02.09.2013 Views

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

208<br />

DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN DE NEDERLANDSE RECHTSPRAAK<br />

ren<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitspraken blijkt dat <strong>het</strong> beroep op <strong>het</strong> IVRK faalt. 114 Opvallend zijn <strong>de</strong><br />

uitspraken waarin <strong>de</strong> Centrale Raad heeft overwogen dat <strong>het</strong> beroep op <strong>het</strong> IVRK niet<br />

na<strong>de</strong>r is on<strong>de</strong>rbouwd en <strong>de</strong>rhalve niet kan slagen. 115 Het is volgens <strong>de</strong> Centrale Raad<br />

dus <strong>van</strong> belang dat <strong>het</strong> beroep op <strong>het</strong> IVRK voldoen<strong>de</strong> wordt on<strong>de</strong>rbouwd.<br />

In twee an<strong>de</strong>re uitspraken houdt <strong>de</strong> Centrale Raad bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaak<br />

rekening met <strong>de</strong> verplichtingen die (voor <strong>de</strong> Staat) uit <strong>het</strong> IVRK voortvloeien. 116 In bei<strong>de</strong><br />

uitspraken betrekt <strong>de</strong> Centrale Raad <strong>het</strong> IVRK bij <strong>de</strong> toetsing aan <strong>het</strong> motiveringsbeginsel,<br />

neergelegd in artikel 7:12 Awb. Zo conclu<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> Centrale Raad in één <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze uitspraken dat <strong>de</strong> gemeente niet <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>lijk heeft gemotiveerd waarom <strong>het</strong> recht<br />

op bijstand <strong>van</strong> <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarigen niet kan wor<strong>de</strong>n vastgesteld. 117 Volgens <strong>de</strong> Centrale<br />

Raad is <strong>het</strong> enkele feit dat <strong>het</strong> feitelijke woonadres <strong>van</strong> <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarigen niet bekend<br />

is, in dit specifi eke geval onvoldoen<strong>de</strong> grond om <strong>het</strong> recht op bijstand niet te kunnen<br />

vaststellen. In zijn overwegingen verwijst <strong>de</strong> Centrale Raad naar eer<strong>de</strong>re jurispru<strong>de</strong>ntie<br />

waarin is bepaald dat <strong>de</strong> <strong>toepassing</strong> <strong>van</strong> artikel 16 lid 2 Wwb op kin<strong>de</strong>ren die rechtmatig<br />

in Ne<strong>de</strong>rland verblijven, maar niet zijn toegelaten, in <strong>het</strong> licht <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK niet<br />

zon<strong>de</strong>r meer een evenredig mid<strong>de</strong>l is om <strong>de</strong> doelstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> koppelingswetgeving<br />

te bereiken. Hoewel <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Staat <strong>de</strong>ze kin<strong>de</strong>ren niet tot zijn grondgebied heeft<br />

toegelaten, heeft hij welbewust aanvaard dat zij geduren<strong>de</strong> een zekere tijd in Ne<strong>de</strong>rland<br />

verblijven, aldus <strong>de</strong> Centrale Raad. 118<br />

In <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re uitspraak overweegt <strong>de</strong> Centrale Raad dat <strong>het</strong> onthou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> geindiceer<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> begeleiding aan <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige appellant – een kind met<br />

een autistische stoornis en een verstan<strong>de</strong>lijke handicap – tot effect heeft dat zijn persoo<strong>nl</strong>ijke<br />

ontwikkeling wordt bedreigd. 119 De weigering <strong>van</strong> <strong>de</strong> geïndiceer<strong>de</strong> zorg geeft<br />

volgens <strong>de</strong> Centrale Raad, me<strong>de</strong> bezien in <strong>het</strong> licht <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK, geen blijk <strong>van</strong> een<br />

‘fair balance’ tussen <strong>de</strong> publieke belangen die betrokken zijn bij weigering <strong>van</strong> die<br />

zorg en <strong>de</strong> particuliere belangen <strong>van</strong> <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige appellant om die zorg te ont<strong>van</strong>gen.<br />

Dit brengt naar <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> Centrale Raad in dit geval met zich mee dat op<br />

<strong>de</strong> zorgverzekeraar een positieve verplichting rust om te voorzien in <strong>de</strong> voor <strong>het</strong> kind<br />

noodzakelijk geachte zorg. De Centrale Raad laat artikel 5 lid 2 AWBZ wegens strijd<br />

114 CRvB 5 oktober 2004, LJN AR3893; CRvB 17 maart 2006, LJN AW0979; Rb. Dordrecht 23 maart<br />

2007, LJN BA5701; Rb. Haarlem (vzr.) 6 mei 2009, LJN BI3326; Rb. Haarlem (vzr.) 18 september<br />

2009, LJN BK0565; CRvB 2 oktober 2009, LJN BJ9306; ABRvS 3 februari 2010, LJN BL1826; Rb.<br />

Haarlem (vzr.) 14 juni 2010, LJN BM9368; Rb. Leeuwar<strong>de</strong>n (vzr.) 5 juli 2010, LJN BN0391; CRvB 2<br />

november 2010, LJN BO2987; Rb. Dordrecht (vzr.) 5 november 2010, LJN BO3564; CRvB 15 februari<br />

2011, LJN BP5577; CRvB 22 februari 2011, LJN BP5565; Rb. ’s-Gravenhage 30 maart 2011, LJN<br />

BQ1540; Rb. Haarlem 23 juni 2011, LJN BR2447; Rb. Haarlem 23 augustus 2011, LJN BT1647.<br />

115 CRvB 5 oktober 2004, LJN AR3893; CRvB 17 maart 2006, LJN AW0979; CRvB 15 februari 2011, LJN<br />

BP5577. Vgl. Rb. Haarlem (vzr.) 18 september 2009, LJN BK0565.<br />

116 CRvB 10 maart 2009, LJN BH8901; CRvB 4 augustus 2011, LJN BR5381.<br />

117 CRvB 10 maart 2009, LJN BH8901.<br />

118 Zie ook <strong>de</strong> uitspraak waarin <strong>de</strong> Centrale Raad heeft overwogen dat aan <strong>de</strong> betrokken kin<strong>de</strong>ren geen<br />

recht op bijstand toekomt, omdat geen sprake is <strong>van</strong> rechtmatig verblijf in Ne<strong>de</strong>rland: CRvB 18 maart<br />

2008, LJN BC7455. De Centrale Raad wijst hier juist op <strong>het</strong> eer<strong>de</strong>r ingenomen standpunt dat <strong>de</strong> <strong>toepassing</strong><br />

<strong>van</strong> artikel 16 lid 2 Wwb op kin<strong>de</strong>ren die onrechtmatig in Ne<strong>de</strong>rland verblijven ook tegen <strong>de</strong><br />

achtergrond <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK in beginsel een evenredig mid<strong>de</strong>l wordt geacht ter verweze<strong>nl</strong>ijking <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

doelstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> koppelingswetgeving.<br />

119 CRvB 4 augustus 2011, LJN BR5381.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!