de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN PERSONEN-, FAMILIE- EN CIVIELE JEUGDZAKEN 71<br />
In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> zaak toetst <strong>het</strong> hof Den Haag aan artikel 37 IVRK. 230 Het hof bekrachtigt<br />
in <strong>de</strong>ze zaak <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank, maar overweegt tot slot of <strong>de</strong>ze<br />
machtiging tot plaatsing <strong>van</strong> <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige in een justitiële jeugdinrichting ten uitvoer<br />
gelegd mag wor<strong>de</strong>n gezien <strong>de</strong> artikelen 23 en 37 IVRK. De ernst <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaak staat<br />
volgens <strong>het</strong> hof een <strong>de</strong>rgelijke plaatsing echter wel toe.<br />
Overig<br />
Driemaal faal<strong>de</strong> een beroep op artikel 37 IVRK. In twee zaken faalt <strong>het</strong> beroep op<br />
artikel 37 IVRK, omdat onvoldoen<strong>de</strong> feiten en omstandighe<strong>de</strong>n zijn gesteld. 231 In <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>r<strong>de</strong> zaak heeft <strong>het</strong> hof Den Haag <strong>het</strong> beroep op artikel 37 IVRK verworpen, omdat<br />
<strong>de</strong> inbreuk die <strong>de</strong> uithuisplaatsing maakt op <strong>het</strong> ‘family life’ tussen <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige<br />
en <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r gerechtvaardigd wordt door <strong>de</strong> bescherming <strong>van</strong> <strong>de</strong> belangen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
min<strong>de</strong>rjarige. 232<br />
Ten slotte wordt in een tweetal uitspraken <strong>het</strong> beroep op artikel 37 IVRK niet besproken.<br />
De voorzieningenrechter <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank Groningen verklaart <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige<br />
niet-ont<strong>van</strong>kelijk op grond <strong>van</strong> artikel 5 lid 4 EVRM, waarop <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige<br />
overigens een beroep had gedaan. 233 De zaak wordt door <strong>de</strong> rechtbank wel inhou<strong>de</strong>lijk<br />
behan<strong>de</strong>ld en <strong>het</strong> gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> wordt uitein<strong>de</strong>lijk afgewezen. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> zaak wordt<br />
summier naar artikel 37 sub b IVRK verwezen. 234 Het hof Den Bosch bespreekt <strong>het</strong><br />
IVRK eveneens niet, maar stelt <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige in <strong>het</strong> gelijk, omdat <strong>de</strong> gesloten plaatsing<br />
niet langer aanvaardbaar en ver<strong>de</strong>digbaar is.<br />
Artikel 40 (Kin<strong>de</strong>ren die in aanraking komen met politie en justitie)<br />
1. De Staten die partij zijn, erkennen <strong>het</strong> recht <strong>van</strong> ie<strong>de</strong>r kind dat wordt verdacht <strong>van</strong>, vervolgd<br />
wegens of veroor<strong>de</strong>eld terzake <strong>van</strong> <strong>het</strong> begaan <strong>van</strong> een strafbaar feit, op een wijze <strong>van</strong> behan<strong>de</strong>ling<br />
die geen afbreuk doet aan <strong>het</strong> gevoel <strong>van</strong> waardigheid en eigenwaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind, die <strong>de</strong><br />
eerbied <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind voor <strong>de</strong> rechten <strong>van</strong> <strong>de</strong> mens en <strong>de</strong> fundamentele vrijhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> an<strong>de</strong>ren<br />
vergroot, en waarbij rekening wordt gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind en met <strong>de</strong> wenselijkheid<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> bevor<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong> herintegratie <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind en <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanvaarding door <strong>het</strong> kind<br />
<strong>van</strong> een opbouwen<strong>de</strong> rol in <strong>de</strong> same<strong>nl</strong>eving.<br />
2. Hiertoe, en met inachtneming <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> internationale akten,<br />
waarborgen <strong>de</strong> Staten die partij zijn met name dat:<br />
a. geen enkel kind wordt verdacht <strong>van</strong>, vervolgd wegens of veroor<strong>de</strong>eld terzake <strong>van</strong> <strong>het</strong> begaan<br />
<strong>van</strong> een strafbaar feit op grond <strong>van</strong> enig han<strong>de</strong>len of nalaten dat niet volgens <strong>het</strong> nationale of<br />
internationale recht verbo<strong>de</strong>n was op <strong>het</strong> tijdstip <strong>van</strong> <strong>het</strong> han<strong>de</strong>len of nalaten;<br />
b. ie<strong>de</strong>r kind dat wordt verdacht <strong>van</strong> of vervolgd wegens <strong>het</strong> begaan <strong>van</strong> een strafbaar feit, tenminste<br />
<strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> garanties heeft:<br />
230 Hof ’s-Gravenhage 14 januari 2009, LJN BH3781. Deze uitspraak is reeds bij artikel 23 IVRK behan<strong>de</strong>ld<br />
on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> kopje ‘Verdragsconforme uitleg en <strong>toepassing</strong>’.<br />
231 Hof Arnhem 22 juli 2008, LJN BG3947; Rb. Maastricht 20 januari 2010, LJN BL3107.<br />
232 Hof ’s-Gravenhage 18 augustus 2010, LJN BN5630.<br />
233 Rb. Groningen (vzr.) 3 november 2004, LJN AR5195.<br />
234 Hof ’s-Hertogenbosch 21 februari 2008, LJN BC5425.