de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
46<br />
DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN DE NEDERLANDSE RECHTSPRAAK<br />
2. Om <strong>de</strong> <strong>toepassing</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> in dit Verdrag genoem<strong>de</strong> rechten te waarborgen en te bevor<strong>de</strong>ren,<br />
verlenen <strong>de</strong> Staten die partij zijn passen<strong>de</strong> bijstand aan ou<strong>de</strong>rs en wettige voog<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> uitoefening<br />
<strong>van</strong> hun verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> opvoeding <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind betreffen, en waarborgen<br />
zij <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> instellingen, voorzieningen en diensten voor kin<strong>de</strong>rzorg.<br />
3. De Staten die partij zijn, nemen alle passen<strong>de</strong> maatregelen om te waarborgen dat kin<strong>de</strong>ren<br />
<strong>van</strong> werken<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs recht hebben op gebruikmaking <strong>van</strong> diensten en voorzieningen voor kin<strong>de</strong>rzorg<br />
waarvoor zij in aanmerking komen.<br />
In achttien zaken wordt een beroep gedaan op artikel 18 IVRK. De vraag naar <strong>de</strong> rechtstreekse<br />
werking <strong>van</strong> dit artikel komt in vier uitspraken aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Zes beschikkingen<br />
hebben betrekking op <strong>verdrag</strong>sconforme uitleg en <strong>toepassing</strong>. In drie zaken faalt<br />
<strong>het</strong> beroep op artikel 18 IVRK en in een tweetal uitspraken bespreekt <strong>de</strong> rechter <strong>het</strong><br />
beroep niet. Tot slot wordt <strong>de</strong> <strong>verdrag</strong>sbepaling in enkele conclusies <strong>van</strong> <strong>de</strong> Advocaat-<br />
Generaal genoemd.<br />
Rechtstreekse werking<br />
In <strong>de</strong> rechtspraak is in geen enkele zaak uitdrukkelijk rechtstreekse werking toegekend<br />
aan artikel 18 IVRK. Wel maakte <strong>de</strong> voorzieningenrechter <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank Haarlem<br />
in 2007 <strong>het</strong> tegenovergestel<strong>de</strong> uit. 151 Volgens <strong>de</strong> rechtbank bevat artikel 18 IVRK gelet<br />
op <strong>de</strong> formulering geen norm die zon<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>re uitwerking in nationale wet- en regelgeving<br />
door <strong>de</strong> rechter direct toepasbaar is.<br />
Uit een tweetal zaken kan <strong>de</strong> rechtstreekse werking <strong>van</strong> artikel 18 IVRK wor<strong>de</strong>n<br />
afgeleid. Het betreft een beschikking <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank Zutphen en een vonnis <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> rechtbank Groningen. In <strong>de</strong> eerste zaak gaat <strong>het</strong> om een verzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r tot<br />
gezame<strong>nl</strong>ijk ou<strong>de</strong>rlijk gezag. 152 De moe<strong>de</strong>r heeft <strong>van</strong> rechtswege <strong>het</strong> ou<strong>de</strong>rlijk gezag.<br />
De rechtbank Zutphen achtte <strong>het</strong> verzoek ont<strong>van</strong>kelijk, ondanks dat <strong>het</strong> BW niet in een<br />
bepaling ter zake voorzag. Zij overweegt hiertoe als volgt:<br />
Gelet op artikel 18 <strong>van</strong> <strong>het</strong> Verdrag inzake <strong>de</strong> rechten <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind dienen Staten alles<br />
te doen wat in hun vermogen ligt om <strong>de</strong> erkenning te verzekeren <strong>van</strong> <strong>het</strong> beginsel dat<br />
bei<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> gezame<strong>nl</strong>ijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid dragen voor <strong>de</strong> opvoeding en ontwikkeling<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> kind. Naar <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank volgt hieruit dat een kind in<br />
beginsel recht heeft op ou<strong>de</strong>rs die juridisch <strong>de</strong> bevoegdheid hebben om gezame<strong>nl</strong>ijk <strong>de</strong><br />
verantwoor<strong>de</strong>lijkheid te dragen. In geval <strong>van</strong> gezame<strong>nl</strong>ijk gezag nemen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs een<br />
gelijkwaardige positie in ten opzichte <strong>van</strong> hun kind. (...)<br />
De rechtbank acht <strong>het</strong> in strijd met dit recht <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind dat niet getoetst kan wor<strong>de</strong>n<br />
of <strong>het</strong> in zijn belang is dat <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r weigert om gezame<strong>nl</strong>ijk met <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r <strong>het</strong> gezag<br />
uit te oefenen.<br />
Hoewel <strong>het</strong> verzoek ont<strong>van</strong>kelijk wordt verklaard, wijst <strong>de</strong> rechtbank <strong>het</strong> verzochte af.<br />
151 Rb. Haarlem (vzr.) 7 <strong>de</strong>cember 2007, LJN BB9628. De overweging, waarin <strong>de</strong> voorzieningenrechter dit<br />
oor<strong>de</strong>el tot uitdrukking brengt, is bij artikel 4 IVRK on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> kopje ‘Rechtstreekse werking’ weergegeven.<br />
152 Rb. Zutphen 10 november 2004, LJN AR5611.