02.09.2013 Views

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN PERSONEN-, FAMILIE- EN CIVIELE JEUGDZAKEN 17<br />

pasbaar is. 42 Als enig hof dat zich expliciet uitspreekt over <strong>de</strong> rechtstreekse werking<br />

<strong>van</strong> dit artikel, beslist <strong>het</strong> hof Den Haag dat artikel 3 lid 1 IVRK niet rechtstreeks<br />

werkend kan zijn:<br />

8. Ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> stelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> onbevoegdheidverklaring door<br />

<strong>de</strong> rechtbank in strijd is met artikel 3 lid 1 <strong>van</strong> <strong>het</strong> Verdrag inzake <strong>de</strong> Rechten <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

Kind (hierna: IVRK) stelt <strong>het</strong> hof voorop dat genoemd artikel rechtstreekse werking<br />

ontbeert zodat aan een beroep daarop geen rechtsgevolgen kunnen wor<strong>de</strong>n verbon<strong>de</strong>n.<br />

43<br />

De vraag naar <strong>de</strong> rechtstreekse werking <strong>van</strong> artikel 3 IVRK wordt in drie uitspraken<br />

expliciet in <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n gelaten. 44 In twee <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze uitspraken laat <strong>de</strong> rechter <strong>de</strong> rechtstreekse<br />

werking weliswaar in <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n, maar stelt hij dat bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zaak in kwestie <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind een eerste overweging dient te zijn. 45<br />

Tot slot verdient <strong>de</strong> conclusie <strong>van</strong> Advocaat-Generaal Langemeijer voor <strong>de</strong> beschikking<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Hoge Raad <strong>van</strong> 25 april 2008 bespreking. 46 Hij behan<strong>de</strong>lt <strong>de</strong> rechtstreekse<br />

werking <strong>van</strong> artikel 3 IVRK en wijst in dit verband op een uitspraak <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling, maar conclu<strong>de</strong>ert niet of <strong>de</strong>ze <strong>verdrag</strong>sbepaling rechtstreeks werkt of<br />

niet. 47 Wel stelt hij dat artikel 3 IVRK toegepast kan wor<strong>de</strong>n ‘als bron <strong>van</strong> uitleg<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> begrip “belang <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind” in op grond <strong>van</strong> art. 1:253a BW te berechten<br />

familierechtelijke confl icten, waar <strong>de</strong> verbin<strong>de</strong>ndheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> bepaling niet ter discussie<br />

staat.’ De Hoge Raad noemt daarentegen <strong>het</strong> IVRK niet in zijn beoor<strong>de</strong>ling,<br />

maar overweegt dat <strong>de</strong> rechter bij zijn beslissing rekening dient te hou<strong>de</strong>n met alle<br />

omstandighe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>het</strong> geval ‘wat er in voorkomend geval ook toe kan lei<strong>de</strong>n dat<br />

an<strong>de</strong>re belangen zwaar<strong>de</strong>r wegen dan <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind, hoezeer ook dat belang<br />

een overweging <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste or<strong>de</strong> dient te zijn bij <strong>de</strong> te verrichten afweging<br />

<strong>van</strong> belangen.’<br />

42 Rb. Haarlem (vzr.) 9 november 2006, LJN AZ1904; Rb. Haarlem (vzr.) 7 <strong>de</strong>cember 2007, LJN BB9628.<br />

De overweging <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank, waarin dit is bepaald, wordt weergegeven bij artikel 4 IVRK on<strong>de</strong>r<br />

<strong>het</strong> kopje ‘Rechtstreekse werking’.<br />

43 Hof ’s-Gravenhage 25 november 2009, LJN BK4259.<br />

44 Rb. ’s-Gravenhage (vzr.) 7 <strong>de</strong>cember 2007, LJN BB9718; Rb. ’s-Gravenhage 10 <strong>de</strong>cember 2009, LJN<br />

BL0577; Rb. Zwolle-Lelystad (vzr.) 29 april 2010, LJN BM6950. Vgl. HR 26 maart 2010, LJN BL2226<br />

(concl. A-G E.M. Wesseling-<strong>van</strong> Gent, sub 2.15); HR 17 juni 2011, LJN BQ2810 (concl. A-G E.B.<br />

Rank-Berenschot, sub 2.19-2.24). Deze laatste conclusie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Advocaat-Generaal wordt bij artikel 5<br />

IVRK on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> kopje ‘Rechtstreekse werking’ besproken. In bei<strong>de</strong> zaken verwerpt <strong>de</strong> Hoge Raad <strong>het</strong><br />

cassatieberoep, omdat <strong>de</strong> aangevoer<strong>de</strong> klachten niet tot cassatie kunnen lei<strong>de</strong>n. De Hoge Raad motiveert<br />

<strong>de</strong>ze beslissing met een beroep op artikel 81 Wet RO niet.<br />

45 Rb. ’s-Gravenhage 10 <strong>de</strong>cember 2009, LJN BL0577; Rb. Zwolle-Lelystad (vzr.) 29 april 2010, LJN<br />

BM6950. Vgl. HR 26 maart 2010, LJN BL2226 (concl. A-G E.M. Wesseling-<strong>van</strong> Gent, sub 2.15).<br />

46 HR 25 april 2008, LJN BC5901 (concl. A-G F.F. Langemeijer).<br />

47 De Advocaat-Generaal verwijst naar ABRvS 12 april 2007, LJN BA3394. Deze zaak wordt behan<strong>de</strong>ld<br />

in hoofdstuk 3 bij artikel 3 IVRK.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!