de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
214<br />
DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN DE NEDERLANDSE RECHTSPRAAK<br />
3. De Staten die partij zijn, waarborgen dat <strong>de</strong> instellingen, diensten en voorzieningen die verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />
zijn voor <strong>de</strong> zorg voor of <strong>de</strong> bescherming <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>ren voldoen aan <strong>de</strong> door <strong>de</strong><br />
bevoeg<strong>de</strong> autoriteiten vastgestel<strong>de</strong> normen, met name ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> veiligheid, <strong>de</strong> gezondheid,<br />
<strong>het</strong> aantal personeelsle<strong>de</strong>n en hun geschiktheid, alsme<strong>de</strong> bevoegd toezicht.<br />
Artikel 3 IVRK is in vergelijking met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re artikelen <strong>het</strong> meest ingeroepen. De<br />
Af<strong>de</strong>ling is een aantal keren geconfronteerd met <strong>de</strong> vraag of artikel 3 rechtstreekse<br />
werking heeft. In <strong>de</strong> meeste gevallen heeft <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling <strong>de</strong>ze vraag in <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n gelaten<br />
en <strong>het</strong> beroep op artikel 3 IVRK verworpen. In 2011 geeft <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling in twee<br />
uitspraken antwoord op <strong>de</strong> vraag of artikel 3 IVRK rechtstreekse werking heeft. Eerst<br />
oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling dat <strong>het</strong> gehele artikel geen rechtstreekse werking heeft, later<br />
koos <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling voor een meer genuanceer<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>ring. In lagere rechtspraak zagen<br />
twee rechtbanken in een beroep op artikel 3 IVRK aa<strong>nl</strong>eiding voor een <strong>verdrag</strong>sconforme<br />
interpretatie.<br />
Rechtstreekse werking<br />
De Af<strong>de</strong>ling heeft <strong>de</strong> vraag of artikel 3 IVRK rechtstreekse werking heeft een aantal<br />
keren in <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n gelaten. 2 In <strong>de</strong>ze uitspraken verwerpt <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling <strong>het</strong> beroep op<br />
artikel 3. Een uitspraak <strong>van</strong> 24 juni 2009 over een niet verleen<strong>de</strong> Verklaring omtrent<br />
<strong>het</strong> Gedrag (hierna: VOG) zal hier na<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n toegelicht. 3 In <strong>de</strong>ze zaak betoogt appellante<br />
dat <strong>het</strong> besluit om haar geen VOG te verlenen in strijd is met <strong>het</strong> IVRK. Ter<br />
on<strong>de</strong>rbouwing <strong>van</strong> dit betoog heeft appellante <strong>het</strong> standpunt <strong>van</strong> Defence for Children<br />
International Ne<strong>de</strong>rland over <strong>de</strong>ze zaak overgelegd. In dit standpunt komt naar voren<br />
dat <strong>het</strong> beleid inzake <strong>het</strong> beoor<strong>de</strong>len <strong>van</strong> een VOG-aanvraag in strijd is met <strong>de</strong> artikelen<br />
3, 16 en 40 lid 2 IVRK. Volgens appellante hebben <strong>de</strong>ze artikelen rechtstreekse<br />
werking. De Af<strong>de</strong>ling verwerpt <strong>het</strong> beroep en laat ten aanzien <strong>van</strong> artikel 3 <strong>de</strong> rechtstreekse<br />
werking in <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n. Volgens <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling zijn <strong>de</strong> gehanteer<strong>de</strong> beleidsregels<br />
niet in strijd, maar juist in overeenstemming met artikel 3 IVRK:<br />
Evenmin acht <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Minister gehanteer<strong>de</strong> in <strong>de</strong> Circulaire neergeleg<strong>de</strong><br />
beleidsregels in strijd met artikel 3 <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK. Nog daargelaten of dit artikel al dan<br />
niet rechtstreeks <strong>van</strong> <strong>toepassing</strong> is, volgt hieruit immers dat <strong>de</strong> Staat zich ertoe verbindt<br />
maatregelen te nemen die <strong>het</strong> kind verzekeren <strong>van</strong> <strong>de</strong> bescherming en zorg die nodig zijn<br />
voor zijn of haar welzijn en dat <strong>de</strong> Staat erop toe moet zien dat <strong>de</strong> instellingen die hiervoor<br />
verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn, voldoen aan <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> normen, met name ten aanzien <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> veiligheid en <strong>de</strong> geschiktheid <strong>van</strong> personeelsle<strong>de</strong>n. De regelgeving omtrent <strong>de</strong> afgifte<br />
<strong>van</strong> een VOG – in <strong>het</strong> bijzon<strong>de</strong>r <strong>het</strong> on<strong>de</strong>r 2.1.1. genoem<strong>de</strong> risicogebied ‘08. Personen’,<br />
dat op <strong>de</strong> door [appellante] ingedien<strong>de</strong> aanvraag <strong>van</strong> <strong>toepassing</strong> is – is, an<strong>de</strong>rs dan [appellante]<br />
betoogt, <strong>de</strong>rhalve niet strijdig met artikel 3 <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK, maar hiermee juist<br />
in overeenstemming. Daarbij neemt <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling in aanmerking dat, zoals <strong>de</strong> Minister<br />
2 ABRvS 21 september 2005, LJN AU2991; ABRvS 28 maart 2007, LJN BA1659; ABRvS 24 juni 2009,<br />
LJN BI9706. Ook in lagere rechtspraak is <strong>de</strong> vraag of artikel 3 IVRK rechtstreekse werking heeft in <strong>het</strong><br />
mid<strong>de</strong>n gelaten: Rb. Zutphen (vzr.) 5 november 2010, LJN BO3074; Rb. Roermond 5 augustus 2011,<br />
LJN BR4583.<br />
3 ABRvS 24 juni 2009, LJN BI9706.