de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
24<br />
DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN DE NEDERLANDSE RECHTSPRAAK<br />
Hoge Raad <strong>van</strong> 17 juni 2011. Zij conclu<strong>de</strong>ert dat <strong>het</strong> beroep op artikel 5 IVRK op<br />
grond <strong>van</strong> een procedurele regel dient te falen. Ook in twee an<strong>de</strong>re uitspraken slaagt<br />
<strong>het</strong> beroep niet om procedurele re<strong>de</strong>nen. Opvallend is dat <strong>de</strong> acht zaken waarin naar<br />
artikel 5 IVRK wordt verwezen <strong>van</strong> vrij recente datum zijn: <strong>de</strong> ‘oudste’ zaak in <strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rzoeksperio<strong>de</strong> dateert <strong>van</strong> november 2008 en <strong>de</strong> meest recente <strong>van</strong> juni 2011. De<br />
overige zes beschikkingen zijn alle in 2010 genomen.<br />
Rechtstreekse werking<br />
Geen enkele rechter heeft aan artikel 5 IVRK rechtstreekse werking verleend. Wel<br />
stipt Advocaat-Generaal Rank-Berenschot in haar conclusie voor <strong>de</strong> beschikking <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> Hoge Raad <strong>van</strong> 17 juni 2011 <strong>de</strong> rechtstreekse werking <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bepaling aan. 64 Verzoeker<br />
tot cassatie (<strong>de</strong> va<strong>de</strong>r) verzoekt in <strong>de</strong>ze procedure <strong>de</strong> rechtbank een omgangsregeling<br />
tussen hem en <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren vast te stellen. De rechtbank wijst dit verzoek af. In<br />
hoger beroep bekrachtigt <strong>het</strong> hof <strong>de</strong> beslissing <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank. In cassatie voert verzoeker<br />
aan dat <strong>het</strong> hof ten onrechte heeft nagelaten te beoor<strong>de</strong>len of <strong>de</strong> beslissing <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> rechtbank in strijd is met <strong>de</strong> artikelen 3, 5, 7, 8 en 18 IVRK. De Advocaat-Generaal<br />
is <strong>van</strong> mening dat <strong>de</strong> klacht, inhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>het</strong> beroep op <strong>het</strong> IVRK, niet tot cassatie kan<br />
lei<strong>de</strong>n omdat <strong>het</strong> niet voldoet aan artikel 426a lid 2 Rv. 65 Niettemin bespreekt zij <strong>het</strong><br />
beroep op <strong>het</strong> IVRK wel inhou<strong>de</strong>lijk:<br />
2.23 Indien er al <strong>van</strong> moet wor<strong>de</strong>n uitgegaan dat genoem<strong>de</strong> <strong>verdrag</strong>sbepalingen alle<br />
rechtstreekse werking hebben,(19) was <strong>het</strong> hof, an<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> klacht veron<strong>de</strong>rstelt, niet<br />
gehou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> enkele stelling dat ontzegging <strong>van</strong> <strong>de</strong> omgang mogelijk tot een feitelijk<br />
contactverbod <strong>van</strong> 10 jaar leidt (grief 1, toelichting) te kwalifi ceren als een zodanige<br />
feitelijke grondslag dat <strong>de</strong>ze tot ambtshalve toetsing aan genoem<strong>de</strong> <strong>verdrag</strong>sbepalingen<br />
verplicht.(20) Dit geldt, naar <strong>het</strong> mij voorkomt, met name voor art. 8 IVRK.(21)<br />
Daarbij merk ik nog op dat, an<strong>de</strong>rs dan in on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el 27 (laatste volzin) wordt gesteld,<br />
rechtstreekse werking niet per <strong>de</strong>fi nitie verplicht tot ambtshalve aanvulling <strong>van</strong> rechtsgron<strong>de</strong>n.<br />
Vervolgens komt <strong>de</strong> Advocaat-Generaal tot <strong>de</strong> conclusie dat toetsing aan <strong>de</strong>ze <strong>verdrag</strong>sbepalingen<br />
niet tot een an<strong>de</strong>r oor<strong>de</strong>el zou lei<strong>de</strong>n. De Hoge Raad verwerpt, on<strong>de</strong>r<br />
verwijzing naar artikel 81 Wet RO, <strong>het</strong> gehele cassatieberoep, omdat <strong>de</strong> aangevoer<strong>de</strong><br />
klachten niet tot cassatie kunnen lei<strong>de</strong>n.<br />
Verdragsconforme uitleg en <strong>toepassing</strong><br />
In vier uitspraken speelt artikel 5 IVRK een rol via <strong>de</strong> <strong>verdrag</strong>sconforme uitleg en<br />
<strong>toepassing</strong>. In twee beschikkingen is artikel 5 IVRK gebruikt om <strong>het</strong> belang <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> uitgangspunt <strong>van</strong> artikel 1:247 BW, namelijk dat een min<strong>de</strong>rjarige door zijn of<br />
64 HR 17 juni 2011, LJN BQ2810 (concl. A-G E.B. Rank-Berenschot).<br />
65 Vgl. HR 22 januari 2010, LJN BK4935 (concl. A-G L. Strikwerda, sub 11). De Advocaat-Generaal<br />
conclu<strong>de</strong>ert dat <strong>de</strong> klacht, inhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>het</strong> beroep op <strong>het</strong> IVRK, faalt omdat zij niet voldoet aan een cassatieklacht<br />
te stellen eisen. De Hoge Raad verwerpt <strong>het</strong> cassatieberoep, omdat <strong>de</strong> aangevoer<strong>de</strong> klachten<br />
niet tot cassatie kunnen lei<strong>de</strong>n. Dit wordt met een beroep op artikel 81 Wet RO niet na<strong>de</strong>r gemotiveerd.<br />
Overigens wordt <strong>het</strong> vraagstuk <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtstreekse werking niet besproken in <strong>de</strong> conclusie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
Advocaat-Generaal.