de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
30<br />
DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN DE NEDERLANDSE RECHTSPRAAK<br />
Verdragsconforme uitleg en <strong>toepassing</strong><br />
Vijftien zaken hebben betrekking op <strong>verdrag</strong>sconforme uitleg en <strong>toepassing</strong>. 85 Artikel<br />
7 IVRK is hier door <strong>de</strong> rechter op verschillen<strong>de</strong> wijzen toegepast. Enkele uitspraken<br />
zullen hier na<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n toegelicht. Een eerste voorbeeld is <strong>de</strong> beschikking <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
hof Leeuwar<strong>de</strong>n. 86 Het hof bepaalt expliciet dat <strong>het</strong> hoger beroep zal wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld<br />
aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> on<strong>de</strong>r meer artikel 7 IVRK. Aldus wordt <strong>de</strong> zaak me<strong>de</strong> in <strong>het</strong><br />
licht <strong>van</strong> dit artikel beoor<strong>de</strong>eld.<br />
In enkele zaken is <strong>de</strong>ze <strong>verdrag</strong>sbepaling toegepast om invulling te geven aan een<br />
norm die uit <strong>het</strong> nationale recht voortvloeit. Zo heeft <strong>het</strong> hof Den Bosch <strong>de</strong> belangenafweging<br />
die <strong>de</strong> rechter op grond <strong>van</strong> artikel 1:204 lid 3 BW (ver<strong>van</strong>gen<strong>de</strong> toestemming<br />
erkenning) dient te maken on<strong>de</strong>r meer ingevuld met <strong>het</strong> ‘recht <strong>van</strong> een kind te<br />
weten wie zijn ou<strong>de</strong>rs zijn, een recht dat gefun<strong>de</strong>erd is op artikel 8 EVRM en artikel<br />
7 IVRK.’ 87<br />
Een an<strong>de</strong>r voorbeeld is <strong>de</strong> vrij recente uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank Breda. 88 Hoewel<br />
<strong>de</strong> rechtbank <strong>de</strong> verwijzing naar <strong>het</strong> IVRK niet specifi ceert naar een bepaald artikel,<br />
kan men aannemen dat <strong>de</strong> rechtbank spreekt over artikel 7 IVRK. De rechtbank betrekt<br />
<strong>het</strong> artikel op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> wijze in haar beoor<strong>de</strong>ling:<br />
Een re<strong>de</strong>lijke wetsuitleg <strong>van</strong> artikel 1:228 lid 1 sub d BW brengt, indachtig <strong>het</strong> uitgangspunt<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK dat een kind <strong>het</strong> recht heeft <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs te kennen, met zich mee<br />
dat <strong>het</strong> doel <strong>van</strong> dat artikel is <strong>de</strong> voorkoming <strong>van</strong> een ongewenste verbreking <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
reeds bestaan<strong>de</strong> familierechtelijke betrekkingen, namelijk <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re biologische ou<strong>de</strong>r.<br />
Interessant is ook <strong>de</strong> <strong>toepassing</strong> <strong>van</strong> artikel 7 IVRK door <strong>de</strong> rechtbank Groningen. 89 De<br />
rechtbank begint haar beoor<strong>de</strong>ling met <strong>het</strong> aanhalen <strong>van</strong> <strong>het</strong> uitgangspunt ‘dat <strong>het</strong> kind<br />
recht heeft opgevoed te wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> eigen ou<strong>de</strong>rs, welk uitgangspunt is neergelegd<br />
in <strong>het</strong>’ IVRK. Volgens <strong>de</strong> rechtbank vermeldt zij dit expliciet ‘om aan te geven dat in<br />
gevallen die enigszins vergelijkbaar zijn met <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhavige situatie, <strong>het</strong> juridische/<br />
85 Hof ’s-Hertogenbosch 17 <strong>de</strong>cember 2002, LJN AF2802; Rb. Rotterdam 20 maart 2003, zaaknr. 180802<br />
(<strong>de</strong>ze uitspraak wordt bij artikel 8 IVRK on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> kopje ‘Verdragsconforme uitleg en <strong>toepassing</strong>’<br />
behan<strong>de</strong>ld); Hof ’s-Gravenhage 15 oktober 2003, LJN AL9057; Rb. Rotterdam 9 januari 2004, NJF<br />
2004/209; Rb. Groningen 20 juli 2004, LJN AQ8757; Hof Leeuwar<strong>de</strong>n 6 oktober 2004, LJN AR3391;<br />
Rb. Amsterdam 12 april 2006, LJN AY8188; Hof ’s-Hertogenbosch 3 mei 2006, LJN AX1364 (<strong>de</strong>ze<br />
uitspraak wordt bij artikel 10 IVRK toegelicht); Rb. Zwolle-Lelystad 19 oktober 2006, LJN AZ0619;<br />
Rb. Haarlem (locatie Zaandam) 15 maart 2007, zaaknr. 339011 (<strong>de</strong>ze uitspraak wordt bij artikel 9 IVRK<br />
on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> kopje ‘Verdragsconforme uitleg en <strong>toepassing</strong>’ behan<strong>de</strong>ld); Rb. ’s-Gravenhage 26 juli 2007,<br />
JN 2007/31 (<strong>de</strong>ze uitspraak wordt bij artikel 54 IVRK na<strong>de</strong>r uitgewerkt); Rb. ’s-Gravenhage 14 september<br />
2009, LJN BK1197 (<strong>de</strong>ze uitspraak wordt bij artikel 8 IVRK on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> kopje ‘Verdragsconforme<br />
uitleg en <strong>toepassing</strong>’ besproken); Rb. Almelo 16 juni 2010, LJN BN8858; Rb. Zutphen 2 maart 2011,<br />
LJN BQ1266; Rb. Breda 27 juli 2011, LJN BR2383. Vgl. HR 31 oktober 2003, LJN AJ3261 (concl. A-G<br />
F.F. Langemeijer). Alleen <strong>de</strong> Advocaat-Generaal betrekt <strong>het</strong> IVRK in zijn conclusie.<br />
86 Hof Leeuwar<strong>de</strong>n 6 oktober 2004, LJN AR3391.<br />
87 Hof ’s-Hertogenbosch 17 <strong>de</strong>cember 2002, LJN AF2802. Vgl. Rb. Rotterdam 9 januari 2004, NJF<br />
2004/209. Het gaat in casu om <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> man <strong>de</strong> biologische va<strong>de</strong>r is <strong>van</strong> <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige. De<br />
rechtbank stelt dat <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige bij <strong>de</strong> beantwoording <strong>van</strong> <strong>de</strong> vraag, vaststaat. ‘Daarbij<br />
is me<strong>de</strong> gelet op <strong>het</strong> recht <strong>van</strong> een kind zijn of haar ou<strong>de</strong>rs te kennen, zoals dit uitdrukkelijk is vastgesteld<br />
in artikel 7 <strong>van</strong> <strong>het</strong> Verdrag inzake <strong>de</strong> rechten <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind.’<br />
88 Rb. Breda 27 juli 2011, LJN BR2383.<br />
89 Rb. Groningen 20 juli 2004, LJN AQ8757.