br />

PM0.25-PM10<br />

PM2.5-PM10<br />

PM1.0-PM2.5<br />

PM0.25-PM1.0<br />

15:00:00Corona<br />

enabled<br />

Time<br />

Figuur 29a: Influent stof concentraties <strong>van</strong> verschillende particle sizes. Figuur 29b: Totale verwijdering verschillende particle sizes.<br />

PM2.5-PM10 [µgr/m3]<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

Date: 08-Jul-2011 11:13:00 GMT<br />

Grimm1 in<br />

Grimm2 out<br />

Corona enabled<br />

12:00:00 13:00:00<br />

Time<br />

14:00:00 15:00:00<br />

Removal [%]<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

-20<br />

-40<br />

-60<br />

Date: 08-Jul-2011 11:13:00 GMT<br />

-80<br />

0 2 4 6 8 10 12 14<br />

Input PM2.5-PM10 [µgr/m3]<br />

25<br />

Corona enabled<br />

Corona disabled<br />

Figuur 30a: In- en effluent concentratie PM2.5-10 Figuur 30b: Verwijdering als functie <strong>van</strong> influent concentratie PM2.5-10<br />

PM1.0-PM2.5 [µgr/m3]<br />

2<br />

1.5<br />

1<br />

0.5<br />

0<br />

Date: 08-Jul-2011 11:13:00 GMT<br />

Grimm1 in<br />

Grimm2 out<br />

Corona enabled<br />

12:00:00 13:00:00<br />

Time<br />

14:00:00 15:00:00<br />

Removal [%]<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

Date: 08-Jul-2011 11:13:00 GMT<br />

Corona enabled<br />

Corona disabled<br />

-20<br />

0 0.5 1 1.5 2 2.5<br />

Input PM1.0-PM2.5 [µgr/m3]<br />

Figuur 31a: In- en effluent concentratie PM1.0-2.5 Figuur 31b: Verwijdering als functie <strong>van</strong> influent concentratie PM1.0-2.5


PM0.25-PM1.0 [µgr/m3]<br />

350<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

Date: 08-Jul-2011 11:13:00 GMT<br />

Grimm1 in<br />

Grimm2 out<br />

Corona enabled<br />

12:00:00 13:00:00 14:00:00 15:00:00<br />

Time<br />

Removal [%]<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

-20<br />

-40<br />

Date: 08-Jul-2011 11:13:00 GMT<br />

Corona enabled<br />

Corona disabled<br />

-60<br />

0 50 100 150 200 250 300 350 400<br />

Input PM0.25-PM1.0 [µgr/m3]<br />

Figuur 32a: In- en effluent concentratie PM0.25-1.0 Figuur 32b: Verwijdering als functie <strong>van</strong> influent concentratie PM0.25-1.0<br />

26


6. Conclusies<br />

Het meten <strong>van</strong> lage concentraties NOx met behulp <strong>van</strong> chemoluminiscentie vereist veel aandacht omdat bij<br />

<strong>het</strong> NOx verwijderingproces ozon en HNO3 vrijkomt. Hoge concentraties O3 veroorzaken afwijkende<br />

meetwaarden <strong>van</strong> de werkelijke NO2 concentraties. HNO3 geeft een bijdrage aan de NO2 meetwaarde.<br />

Daarnaast is de apparatuur mogelijk kruisgevoelig voor N2O3, N2O4, N2O5 en N2O. Voor de metingen is<br />

sampleconditionering gebruikt die O3 en HNO3 verwijdert.<br />

In <strong>het</strong> corona plasma worden intrinsiek zeer lage concentraties NOx gemaakt door thermische dissociatie en<br />

oxidatie <strong>van</strong> N2. Verwijdering <strong>van</strong> zeer lage concentraties zijn hierdoor vooralsnog niet mogelijk. Omdat er<br />

een evenwicht bestaat tussen verwijdering en productie <strong>van</strong> NOx verloopt de omzetting gunstiger bij hogere<br />

concentraties.<br />

Labproeven waarbij een dieselaggregaat is gebruikt als vervuilingsbron laten zien dat een NOx concentratie<br />

<strong>van</strong> 10 ppm gereduceerd kan worden tot 500 ppb NOx (NO+NO2). Hier is echter wel een energiedichtheid<br />

<strong>van</strong> ca. 24J/L voor vereist, en blijft een rest concentratie <strong>van</strong> ca. 2 ppm HNO3 over. De verwijdering <strong>van</strong><br />

NOx ligt op 75% bij ca. 10J/L. Ook bij deze energiedichtheid bestaat een rest <strong>van</strong> ca. 2 ppm HNO3.<br />

Invloed <strong>van</strong> wassen in de reactor m.b.v. waternevel voor <strong>het</strong> verwijderen <strong>van</strong> HNO3 is minimaal. Bij lage<br />

concentraties blijkt <strong>het</strong> moeilijk te zijn om de goed oplosbare stof HNO3 te verwijderen.<br />

Tijdens de proeven bij <strong>het</strong> Dommeltunneltje is extra uitlaatgas de tunnel ingeblazen om de<br />

verontreiniginggraad <strong>van</strong> de lucht op voldoende niveau te krijgen. Het verwijderen <strong>van</strong> influent<br />

concentraties beneden de 3 ppm bij 10J/L is energetisch minder interessant omdat de<br />

verwijderingpercentages fors teruglopen beneden deze waarde. Tussen de 3 en 10 ppm is de verwijderring<br />

nagenoeg gelijk, ca. 80%. Boven de 10 ppm lijkt de verwijdering weer af te nemen. Bij 5 J/L ligt de<br />

verwijdering beneden de 10 ppm wat lager, echter is verwijdering <strong>van</strong> ~10 ppm vergelijkbaar met de<br />

verwijdering bij 10 J/L, verklaarbaar door <strong>het</strong> evenwicht tussen NOx productie en conversie.<br />

Concentraties koolwaterstoffen kunnen gemiddeld met 50% worden gereduceerd bij influent concentraties<br />

<strong>van</strong> 1 tot 14 mgC/m 3 .<br />

Een deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> fijnstof blijft al in de reactor achter zonder de aanwezigheid <strong>van</strong> corona ontladingen. Met<br />

corona ontladingen wordt in totaal 90% tot 95% PM2.5-PM10 verwijderd. PM1.0-PM2.5 wordt tot ca 90%<br />

verwijderd. De verwijdering <strong>van</strong> de kleinste deeltjes (PM0.25-PM1.0) is ca. 60%. Bij deze categorie loopt<br />

de verwijdering terug bij hogere influent concentraties. Het grootste deel <strong>van</strong> de totaalmassa bestaat uit de<br />

kleinste categorie stofdeeltjes. Het af<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> stof is vooral een effect <strong>van</strong> de DC spanning op de draden<br />

in de reactor. Proeven bij 5 en 10 J/L laten vergelijkbare resultaten zien.<br />

27


ijlage 2 HD Clean Tunnel Systeem<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”


<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”


HD clean tunnel systeem<br />

Tunnelventilatie. Afzuigen en filteren <strong>van</strong> concentraties nanofijnstof in tunnels voor een<br />

gezonde leefomgeving langs ringwegen.<br />

HD Clean Tunnel heeft een systeem ontwikkeld dat voorkomt dat de gevaarlijk vervuilde<br />

lucht uit tunnels en snelwegoverkappingen in de buitenlucht terecht komt en dat de<br />

tunnelwarmte verloren gaat. Door gebruik te maken <strong>van</strong> de door <strong>het</strong> verkeer veroorzaakte<br />

luchtstromen en <strong>het</strong> creëren <strong>van</strong> luchtgordijnen voor de tunnelmonden, zorgt deze<br />

energiezuinige tunnelventilatie dat minimaal 90% <strong>van</strong> de vervuilde lucht in de tunnel wordt<br />

gehouden. Een filterinstallatie in de tunnel zuigt de vervuilde lucht aan, filtert alle<br />

schadelijke stoffen en gassen en blaast de schone lucht weer in de tunnel terug.<br />

De methode is in samenwerking met Oranjewoud en TNO doorgerekend. De resultaten zijn<br />

overtuigend. Het HD Clean Tunnel systeem is realistisch, uitvoerbaar en betaalbaar en lost<br />

<strong>het</strong> vervuilingprobleem werkelijk op.<br />

Kernpunten<br />

• De roep om een schone stad neemt toe. De verkeersoverlast in en rondom steden<br />

bedreigt de volksgezondheid en de economie.<br />

• Het overkappen <strong>van</strong> ringwegen en <strong>het</strong> afzuigen & filteren <strong>van</strong> de vervuiling bij tunnel-<br />

en overkappingmonden lost de nanofijnstof- en andere milieuproblemen werkelijk<br />

op.<br />

• Een tunnel of overkapping wordt gedeeltelijk bekostigd uit de opbrengsten <strong>van</strong> de<br />

daardoor verkregen bouwgrond. Reiniging <strong>van</strong> de lucht kan door<br />

energieterugwinning gratis zijn.<br />

• Door warmteterugwinning verdient <strong>het</strong> HD Clean Tunnel systeem zichzelf terug en<br />

kan na 5 jaar geld opleveren.<br />

• Terugwinning <strong>van</strong> verkeersenergie voor warm tapwater en verwarming <strong>van</strong><br />

woningen en gebouwen is binnen een straal <strong>van</strong> 1 km mogelijk.<br />

• Energiezuinige afzuiging en filtering door gebruikmaking <strong>van</strong> de natuurlijke<br />

luchtstroming in tunnels in plaats <strong>van</strong> energie slurpende mechanisch voortstuwing.<br />

• Houdt 90% <strong>van</strong> de vervuiling/fijnstof binnen de tunnel en verwijdert <strong>het</strong> uit de lucht<br />

in plaats <strong>van</strong> de vervuiling bij de tunnelmonden te verspreiden of op grote hoogte uit<br />

te stoten om zo concentraties in simulatieprogramma’s en of op meetlocaties te<br />

verlagen.<br />

• Het HD Clean Tunnel systeem is <strong>het</strong> enige gecombineerde luchtreiniging- en energie<br />

terugwinningsysteem voor tunnels en wegoverkappingen. Zorgt voor CO2-reductie<br />

en minimale emissie bij tunnelmonden.<br />

• Het HD Clean Tunnel systeem is realistisch, uitvoerbaar, betaalbaar en maakt gebruik<br />

<strong>van</strong> beproefde, innovatieve technieken.


Werkingsprincipe<br />

• Het verkeer duwt de vuile lucht naar de reinigingsinstallaties bij de tunnelmonden.<br />

• De sterkst vervuilde lucht bij <strong>het</strong> wegdek wordt afgezogen en daarna gereinigd.<br />

• De schone luchtstroom wordt <strong>van</strong> onder <strong>het</strong> wegdek de tunnel ingeblazen en vormt<br />

zo een luchtgordijn bij de tunnelmond waardoor geen vervuilde lucht uit de tunnel<br />

kan ontsnappen.<br />

• Net voor <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> de tunnel wordt de lucht <strong>van</strong> de ene tunnelbuis in de andere<br />

tunnelbuis teruggeblazen.<br />

• Door dit proces aan beide uiteinden te realiseren wordt de lucht in de tunnel<br />

gehouden.<br />

Onderstaande sc<strong>het</strong>sen geven <strong>het</strong> werkingsprincipe schematisch weer.<br />

Sc<strong>het</strong>s 1: Tunnel zonder ventilatie en zuivering <strong>van</strong> de lucht


Sc<strong>het</strong>s 2: Afzuiging en reiniging tunnellucht inclusief luchtgordijn (schone lucht <strong>van</strong> onderen)<br />

Sc<strong>het</strong>s 3: Terugblazen schone lucht in tweede tunnelbuis


Sc<strong>het</strong>s 4: Lucht blijft in de tunnel door ventilatie aan beide uiteinden te realiseren<br />

Het HD Clean Tunnel Concept gaat uit <strong>van</strong> een overkluizing of ondertunneling <strong>van</strong> <strong>het</strong> kruispunt.<br />

Overkluizing sluit aan bij <strong>het</strong> concept <strong>van</strong> de Duurzame Weg <strong>van</strong> Movares zoals weergegeven in<br />

sc<strong>het</strong>s 5.<br />

Sc<strong>het</strong>s 5: Voorbeeld <strong>van</strong> overkluizing <strong>van</strong> een (snel)weg


De voordelen op een rij<br />

Door <strong>het</strong> verkeer wordt continu energie in de tunnel gepompt. Het HD Clean Tunnel systeem<br />

slaat deze energie op met behulp <strong>van</strong> moderne en beproefde technieken. Hiermee kunnen<br />

woonwijken en kantoorparken worden verwarmd, gekoeld en <strong>van</strong> warm tapwater voorzien<br />

binnen een straal <strong>van</strong> 1 kilometer <strong>van</strong> de snelweg.<br />

Door warmteterugwinning verdient <strong>het</strong> systeem zichzelf terug en kan na 5 jaar zelfs geld<br />

opleveren.<br />

• Verbetering <strong>van</strong> de leefkwaliteit in de stad en verhoging <strong>van</strong> de woondichtheid gaan<br />

hierdoor hand in hand.<br />

• Opheffing en voorkoming <strong>van</strong> bouwstops, versnelling uitbreidingsmogelijkheden<br />

wegennet.<br />

• CO2-reductie en minimale emissie bij tunnelmonden.<br />

• Verdere ontsluiting en samensmelting <strong>van</strong> stadsdelen: ringweg is geen barrière meer.<br />

• Opbrengsten door bouwmogelijkheden tot vlak voor de overkapping of op <strong>het</strong><br />

tunneldak <strong>van</strong> de ringweg.<br />

• Bekostiging <strong>van</strong> aanschaf en onderhoud <strong>van</strong> <strong>het</strong> ventilatiesysteem uit de<br />

opbrengsten <strong>van</strong> de energieterugwinning.<br />

• Gebruik <strong>van</strong> beproefde, innovatieve technieken.<br />

Samengevat<br />

Het HD Clean Tunnel systeem is hèt gecombineerde energieterugwinning- en luchtreiningsysteem<br />

voor tunnels en wegoverkappingen.<br />

BRON: http://www.uctechnologies.nl/nl/verkeer/hd-clean-tunnel-systeem


ijlage 3 Uitwerking berekening productie en verwijdering NOx en<br />

fijnstof in een tunnel<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”


<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”


Productie NOx in Hot Spot<br />

kentallen RIVM 2009 g/km g/km emissie in g/km<br />

stadsweg emissie /voertuig NOx PM10 SRE hotspot aant. voertuigen NOx PM10<br />

licht 0,471 0,065 licht 1100 518,1 71,5<br />

middelzwaar 8,85 0,38 middelzwaar 0 0 0<br />

zwaar 9,02 0,307 zwaar 110 992,2 33,77<br />

totaal 1510,3 105,27<br />

Berekening NOx productie in de Tunnel<br />

Aanname verversing SRE tunnel<br />

inhoud tunnel 26000 m3 totale tunnelinhoud verkeer 1210 voertuigen/uur Mauritsstraat<br />

ventilatie 15 m3/sec onttrekking lengte tunnel 170 meter hoofdas Mauritsstraat<br />

ventilatie /uur 54000 m3/uur prod.NOx 1,510 kg NOx/km bij gegeven aantallen voertuigen in tunnel<br />

verversing iedere 1733 sec. prod.NOx /uur 0,2568 kg NOx /uur bij gegeven lengte <strong>van</strong> de tunnel<br />

verversing iedere 28,9 min.<br />

Berekening concentratie Nox in tunnel<br />

inhoud tunnel 26000 m3<br />

productie NOx 256,8 gr/uur<br />

toename concentr. NOx 0,00988 gr/uur/m3<br />

toename concentr. NOx 9,88 mg/m3/uur<br />

verversing iedere 28,89 minuten<br />

Concentratie in tunnelbuis bij<br />

gegeven ventilatie 4,75 mg NOx/m3<br />

verwijdering 87%<br />

conc. na Cor.Tech en AC 0,618 mg NOx/m3<br />

Berekening PM10 productie in de Tunnel<br />

Aanname verversing SRE tunnel<br />

inhoud tunnel 26000 m3 totale tunnelinhoud verkeer 1210 voertuigen/uur Mauritsstraat<br />

ventilatie 15 m3/sec onttrekking lengte tunnel 170 meter hoofdas Mauritsstraat<br />

ventilatie /uur 54000 m3/uur prod.NOx 0,105 kg PM10 /km bij gegeven aantallen voertuigen in tunnel<br />

verversing iedere 1733 sec. prod.NOx /uur 0,0179 kg PM10 /uur bij gegeven lengte <strong>van</strong> de tunnel<br />

verversing iedere 28,9 min.<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”<br />

Berekening concentratie PM10 in tunnel<br />

inhoud tunnel 26000 m3<br />

productie PM10 17,9 gr/uur<br />

toename concentr. PM10 0,00069 gr/uur/m3<br />

toename concentr. PM10 0,69 mg/m3/uur<br />

verversing iedere 28,89 minuten<br />

Concentratie in tunnelbuis bij<br />

gegeven ventilatie 0,33 mg PM10/m3<br />

verwijdering 75%<br />

conc. na Cor.Tech en AC 0,083 mg PM10/m3


<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”


ijlage 4 Verspreidingsberekening NOx en PM10 Mauritsstraat te<br />

Eindhoven<br />

<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”


<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”


Memo<br />

nummer 210063-20111013<br />

datum 13 oktober 2011<br />

aan Bob Smulders<br />

<strong>van</strong> Dennis Bouman<br />

projectnummer 210063<br />

betreft Verspreidingsberekening Eindhoven<br />

Aanleiding<br />

Er is een indicatieve verspreidingsberekening uitgevoerd voor een drietal bronnen in de middenberm <strong>van</strong> de<br />

Mauritsstraat in Eindhoven. In deze notitie zijn de gehanteerde uitgangspunten en berekende concentraties<br />

opgenomen.<br />

Gehanteerde uitgangspunten<br />

De berekeningen zijn uitgevoerd met de module STACKS in <strong>het</strong> programma Geomilieu (versie 1.91). Dit programma is<br />

door <strong>het</strong> Ministerie <strong>van</strong> IenM goedgekeurd voor berekeningen die vallen binnen <strong>het</strong> toepassingsbereik <strong>van</strong> alle in de<br />

Rbl2007 genoemde standaardrekenmethoden. Voor de berekening zijn de volgende uitgangspunten per emissiebron<br />

aangehouden (in totaal 3 bronnen):<br />

Emissiehoogte: 5 meter<br />

Diameter: 1,2 meter<br />

Debiet/flux: 5 m 3 /sec<br />

Afgastemperatuur: 25 o C<br />

Concentratie NOx: 0,618 mg/m 3<br />

Concentratie PM10: 0,083 mg/m 3<br />

Emissieduur: 8.760 uur/jaar<br />

De berekeningen zijn uitgevoerd voor <strong>het</strong> rekenjaar 2011 op basis <strong>van</strong> de langjarige meteorologie zoals vastgesteld<br />

door <strong>het</strong> Ministerie <strong>van</strong> IenM.<br />

Voor de ruwheidslengte is uitgegaan <strong>van</strong> 0,1 meter. Het rekenen met een dergelijke lage ruwheidslengte leidt tot een<br />

minder goede verspreiding en derhalve tot hogere concentratiebijdragen.<br />

blad 1 <strong>van</strong> 2


memonummer: 210063-20111013<br />

betreft: Verspreidingsberekening Eindhoven<br />

Concentratiebijdragen<br />

In onderstaande figuren zijn de berekende concentratiebijdragen weergegeven voor de stoffen stikstofdioxide (NO2)<br />

en fijn stof (PM10) in μg/m 3 .<br />

Stikstofdioxide (NO2)<br />

Fijn stof (PM10)<br />

blad 2 <strong>van</strong> 2


Memo<br />

nummer 210063-20111103 - rev. 01<br />

datum 3 november 2011<br />

aan Bob Smulders<br />

<strong>van</strong> Dennis Bouman<br />

projectnummer 210063<br />

betreft Verspreidingsberekening Eindhoven<br />

Aanleiding<br />

Er is een indicatieve verspreidingsberekening uitgevoerd voor een drietal bronnen in de middenberm <strong>van</strong> de<br />

Mauritsstraat in Eindhoven. In deze notitie zijn de gehanteerde uitgangspunten en berekende concentraties<br />

opgenomen.<br />

Gehanteerde uitgangspunten<br />

De berekeningen zijn uitgevoerd met de module STACKS in <strong>het</strong> programma Geomilieu (versie 1.91). Dit programma is<br />

door <strong>het</strong> Ministerie <strong>van</strong> IenM goedgekeurd voor berekeningen die vallen binnen <strong>het</strong> toepassingsbereik <strong>van</strong> alle in de<br />

Rbl2007 genoemde standaardrekenmethoden. Voor de berekening zijn de volgende uitgangspunten per emissiebron<br />

aangehouden (in totaal 3 bronnen):<br />

Emissiehoogte: 5 meter<br />

Diameter: 1,2 meter<br />

Debiet/flux: 5 m 3 /sec<br />

Afgastemperatuur: 25 o C<br />

Concentratie NOx: 1,500 mg/m 3<br />

Concentratie PM10: 0,083 mg/m 3<br />

Emissieduur: 8.760 uur/jaar<br />

De berekeningen zijn uitgevoerd voor <strong>het</strong> rekenjaar 2011 op basis <strong>van</strong> de langjarige meteorologie zoals vastgesteld<br />

door <strong>het</strong> Ministerie <strong>van</strong> IenM.<br />

Voor de ruwheidslengte is uitgegaan <strong>van</strong> 0,1 meter. Het rekenen met een dergelijke lage ruwheidslengte leidt tot een<br />

minder goede verspreiding en derhalve tot hogere concentratiebijdragen.<br />

blad 1 <strong>van</strong> 2


memonummer: 210063-20111013<br />

betreft: Verspreidingsberekening Eindhoven<br />

Concentratiebijdragen<br />

In onderstaande figuren zijn de berekende concentratiebijdragen weergegeven voor de stoffen stikstofdioxide (NO2)<br />

en fijn stof (PM10) in μg/m 3 .<br />

Stikstofdioxide (NO2)<br />

Fijn stof (PM10)<br />

blad 2 <strong>van</strong> 2


<strong>“Reductie</strong> <strong>van</strong> <strong>belasting</strong> <strong>verkeersemissies</strong> middels efficiënte luchtfiltering in Eindhovense Hot Spots”


Hannover Milieu- en Veiligheidstechniek B.V.<br />

Maxwellstraat 31, Postbus 174, 6710 BD EDE<br />

T (0318) 62 46 24 F (0318) 62 49 13<br />

www.corona-airtreatment.com

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!