02.09.2013 Views

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

de toepassing van het internationaal verdrag ... - Kinderrechten.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

132<br />

DE TOEPASSING VAN HET IVRK IN DE NEDERLANDSE RECHTSPRAAK<br />

artikel 18 IVRK feitelijke grondslag mist, ‘te laat’ in <strong>de</strong> procedure is aangevoerd of<br />

onvoldoen<strong>de</strong> is gemotiveerd. De an<strong>de</strong>re groep betreft lagere rechtspraak waarin <strong>de</strong><br />

rechter <strong>de</strong> bespreking <strong>van</strong> artikel 18 IVRK achterwege laat. 124 Hier acht <strong>de</strong> rechter<br />

<strong>het</strong> bestre<strong>de</strong>n besluit reeds in strijd met <strong>het</strong> motiveringsbeginsel en/of <strong>het</strong> zorgvuldigheidsbeginsel.<br />

De beslissing valt steeds in <strong>het</strong> voor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>ling uit. Een<br />

bespreking <strong>van</strong> artikel 18 IVRK is volgens <strong>de</strong> rechter kennelijk niet meer vereist.<br />

Artikel 19 (Bescherming tegen kin<strong>de</strong>rmishan<strong>de</strong>ling)<br />

1. De Staten die partij zijn, nemen alle passen<strong>de</strong> wettelijke en bestuurlijke maatregelen en maatregelen<br />

op sociaal en opvoedkundig gebied om <strong>het</strong> kind te beschermen tegen alle vormen <strong>van</strong><br />

lichamelijk of geestelijk, geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of<br />

nalatige behan<strong>de</strong>ling, mishan<strong>de</strong>ling of exploitatie, met inbegrip <strong>van</strong> sexueel misbruik, terwijl <strong>het</strong><br />

kind on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> hoe<strong>de</strong> is <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r(s), wettige voogd(en) of iemand an<strong>de</strong>rs die <strong>de</strong> zorg voor<br />

<strong>het</strong> kind heeft.<br />

2. Deze maatregelen ter bescherming dienen, indien <strong>van</strong> <strong>toepassing</strong>, doeltreffen<strong>de</strong> procedures te<br />

omvatten voor <strong>de</strong> invoering <strong>van</strong> sociale programma’s om te voorzien in <strong>de</strong> nodige on<strong>de</strong>rsteuning<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> kind en <strong>van</strong> <strong>de</strong>genen die <strong>de</strong> zorg voor <strong>het</strong> kind hebben, alsme<strong>de</strong> procedures voor an<strong>de</strong>re<br />

vormen <strong>van</strong> voorkoming <strong>van</strong> en voor opsporing, melding, verwijzing, on<strong>de</strong>rzoek, behan<strong>de</strong>ling<br />

en follow-up <strong>van</strong> gevallen <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>rmishan<strong>de</strong>ling zoals hierboven beschreven, en, indien <strong>van</strong><br />

<strong>toepassing</strong>, voor inschakeling <strong>van</strong> rechterlijke instanties.<br />

Artikel 19 IVRK is in tien zaken ingeroepen. Het artikel speelt echter nauwelijks tot<br />

geen rol in <strong>de</strong> overwegingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechter. Uit acht uitspraken valt af te lei<strong>de</strong>n dat<br />

<strong>het</strong> beroep op <strong>de</strong> bepaling faalt en in twee uitspraken laat <strong>de</strong> rechter <strong>de</strong> bespreking <strong>van</strong><br />

artikel 19 IVRK achterwege. De rechter geeft geen antwoord op <strong>de</strong> vraag of artikel 19<br />

IVRK rechtstreekse werking heeft. Hij laat <strong>de</strong> rechtstreekse werking uitdrukkelijk in<br />

<strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n.<br />

Rechtstreekse werking<br />

De vraag of artikel 19 IVRK rechtstreekse werking heeft, wordt door <strong>de</strong> rechter in <strong>het</strong><br />

mid<strong>de</strong>n gelaten. 125 In <strong>de</strong>ze uitspraken faalt <strong>het</strong> beroep op artikel 19 IVRK. Noemenswaardig<br />

is een uitspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorzieningenrechter <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank Den Haag<br />

(zittingsplaats Amsterdam). 126 In <strong>de</strong>ze zaak staat <strong>de</strong> vraag centraal of voor <strong>de</strong> amv a<strong>de</strong>quate<br />

op<strong>van</strong>g aanwezig is in <strong>het</strong> land <strong>van</strong> herkomst. Volgens <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Justitie<br />

is in <strong>het</strong> land <strong>van</strong> herkomst niet alleen a<strong>de</strong>quate op<strong>van</strong>g beschikbaar in op<strong>van</strong>ghuizen,<br />

124 Rb. ’s-Gravenhage (zittingsplaats Zwolle) 14 mei 2002, LJN AE6368; Rb. ’s-Gravenhage (zittingsplaats<br />

Alkmaar) 24 maart 2005, AWB 03/14201 en 02/28680; Rb. ’s-Gravenhage (zittingsplaats Maastricht<br />

2 maart 2006, AWB 05/30407; Rb.’s-Gravenhage (zittingsplaats Haarlem) (vzr.) 7 februari 2007, LJN<br />

BA4477; Rb. ’s-Gravenhage (zittingsplaats Haarlem) 9 juli 2007, LJN BB9337.<br />

125 Rb. ’s-Gravenhage 17 januari 2002, LJN BU7589; ABRvS 28 januari 2008, LJN BC3683; Rb.’s-Gravenhage<br />

(zittingsplaats Amsterdam) (vzr.) 8 april 2010, AWB 10/10438 en 10/10439. Vgl. ABRvS 4 juli<br />

2003, JV 2003/368.<br />

126 Rb.’s-Gravenhage (zittingsplaats Amsterdam) (vzr.) 8 april 2010, AWB 10/10438 en 10/10439.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!