02.09.2013 Views

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN VREEMDELINGENZAKEN 171<br />

een <strong>verdrag</strong>sconforme uitleg en <strong>toepassing</strong> <strong>van</strong> nationaal recht. Het meest dui<strong>de</strong>lijke<br />

voorbeeld is een uitspraak waarin <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling <strong>de</strong> Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen<br />

in <strong>het</strong> licht <strong>van</strong> artikel 37 sub c IVRK uitlegt. 241 Deze <strong>verdrag</strong>sconforme uitleg<br />

heeft tot <strong>de</strong> vaste jurispru<strong>de</strong>ntie geleid dat vreem<strong>de</strong>lingen <strong>van</strong> zestien tot achttien jaar<br />

aan wie <strong>de</strong> bewaring wordt opgelegd, in beginsel in een jeugdinrichting moeten wor<strong>de</strong>n<br />

geplaatst.<br />

De lagere rechtspraak heeft meer <strong>de</strong> bereidheid getoond tot een <strong>verdrag</strong>sconforme<br />

uitleg en <strong>toepassing</strong> <strong>van</strong> nationaal recht. In tegenstelling tot <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling houdt <strong>de</strong> lagere<br />

rechter dui<strong>de</strong>lijk méér rekening met <strong>het</strong> IVRK. Doorgaans spelen <strong>de</strong> bepalingen<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> IVRK een rol bij <strong>de</strong> rechterlijke toetsing <strong>van</strong> besluiten aan algemene beginselen<br />

<strong>van</strong> behoorlijk bestuur, zoals <strong>het</strong> motiveringsbeginsel en <strong>het</strong> zorgvuldigheidsbeginsel.<br />

Dit heeft tot positieve uitkomsten geleid. Neem bijvoorbeeld <strong>de</strong> zaak over<br />

<strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige vreem<strong>de</strong>linge uit China die dui<strong>de</strong>lijkheid wenste te verkrijgen over<br />

<strong>de</strong> verblijfplaats <strong>van</strong> haar va<strong>de</strong>r. 242 De min<strong>de</strong>rjarige heeft met een beroep op artikel<br />

8 EVRM in combinatie met <strong>de</strong> artikelen 3, 6, 9, 10 en 22 lid 2 IVRK <strong>de</strong> IND om<br />

on<strong>de</strong>rsteuning gevraagd bij <strong>de</strong> zoektocht naar haar va<strong>de</strong>r in Engeland. De IND wil<strong>de</strong><br />

geen me<strong>de</strong>werking verlenen, maar volgens <strong>de</strong> voorzieningenrechter rust op <strong>de</strong> IND<br />

een inspanningsverplichting om te bemid<strong>de</strong>len in <strong>de</strong> contacten tussen <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige<br />

en <strong>de</strong> Engelse immigratiedienst, tenein<strong>de</strong> <strong>de</strong> eventuele verblijfplaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r in<br />

Engeland te achterhalen. Het besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> IND om geen me<strong>de</strong>werking te verlenen is<br />

volgens <strong>de</strong> voorzieningenrechter in strijd met <strong>het</strong> motiveringsbeginsel en <strong>het</strong> zorgvuldigheidsbeginsel.<br />

De lagere rechter heeft ook op an<strong>de</strong>re wijzen <strong>het</strong> IVRK bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zaak betrokken. Bijvoorbeeld via <strong>de</strong> toetsing <strong>van</strong> een besluit aan <strong>de</strong> artikelen 5 en 8<br />

EVRM. In recente lagere rechtspraak komt naar voren dat in geval <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>ren bij<br />

<strong>de</strong> toetsing aan artikel 8 EVRM, rekening moet wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>het</strong> IVRK. Ter<br />

rechtvaardiging <strong>van</strong> dit standpunt wordt door <strong>de</strong> rechter verwezen naar <strong>de</strong> jurispru<strong>de</strong>ntie<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> EHRM.<br />

In <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>verdrag</strong>sconforme uitleg en <strong>toepassing</strong> <strong>van</strong> nationaal recht<br />

verdient <strong>het</strong> tussen- en eindarrest <strong>van</strong> <strong>het</strong> Haagse hof over <strong>het</strong> op straat zetten <strong>van</strong> drie<br />

‘illegale’ kin<strong>de</strong>ren aandacht. 243 De artikelen 2, 3, 27 en 37 IVRK spelen in <strong>de</strong>ze uitspraak<br />

een rol bij <strong>de</strong> invulling <strong>van</strong> <strong>de</strong> zorgvuldigheidsnorm <strong>van</strong> artikel 6:162 BW, zij<br />

<strong>het</strong> niet <strong>de</strong> enige rol. Het hof is namelijk <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bescherming <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>ren<br />

ook naar intern recht tot <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheid behoort. Het hof<br />

beslist dat <strong>de</strong> Staat onrechtmatig jegens <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren zou han<strong>de</strong>len indien <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren<br />

op straat wor<strong>de</strong>n gezet.<br />

In relatief veel zaken laat <strong>de</strong> rechter <strong>de</strong> bespreking <strong>van</strong> <strong>het</strong> beroep op <strong>het</strong> IVRK<br />

achterwege. Vaak ziet <strong>de</strong> lagere rechter <strong>het</strong> beroep op <strong>het</strong> IVRK als een overige beroepsgrond<br />

die geen bespreking behoeft, omdat <strong>de</strong> rechter <strong>het</strong> bestre<strong>de</strong>n besluit reeds<br />

in strijd acht met <strong>het</strong> motiveringsbeginsel en/of <strong>het</strong> zorgvuldigheidsbeginsel. Hoewel<br />

241 ABRvS 24 februari 2003, AB 2003/327.<br />

242 Rb. ’s-Gravenhage (zittingsplaats Breda) (vzr.) 7 <strong>de</strong>cember 2004, AWB 04/13687.<br />

243 Hof ’s-Gravenhage 27 juli 2010, LJN BN2164; Hof ’s-Gravenhage 11 januari 2011, LJN BO9924; door<br />

<strong>de</strong> Hoge Raad bevestigd: HR 21 september 2012, LJN BW5328 (concl. P-G F.F. Langemeijer). Zie ook:<br />

HR 12 oktober 2012, LJN BX9968 (herstelarrest)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!