de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
200<br />
DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN DE NEDERLANDSE RECHTSPRAAK<br />
Daarbij overweegt <strong>de</strong> Centrale Raad dat, voor zover appellant zich tevens heeft willen<br />
beroepen op <strong>het</strong> bepaal<strong>de</strong> in artikel 27 IVRK, aan <strong>de</strong>ze bepaling geen rechtstreekse<br />
werking toekomt. Appellant besluit in cassatie te gaan bij <strong>de</strong> Hoge Raad. 84 Bij <strong>de</strong> Hoge<br />
Raad voert appellant aan dat ‘niet wordt opgekomen voor <strong>de</strong> rechten <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind’.<br />
Advocaat-Generaal Van Ballegooijen is in zijn conclusie voor <strong>het</strong> arrest <strong>van</strong> <strong>de</strong> Hoge<br />
Raad uitgebreid ingegaan op <strong>het</strong> beroep op <strong>het</strong> IVRK. 85 De Advocaat-Generaal conclu<strong>de</strong>ert<br />
dat geen sprake is <strong>van</strong> strijd met <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK en geeft ook zijn<br />
visie op <strong>de</strong> vraag of artikel 27 lid 3 IVRK rechtstreekse werking heeft:<br />
Van strijd met <strong>de</strong> daarin vervatte bepalingen acht ik geen sprake; <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rbijslag is in<br />
mijn ogen geen echte bo<strong>de</strong>mvoorziening zoals <strong>de</strong> bijstand (die ook voorziet in on<strong>de</strong>rsteuning<br />
ten behoeve <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>ren) en draagt, zoals <strong>de</strong> CRvB overwoog, mitsdien een<br />
an<strong>de</strong>r karakter. Nog afgezien <strong>van</strong> <strong>het</strong> antwoord op <strong>de</strong> vraag of artikel 27, lid 3, <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
IVRK al dan niet rechtstreeks werkt, zal een toetsing aan dat artikellid daarop afstuiten.<br />
Artikel 27, lid 3, <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK behelst immers ‘slechts’ <strong>de</strong> erkenning <strong>van</strong> <strong>het</strong> recht<br />
<strong>van</strong> ie<strong>de</strong>r kind op een toereiken<strong>de</strong> levensstandaard door <strong>de</strong> Staten, die daarin moeten<br />
voorzien. Het heeft daarmee geen een ie<strong>de</strong>r verbin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kracht als bedoeld in artikel<br />
93 en 94 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Grondwet. Mijns inziens heeft artikel 27, lid 3, <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK dan ook<br />
geen rechtstreekse werking. De wetgever, <strong>de</strong> ABRvS en <strong>de</strong> CRvB zijn die mening ook<br />
toegedaan (zie 7.7 en 7.8). 86<br />
Ook <strong>de</strong> Hoge Raad is <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el dat <strong>het</strong> beroep op <strong>het</strong> IVRK faalt. Dit valt af te lei<strong>de</strong>n<br />
uit <strong>de</strong> overweging dat ‘<strong>de</strong> overige klachten niet tot cassatie kunnen lei<strong>de</strong>n’. Met <strong>toepassing</strong><br />
<strong>van</strong> artikel 81 Wet RO heeft <strong>de</strong> Hoge Raad een na<strong>de</strong>re motivering achterwege<br />
gelaten. Kennelijk is <strong>de</strong> Hoge Raad <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> klacht met betrekking tot <strong>het</strong><br />
IVRK niet noopt tot beantwoording <strong>van</strong> rechtsvragen in <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtseenheid<br />
of <strong>de</strong> rechtsontwikkeling.<br />
In lagere rechtspraak hebben <strong>de</strong> rechtbanken Amsterdam, Breda en Zwolle-Lelystad<br />
geoor<strong>de</strong>eld dat artikel 27 IVRK geen rechtstreekse werking heeft. 87 Daarnaast<br />
heeft <strong>de</strong> rechtbank Amsterdam zich meer specifi ek uitgesproken over <strong>de</strong> rechtstreekse<br />
werking <strong>van</strong> artikel 27 lid 4 IVRK. 88 Volgens <strong>de</strong> rechtbank bevat <strong>het</strong> vier<strong>de</strong> lid een<br />
instructienorm voor <strong>de</strong> <strong>verdrag</strong>spartijen en is <strong>de</strong>ze <strong>verdrag</strong>sbepaling zon<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>re<br />
uitwerking in nationale wet- en regelgeving niet direct toepasbaar.<br />
Uitzon<strong>de</strong>ring op <strong>de</strong> regel zijn <strong>de</strong> rechtbank Rotterdam en <strong>de</strong> voorzieningenrechter<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank Almelo, die wel rechtstreekse werking toekennen aan artikel<br />
27 lid 3 IVRK. 89 In <strong>de</strong>ze twee uitspraken honoreert <strong>de</strong> rechter <strong>het</strong> beroep op artikel<br />
27 lid 3 IVRK, wat heeft geleid tot (bijzon<strong>de</strong>re) bijstandverlening aan <strong>de</strong> betrokken<br />
min<strong>de</strong>rjarige(n).<br />
84 HR 12 februari 2010, LJN BI9729.<br />
85 HR 12 februari 2010, LJN BI9729 (concl. A-G C.W.M. <strong>van</strong> Ballegooijen, sub 7.1 t/m 7.8, sub 8.4, sub<br />
9).<br />
86 HR 12 februari 2010, LJN BI9729 (concl. A-G C.W.M. <strong>van</strong> Ballegooijen, sub 8.4).<br />
87 Rb. Breda 16 november 2006, 01/808 ANW; Rb. Zwolle-Lelystad 16 april 2009, LJN BI1369; Rb.<br />
Amsterdam 23 april 2009, LJN BJ1021; Rb. Zwolle-Lelystad 21 april 2011, LJN BQ9140.<br />
88 Rb. Amsterdam 30 januari 2009, LJN BH4457.<br />
89 Rb. Almelo (vzr.) 28 november 2005, LJN AU7003; Rb. Rotterdam 19 september 2007, LJN BB5715.