de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN VREEMDELINGENZAKEN 149<br />
<strong>het</strong> hof zelf: <strong>het</strong> hof stelt namelijk <strong>de</strong> Staat in <strong>de</strong> gelegenheid om bij akte aan te geven<br />
welke maatregelen zullen wor<strong>de</strong>n genomen om te voorzien in passen<strong>de</strong> huisvesting<br />
en voldoen<strong>de</strong> fi nanciële mid<strong>de</strong>len voor levenson<strong>de</strong>rhoud en scholing <strong>van</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren.<br />
Bij eindarrest <strong>van</strong> 11 januari 2011 behan<strong>de</strong>lt <strong>het</strong> hof <strong>de</strong> zaak ver<strong>de</strong>r. 171 Het hof<br />
on<strong>de</strong>rzoekt <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Staat voorgestel<strong>de</strong> maatregelen. De Staat heeft – kort samengevat<br />
– voorgesteld om mee te werken aan <strong>het</strong> treffen <strong>van</strong> een kin<strong>de</strong>rbeschermingsmaatregel,<br />
waarbij <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n geschei<strong>de</strong>n <strong>van</strong> hun moe<strong>de</strong>r. Het hof ziet <strong>de</strong><br />
oplossing <strong>van</strong> <strong>de</strong> Staat niet als een aanvaardbaar alternatief en overweegt on<strong>de</strong>r meer<br />
dat <strong>het</strong> uit elkaar halen <strong>van</strong> <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r en kin<strong>de</strong>ren in strijd is met artikel 8 EVRM:<br />
6. De Staat heeft aangevoerd dat hem beleidsvrijheid toekomt bij <strong>de</strong> wijze waarop hij<br />
aan <strong>de</strong> positieve verplichtingen die uit – in dit geval – <strong>het</strong> IVRK, <strong>het</strong> ESH en <strong>het</strong> EVRM<br />
voortvloeien, invulling geeft en dat <strong>het</strong> hof dat heeft miskend door te oor<strong>de</strong>len dat <strong>het</strong> op<br />
straat zetten <strong>van</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren onrechtmatig is.<br />
Het hof heeft niet <strong>de</strong> ambitie en is uiteraard ook niet in staat om te bepalen hoe <strong>de</strong> Staat<br />
die op <strong>de</strong> <strong>verdrag</strong>en gebaseer<strong>de</strong> verplichtingen moet implementeren.<br />
Het [lees: <strong>het</strong> Hof, red.] heeft in <strong>de</strong>ze zaak ook niet te bepalen hoe <strong>de</strong> Staat zijn vreem<strong>de</strong>lingenwetgeving<br />
en -beleid inricht, maar <strong>het</strong> hof heeft wel <strong>de</strong> taak te oor<strong>de</strong>len of in<br />
een concreet aan hem voorgelegd geval <strong>de</strong> uitwerking <strong>van</strong> dat beleid strookt met in<br />
<strong>verdrag</strong>en of intern (ongeschreven) recht neergeleg<strong>de</strong> verplichtingen.<br />
Het hof heeft aldus – wat <strong>de</strong> bescherming <strong>van</strong> <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige kin<strong>de</strong>ren [F] betreft –<br />
geoor<strong>de</strong>eld dat ook naar Ne<strong>de</strong>rlands intern recht <strong>het</strong> op straat zetten <strong>van</strong> hen, zon<strong>de</strong>r<br />
dat voorzien is in on<strong>de</strong>rdak en mid<strong>de</strong>len <strong>van</strong> bestaan en verzorging, onrechtmatig jegens<br />
hen is en oor<strong>de</strong>elt thans dat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> dit geval <strong>het</strong> uit elkaar halen<br />
<strong>van</strong> moe<strong>de</strong>r en kin<strong>de</strong>ren een niet gerechtvaardig<strong>de</strong> inbreuk op artikel 8 EVRM oplevert<br />
en niet kan gel<strong>de</strong>n als een aanvaardbaar alternatief voor <strong>de</strong> voortzetting <strong>van</strong> hun verblijf<br />
in <strong>de</strong> vbl.<br />
In summa vernietigt <strong>het</strong> hof <strong>de</strong> uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorzieningenrechter, waarbij <strong>het</strong> <strong>de</strong><br />
verwachting uitspreekt dat <strong>de</strong> Staat <strong>de</strong> uitspraak <strong>van</strong> <strong>het</strong> hof zal naleven. Naar aa<strong>nl</strong>eiding<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze uitspraak heeft <strong>de</strong> Staat cassatieberoep ingesteld bij <strong>de</strong> Hoge Raad. 172<br />
Van enigszins an<strong>de</strong>re or<strong>de</strong> zijn vier uitspraken <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorzieningenrechter <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
rechtbank Zwolle over een gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ontruiming <strong>van</strong> <strong>de</strong> asielop<strong>van</strong>g. 173 De voorzieningenrechter<br />
houdt bij zijn belangenafweging zichtbaar rekening met <strong>het</strong> bepaal<strong>de</strong><br />
in <strong>de</strong> artikelen 3 en 27 IVRK en laat <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> asielzoekers bij voortzetting<br />
171 Hof ’s-Gravenhage 11 januari 2011, LJN BO9924 (vervolg op: Hof ’s-Gravenhage 27 juli 2010, LJN<br />
BN2164).<br />
172 HR 21 september 2012, LJN BW5328 (concl. P-G F.F. Langemeijer); en herstelarrest: HR 12 oktober<br />
2012, LJN BX9968. Dit arrest <strong>van</strong> <strong>de</strong> Hoge Raad valt buiten <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksperio<strong>de</strong>. Desalniettemin is<br />
<strong>het</strong> <strong>van</strong> belang om hier te wijzen op dit arrest. Zowel <strong>de</strong> Procureur-Generaal als <strong>de</strong> Hoge Raad beste<strong>de</strong>n<br />
aandacht aan <strong>het</strong> IVRK. De Hoge Raad neemt met name artikel 3 IVRK in overweging en verwijst naar<br />
een aantal uitspraken <strong>van</strong> <strong>het</strong> Europese Hof <strong>van</strong> <strong>de</strong> Rechten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Mens waarin <strong>de</strong> ‘rechten <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
kind’ zijn betrokken bij <strong>de</strong> uitleg <strong>van</strong> artikel 8 EVRM. De conclusie <strong>van</strong> <strong>de</strong> P-G strekt tot vernietiging<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> eindarrest <strong>van</strong> <strong>het</strong> hof, terwijl <strong>de</strong> Hoge Raad <strong>het</strong> cassatieberoep <strong>van</strong> <strong>de</strong> Staat verwerpt. Dit betekent<br />
dat <strong>de</strong> uitspraken <strong>van</strong> <strong>het</strong> Hof ’s-Gravenhage <strong>van</strong> 27 juli 2010 en 11 januari 2011 in stand blijven.<br />
173 Rb. Zwolle (vzr.) 17 februari 2003, LJN AF4890; Rb. Zwolle (vzr.) 19 maart 2003, LJN AF6351, Rb.<br />
Zwolle (vzr.) 19 maart 2003, LJN AF6354; Rb. Zwolle (vzr.) 13 mei 2003, 84983 KG ZA 03-174.