02.09.2013 Views

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN OVERIGE BESTUURSZAKEN 215<br />

ter zitting bij <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling heeft verklaard, <strong>de</strong> belangen <strong>van</strong> een min<strong>de</strong>rjarige aanvrager<br />

<strong>van</strong> een VOG eveneens bij <strong>de</strong> totstandkoming <strong>van</strong> <strong>de</strong> Circulaire zijn betrokken, maar dat<br />

hieraan geen doorslaggeven<strong>de</strong> betekenis hoeft te wor<strong>de</strong>n toegekend.<br />

In 2011 heeft <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling zich tweemaal expliciet uitgesproken over <strong>de</strong> rechtstreekse<br />

werking <strong>van</strong> artikel 3 IVRK. 4 Zo overweegt <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling op 25 mei 2011 dat artikel<br />

3 IVRK, gelet op <strong>de</strong> formulering, geen norm bevat die vatbaar is voor rechtstreekse<br />

<strong>toepassing</strong> door <strong>de</strong> rechter. De Af<strong>de</strong>ling geeft als re<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> norm niet voldoen<strong>de</strong><br />

concreet is voor zodanige <strong>toepassing</strong> en <strong>de</strong>rhalve na<strong>de</strong>re uitwerking behoeft in nationale<br />

wet- en regelgeving. 5<br />

Een aantal maan<strong>de</strong>n later, op 13 juli 2011, nuanceert <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling haar standpunt<br />

met betrekking tot artikel 3 lid 1 IVRK. In <strong>de</strong>ze uitspraak benadrukt <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling dat<br />

<strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind niet ‘<strong>de</strong>’ eerste overweging is, maar ‘een’ eerste overweging is.<br />

Deze wijze <strong>van</strong> interpretatie geeft volgens <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling ruimte voor <strong>het</strong> laten prevaleren<br />

<strong>van</strong> an<strong>de</strong>re belangen. Het beroep op artikel 3 lid 1 IVRK kan volgens <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling niet<br />

slagen, omdat <strong>de</strong> bepaling ‘wat betreft <strong>het</strong> gewicht dat aan <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind<br />

moet wor<strong>de</strong>n toegekend’ geen rechtstreekse werking heeft:<br />

Zoals <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling voorts eer<strong>de</strong>r heeft overwogen (bijvoorbeeld in <strong>de</strong> uitspraak <strong>van</strong> 15<br />

februari 2007 in zaak nr. 200604499/1, AB 2007,118) verstaat <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n<br />

“<strong>de</strong> eerste overweging” in artikel 3, eerste lid, <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK, me<strong>de</strong> in aanmerking genomen<br />

<strong>de</strong> bewoordingen in <strong>de</strong> authentieke Engelse versie -”a primary consi<strong>de</strong>ration”- zo<br />

dat <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind een eerste overweging is, maar ruimte geeft voor <strong>het</strong> zwaar<strong>de</strong>r<br />

laten wegen <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re belangen. Wat betreft <strong>het</strong> gewicht dat aan <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

kind moet wor<strong>de</strong>n toegekend bevat <strong>de</strong>ze <strong>verdrag</strong>sbepaling, gelet op haar formulering,<br />

geen norm die vatbaar is voor rechtstreekse <strong>toepassing</strong> door <strong>de</strong> rechter, aangezien zij<br />

daarvoor niet voldoen<strong>de</strong> concreet is en <strong>de</strong>rhalve na<strong>de</strong>re uitwerking in nationale wet- en<br />

regelgeving behoeft. Het beroep <strong>van</strong> [appellant] op <strong>de</strong>ze bepaling faalt reeds daarom.<br />

Verdragsconforme uitleg en <strong>toepassing</strong><br />

Uit twee uitspraken valt af te lei<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> rechter streeft naar een uitleg die in <strong>het</strong> licht<br />

<strong>van</strong> artikel 3 IVRK ver<strong>de</strong>digbaar is. 6 Zo heeft <strong>de</strong> rechtbank Den Haag artikel 3 betrokken<br />

bij <strong>de</strong> toetsing <strong>van</strong> <strong>het</strong> besluit aan <strong>de</strong> algemene beginselen <strong>van</strong> behoorlijk bestuur. 7<br />

In <strong>de</strong>ze zaak kan eiseres zich niet verenigen met <strong>het</strong> besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Justitie<br />

om haar geen VOG te verlenen. Eiseres voert on<strong>de</strong>r meer aan dat bij <strong>het</strong> nemen <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> besluit onvoldoen<strong>de</strong> rekening is gehou<strong>de</strong>n met <strong>het</strong> IVRK en onvoldoen<strong>de</strong> rekening<br />

is gehou<strong>de</strong>n met haar jeugdige leeftijd ten tij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> plegen <strong>van</strong> <strong>de</strong> strafbare feiten.<br />

Eiseres verwijst in <strong>het</strong> bijzon<strong>de</strong>r naar <strong>de</strong> artikelen 3 lid 1, 4, 16 en 40 lid 1 IVRK. De<br />

rechter is <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el dat <strong>het</strong> besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Justitie om eiseres geen VOG<br />

te verlenen haar onevenredig treft in haar belang om een functie in <strong>de</strong> zorg te kunnen<br />

blijven uitoefenen, en is daarbij <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el dat bij <strong>het</strong> bepalen <strong>van</strong> ‘<strong>de</strong> rele<strong>van</strong>tie<br />

4 ABRvS 25 mei 2011, LJN BQ5897; ABRvS 13 juli 2011, LJN BR1478.<br />

5 Zie voor een vergelijkbare overweging ten aanzien artikel 3 lid 2 IVRK: Rb. Amsterdam 3 september<br />

2010, LJN BO3284.<br />

6 Rb. Almelo (vzr.) 24 april 2008, LJN BD0651; Rb.’s-Gravenhage 15 september 2010, LJN BN8404.<br />

7 Rb.’s-Gravenhage 15 september 2010, LJN BN8404.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!