02.09.2013 Views

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN SOCIALEZEKERHEIDSZAKEN 189<br />

Rechtstreekse werking<br />

In een uitspraak <strong>van</strong> 9 april 2008 heeft <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling bepaald dat artikel 9 IVRK geen<br />

rechtstreekse werking heeft. 50 Volgens <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling bevat artikel 9 IVRK, gelet op <strong>de</strong><br />

formulering, geen norm die door <strong>de</strong> rechter rechtstreeks als toetsingsmaatstaf voor<br />

besluiten toepasbaar is, omdat <strong>de</strong>ze bepaling niet voldoen<strong>de</strong> concreet is voor een zodanige<br />

<strong>toepassing</strong> en daarom na<strong>de</strong>re uitwerking in nationale wetgeving behoeft.<br />

De Centrale Raad heeft zich daarentegen niet uitgesproken over <strong>de</strong> rechtstreekse<br />

werking <strong>van</strong> dit artikel. In twee uitspraken laat <strong>de</strong> Centrale Raad <strong>de</strong> rechtstreekse werking<br />

<strong>van</strong> artikel 9 uitdrukkelijk in <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n en overweegt <strong>de</strong> Centrale Raad dat<br />

dit artikel geen ver<strong>de</strong>re strekking heeft dan artikel 8 EVRM. 51 Aangezien <strong>de</strong> Centrale<br />

Raad hier constateert dat <strong>het</strong> beroep op artikel 8 EVRM niet kan slagen, behoeft artikel<br />

9 IVRK geen ver<strong>de</strong>re bespreking.<br />

Verdragsconforme uitleg en <strong>toepassing</strong><br />

Uit twee uitspraken volgt dat <strong>de</strong> rechter naar aa<strong>nl</strong>eiding <strong>van</strong> on<strong>de</strong>r meer een beroep<br />

op artikel 9 IVRK <strong>de</strong> zaak me<strong>de</strong> in <strong>het</strong> licht <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK beoor<strong>de</strong>elt. 52 Aangezien <strong>de</strong><br />

rechter hier alleen in algemene termen naar <strong>het</strong> IVRK verwijst – en dus niet specifi ek<br />

naar artikel 9 – is <strong>de</strong> <strong>toepassing</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bepaling niet direct zichtbaar.<br />

Illustratief is een uitspraak <strong>van</strong> 6 april 2010, waarin <strong>de</strong> voorzieningenrechter <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> rechtbank Utrecht, me<strong>de</strong> in <strong>het</strong> licht <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK, bepaalt dat <strong>de</strong> gemeente Utrecht<br />

op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wmo tij<strong>de</strong>lijk op<strong>van</strong>g moet bie<strong>de</strong>n aan een uitgeproce<strong>de</strong>er<strong>de</strong> asielzoekster<br />

en haar dochtertje. 53 De gemeente heeft <strong>de</strong> aanvraag tot op<strong>van</strong>g afgewezen<br />

met als re<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> voorzieningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wmo alleen zijn bedoeld voor personen<br />

die rechtmatig in Ne<strong>de</strong>rland verblijven. Verzoekster beroept zich op <strong>de</strong> beschermen<strong>de</strong><br />

werking <strong>van</strong> <strong>het</strong> Europees Sociaal Handvest (hierna: ESH), in <strong>het</strong> bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> artikelen<br />

17 en 31 ESH, en wijst in dit verband op een uitspraak <strong>van</strong> <strong>het</strong> Europees Comité<br />

voor Sociale Rechten (ECSR) <strong>van</strong> 20 oktober 2009. 54 Zij brengt daarbij naar voren dat<br />

op<strong>van</strong>g <strong>van</strong> moe<strong>de</strong>r en dochter, als voorwaar<strong>de</strong> om enig privéleven te kunnen hebben,<br />

valt on<strong>de</strong>r artikel 8 EVRM, in verbinding met <strong>het</strong> ESH, artikel 12 Vrouwenrechten<strong>verdrag</strong><br />

en <strong>de</strong> artikelen 9 en 24 IVRK. Als bijzon<strong>de</strong>re omstandigheid stelt verzoekster<br />

dat haar dochter astmatisch is en epilepsie heeft en dat <strong>de</strong> gemeente Utrecht daarom <strong>de</strong><br />

op<strong>van</strong>g aan moe<strong>de</strong>r en kind samen moet bie<strong>de</strong>n. De voorzieningenrechter benadrukt<br />

dat <strong>de</strong> afwezigheid <strong>van</strong> volkenrechtelijke binding <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitspraken <strong>van</strong> <strong>het</strong> ECSR<br />

niet betekent dat <strong>de</strong>ze niet <strong>van</strong> betekenis zijn bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>toepassing</strong> <strong>van</strong><br />

nationaal recht, me<strong>de</strong> bezien in <strong>het</strong> licht <strong>van</strong> <strong>internationaal</strong> recht. Volgens <strong>de</strong> voorzie-<br />

50 ABRvS 9 april 2008, LJN BC9087.<br />

51 CRvB 11 juni 2009, LJN BI9325; CRvB 15 april 2010, LJN BM3583. Vgl. Rb. Amsterdam 22 <strong>de</strong>cember<br />

2010, LJN BP7642.<br />

52 Rb. Utrecht (vzr.) 6 april 2010, LJN BM0846; CRvB 20 oktober 2010, LJN BO3581. Laatstgenoem<strong>de</strong><br />

uitspraak is reeds toegelicht bij artikel 6 IVRK on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> kopje ‘Verdragsconforme uitleg en <strong>toepassing</strong>’.<br />

53 Rb. Utrecht (vzr.) 6 april 2010, LJN BM0846. Zie ook <strong>de</strong> uitspraken over ‘tij<strong>de</strong>lijke op<strong>van</strong>g aan uitgeproce<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

asielzoekers en hun kin<strong>de</strong>ren’ waarin <strong>de</strong> voorzieningenrechter, naar aa<strong>nl</strong>eiding <strong>van</strong> een<br />

beroep op artikel 9 IVRK, geen aa<strong>nl</strong>eiding ziet een voorlopige voorziening te treffen, omdat volgens<br />

<strong>de</strong> voorzieningenrechter geen sprake is <strong>van</strong> een spoe<strong>de</strong>isend belang: Rb. Groningen (vzr.) 14 juli 2010,<br />

LJN BN2935; Rb. Zwolle-Lelystad (vzr.) 3 mei 2011, LJN BQ5114.<br />

54 Zie: ESCR 20 oktober 2009, nr. 47/2008, JV 2010, 150 (DCI/The Netherlands).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!