de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
230<br />
DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN DE NEDERLANDSE RECHTSPRAAK<br />
<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling over <strong>de</strong> rechtstreekse werking <strong>van</strong> artikel 3 IVRK. 33 In <strong>de</strong> eerste<br />
uitspraak oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling dat <strong>het</strong> gehele artikel geen rechtstreekse werking<br />
heeft. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> uitspraak kiest <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling voor een meer genuanceer<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>ring<br />
en oor<strong>de</strong>elt zij dat artikel 3 lid 1 – wat betreft <strong>het</strong> gewicht dat aan <strong>het</strong> belang <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> kind moet wor<strong>de</strong>n toegekend – geen norm bevat die vatbaar is voor rechtstreekse<br />
<strong>toepassing</strong> door <strong>de</strong> rechter. De Af<strong>de</strong>ling benadrukt in <strong>de</strong>ze uitspraak dat <strong>het</strong> belang <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> kind niet ‘<strong>de</strong>’ maar ‘een’ eerste overweging is. Het bestuursorgaan heeft volgens<br />
<strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling dus ruimte voor <strong>het</strong> laten prevaleren <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re belangen. Ten aanzien <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> artikelen 28 en 31 IVRK heeft <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling geoor<strong>de</strong>eld dat <strong>de</strong>ze geen rechtstreekse<br />
werking hebben. Artikel 28 IVRK behelst volgens <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling geen ‘een ie<strong>de</strong>r verbin<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />
bepaling’. Voor dit standpunt geeft <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling geen na<strong>de</strong>re motivering. Artikel<br />
31 IVRK bevat volgens <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling ‘gelet op <strong>de</strong> formulering’ geen norm die door <strong>de</strong><br />
rechter rechtstreeks als toetsingsmaatstaf voor besluiten toepasbaar is. Het artikel is<br />
volgens <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling niet voldoen<strong>de</strong> concreet voor rechtstreekse <strong>toepassing</strong> en behoeft<br />
<strong>de</strong>rhalve uitwerking in nationale wet- en regelgeving.<br />
In lagere rechtspraak oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>de</strong> rechtbank Amsterdam over <strong>de</strong> rechtstreekse werking<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> artikelen 3 en 4 IVRK. 34 Artikel 3 IVRK bevat volgens <strong>de</strong> rechtbank ‘gelet<br />
op <strong>de</strong> formulering’ geen norm die vatbaar is voor rechtstreekse <strong>toepassing</strong> door <strong>de</strong><br />
rechter. Artikel 4 heeft volgens <strong>de</strong> rechtbank ook geen rechtstreekse werking. Daarbij<br />
nam <strong>de</strong> rechtbank niet alleen <strong>de</strong> bewoordingen, maar ook <strong>de</strong> aard en <strong>de</strong> strekking <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> artikel in aanmerking. Opmerkelijk is <strong>het</strong> standpunt <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank Leeuwar<strong>de</strong>n<br />
dat <strong>het</strong> IVRK op grond <strong>van</strong> vaste jurispru<strong>de</strong>ntie geen rechtstreekse werking heeft. 35 De<br />
rechtbank beziet <strong>het</strong> vraagstuk <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtstreekse werking niet per <strong>verdrag</strong>sbepaling<br />
of on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el daar<strong>van</strong>, maar onthoudt rechtstreekse werking aan <strong>het</strong> gehele Verdrag.<br />
Zowel <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling als <strong>de</strong> lagere rechter laten soms expliciet in <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n of een<br />
bepaling al dan niet rechtstreekse werking heeft. In <strong>de</strong>ze gevallen geeft <strong>de</strong> rechter bewust<br />
geen oor<strong>de</strong>el over <strong>de</strong> rechtstreekse werking. Dit doet <strong>de</strong> rechter meestal wanneer<br />
hij heeft geconstateerd dat <strong>het</strong> beroep op <strong>de</strong> bepaling sowieso niet kan slagen. De vraag<br />
of <strong>de</strong> bepaling rechtstreekse werking heeft, is volgens <strong>de</strong> rechter in dit geval niet rele<strong>van</strong>t<br />
voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaak: ook al heeft <strong>de</strong> bepaling rechtstreekse werking,<br />
dan nog zou een beroep op <strong>de</strong> bepaling niet slagen. Deze gedachtegang is begrijpelijk,<br />
maar komt niet in alle gevallen ten goe<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> rechtszekerheid. Zo heeft <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling<br />
<strong>de</strong> rechtstreekse werking <strong>van</strong> <strong>het</strong> recht op privacy in artikel 16 IVRK in <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n<br />
gelaten, terwijl dit recht ook gewaarborgd is in <strong>het</strong> rechtstreeks werken<strong>de</strong> artikel 8<br />
EVRM. 36 Had <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling hier niet evengoed kunnen kiezen voor een bevestiging <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> rechtstreekse werking?<br />
De doorwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK heeft in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte bestuurszaken nauwelijks<br />
plaats gevon<strong>de</strong>n via <strong>de</strong> rechtstreekse <strong>toepassing</strong>. Wel heeft <strong>het</strong> IVRK een belangrijke<br />
33 ABRvS 25 mei 2011, LJN BQ5897; ABRvS 13 juli 2011, LJN BR1478. N.B. Sinds 7 februari 2012<br />
lijkt <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling zich min<strong>de</strong>r terughou<strong>de</strong>nd op te stellen ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtstreekse werking <strong>van</strong><br />
artikel 3 IVRK. Volgens <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling heeft artikel 3 IVRK rechtstreekse werking in zoverre <strong>het</strong> ertoe<br />
strekt dat bij alle maatregelen betreffen<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> belangen <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> kind dienen te<br />
wor<strong>de</strong>n betrokken. Zie hiervoor: ABRvS 7 februari 2012, 201103064/1/V2; ABRvS 20 februari 2012,<br />
201105996/1/V1; ABRvS 15 augustus 2012, 201109886/1/A2; ABRvS 23 augustus 2012, 201100449/1.<br />
34 Rb. Amsterdam 3 september 2010, LJN BO3284.<br />
35 Rb. Leeuwar<strong>de</strong>n 28 januari 2008, LJN BC2876.<br />
36 ABRvS 22 juni 2011, LJN BQ8830.