02.09.2013 Views

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

210<br />

DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN DE NEDERLANDSE RECHTSPRAAK<br />

artikelen bevatten naar <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling geen norm die door <strong>de</strong> rechter<br />

rechtstreeks als toetsingsmaatstaf voor besluiten toepasbaar is, omdat <strong>de</strong>ze bepalingen<br />

niet voldoen<strong>de</strong> concreet zijn voor zodanige <strong>toepassing</strong> en daarom na<strong>de</strong>re uitwerking<br />

in nationale wetgeving behoeven. Ten eerste valt hier op dat <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling met betrekking<br />

tot artikel 2 IVRK voor een an<strong>de</strong>re bena<strong>de</strong>ring kiest dan <strong>de</strong> Centrale Raad. De<br />

Af<strong>de</strong>ling heeft namelijk aan <strong>het</strong> gehele artikel rechtstreekse werking ontzegd, terwijl<br />

<strong>de</strong> Centrale Raad aan <strong>het</strong> eerste lid rechtstreekse werking heeft toegekend. Ten twee<strong>de</strong><br />

valt op dat <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling zich in <strong>de</strong>ze uitspraak expliciet heeft uitgelaten over <strong>de</strong> rechtstreekse<br />

werking <strong>van</strong> artikel 26 IVRK, namelijk in die zin dat <strong>het</strong> artikel geen rechtstreekse<br />

werking heeft. De Centrale Raad heeft zich daar niet over uitgesproken.<br />

De lagere rechtspraak volgt over <strong>het</strong> algemeen <strong>de</strong> lijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> Centrale Raad. Zo<br />

wordt in lagere rechtspraak ook alleen aan artikel 2 lid 1 IVRK rechtstreekse werking<br />

verleend. Ver<strong>de</strong>r heeft <strong>de</strong> lagere rechter geoor<strong>de</strong>eld dat <strong>de</strong> artikelen 3, 24 en 27 IVRK<br />

geen rechtstreekse werking hebben. Bij artikel 27 dient echter te wor<strong>de</strong>n opgemerkt<br />

dat aan <strong>het</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid – in twee uitzon<strong>de</strong>ringsgevallen – wel rechtstreekse werking is<br />

verleend. 124<br />

De jurispru<strong>de</strong>ntie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Centrale Raad laat goed zien dat bepalingen, los <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

vraag of <strong>de</strong>ze rechtstreekse werking hebben, toch <strong>van</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> kunnen<br />

zijn voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaak. Zo heeft <strong>de</strong> Centrale Raad bij herhaling artikel 3<br />

lid 1 IVRK, artikel 3 lid 2 IVRK en artikel 27 lid 3 IVRK gebruikt voor <strong>de</strong> uitleg <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> begrip ‘zeer dringen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen’ in artikel 16 lid 1Wwb, wat in een aantal gevallen<br />

heeft geleid tot bijstandverlening aan min<strong>de</strong>rjarigen. Het is inmid<strong>de</strong>ls vaste rechtspraak<br />

dat <strong>het</strong> begrip ‘dringen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen’ in artikel 16 lid 1 Wwb conform <strong>de</strong> artikelen<br />

3 en 27 IVRK dient te wor<strong>de</strong>n uitgelegd. Lagere rechtspraak volgt <strong>de</strong>ze lijn en heeft <strong>de</strong><br />

neiging om <strong>het</strong> begrip ‘zeer dringen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen’ in an<strong>de</strong>re bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wwb ook<br />

<strong>verdrag</strong>sconform uit te leggen.<br />

Aan<strong>van</strong>kelijk werd alleen bijstand verleend aan min<strong>de</strong>rjarigen met <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

nationaliteit. Later kon<strong>de</strong>n ook min<strong>de</strong>rjarige vreem<strong>de</strong>lingen die rechtmatig in Ne<strong>de</strong>rland<br />

verblijven, doch niet zijn toegelaten, aanspraak maken op bijstand. Dit heeft <strong>de</strong><br />

Centrale Raad in zijn uitspraak <strong>van</strong> 24 januari 2006 mogelijk gemaakt door <strong>de</strong> <strong>toepassing</strong><br />

<strong>van</strong> artikel 16 lid 2 Wwb (<strong>het</strong> koppelingsbeginsel) wegens strijd met artikel 2 lid 1<br />

IVRK buiten <strong>toepassing</strong> te laten. Hier toetst <strong>de</strong> Centrale Raad rechtstreeks aan artikel 2<br />

lid 1 IVRK. Daarbij besteedt <strong>de</strong> Centrale Raad uitgebreid aandacht aan artikel 2 lid 2,<br />

artikel 3 en artikel 27 IVRK en <strong>het</strong> aan <strong>het</strong> IVRK ten grondslag liggen<strong>de</strong> beginsel <strong>van</strong><br />

bijzon<strong>de</strong>re beschermwaardigheid <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>ren.<br />

In <strong>de</strong> uitspraak <strong>van</strong> 24 januari 2006 maakt <strong>de</strong> Centrale Raad een dui<strong>de</strong>lijk on<strong>de</strong>rscheid<br />

tussen min<strong>de</strong>rjarige vreem<strong>de</strong>lingen die rechtmatig in Ne<strong>de</strong>rland verblijven<br />

doch niet zijn toegelaten, en min<strong>de</strong>rjarige vreem<strong>de</strong>lingen die onrechtmatig in Ne<strong>de</strong>rland<br />

verblijven. Op laatstgenoem<strong>de</strong> groep acht <strong>de</strong> Centrale Raad <strong>de</strong> <strong>toepassing</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

124 Zie ook: HR 12 februari 2010, LJN BI9729 (concl. A-G C.W.M. <strong>van</strong> Ballegooijen, sub 8.4). Advocaat-<br />

Generaal <strong>van</strong> Ballegooijen stelt in zijn conclusie dat artikel 27 lid 3 IVRK geen rechtstreekse werking<br />

heeft. Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid behelst volgens Van Ballegooijen ‘slechts’ <strong>de</strong> erkenning <strong>van</strong> <strong>het</strong> recht <strong>van</strong> ie<strong>de</strong>r<br />

kind op een toereiken<strong>de</strong> levenstandaard door <strong>de</strong> Staten, die daarin moeten voorzien. De bepaling heeft<br />

daarmee volgens hem geen verbin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kracht als bedoeld in <strong>de</strong> artikelen 93 en 94 Grondwet. De Hoge<br />

Raad heeft niet over <strong>de</strong> rechtstreekse werking geoor<strong>de</strong>eld. Uit <strong>de</strong> uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> Hoge Raad kan<br />

slechts wor<strong>de</strong>n afgeleid dat <strong>het</strong> beroep op <strong>het</strong> IVRK faalt.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!