de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
12<br />
DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN DE NEDERLANDSE RECHTSPRAAK<br />
voort uit <strong>het</strong>geen is bepaald in artikel 3. De kin<strong>de</strong>rrechter is dan ook <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el dat artikel<br />
3 <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK naar haar aard, inhoud en strekking rechtstreekse werking toekomt.<br />
Als een gevolg hier<strong>van</strong> dienen nationale bepalingen die met <strong>de</strong>ze bepaling in strijd zijn<br />
buiten <strong>toepassing</strong> gelaten te wor<strong>de</strong>n, zo blijkt uit artikel 94 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Grondwet. In <strong>het</strong><br />
on<strong>de</strong>rhavige geval is er echter geen bepaling die <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter <strong>de</strong> bevoegdheid geeft<br />
of onthoudt een beslissing te geven op <strong>het</strong>geen is verzocht. 19<br />
Veel vaker is <strong>de</strong> rechtstreekse werking <strong>van</strong> artikel 3 IVRK uit <strong>de</strong> uitspraak af te lei<strong>de</strong>n.<br />
Het artikel wordt in <strong>de</strong>ze zaken rechtstreeks toegepast wanneer een nationale bepaling<br />
op grond <strong>van</strong> artikel 3 IVRK buiten <strong>toepassing</strong> wordt gelaten of wanneer er sprake<br />
is <strong>van</strong> strijdigheid met <strong>de</strong>ze <strong>verdrag</strong>sbepaling. Opvallend is dat <strong>de</strong>ze uitspraken met<br />
name <strong>het</strong> kin<strong>de</strong>rbeschermingsrecht betreffen.<br />
In ruim tien zaken stelt <strong>de</strong> rechter op basis <strong>van</strong> artikel 3 IVRK een nationale bepaling<br />
terzij<strong>de</strong>. 20 Zo heeft <strong>de</strong> rechtbank Utrecht in twee adoptiezaken, waarin <strong>de</strong> beginseltoestemming<br />
in <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet opneming buite<strong>nl</strong>andse kin<strong>de</strong>ren ter adoptie (hierna:<br />
Wobka) ontbrak, overwogen of <strong>het</strong> nationale recht terzij<strong>de</strong> gesteld dient te wor<strong>de</strong>n op<br />
grond <strong>van</strong> artikel 3 IVRK. 21 Ondanks <strong>het</strong> ontbreken <strong>van</strong> voornoem<strong>de</strong> beginseltoestemming<br />
kunnen <strong>de</strong> adoptanten via <strong>de</strong> procedure <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenwet <strong>het</strong> verblijf<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige in Ne<strong>de</strong>rland doen legaliseren. 22 Dit on<strong>de</strong>rwerp bevindt zich op<br />
<strong>het</strong> snijvlak <strong>van</strong> <strong>het</strong> personen-, familie- en civiele jeugdrecht en <strong>het</strong> vreem<strong>de</strong>lingenrecht.<br />
Kin<strong>de</strong>rrechters zijn zich hier<strong>van</strong> bewust:<br />
Als <strong>het</strong> verzoek tot adoptie dat in <strong>de</strong>ze procedure aanhangig is gemaakt, zou wor<strong>de</strong>n<br />
toegewezen, zou dat betekenen dat een uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>lingenrechter met betrekking<br />
tot <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerp teniet zou wor<strong>de</strong>n gedaan.<br />
Op <strong>het</strong> eerste gezicht lijkt dit onwenselijk. 23<br />
Het bovenstaan<strong>de</strong> neemt niet weg dat een kin<strong>de</strong>rrechter bereid kan zijn om adoptie<br />
uit te spreken, ook al is aan <strong>het</strong> vereiste <strong>van</strong> <strong>de</strong> beginseltoestemming niet voldaan.<br />
In <strong>de</strong> eerste uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank Utrecht hebben <strong>de</strong> adoptanten een verblijfsvergunning<br />
voor <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige verzocht, maar is dit verzoek in alle instanties afgewezen.<br />
24 De Utrechtse kin<strong>de</strong>rrechter stelt vast dat <strong>het</strong> uitspreken <strong>van</strong> <strong>de</strong> adoptie<br />
ertoe kan lei<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>lingenrechter gepasseerd wordt.<br />
Dit laatste brengt met zich mee dat via <strong>de</strong> weg <strong>van</strong> adoptie <strong>het</strong> vreem<strong>de</strong>lingenbeleid<br />
on<strong>de</strong>rgraven wordt, aldus <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter. De kin<strong>de</strong>rrechter overweegt voorts dat<br />
19 Rb. Utrecht 27 september 2010, LJN BP5703.<br />
20 Rb. Utrecht 24 juli 2002, LJN AN9168; Rb. Utrecht 5 november 2003, LJN AN9156; Rb. Assen 9 juni<br />
2004, RFR 2004/19; Rb. Maastricht 5 augustus 2005, LJN AU1654; Rb. Amsterdam 28 januari 2008,<br />
LJN BD1954; Rb. Amsterdam 28 januari 2008, LJN BD4545; Rb. Amsterdam 28 januari 2008, LJN<br />
BD4576; Rb. Maastricht 21 februari 2008, LJN BC6106; Rb. ’s-Gravenhage 29 februari 2008, LJN<br />
BC6277; Rb. Zutphen (vzr.) 7 maart 2008, LJN BC6654; Rb. Roermond 16 april 2008, LJN BC9696;<br />
Rb. Roermond 26 november 2009, LJN BK5011; Rb. Roermond 2 <strong>de</strong>cember 2009, LJN BK5155; Rb.<br />
Mid<strong>de</strong>lburg 10 november 2010, LJN BP5097.<br />
21 Rb. Utrecht 24 juli 2002, LJN AN9168; Rb. Utrecht 5 november 2003, LJN AN9156.<br />
22 Rb. Utrecht 5 november 2003, LJN AN9156.<br />
23 Rb. Utrecht 24 juli 2002, LJN AN9168. Vgl. Rb. Utrecht 5 november 2003, LJN AN9156.<br />
24 Rb. Utrecht 24 juli 2002, LJN AN9168.