de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
28<br />
Artikel 7 (Recht op naam en nationaliteit)<br />
DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN DE NEDERLANDSE RECHTSPRAAK<br />
1. Het kind wordt onmid<strong>de</strong>llijk na <strong>de</strong> geboorte ingeschreven en heeft <strong>van</strong>af <strong>de</strong> geboorte <strong>het</strong> recht<br />
op een naam, <strong>het</strong> recht een nationaliteit te verwerven en, voor zover mogelijk, <strong>het</strong> recht zijn of<br />
haar ou<strong>de</strong>rs te kennen en door hen te wor<strong>de</strong>n verzorgd.<br />
2. De Staten die partij zijn, waarborgen <strong>de</strong> verweze<strong>nl</strong>ijking <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze rechten in overeenstemming<br />
met hun nationale recht en hun verplichtingen krachtens <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> internationale<br />
akten op dit gebied, in <strong>het</strong> bijzon<strong>de</strong>r wanneer <strong>het</strong> kind an<strong>de</strong>rs staatloos zou zijn.<br />
In 46 zaken wordt artikel 7 IVRK genoemd. De rechtstreekse werking <strong>van</strong> artikel 7<br />
IVRK speelt in negen uitspraken een rol. De rechter houdt in vijftien uitspraken rekening<br />
met <strong>de</strong>ze <strong>verdrag</strong>sbepaling. Interessant aan <strong>de</strong> jurispru<strong>de</strong>ntie betreffen<strong>de</strong> artikel<br />
7 IVRK is <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> Hoge Raad met betrekking tot <strong>de</strong> rechtstreekse werking.<br />
In één <strong>van</strong> <strong>de</strong> weinige cassatiezaken, waarin <strong>de</strong> Hoge Raad zich uitspreekt over <strong>het</strong><br />
beroep op <strong>het</strong> IVRK, laat <strong>de</strong> Hoge Raad <strong>de</strong> rechtstreekse werking <strong>van</strong> artikel 7 IVRK<br />
expliciet in <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n en verwerpt hij <strong>het</strong> beroep op <strong>de</strong>ze bepaling. In ongeveer <strong>de</strong><br />
helft <strong>van</strong> <strong>het</strong> totaal aantal zaken faalt <strong>het</strong> beroep op artikel 7 IVRK of wordt <strong>het</strong> beroep<br />
hierop door <strong>de</strong> rechter niet expliciet behan<strong>de</strong>ld.<br />
Rechtstreekse werking<br />
De rechtstreekse werking <strong>van</strong> artikel 7 IVRK is alleen door <strong>de</strong> rechtbank Zutphen<br />
uitdrukkelijk besproken. 78 Aan <strong>de</strong> rechtbank wordt <strong>het</strong> verzoek tot gerechtelijke vaststelling<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> va<strong>de</strong>rschap voorgelegd, terwijl <strong>de</strong> man <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige reeds voor<br />
zijn geboorte heeft erkend. In <strong>de</strong>ze zaak laat <strong>de</strong> rechtbank met een beroep op artikel 7<br />
IVRK artikel 1:207 lid 2 on<strong>de</strong>r a BW buiten <strong>toepassing</strong>:<br />
Er is daarom aa<strong>nl</strong>eiding – ambtshalve – <strong>het</strong> bepaal<strong>de</strong> in artikel 7 <strong>van</strong> <strong>het</strong> Verdrag inzake<br />
<strong>de</strong> rechten <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind (IVRK) bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling te betrekken. (...)<br />
Gelet op <strong>de</strong> aard, <strong>de</strong> inhoud, <strong>de</strong> strekking en <strong>de</strong> formulering <strong>van</strong> artikel 7 IVRK komt<br />
daaraan rechtstreekse werking toe. Ook uit <strong>de</strong> wetsgeschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> Rijkswet tot<br />
Goedkeuring <strong>van</strong> <strong>het</strong> Verdrag blijkt dat rechtstreekse werking mogelijk is (Kamerstukken<br />
II 1992/93, 22855, nr 3). Dat betekent dat artikel 7 IVRK zon<strong>de</strong>r een uitwerking in<br />
na<strong>de</strong>re wetgeving kan wor<strong>de</strong>n toegepast, zo nodig met <strong>het</strong> buiten <strong>toepassing</strong> laten <strong>van</strong><br />
bepalingen <strong>van</strong> nationaal recht die daarmee strijdig zijn (artikel 93 en 94 Grondwet).<br />
In vijf gevallen kan vastgesteld wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> rechter artikel 7 IVRK als rechtstreeks<br />
werkend ziet. 79 Hoewel <strong>de</strong> rechter in <strong>de</strong>ze vijf zaken <strong>de</strong> rechtstreekse werking als zodanig<br />
niet noemt, kan uit <strong>de</strong> uitspraken wor<strong>de</strong>n afgeleid dat hij <strong>de</strong>ze bepaling <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> IVRK wel direct toepast. Als voorbeeld kan <strong>de</strong> zaak <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank Maastricht<br />
78 Rb. Zutphen 13 maart 2008, LJN BC8019.<br />
79 Hof ’s-Hertogenbosch 23 juni 2005, LJN AV6603; Rb. Rotterdam 8 februari 2007, LJN BA0238; Rb.<br />
’s-Gravenhage 26 juli 2010, LJN BN2775; Rb. Maastricht 24 november 2010, LJN BO4992; Rb. Groningen<br />
2 augustus 2011, LJN BS7594 (<strong>de</strong>ze uitspraak wordt bij artikel 8 IVRK on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> kopje ‘Rechtstreekse<br />
werking’ besproken).