02.09.2013 Views

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN STRAFZAKEN 253<br />

In vier uitspraken wordt artikel 9 IVRK ingeroepen. In <strong>de</strong> uitspraken is in geen <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gevallen een succesvol beroep gedaan op <strong>de</strong> bepaling. De eerste twee uitspraken<br />

betreffen een kort geding waarop een uitspraak in hoger beroep <strong>van</strong> <strong>het</strong> Haagse hof<br />

volgt. 79 Hierbij is een beroep gedaan op <strong>de</strong> artikelen 7 lid 1, 9 en 18 IVRK. De rechtbank<br />

komt in <strong>de</strong>ze zaak niet toe aan <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaak, waaron<strong>de</strong>r<br />

<strong>het</strong> beroep op <strong>het</strong> IVRK. In hoger beroep faalt <strong>het</strong> beroep. Deze zaak is uitgebreid<br />

beschreven on<strong>de</strong>r artikel 7 IVRK.<br />

Ook in <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> uitspraak wordt geen schending <strong>van</strong> <strong>de</strong> ingeroepen <strong>verdrag</strong>s- en<br />

wetsbepalingen aangenomen. 80 In <strong>de</strong>ze zaak beriep <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>tineer<strong>de</strong> verdachte zich op<br />

verschillen<strong>de</strong> bepalingen, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> artikelen 3, 8 en 9 IVRK. Deze zaak is uitgebreid<br />

beschreven on<strong>de</strong>r artikel 8 IVRK.<br />

Tot slot een uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> beroepscommissie <strong>van</strong> <strong>de</strong> RSJ <strong>van</strong> 9 april 2010. 81<br />

In <strong>de</strong>ze zaak wordt geheel voorbijgegaan aan <strong>het</strong> beroep dat klager doet op artikel 9<br />

IVRK en artikel 8 EVRM. Klager zit ge<strong>de</strong>tineerd wegens <strong>het</strong> overtre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Opiumwet.<br />

Tij<strong>de</strong>ns zijn <strong>de</strong>tentieperio<strong>de</strong> is zijn dochter geboren. Klager verzoekt inci<strong>de</strong>nteel<br />

verlof voor een bezoek aan zijn dochter en <strong>de</strong> mogelijkheid haar te erkennen bij <strong>de</strong><br />

burgerlijke stand. Dit verzoek is afgewezen, omdat <strong>de</strong> klager niet kan aantonen dat <strong>de</strong><br />

moe<strong>de</strong>r <strong>van</strong> zijn dochter zijn levenspartner is. Klager heeft in zijn beroepschrift gesteld<br />

dat <strong>het</strong> onre<strong>de</strong>lijk is om op <strong>de</strong>ze grond zijn verzoek af te wijzen. Hij stelt dat <strong>het</strong> hier<br />

<strong>de</strong> relatie tussen va<strong>de</strong>r en kind betreft, <strong>het</strong>geen losstaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs.<br />

Klager doet een beroep op artikel 8 EVRM met <strong>de</strong> motivering dat <strong>het</strong> in strijd is met<br />

<strong>het</strong> recht op zijn ‘family life’ indien hem wordt onthou<strong>de</strong>n zijn dochter te kunnen zien<br />

en haar te kunnen erkennen. Tevens doet klager een beroep op artikel 9 IVRK aangezien<br />

<strong>het</strong> in <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind is door haar va<strong>de</strong>r te wor<strong>de</strong>n erkend.<br />

De beroepscommissie <strong>van</strong> <strong>de</strong> RSJ gaat op <strong>de</strong>ze internationale bepalingen niet in,<br />

en bevestigt <strong>de</strong> afwijzing <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister. Op grond <strong>van</strong> artikel 26 <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘Regeling<br />

tij<strong>de</strong>lijk verlaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> inrichting inci<strong>de</strong>nteel verlof’ kan verlof wor<strong>de</strong>n verleend voor<br />

een kraambezoek aan <strong>de</strong> levenspartner en <strong>het</strong> pasgeboren kind. Artikel 1 on<strong>de</strong>r i <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze regeling bepaalt dat on<strong>de</strong>r levenspartner <strong>de</strong> echtgenoot <strong>van</strong> <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>tineer<strong>de</strong> of <strong>de</strong><br />

persoon met wie <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>tineer<strong>de</strong> een duurzaam same<strong>nl</strong>evingsverband daterend <strong>van</strong><br />

vóór <strong>de</strong> aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong>tentie on<strong>de</strong>rhoudt wordt verstaan. Aangezien klager niet kan<br />

aantonen dat <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r <strong>van</strong> zijn dochter zijn levenspartner is, wordt zijn beroep ongegrond<br />

verklaard.<br />

Artikel 12 (Recht op participatie en om gehoord te wor<strong>de</strong>n)<br />

1. De Staten die partij zijn, verzekeren <strong>het</strong> kind dat in staat is zijn of haar eigen mening te<br />

vormen, <strong>het</strong> recht die mening vrijelijk te uiten in alle aangelegenhe<strong>de</strong>n die <strong>het</strong> kind betreffen,<br />

waarbij aan <strong>de</strong> mening <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind passend belang wordt gehecht in overeenstemming met zijn<br />

of haar leeftijd en rijpheid.<br />

79 Rb. ’s-Gravenhage (vzr.) 14 november 2002, LJN AF0505; Hof ’s-Gravenhage 5 juni 2003, LJN<br />

AF9613.<br />

80 Rb. ’s-Gravenhage (vzr.) 1 oktober 2008, LJN BF8833.<br />

81 Beroepscommissie RSJ 9 april 2010, 10/0906/GV.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!