de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN OVERIGE CIVIELE ZAKEN 85<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> min<strong>de</strong>rjarige kind. Er zou aa<strong>nl</strong>eiding zijn an<strong>de</strong>rs te oor<strong>de</strong>len, indien re<strong>de</strong>lijkerwijs<br />
zou mogen wor<strong>de</strong>n aangenomen dat een weging <strong>van</strong> <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind door <strong>de</strong><br />
Stichting bij <strong>de</strong> bepaling <strong>van</strong> haar beleid zou lei<strong>de</strong>n tot een voor <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r en <strong>het</strong> kind<br />
in <strong>het</strong> algemeen gunstiger beleid dan <strong>het</strong> ‘zero tolerance’-beleid. (...)<br />
3.16 Ver<strong>de</strong>r is <strong>van</strong> belang dat in lagere rechtspraak inzake ontbinding <strong>van</strong> <strong>de</strong> huurovereenkomst<br />
en ontruiming <strong>van</strong> <strong>het</strong> gehuur<strong>de</strong> in verband met ongeoorloof<strong>de</strong> hennepkweek<br />
al meermalen <strong>de</strong> vraag on<strong>de</strong>r ogen is gezien welk gewicht aan <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanwezigheid<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige kin<strong>de</strong>ren moet wor<strong>de</strong>n toegekend ((16)). De teneur <strong>van</strong> die<br />
rechtspraak is dat alleen in heel klemmen<strong>de</strong> en bijzon<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>n aa<strong>nl</strong>eiding is<br />
te vin<strong>de</strong>n om een ontbinding en ontruiming <strong>van</strong>wege <strong>de</strong> aanwezigheid <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>ren niet<br />
gerechtvaardigd te achten ((17)). In gelijke zin wordt ook ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r<br />
zelf geoor<strong>de</strong>eld (18)).<br />
Los <strong>van</strong> <strong>de</strong> vraag of artikel 3 IVRK rechtstreekse werking heeft, is <strong>het</strong> vaste rechtspraak<br />
dat <strong>de</strong> rechter bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> een vor<strong>de</strong>ring tot ontruiming <strong>van</strong> <strong>de</strong> woning<br />
rekening dient te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> belangen <strong>van</strong> betrokken min<strong>de</strong>rjarigen. Wanneer<br />
<strong>de</strong> rechter <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el is dat rekening is gehou<strong>de</strong>n met <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind bij <strong>de</strong><br />
beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaak, baat <strong>het</strong> beroep op artikel 3 IVRK <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r(s)/huurster<br />
niet. Zo overweegt <strong>het</strong> Haagse hof een keer dat <strong>het</strong> beroep op artikel 3 IVRK niet kan<br />
slagen, omdat <strong>de</strong> rechter reeds bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling rekening heeft gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> belangen<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> kind. 10 Volgens <strong>het</strong> hof is <strong>de</strong> huurster als ou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />
voor <strong>het</strong> treffen <strong>van</strong> voorzieningen ‘tenein<strong>de</strong> eventuele na<strong>de</strong>lige gevolgen<br />
voor haar zoon zoveel mogelijk te beperken.’ Het hof overweegt ver<strong>de</strong>r dat in <strong>het</strong><br />
mid<strong>de</strong>n kan blijven of <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r maatregelen in dit verband had moeten treffen,<br />
nu niet is gebleken of <strong>de</strong> huurster moeite heeft gedaan <strong>de</strong>ze voorzieningen te treffen.<br />
Het gerechtshof Den Haag heeft in een an<strong>de</strong>r arrest <strong>het</strong> beroep op <strong>de</strong> artikelen 3 en<br />
27 IVRK als zodanig niet behan<strong>de</strong>ld, maar heeft wel <strong>de</strong> hiervoor genoem<strong>de</strong> jurispru<strong>de</strong>ntiële<br />
lijn besproken en geconclu<strong>de</strong>erd tot bekrachtiging <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestre<strong>de</strong>n vonnis,<br />
waarin <strong>de</strong> kantonrechter <strong>de</strong> ontruiming toestaat. 11<br />
Overig<br />
In <strong>de</strong> overige vier zaken, die betrekking hebben op artikel 3 IVRK, faalt <strong>het</strong> beroep<br />
op <strong>de</strong>ze <strong>verdrag</strong>sbepaling in één uitspraak en wordt <strong>het</strong> beroep in één uitspraak niet<br />
besproken. In twee zaken conclu<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> Advocaat-Generaal dat <strong>het</strong> beroep afgewezen<br />
dient te wor<strong>de</strong>n. De Hoge Raad verwerpt in bei<strong>de</strong> arresten <strong>het</strong> cassatieberoep, omdat<br />
<strong>de</strong> aangevoer<strong>de</strong> klachten naar <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> Hoge Raad niet tot cassatie kunnen<br />
lei<strong>de</strong>n. De Hoge Raad motiveert zijn beslissing niet en wijst op artikel 81 Wet RO.<br />
De voorzieningenrechter <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank Zutphen verwerpt in één uitspraak <strong>het</strong><br />
beroep op <strong>de</strong> artikelen 3 en 9 IVRK door geen strijd met <strong>de</strong>ze bepalingen aan te nemen.<br />
12 Deze uitspraak wordt uitvoerig besproken bij artikel 9 IVRK. In een an<strong>de</strong>re<br />
10 Hof ’s-Gravenhage 11 maart 2005, LJN AT5461. Vgl. Hof ’s-Gravenhage 27 oktober 2006, LJN AZ4153<br />
(<strong>het</strong> hof Den Haag neemt – on<strong>de</strong>r verwijzing naar <strong>de</strong>ze uitspraak <strong>van</strong> 2005 – uitdrukkelijk <strong>het</strong> standpunt<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> hof over en verwerpt daarmee <strong>het</strong> beroep op artikel 3 IVRK); Hof ’s-Hertogenbosch 3 november<br />
2009, LJN BK6176.<br />
11 Hof ’s-Gravenhage (zittingplaats ’s-Hertogenbosch) 16 augustus 2011, LJN BR6656.<br />
12 Rb. Zutphen (vzr.) 4 november 2005, LJN AU5526.