02.09.2013 Views

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN PERSONEN-, FAMILIE- EN CIVIELE JEUGDZAKEN 7<br />

wor<strong>de</strong>n voortzetting <strong>van</strong> beschermen<strong>de</strong> maatregelen, inclusief vrijheidsbeperking nog<br />

gebo<strong>de</strong>n, dan kan dat alleen binnen <strong>de</strong> grenzen die artikel 5 EVRM aan vrijheidsberoving<br />

voor meer<strong>de</strong>rjarigen stelt.<br />

Bovengenoem<strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> EVRM en <strong>het</strong> IVRK, in hun on<strong>de</strong>rlinge samenhang<br />

beschouwd, brengen <strong>de</strong> rechtbank tot <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el dat artikel 29a <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wjz, voor zover<br />

dit artikel ziet op jeugdigen die <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 jaar maar nog niet <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 21<br />

jaar hebben bereikt, in strijd is met artikel 5 EVRM en mitsdien buiten <strong>toepassing</strong> moet<br />

wor<strong>de</strong>n gelaten.<br />

De rechtbank Rotterdam past artikel 1 IVRK in meer on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> zin toe. 5 In <strong>de</strong>ze<br />

uitspraak wordt <strong>de</strong> verwijzing naar <strong>het</strong> IVRK niet na<strong>de</strong>r gespecifi ceerd, maar gezien<br />

<strong>het</strong> argument dat <strong>de</strong> rechtbank aan <strong>het</strong> IVRK ontleent, kan men aannemen dat op artikel<br />

1 IVRK wordt gedoeld. De rechtbank neemt <strong>het</strong> advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State,<br />

met betrekking tot <strong>de</strong> Wijziging <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wjz, en <strong>de</strong> bedoeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> wetgever met <strong>de</strong><br />

opname <strong>van</strong> artikel 29a lid 1 Wjz in overweging en constateert dat jeugdigen in <strong>de</strong><br />

leeftijd <strong>van</strong> 18 tot 21 jaar meer<strong>de</strong>rjarig in <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet blijven. Als een aanvullen<strong>de</strong><br />

re<strong>de</strong>n om <strong>het</strong> verzoek af te wijzen, wordt <strong>het</strong> IVRK door <strong>de</strong> rechtbank bij <strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>ling betrokken:<br />

Het is zelfs <strong>de</strong> vraag of jeugdigen <strong>van</strong> 18 jaar of ou<strong>de</strong>r wel als min<strong>de</strong>rjarigen mogen<br />

wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld. Uit <strong>het</strong> IVRK lijkt immers te volgen dat <strong>de</strong> nationale wetgever een<br />

kind wel vóór <strong>het</strong> bereiken <strong>van</strong> <strong>de</strong> 18-jarige leeftijd als meer<strong>de</strong>rjarig mag beschouwen,<br />

maar niet ook ná <strong>het</strong> bereiken <strong>van</strong> <strong>de</strong> 18-jarige leeftijd nog als min<strong>de</strong>rjarige mag behan<strong>de</strong>len.<br />

In één beschikking conclu<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> rechter dat <strong>de</strong> bespreking <strong>van</strong> <strong>het</strong> beroep op artikel 1<br />

IVRK achterwege kan blijven. 6 Volgens <strong>de</strong> rechtbank Amsterdam is er geen belang bij<br />

<strong>de</strong> bespreking <strong>van</strong> <strong>het</strong> beroep, omdat <strong>de</strong> rechtbank op an<strong>de</strong>re gron<strong>de</strong>n tot <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el<br />

komt dat artikel 29a lid 1 Wjz onverbin<strong>de</strong>nd verklaard dient te wor<strong>de</strong>n.<br />

Ten slotte is artikel 1 IVRK door <strong>het</strong> hof Den Haag een keer toegepast om <strong>het</strong><br />

beroep <strong>van</strong> verzoekster op <strong>de</strong> artikelen 3, 7 en 8 IVRK af te wijzen. 7 In casu wenst<br />

verzoekster <strong>de</strong> erkenning door <strong>de</strong> man te vernietigen, omdat hij niet haar biologische<br />

va<strong>de</strong>r is. Dit mid<strong>de</strong>l kan ingezet wor<strong>de</strong>n binnen drie jaar nadat <strong>het</strong> kind meer<strong>de</strong>rjarig<br />

is gewor<strong>de</strong>n. Verzoekster is echter al meer dan tien jaar meer<strong>de</strong>rjarig. Hierbij neemt<br />

<strong>het</strong> hof <strong>het</strong> bepaal<strong>de</strong> in artikel 1 IVRK in overweging en beslist dat <strong>het</strong> beroep op <strong>het</strong><br />

IVRK verzoekster niet kan baten.<br />

5 Rb. Rotterdam 19 februari 2009, LJN BH5398.<br />

6 Rb. Amsterdam 23 januari 2009, LJN BH0778.<br />

7 Hof ’s-Gravenhage 30 augustus 2006, LJN AY7454. Vgl. Hof ’s-Gravenhage 26 maart 2009, LJN<br />

BH9207. Het hof stelt dat <strong>het</strong> beroep op artikel 3 IVRK faalt, omdat <strong>het</strong> Verdrag niet strekt tot bescherming<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> rechten <strong>van</strong> meer<strong>de</strong>rjarigen. Artikel 1 IVRK wordt in <strong>de</strong>ze beschikking echter niet expliciet<br />

genoemd.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!