de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN PERSONEN-, FAMILIE- EN CIVIELE JEUGDZAKEN 41<br />
een nagenoeg eenslui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overweging waarin hij dit <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> conclusie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
Advocaat-Generaal groten<strong>de</strong>els herhaalt.<br />
Artikel 12 (Recht op participatie en om gehoord te wor<strong>de</strong>n)<br />
1. De Staten die partij zijn, verzekeren <strong>het</strong> kind dat in staat is zijn of haar eigen mening te<br />
vormen, <strong>het</strong> recht die mening vrijelijk te uiten in alle aangelegenhe<strong>de</strong>n die <strong>het</strong> kind betreffen,<br />
waarbij aan <strong>de</strong> mening <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind passend belang wordt gehecht in overeenstemming met zijn<br />
of haar leeftijd en rijpheid.<br />
2. Hiertoe wordt <strong>het</strong> kind met name in <strong>de</strong> gelegenheid gesteld te wor<strong>de</strong>n gehoord in ie<strong>de</strong>re<br />
gerechtelijke en bestuurlijke procedure die <strong>het</strong> kind betreft, <strong>het</strong>zij rechtstreeks, <strong>het</strong>zij door tussenkomst<br />
<strong>van</strong> een vertegenwoordiger of een daarvoor geschikte instelling, op een wijze die<br />
verenigbaar is met <strong>de</strong> procedureregels <strong>van</strong> <strong>het</strong> nationale recht.<br />
Artikel 12 IVRK komt in totaal vijftien zaken voor. De rechtstreekse werking <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />
bepaling is onbesproken gelaten. Het meren<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaken kan geplaatst wor<strong>de</strong>n<br />
on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> kopje ‘Verdragsconforme uitleg en <strong>toepassing</strong>’. Het beroep op artikel 12<br />
IVRK slaagt ver<strong>de</strong>r in drie uitspraken niet. In twee gevallen wordt <strong>de</strong> bespreking <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> beroep op <strong>de</strong>ze <strong>verdrag</strong>sbepaling achterwege gelaten, omdat <strong>de</strong> zaak op an<strong>de</strong>re<br />
gron<strong>de</strong>n is afgedaan.<br />
Verdragsconforme uitleg en <strong>toepassing</strong><br />
Artikel 12 IVRK wordt vaak in <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>verdrag</strong>sconforme uitleg en <strong>toepassing</strong><br />
door <strong>de</strong> rechter gebruikt. 133 De eerste zaak betreft een uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank<br />
Maastricht die <strong>het</strong> verzoek tot verlenging <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rtoezichtstelling me<strong>de</strong> in <strong>het</strong><br />
licht <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK, waaron<strong>de</strong>r artikel 12, beoor<strong>de</strong>elt. 134 Deze zaak is reeds bij artikel 3<br />
IVRK on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> kopje ‘Verdragsconforme uitleg en <strong>toepassing</strong>’ besproken met betrekking<br />
tot <strong>de</strong> overweging dat <strong>het</strong> IVRK, op grond <strong>van</strong> artikel 3 IVRK, dient te wor<strong>de</strong>n<br />
toegepast door bestuursinstanties als <strong>de</strong> IND. In <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> artikel 12 IVRK is <strong>de</strong><br />
rechtbank <strong>van</strong> mening dat <strong>de</strong> plicht om <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige te horen niet alleen op <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter<br />
rust maar ook op an<strong>de</strong>re instanties.<br />
133 Rb. Maastricht 8 februari 2002, LJN AE1345; HR 29 maart 2002, LJN AD8191; Rb. ’s-Gravenhage 20<br />
maart 2009, LJN BJ0229; Hof Arnhem (zittingsplaats Leeuwar<strong>de</strong>n) 2 februari 2010, LJN BL3774; Hof<br />
Amsterdam (zittingsplaats Arnhem) 4 mei 2010, LJN BM2916; Hof ’s-Gravenhage 18 augustus 2010,<br />
LJN BN5164. Zie in dit verband ook <strong>de</strong> conclusies <strong>van</strong> <strong>de</strong> Advocaat-Generaal: HR 31 oktober 2003,<br />
LJN AJ3261 (concl. A-G F.F. Langemeijer, sub 2.18); HR 4 april 2008, LJN BC2241 (concl. A-G E.M.<br />
Wesseling-<strong>van</strong> Gent); HR 26 maart 2010, LJN BL2226 (concl. A-G E.M. Wesseling-<strong>van</strong> Gent); HR 11<br />
februari 2011, LJN BO9615 (concl. A-G F.F. Langemeijer); HR 17 juni 2011, LJN BQ2810 (concl. A-G<br />
E.B. Rank-Berenschot). In <strong>de</strong> eerste zaak (d.d. 31 oktober 2003) betrekt alleen <strong>de</strong> Advocaat-Generaal<br />
<strong>het</strong> IVRK in zijn conclusie. De Hoge Raad laat <strong>de</strong> bespreking <strong>van</strong> <strong>het</strong> beroep op <strong>het</strong> IVRK in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong><br />
zaak (d.d. 4 april 2008) achterwege. Dit wordt on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> kopje ‘Overig’ na<strong>de</strong>r toegelicht. In <strong>de</strong> laatste<br />
drie zaken verwerpt <strong>de</strong> Hoge Raad, on<strong>de</strong>r verwijzing naar artikel 81 Wet RO, <strong>het</strong> cassatieberoep, omdat<br />
<strong>de</strong> aangevoer<strong>de</strong> klachten niet tot cassatie kunnen lei<strong>de</strong>n.<br />
134 Rb. Maastricht 8 februari 2002, LJN AE1345.