02.09.2013 Views

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN SOCIALEZEKERHEIDSZAKEN 183<br />

Artikel 4 IVRK is één keer ingeroepen bij <strong>de</strong> voorzieningenrechter <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank<br />

Haarlem. 40 In <strong>de</strong>ze zaak heeft <strong>de</strong> gemeente Haarlem <strong>de</strong> bijstanduitkering <strong>van</strong> verzoeker<br />

met vijftig procent verlaagd wegens werkweigering. Verzoeker stelt dat <strong>de</strong> gemeente<br />

Haarlem hiermee in strijd heeft gehan<strong>de</strong>ld met <strong>de</strong> artikelen 3, 4, 24 en 27 lid 3 IVRK.<br />

In dit verband brengt hij naar voren dat zijn zoon suikerziekte heeft en recht heeft op<br />

zorg, waaron<strong>de</strong>r gevarieerd voedsel. Verzoeker is <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el dat <strong>het</strong> besluit om <strong>de</strong><br />

bijstand te verlagen <strong>het</strong> hem onmogelijk maakt om zijn zoon dit gevarieer<strong>de</strong> voedsel<br />

te verstrekken. Het belang <strong>van</strong> zijn zoon is volgens hem bij <strong>het</strong> nemen <strong>van</strong> <strong>het</strong> besluit<br />

niet meegewogen. Verzoeker vraagt <strong>de</strong> voorzieningenrechter <strong>het</strong> bestre<strong>de</strong>n besluit te<br />

schorsen, dan wel <strong>de</strong> gemeente Haarlem te gelasten <strong>het</strong> gevarieer<strong>de</strong> voedsel ter beschikking<br />

te stellen. De voorzieningenrechter on<strong>de</strong>rzoekt of <strong>het</strong> IVRK een zodanige<br />

inbreuk maakt op <strong>de</strong> Wwb, dat <strong>toepassing</strong> er<strong>van</strong> aa<strong>nl</strong>eiding geeft tot <strong>het</strong> treffen <strong>van</strong> een<br />

voorlopige voorziening. Hij besteedt uitgebreid aandacht aan <strong>het</strong> IVRK, maar verwijst<br />

niet specifi ek naar artikel 4 IVRK:<br />

De bescherming die <strong>het</strong> IVRK beoogt te bie<strong>de</strong>n is veel bre<strong>de</strong>r dan <strong>het</strong> beschikbaar stellen<br />

<strong>van</strong> geld en draagt <strong>de</strong> staten die partij zijn een zorgplicht op die zich uitstrekt over<br />

verschillen<strong>de</strong> terreinen. Artikel 3, lid 2 <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>verdrag</strong> bepaalt, dat <strong>de</strong> staten zich verbin<strong>de</strong>n<br />

<strong>het</strong> kind te verzekeren <strong>van</strong> bescherming en <strong>de</strong> zorg die nodig zijn voor zijn of<br />

haar welzijn, doch rekening hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong> rechten en plichten <strong>van</strong> zijn of haar ou<strong>de</strong>rs.<br />

De voorzieningenrechter stelt voorop dat <strong>de</strong> zorg voor (on<strong>de</strong>r meer) <strong>de</strong> gezondheid <strong>van</strong><br />

een kind ligt bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs. Daarbij is in beginsel niet <strong>van</strong> belang of <strong>het</strong> kind al dan niet<br />

aan een ziekte lijdt. Het enkele feit dat sprake is <strong>van</strong> ziekte bij <strong>het</strong> kind maakt in beginsel<br />

niet dat die zorgplicht aan an<strong>de</strong>ren kan wor<strong>de</strong>n overgedragen. Gewezen kan wor<strong>de</strong>n op<br />

artikel 18, lid 1 IVRK, waarin er nog eens nadrukkelijk op wordt gewezen, dat ou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong><br />

eerste verantwoor<strong>de</strong>lijkheid hebben voor <strong>de</strong> opvoeding en <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> hun kind.<br />

Wel kunnen ou<strong>de</strong>rs in <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> hun verantwoor<strong>de</strong>lijkheid zich tot <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n wen<strong>de</strong>n<br />

om hen bij te staan. Daar<strong>van</strong> zal eer<strong>de</strong>r sprake zijn wanneer <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> inspanningen<br />

<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs te boven gaan. In casu is <strong>de</strong> extra inspanning die <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> M. gevraagd wordt slechts zeer beperkt. Deze bestaat eruit dat zij erop<br />

toezien dat [verzoeker sub 1] normale voedingsmid<strong>de</strong>len in een bepaal<strong>de</strong> samenstelling<br />

en <strong>van</strong> een bepaald gewicht op <strong>de</strong> juiste tijdstippen nuttigt. Niet is in te zien dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs<br />

– on<strong>de</strong>r wie verzoeker sub 2 – niet verantwoor<strong>de</strong>lijk kunnen wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n voor<br />

ook <strong>de</strong>ze zorg voor M. Het standpunt <strong>van</strong> verzoeker sub 2 impliceert, dat hij als ou<strong>de</strong>r<br />

onvoldoen<strong>de</strong> kan voorkomen dat [verzoeker sub 1] gezondheidsscha<strong>de</strong> oploopt. Ingevolge<br />

artikel 254 BW geldt, dat indien een min<strong>de</strong>rjarige die zodanig opgroeit, dat zijn<br />

ze<strong>de</strong>lijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig wor<strong>de</strong>n bedreigd, en an<strong>de</strong>re<br />

mid<strong>de</strong>len ter afwending <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bedreiging hebben gefaald, of naar is te voorzien, zullen<br />

falen, <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter hem on<strong>de</strong>r toezicht kan stellen <strong>van</strong> een stichting als bedoeld<br />

in artikel 1, on<strong>de</strong>r f <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet op <strong>de</strong> jeugdzorg. Wanneer verzoeker sub 2 niet in staat<br />

is dan wel niet bereid is zijn zoon <strong>van</strong> <strong>de</strong> noodzakelijke zorg te voorzien, kan hij hier<strong>van</strong><br />

melding maken bij <strong>de</strong> Raad voor <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rbescherming of <strong>de</strong> Stichting Jeugdzorg, die<br />

vervolgens <strong>de</strong> nodige stappen kunnen on<strong>de</strong>rnemen om te waarborgen dat <strong>de</strong> gezondheid<br />

40 Rb. Haarlem (vzr.) 29 augustus 2007, LJN BB3043. Zie ook <strong>het</strong> vervolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> procedure: Rb. Haarlem<br />

21 november 2008, LJN BG6130; CRvB 29 juni 2010, LJN BM9795. In <strong>de</strong>ze twee uitspraken speelt<br />

artikel 4 IVRK geen rol meer.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!