de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
6 DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN DE NEDERLANDSE RECHTSPRAAK<br />
De <strong>de</strong>fi nitiebepaling <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK komt in <strong>de</strong> rechtspraak zevenmaal voor. In zes<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> zeven zaken staat <strong>de</strong> vrijheidsbeneming <strong>van</strong> meer<strong>de</strong>rjarigen in <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong><br />
gesloten jeugdzorg centraal. Op grond <strong>van</strong> artikel 29a lid 1 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet op <strong>de</strong> Jeugdzorg<br />
(hierna: Wjz) kan een meer<strong>de</strong>rjarige, die <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 21 jaren niet heeft bereikt,<br />
gesloten wor<strong>de</strong>n geplaatst. Dit lijkt op gespannen voet te staan met <strong>het</strong> recht op vrijheid<br />
– of an<strong>de</strong>rs gezegd: <strong>het</strong> verbod op vrijheidsbeneming – zoals neergelegd in artikel<br />
5 EVRM. Voor <strong>de</strong> <strong>toepassing</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> regels met betrekking tot gesloten jeugdzorg<br />
wor<strong>de</strong>n meer<strong>de</strong>rjarigen overeenkomstig <strong>de</strong> Wjz als min<strong>de</strong>rjarigen behan<strong>de</strong>ld. Artikel<br />
5 lid 1 sub d EVRM staat <strong>de</strong>tentie <strong>van</strong> een min<strong>de</strong>rjarige toe mits <strong>de</strong> vrijheidsbeneming<br />
toeziet op zijn opvoeding. 2 De vraag die bij <strong>de</strong> <strong>toepassing</strong> <strong>van</strong> artikel 29a lid 1 Wjz<br />
zich voor<strong>de</strong>ed, is of <strong>de</strong>ze <strong>toepassing</strong> zich verdraagt met bedoeld verbod op vrijheidsbeneming.<br />
Immers op basis <strong>van</strong> artikel 29b Wjz kan <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter, op verzoek,<br />
een machtiging tot plaatsing in gesloten jeugdzorg verlenen ongeacht of <strong>de</strong> jeugdige<br />
hiermee instemt. In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte rechtspraak is <strong>de</strong>ze vraag consequent ontkennend<br />
beantwoord: artikel 29a Wjz wordt buiten <strong>toepassing</strong> gelaten voor zover <strong>het</strong> ziet op<br />
meer<strong>de</strong>rjarigen. Artikel 1 IVRK wordt hier door <strong>de</strong> rechter in vier zaken toegepast tenein<strong>de</strong><br />
te bepalen wie min<strong>de</strong>rjarig is, nu <strong>het</strong> EVRM zelf <strong>het</strong> begrip ‘min<strong>de</strong>rjarige’ niet<br />
<strong>de</strong>fi nieert. In één uitspraak komt <strong>de</strong> rechter niet toe aan <strong>de</strong> bespreking <strong>van</strong> <strong>het</strong> beroep<br />
op artikel 1 IVRK en in twee gevallen wordt <strong>het</strong> artikel gebruikt om <strong>het</strong> beroep op<br />
an<strong>de</strong>re bepalingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK af te wijzen.<br />
Overig<br />
De rechter betrekt in vier uitspraken artikel 1 IVRK bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> vraag<br />
of <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rjarige gesloten geplaatst kan wor<strong>de</strong>n ingevolge <strong>de</strong> Wjz. 3 Zo overweegt<br />
<strong>de</strong> rechtbank Den Bosch dat <strong>de</strong> Staat op grond <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK <strong>de</strong> plicht heeft om erop<br />
toe te zien dat <strong>het</strong> recht op bescherming, verzorging en opvoeding <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>ren wordt<br />
geëffectueerd. 4 Volgens <strong>de</strong> rechtbank dient <strong>de</strong> Staat, indien nodig, han<strong>de</strong>lend op te<br />
tre<strong>de</strong>n. De rechtbank overweegt als volgt:<br />
De Toelichting op artikel 1 <strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK geeft daarbij aan dat <strong>de</strong> nationale wetgever <strong>de</strong><br />
meer<strong>de</strong>rjarigheidsgrens wel naar bene<strong>de</strong>n, maar niet naar boven mag bijstellen. An<strong>de</strong>rs<br />
gezegd volgt uit <strong>het</strong> IVRK dat <strong>de</strong> nationale wetgever een kind wèl vóór <strong>het</strong> bereiken <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> 18-jarige leeftijd als meer<strong>de</strong>rjarig mag beschouwen, maar niet nà <strong>het</strong> bereiken <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> 18 jarige leeftijd nog als min<strong>de</strong>rjarige mag behan<strong>de</strong>len. De legitimatie die artikel<br />
5 EVRM aan <strong>de</strong> overheid biedt om in te grijpen in <strong>de</strong> privésfeer <strong>van</strong> <strong>de</strong> jeugdige waar<br />
dat uit <strong>het</strong> oogpunt <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>rbescherming is gebo<strong>de</strong>n, strekt dus niet ver<strong>de</strong>r dan tot <strong>het</strong><br />
bereiken <strong>van</strong> <strong>de</strong> leeftijd waarop <strong>de</strong> jeugdige meer<strong>de</strong>rjarig wordt. Is na <strong>het</strong> meer<strong>de</strong>rjarig<br />
2 Artikel 5 EVRM: 1. Een ie<strong>de</strong>r heeft recht op vrijheid en veiligheid <strong>van</strong> zijn persoon. Niemand mag zijn<br />
vrijheid wor<strong>de</strong>n ontnomen,behalve in <strong>de</strong> navolgen<strong>de</strong> gevallen en overeenkomstig een wettelijk voorgeschreven<br />
procedure: (...) d. in <strong>het</strong> geval <strong>van</strong> rechtmatige <strong>de</strong>tentie <strong>van</strong> een min<strong>de</strong>rjarige met <strong>het</strong> doel toe<br />
te zien op zijn opvoeding of in <strong>het</strong> geval <strong>van</strong> zijn rechtmatige <strong>de</strong>tentie, tenein<strong>de</strong> hem voor <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong><br />
instantie te gelei<strong>de</strong>n; (...).<br />
3 Rb. Rotterdam 19 februari 2009, LJN BH5398; Rb. ’s-Hertogenbosch 27 februari 2009, LJN BH4397;<br />
Rb. Roermond 8 april 2009, LJN BI0864; Hof ’s-Gravenhage 8 oktober 2009, LJN BK2806.<br />
4 Rb. ’s-Hertogenbosch 27 februari 2009, LJN BH4397. Vgl. Rb. Roermond 8 april 2009, LJN BI0864;<br />
Hof ’s-Gravenhage 8 oktober 2009, LJN BK2806 (<strong>de</strong> jong meer<strong>de</strong>rjarige doet in <strong>de</strong>ze zaak een beroep<br />
op artikel 1 IVRK).