02.09.2013 Views

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN OVERIGE CIVIELE ZAKEN 83<br />

instellingen en autoriteiten, en dat <strong>het</strong> kind zich jegens die instellingen en autoriteiten<br />

rechtstreeks daarop kan beroepen.<br />

Vervolgens merkt <strong>de</strong> voorzieningenrechter op dat <strong>het</strong> kunnen beschikken over minimaal<br />

a<strong>de</strong>quate woonvoorziening een primaire levensbehoefte <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind is. Hierbij<br />

overweegt hij dat er geen bepaling in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse recht bestaat dat aan kin<strong>de</strong>ren<br />

een fundamenteel recht op on<strong>de</strong>rdak toekent. Naar <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorzieningenrechter<br />

is in casu slechts <strong>de</strong> opdracht <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> om <strong>de</strong> welzijnsbelangen<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> kind in <strong>de</strong> overwegingen te betrekken. Volgens <strong>de</strong> voorzieningenrechter<br />

richt artikel 3 lid 1 IVRK zich niet alleen tot <strong>de</strong> rechter maar ook tot <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r,<br />

omdat <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r een particuliere instelling voor maatschappelijk welzijn is nu<br />

zij <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> volkshuisvesting dient. Na <strong>de</strong>ze vaststelling vraagt <strong>de</strong> voorzieningenrechter<br />

zich af of <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r zich gehou<strong>de</strong>n heeft aan artikel 3 lid 1 IVRK. De<br />

voorzieningenrechter constateert dat on<strong>de</strong>r ‘maatregelen betreffen<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren’ – zoals<br />

neergelegd in artikel 3 IVRK – tevens beslissingen vallen die <strong>het</strong> welzijn <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

kind weze<strong>nl</strong>ijk treffen. Ver<strong>de</strong>r overweegt <strong>de</strong> voorzieningenrechter dat <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r<br />

bij <strong>het</strong> instellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ringen tot ontbinding en ontruiming, <strong>het</strong> huurbeleid en<br />

<strong>de</strong> ontwikkeling daar<strong>van</strong> on<strong>de</strong>rkend heeft dat ‘kin<strong>de</strong>ren me<strong>de</strong> getroffen zou<strong>de</strong>n kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> gevolgen <strong>van</strong> dit beleid wegens <strong>het</strong> gedrag <strong>van</strong> hun ou<strong>de</strong>rs.’ De<br />

voorzieningenrechter neemt aan dat <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r <strong>het</strong> bepaal<strong>de</strong> in artikel 3 lid 1 IVRK<br />

heeft veronachtzaamd, omdat <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r <strong>de</strong> belangen <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind niet in haar<br />

overwegingen heeft meegenomen maar zich uitsluitend heeft gericht op ontruiming.<br />

Het ontruimingsvonnis mag door <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r niet ten uitvoer wor<strong>de</strong>n gelegd totdat<br />

een alternatief voor <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige beschikbaar is, aldus <strong>de</strong> voorzieningenrechter.<br />

In hoger beroep vernietigt <strong>het</strong> hof Den Bosch dit vonnis. 6 Het hof is een an<strong>de</strong>re<br />

mening toegedaan met betrekking tot <strong>de</strong> vraag of <strong>het</strong> ontruimingsvonnis op grond <strong>van</strong><br />

artikel 3 lid 1 IVRK mag wor<strong>de</strong>n opgeschort zolang er geen a<strong>de</strong>quate ver<strong>van</strong>gen<strong>de</strong><br />

huisvesting voor <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige is. Volgens <strong>het</strong> hof staat artikel 3 lid 1 IVRK niet<br />

in <strong>de</strong> weg aan <strong>de</strong> tenuitvoerlegging <strong>van</strong> <strong>het</strong> ontruimingsvonnis. De tenuitvoerlegging<br />

heeft weliswaar gevolgen voor <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige, maar <strong>het</strong> is naar <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

hof <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r <strong>de</strong> nodige voorzieningen te treffen tenein<strong>de</strong><br />

eventuele na<strong>de</strong>lige gevolgen voor <strong>het</strong> kind zoveel mogelijk te beperken. Het hof<br />

bespreekt niet of artikel 3 IVRK rechtstreeks werkt, maar bepaalt wel dat <strong>de</strong> rechter<br />

rekening dient te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> belangen <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> een<br />

vor<strong>de</strong>ring tot ontruiming. In <strong>de</strong>ze zaak komt <strong>het</strong> hof tot <strong>de</strong> conclusie dat <strong>de</strong> rechter dit<br />

laatste heeft gedaan.<br />

Een jaar later, in september 2004, wordt <strong>het</strong> voorgaan<strong>de</strong> door <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> hof bevestigd.<br />

7 Het Bossche hof bepaalt in dit arrest dat artikel 3 lid 1 IVRK rechtstreeks werkt<br />

en overweegt in navolging <strong>van</strong> zijn eer<strong>de</strong>re – hierboven besproken – uitspraak dat <strong>de</strong><br />

rechter bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> een ontruimingsvor<strong>de</strong>ring <strong>de</strong> belangen <strong>van</strong> eventuele<br />

min<strong>de</strong>rjarigen dient mee te wegen. Het hof stelt dat <strong>de</strong> rechter hierin een positieve<br />

verplichting heeft. In aanvulling op <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>re uitspraak overweegt <strong>het</strong> hof in <strong>de</strong>ze<br />

zaak dat <strong>de</strong> executie toch geschorst kan wor<strong>de</strong>n indien er sprake is <strong>van</strong> een acute<br />

noodtoestand voor <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarigen en <strong>de</strong> belangen <strong>van</strong> <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarigen ‘(tij<strong>de</strong>lijk)<br />

6 Hof ’s-Hertogenbosch 17 juni 2003, LJN AH9657.<br />

7 Hof ’s-Hertogenbosch 28 september 2004, LJN AR7499.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!